Geheim vaneen Tibetaansch klooster
De I.R.A. volgt een
nieuwe tactiek
TARZAN en de
Het meisje
vuren van Tohr
er
PROF. TUCCI'S ERVARINGEN.
DE „IJSBLOKKEN-DOOP". PEL
GRIMSTOCHTEN MET GESLOTEN
OOGEN. DE INGEMETSELDE
KLUIZENAAR. ÉEN KRANT IN
GEHEEL TIBET
(Van een bijzonderen medewerker.)
Slechts heel weinig van de vele geheimen
die zich verbergen achter de Tibetaansche
kloostermuren dringt door tot de openbaar
heid. Want zoo raadselachtig als Tibet zelve,
dit grootste hoogland ter wereld, zijn ook
zijn religieuze gebruiken en is zijn«cultuur.
De Italiaansche professor Guiseppe Tucci,
een der beste kenners van oud-Oostersche
talen, kreeg eenigen tijd geleden, nadat hij
zich in verband mét zijn studiën zelfs tot
het Boeddhisme had laten bekeeren, toestem
ming om af te dalen in het eenzame Tibe
taansche klooster Sachia, dat de grootste en
meest kostbare bibliotheek van Centraal-
Azië bezit. Over zijn studiën en ervaringen
in dit klooster, waarvan de monniken tot een
hijzonder orthodoxe sekte behooren, vertelt
prof. Tucci thans een reeks interessante bij
zonderheden, die ons een blik gunnen in een
even verre als vreemde wereld.
Boeken die men niet moet lezen.
De bibliotheek van het klooster Sachia
vormt reeds daarom een curiosum, omdat de
hoeken vóór de komst van den Italiaanschen
onderzoeker, sedert onheuglijke tijden niet
meer zijn aangeraakt. De monniken van
Sachia zeggen dat deze boeken weliswaar
de beschermers en bewaarders zijn van het
Goddelijke woord, maar dat het noodzakelijk
noch raadzaam is, ze te lezen. Men moet ze
daar laten staan waai ze zijn en ze niet sto
ren in hun vreedzame droomcrijen. Niemand
weet tot welk onheil het zou leiden, zoo men
ze zou lezen en misschien verkeerd zou uit
leggen. Desondanks kreeg Prof. Tucci ver
lof in deze, met het stof van zeer vele jaren
bedekte banden op eigen verantwoording te
bladeren en te lezen. En zijn studie omtrent
de „boeken, die er niet zijn om te lezen", legt
getuigenis af van den rijkdom aan wijsheid
die hij er uit opdeed. De onderzoeker ont
dekte in de bibliotheek van het klooster niet
alleen een paar honderd oud-Indische boe
ken, die men ook in Britsch-Indië voor altoos
verloren meende, maar bovendien 12 oor
spronkelijke brieven van Mongoolsche kei
zers aan hun Tibetaansche vazallen, alsmede
een eeuwenoud handschrift van een klooster
abt aan den vorst Ivublai Khan, dien hij
schriftelijk de zoogenaamde „Esoterische
doop" gaf. Bovendien had de professor ge
legenheid zich een helder beeld te vormen
omtrent mysteriën, waarvan zich een Euro-
I peaan nauwelijks een voorstelling vermag te
I maken.
In de „ijskast".
Zoo was professor Tucci onder meer getui-
wge van de beoefening der „Tummo", een
laan het onwaarschijnlijke grenzende daad
van menschelijke wilskracht, die alle mon
niken van het klooster volbrengen. Zij be
staat hierin, dat een ongekleed man zich een
voudig voor eenigen tijd levend laat begra
ven tusschen een paar ijsblokken en dan is
de bedoeling dat hij daarbij zulk een boven
natuurlijke lichaamswarmte ontwikkelt, dat
hij immuun blijft voor de koude-inwerking
van het ijs. „Ik heb", vertelt professor Tucci,
„gevallen meegemaakt van gedachte-over
brenging en van wonderbaarlijke genezingen
van ziekte, dio iederen occultist en eiken
arts tot stomme verbazing zouden brengen."
Onder meer reisde de geleerde naar het hei
lige meer Manosarovar, aan de oevers waar
van men monniken aantreft, die in een toe
stand van gewijde meditatie en zelfhypnose
uitgestrekte pelgrimstochten maken en aldus
met gesloten oogen enorme afstanden afleg
gen, zonder te blijven staan en zonder ook
maar eenmaal te verdwalen. Gedreven door
FEUILLETON
uiideÉuncPiAaom.
