TARZAN en de vuren van Thor Een streek van Olikoko ïleile jongend en tneiljei.! De meeste van jullie hebben me deze week geschreven over het... mooie weer. Maar ik zit nu achter m'n schrijfmachine en er ligt een dik pak sneeuw op straat. Het is weer erg koud ook. Wat een winter. Er waren er hg, deze week, die de kruts- woord-puzzle moeilik vonden. Ja. dat is nu eenmaal zo: de een vindt dat juist leuke raadsels en de ander niet. Maar nu komt er weer een gemakkelijker raadsel van de week. Ik hoop dat er heel veel goede oplossingen komen. Het boek werd deze week gewonnen door: GEERIE KUYPER, Moerbeek. En nu de briefjes: Dirk Bakker, Schagen. Zo Dirk, heb jij zoveel moeite met dat kruiswoordraadsel ge had? Tjaaa... de een vindt zulke raadsels leuk en de ander niet. Dat is iets, wat Je na tuurlijk altijd houdt. Wat de een leuk vindt, dat vindt de ander vervelend. Maar... Je hebt de puzzle toch in iéder geval maar opgelost. Bravo! H. de Roo, Wleringerwerf. Ja, er is heel veel vis dood gegaan met die felle koude van de vorige maand, Henk. Overal waar je komt kun je dat merken. En nu dachten we van de misere af te zijn en... als ik dit dan schrijf sneeuw het dat het dik op de straten ligt. Een winter om nooit van ons leven meer te vergeten Henk. Minke van der Bij. Edam. O... daar was Minke een heel klein beetje boos op me. Tweemaal heeft ze niet in de krant gestaan. Ik begrijp niet goed hoe dat mogelijk is. Maar nu sta je er dan weer wel in en ik dank je hartelijk voor je erg aardige brief. M'n vrouw gaat goed vooruit, maar ze moet nog wel een heel lange tijd in Santpoort blijven. Maar, zoals ik al geschreven heb, het is er erg goed. Aardige verpleegsters, aar dige patiënten en... een mooi park. Maar... thuis is alles natuurlijk nog veel beter! Agatha Swager, Noord Scharwoude. Van Agatha krijg ik een „April-brief" Alles over April. Ik hoop dat je overgaat, vrien din, en lk denk dat je er niet al te bang voor hehoeft te aijn. -Of je oudere mensen op 1 Xpril ook voor den gek mag houden...? Dat is een moeilijke vraag. Ik zou het niet doen. Je vrienden en vriendinnen... die natuurlijk wel, maar je ouders en andere mensen die veel ouder dan jijzelf zijn, daar zou ik het niet bij doen. Bedankt voor je fijne brief, Agatha. Tot volgende week. Wlm Schoehuys, ScJioorl. Ja, bij die Opa's en Oma's is het altijd fijn. Vertel me daar maar niets van. Ik zelf wilde er vroe ger ook altijd iedere week wel heen, want ik ging er nooit met leege handen vandaan. Doet je nieuwe vriend, Wim den Hertog, ook mee met onze club. Je moet het hem maar eens vragen. Bedank voor je groeten aan m'n Vrouw. Ik zal ze overbrengen hoor! Arie Bakker, Kolhorn. Een vervelende tijd is dat voor jullie geweest Arie. Moeder ziek, jij ziek... nee, dan komt er niets van schrijven aan de. Kindervriend. Dat kan ik me heel goed begrijpen. Meester Biesboer ken ik natuurlijk. Vertel hem maar dat hij de groeten moet hebben van juffrouw Ruyfrok uit Santpoort. Dan kijkt h\j vast op. Vertel me volgende week maar eens wat hij heeft gezegd. Dag Arie. Janny Speur, Schagen. Haaa... daar hebben we de 7-jarige zuster van Arie, die al zo lang met onze club meedoet, Nu Janny: hartelijk welkom en dat je net zo'n trouwe briefschrijfster mag worden als die broer van je. Tot volgende week. Corrle Bakker. Ja, ik weet dat een nichtje van jou ook in Santpoort gelegen heeft. Zo, is die nu al getrouwd en heeft zij zo'n lief kindje. Dat wist ik allemaal niet. Maar fijn is het. Het postpapier waarop je schrijft vind ik schitterend. Wat een leuk meisje, dat langs het strand rent Cor Glas. Leuk hé, als Je naam in de krant staat, Cor? Dat vinden ze allemaal natuurlijk. Maar ik vind het briefje wel erg klein. Is het volgende maal groter? Sjaantje Zeeman, Schagerbmg. Hier de winnares van de taart. Wat heeft die Sjaantje toch geboft. Daar zaten wel 100 kinderen te wachten op de taart van Zaterdag en Sjaantje ging er mee schoot. Nu, hij was je gegund hoor. Was hy lekker Arie Speur, Schagen. Ja, ik heb het ook gelezen dat de Schager voetballers van die Atlas-jongens uit Den Helder verloren. Echt jammer voor Schagen is dat. Maar tjaa... dat is nu eenmaal het voetbalspel. Je weet het nooit van te voren wie er winnaar wordt. Leuk dat je zusje ook