Naar het Engelsch van
Norman Charlton
Lilian slenterde verder door de wandelgan
gen in de hoop haar vader te ontmoeten. Zij
werd staande gehouden door een magerën
jongeman met een prettig gezicht.
Zoo, Tommy, wat voer jy hier uit?
Wat ik hier uitvoer? Je weet toch zeker
wel, dat ik door mijn lordstitel zoo'n beetje
lid van het Hoogerhuis ben, klonk het ietwat
spottende antwoord. Maar iets anders,
Lilian. is het waar, dat je vader gaat her
trouwen
Ja, dat is zoo.
Ik vraag het eigenlijk, omdat ik het
een geschikte aanleiding vind om je er aan
te herinneren, dat ik nog niet verloofd ben.
Heb jij misschien een tehuis voor onbe
zorgde weezen?, vroeg Lilian spottend.
Ja, er is nog juist een plaatsje open,
zei hij.
Lilian sloeg hem aandachtig gade. Zy
mocht hem graag; hy had een aardig, vrien
delijk gezicht; hij was goedhartig en innerlijk
en uiterlijk op en top een gentleman. Op dat
oogenblik was zij er dichter dan ooit aan toe,
/ady Dunne ford te worden, maar zij be
dacht nog tijdig, dat het huwelijk een te
ernstig zaak was om in een moedelooze bui
een man te accepteeren voor wien ze niet
meer dan vriendschap voelde.
Kom nog eens bij me als je groot bent.
vervolgde ze op haar gewone spottende ma
nier, 'dan 7-al ik een aardig vrouwtje voer
je zoeken. Ik zou je graag gelukkig getrouwd
zien, want het leven is vol gevaren voor
knappe jongelui met geld en een adellijken
titel. Daar is mijn vader. Dag Tommy!
Hij liep in een sombere stemming verder
en Lilian haastte zich naar haar vader.
Zullen wc naar huis loopen, vader? Ik
'n geheimzinnige kracht die hen tot machi
nes maakt, leggen zij ongelooflijke afstanden
af, zonder onderweg iets te eten of te drin
ken. Tot het geheim van deze pelgrimstoch
ten in trance-toestand zelf, vermocht prof.
Tucci evenwel niet door te dringen.
„Zielsradio".
Daarentegen heeft de geleerde zich ernstig
bezig gehouden met een verschijnsel, dat hij
aanduidt als een soort „zielsradio". De mon
niken stellen zich met elkander in verbin
ding en wisselen van gedachte zonder er
een woord bij te spreken. Wie de gave van
het gedachten-overbrengen bezit, dien wordt
ten teeken dat hij de hoogste graad van
menschclijk kunnen heeft bereikt, de „vijf
hoekige muts" uitgereikt, welker vijf punten
de vijf belangrijkste incarnaties van Boed
dha symboliseeren. De leerling, wie in de
kunst van de „zielsradio" is ingewijd, neemt
terstond een nieuwen naam aan, want zijn
vroeger Ik is dood. De dingen rondom hem
bestaan nu in een gansch anderen vorm, om
dat hij. nu een hoogeren graad van waarne
ming behaald heeft.
Een bezienswaardigheid in optima forma
is een kluizenaar, die daar in de omgeving
al*sedert 27 jaar ongeveer ingemetseld in
een rots leeft. Hij heeft met de buitenwereld
slechts contact door middel van een zeer
smalle spleet, waardoor de inwoners van 't
dorp dat bij het klooster hoort hem spijzen
en dranken toereiken. Men kan hem om raad
vragen door een soort cel te betreden in de
rots, een rotsblok op te tillen en aldus in
de buurt van de spleet aan te kloppen. Dan
klinkt er een harmonische stem vanuit het
binnenste en die vraagt naar de wenschen
van den aanwezige. Intusschen leeft deze
monnik niet eens zoo eenzaam als men zou
denken, want hij staat, gelijk hij zelf zegt,
voortdurend zonder woorden te gebrui
ken! in contact met andere Tibetaansche
monniken, die precies zoo leven als hijzelf.
De „zielsradio" is als het ware de verbinding
van dezen thans 50-jarigen man met de bui
tenwereld.
Nog zoo gek niet.
Van wijd en zijd komen de pelgrims naar
den ingemetselden monnik van Sachia, voor
een .gesprek", waarvoor ook prof. Tucci ge
legenheid kreeg. „Gij zijt hier zoo ver van
de wereld weet ge ook hoeveel smarten
daar in die wereld geleden worden?", vroeg
hij hem. De monnik antwoordde; „Natuur
lijk, want indien ik dat alles niet* wist, zou
ik hier niet zitten!" Inderdaad bleek toen
dat de „rots-kluizenaar" uitstekend georiën
teerd was omtrent de politieke gebeurtenis
sen van de huidige wereld en tot stomme
verbazing van zijn bezoeker wist hij zelfs
zeer actueele feiten mede te deelen over de
krijgsverwikkelingen in Europa.
In Gannlsch-Partenklrchen is een interna
tionale wintersportweek georganiseerd, wel
ke thans in vollen gang is. De bekoorlijke
Hongaarsche ijssportsterren, de zusters
Botond, zullen in haar kostbare klassieke
kleederdraoht het leest opluisteren.
Een wonderlijke krant.
Dat men overigens in het land van Tibet
maar bitter weinig belangstelling voor het
geschreven en gedrukte woord koestert, be
wijst trouwens niet alleen de ongelezen bi-^
bliotheek van het klooster van Sachia, maar'
ook het feit, dat in gansch Tibet, dat onge
veer zes maal zoo groot is als Engeland, zeg
ge en schrijve één krant verschijnt. Zij wordt
uitgegeven in de stad Tatschinlu en wordt
vandaar door de handels-karavanen verder
verbreid, aangezien er in Tibet geen post
diensten bestaan. De uitgever, een monnik
uit Tibet, stelt zijn blad geheel samen uit
de berichten die hij per radio ontvangt en
schrijft zijn heele krant zelf vol. De krant
verschijnt niet regelmatig, maar alleen dan
wanneer er.voldoende stof tot schrijven aan
wezig is. Overigens houdt het blad zich verre
van politieke commentaren en beperkt zich
tot het weergèven van berichten,- die meestal
stammen uit Chineeschc bronnen
BANKROOF EN MUNITIEDIEFSTAL AAN
DE ORDE VAN DEN DAG.
„Wie geweld gebruikt, moet ze.
ker zijn van succes."
Speciale berichtgeving uit Dublin.)
Dublin, Jan. 1940.
Het is nu bijna een jaar geleden,
•dat de Irish Rcpublican Army het
krasse stukje uithaalde, een ultima
tum aan Lord Halifax te zenden,
waarin niets meer of minder werd
geëischt, dan dat Engeland onmid
dellijk zijn troepen uit Noord Ier
land zou terugtrekken. Zooals te
voorzien was, is het nimmer zoover
gekomen. De I.R.A. heeft de vrije
hand in Ulster niet gekregen; dat
neemt echter niet weg, dat deze vry
omvangryke groep vaderlandslieven
de leren haar politiek van lijdelijk
verzet blijft voeren, alle drastische
maatregelen van de Iersche en de
Britsche regeering ten spyt.
Toen de Iersche extremisten zich een jaar
geleden vereenigden tot de I.R.A. en niet
lang daarna den oorlog aan Engeland ver
klaarden, vroeg men zich met gerechtvaar
digde verbazing af op welke wijze de leren
dezen wel zeer ongelijken strijd dachten te
voeren. Het antwoord op deze vraag gaven
de I.R.A.-mannen spoedig zelf door een be
gin te maken met het plegen van aanslagen
op allerlei openbare instellingen in Enge
land. Bij herhaling werden brandbommen in
Londensche brievenbussen geworpen, on
schuldig uitziende postpaketten op de sor-
teertafels van de postkantoren in Glasgow,
Liverpool, Huil, Aberdcen, Manchester en
Leeds vlogen plotseling uit elkaar en op
allerlei andere manieren werden aanslagen
oo instellingen en diensten gepleegd. In de
meeste gevallen bleven de daders onbekend,
doch in die gevallen, waarin de politie de
daders kon arresteeren, bleken het meesten
tijds leden van de I.R.A of in ieder geval
Ieren te zijn.
Critiek op de regeering.
De moeilijkheden, welke men bij het op
sporen van de daders der aanslagen onder
vond en de dagelijksche lijst der I.R.A.-aan-
slagen in de bladen hebben niet nagelaten
een zekere onrust onder het publiek teweeg
te brengen. Het eerste gevolg daarvan is
geweest, dat tijdens de jongste zitting van
den Ierschen landdag, de Dail, van eenige
zijden heftige critiek op de regoering is los
gekomen, een critiek, welke zij voor een
deel aan „eigen schuld" te danken heeft.
Een feit is het byvoorbeeld, dat het Iersche
parlement zeer traag werkt, zoodat nimmer
\an een snelle, doortastende beslissing spra
ke is geweest. Direct afdoende maatregelen
togen de I.R.A konden dan ook nimmer
genomen worden.
Nog pijnlijker is de situatie voor de re
geering geworden, nu de I.R.A. haar acti
viteit ook naar Ierland zelf heeft overge
plaatst. Dit geschiedde mede onder dwang
van de tijdsomstandigheden. De- partij is
namelijk sterk gehandicapt door Het feit,
wou met u praten en we kunnen door het
park wandelen.
Haar vader had er geen bezwaar tegen en
ze stak haar arm door den zijne.
Vader, zei ze vertrouwelijk, terwijl ze
samen voortwandelden, ik vind het heer
lijk naar tante Martha te gaan. Ik heb ge
noeg van Londen. Er is hier veel te veel geld.
U hebt te veel en iedereen dien ik ken, heeft
te veel. Ik vind de atmosfeer hier afschuwe
lijk; de menschen, die ik spreek, zijn geen
van allen in staat een ernstig gesprek te
voeren. Ze kunnen alleen maar gekheid ma
ken. Niemand van onzen kring voelt zich
eigenlijk gelukkig en niemand schijnt iets an
ders te doen te hebben dan door het leven
heen te dansen. Tante moet voor haar eigen
brood werkep: ik ben er van ovutuigd, dat
zij natuurlijk is En ik ben van plan om ook
natuurlijk te worden; al is het voorloopig
maar voor een half jaar.
HOOFDSTUK V.
De laatste sigaret.
Veertien dagen daarna werd Josiah's hu
welijk voltrokken in de kerk op Hannover
Square en lady Shephard was van nu af
mevrouw Turner. Vóór het pas-getrouwde
paar de huwelijksreis ïanvaardde, omhelsde
de stiefmoeder Lilian hartelijk.
Ik ben nu je moeder, Lilian; vergeet
niet, dat je huis hier is. by ons. Als het be
zoek aan je tante korter mocht duren dan
je denkt, zou ik graag willen, dat je direct
hier kwam. Ik houd er niet van, dat jonge
meisje zonder gelelde op reis gaan. Natuur
lijk is een bezoek aan je tante wel iets an
ders. maar om je de waarheid te zeggen,
en ik vind dat ik er het recht toe heb,
openhartig met je te praten je heele ma
nier van doen is naar mijn smaak, een beetje
te onafhankelijk.
Ik weet het. Ik ben te modern naar
uw zin.
Een beetje, zei mevrouw Turner op ver-
goellijkenden toon. Een béétje, maar dat
kan gelukkig gemakkelijker verholpen worden
dan een lichaamsgebrek. We zullen het sa
men best kunnen vinden!
Wees lief voor papa, vroeg Lilian ern
stig.
Ik doe altijd myn plicht, antwoordde
mevrouw Turner plechtstatig.
Lilian omhelsde haar vader.
Vergeet vooral niet mijn groeten aan
tante te doen.
Daarop nam hij afscheid van het gezel
schap en ging met zijn bruid naar de auto.
die gereed stond om hem naar het station te
brengen. Minister Greville en Tommy gin
gen toevallig tegelijk met Lilian de deur
uit en deze vroeg hen met haar mee te gaan
thee dringen in haar eigen huis aan de over
zijde.
Morgen, zei ze een beetje gedrukt, toen
ze met hun drieën in den salon zaten. laat
ik alle aanstellerij varen en keer ik terug
naar Moeder Natuur. zy dineert midden op
den dag en 's avonds eet ze .een boterham.
Ze stopt haar eigen kousen en verstelt haar
eigen kleeren.
Moeder Natuur en tante Martha zijn
waarschynlijk nauw aan elkaar verwant?,
veronderstelde Tommy.
Ze zijn zusters. Ik heb zes maanden om
my zelf te hervormen. Als wy elkaar weer
ontmoeten zal ik mijn losse tong in bedwang
hebben: ik zal nooit meer luidruchtig zijn of
met myn ellebogen op de tafel leunen. Ik
zal geen scherpe opmerkingen meer maken
door Edgar Rice Burroughs
20.
De gevangenen wachtten in doodsangst, ter
wijl de mannen aan den kant van de rivier de
krokodillen riepen. „Ze willen ons voor deze
monsters werpen," fluisterde Tarzan tegen
d'Arnot, terwyl ze met de ruggen tegen elkaar
stonden en hun handen met leren riemen aan
elkaar waren vastgebonden. Toen ze geboeid
werden had Tarzan zijn vriend den raad ge
geven zijn vuisten te ballen om wat speling te
krijgen. Nu begon de aapman te trachten zyn
haden te bevrijden. De riemen sneden diep in
het vlecsch, doch geen der beide mannen ver
trok een spier van zyn gezicht. Eindelijk had
den de lenige vingers van Tarzan de knoop te
pakken. Even later stonden de gele mannen
met hun rug naar de gevangenen toe. Een van
hen keek een poosje later om, bromde daarna
boos en wees naar de plek waar de gevangenen
stonden. Majoor Burton keek rond en zag de
oorzaak van hun opwinding. Tarzan en d'Arnot
waren verdwenen. Majoor Burton kon zyn
ogen haast niet geloven. „Ze zyn weg heb
ben ons aan ons lot overgelaten." zei hy bitter.
„O, waarom hebben ze ons niet bevrijd?'* riep
Janette wanhopig uit. „Ik wou tenminste dat
ze jou maar meegenomen hadden, Janette",
zei O'Rourke met een stille zucht.
dat de geld- en wapenzendingen van sym-
pathiseerende landgenooten uit de Vereenig-
de Staten uitblijven, 'en daar de Engelsche
bodoni de heeren wel wat tè warm onder
de voeten begint te worden, hebben zij zich
genoodzaakt gezien hun activiteit voor een
groot deel naar Ierland over te brengen.
Gangstermethoden op lerscb ge
bied.
Door het een en ander is de I.R.A. verval
len tot daden, die gedeeltelijk aan Chicago
en gedeeltelijk aan Köpenick herinneren.
Men deinst voor geen enkel middel terug om
aan Rcld en wapen te komen. Het doel hei
ligt de middelen. Op de brutaalste wijze
worden banken overvallen en „vijandige"
particulieren van hun eigendommen be
roofd. Een zeer sterk staaltje beleefden we
onlangs, toen I.R.A.-mannen een overval
pleegden op het munitie-arsenaal in hot
Phocnixpark te Dublin. Ruim een milliocn
patronen maakten de roevers in vier uur
tijd buil
Een ander geval. In een bank stapt een
man binnen. In de eene hand houdt hij een
revolver en in de andere een papiertje,
waarop staat: „Maak geen herrie en geef
al het geld op, dat je in kas hebt." De man
achter het loket, die beeft voor de I.R.A.,
geeft al het geld af en bemoeilijkt in vele
gevallen het onderzoek van de politie door
„niets meer te weten". Een vrijwel alle-
•laagsch feit is de berooving van de post
kantoren en de bijkantoren der posterijen.
Het vermoeden is uitgesproken, gezien het
grooto aantal gevallen van dien aard, dat
ook gewone dieven van den naam I.R.A.
gebruik maken om hun zakken te spekken.
en nooit oneerbiedig zyn tegen oudere men
schen.
wy mogen je toch in je verbannings
oord komen opzoeken? vroeg Greville.
Tommy niet. U zie ik natuuriyk wel, dat
hebt u trouwens al beloofd, maar Tommy in
geen geval. Als hij in de buurt is, moet Ik
onhebbelyk zyn of ik wil of niet.
Ik ben ook heelemaal niet van plan
je te komen opzoeken, gromde Tommy.
Als je my telegrafeert, zal ik je noodkreten
negeeren; als je schryft, kryg je in het gun
stigste geval antwoord van mijn bediende.
Beste Tommy, zei Lilian vriendehjk.
Tommy kreeg een kleur en zyn lippen tril
den. Maar om niet te laten merken wat er in
hem omging, zei hij spottend;
Om mijn onafhankelijkheid te toonen
zal lk een sigaret opsteken, zonder permissie
te vragen.
Hy hield.de beide anderen zijn koker voor
alle drie rookten een oogenblik zonder iets
te zeggen.
De laatste sigaret, spotte Greville.
Een mooi onderwerp voor een schilderij!
Weer rookten 'ze zwygend verder, tot
Lilian opeenopstond.
Ik heb zoo'n Idee, zei ze. dat myn ka
menier bezig Is myn nieuwste avondjapon
in te pakken. Dat moet ik haar beletten.
Het duurt waarschynlyk niet zoo lang
voor we elkaar weerzien, zei Greville, toen
hy afscheid nam. Binnenkort hoop ik me
een paar dagen te kunnen vrijmaken en dan
ga ik naar Woollacombe om myn zuster te
bezoeken. Dan kan ik meteen myn neef aan
je voorstellen. Ik wil dat hy zoo gauw mo
gelijk onder de leiding komt.
Tommy fronste de wenkbrauwen.
Geen enkel werkelyk zachtaardige vrou*
belast zich met de taak een ruwen jonge-
De XR.A is niet kieskeurig.
Men behoeft slechts een korte studie te
maken van de werkwijzen der I.R.A. om tot
de conclusie te komen, dat zij in het vuur
van den strijd niet bepaald kieskeurig is
geworden en zich is gaan bedienen van me
thoden, die zelfs zeer drastische maatregelen
zouden rechtvaardigen. Men heeft meerma
len de vraag gesteld: Hoe groot is de I.R.A.?
doch het antwoord heeft nog niemand kun
nen geven. Men schat het aantal I.R.A.-
neczeu op eeiugc duizenden, welke z.irh over
geheel Zuid- en Noord Ierland en Engeland
verspreid hebben. Bij een groot deel der be
volking vinden de fanatiekelingen we in g
sympathie. Van een horeenigen van Noord
en Zuid letland droomt ieder r^litfreiiard
icr, doch de methoden van do I.R.A. gnan
de moesten toch te ver. Men houdt zich bo
vendien liever aan het samlpunt van presi
dent De Valera, die onlangs zeid": Wie ge
weld gebruikt, moet zeker zijn van zijn
succes."
man op te voeden
Als Je een greintje gevoel van dank
baarheid bezat, of een bc~ije zelfkennis, zou
je dat niet zeggen, riep Lilian.
Greville glimlachte in zichzelf. Lordt
Dunneford wachtte met afscheid nemen, tot
de minister weg was.
—Dag Tommy, zei Lilian.
Hy hield haar hand vast. Ik houd zoo
veel van je zooveel, zei hy heesch:
waarom kun Je niet een beetje van my hou
den?
Kom over zes maanden by me terug.
Tommy, en als Je me clan nog noodig hebt,
zeg dan nog eens wat je al zoo dikwijls ge
zegd hebt. Dan zullen we verder zien. Maar
ik beloof niets.
HOOFDSTUK VI.
De treinreis.
Den volgenden middag reed Lilian ln haar
eentje naar Liverpool Street station. Ze had
zoo min mogelijk bagage meegenomen. Ze
gaf een witkiel orders om haar koffers in een
eerste klas coupé te brengen en was heel biy
dat hij een coupé voor haar uitzocht, waarin
alleen maar een oudere dame zat.
Deze dame scheen bezorgd over een zwar
ten koffer met een witten band en deed zoo
veel vragen aan verschillende menschen op
het perron, die er niets vin wisten, dat
Lilian zich verplicht gevoelde haar diensten
aan te bieden, die dankbaar werden aan
vaard. Toen zij weer van den bagagewagen
terugkwam met de geruststellende mededec-
ling. dat de koffer daarin veilig was opge
borgen, wist de dame haast niet, hoe ze haar
bedanken moest.
Ik reis zelden alleen, legde ze uit
Ik heb altyd zoo'n verloren gevoel in Lon
den.
Ik kan mc volkomen in uw gevoelens
indenken, antwoordde Lilian vriendeiyk; lk
heb hetzelfde gevoel als ik buiten ben. De
stilte van een landweg doet my helmwee
krijgen naar de aanwezigheid van een politie
agent.
Haar reisgezellin kon dit niet begrijpen en
zei dit ook:
Bulten voel ik my heelemaal thuis; daar
bestaat voor my geen eenzaamheid. De vo
gels zingen en de bladeren ritselen en dan
voel lk mij nooit alleen.
Ik ben van plan thee uit het restaura
tierijtuig te laten komen, zei Lilian; mag
ik een extra kopje voor u vragen?
De oudere dame was verrast.
(Wordt vervolgd.)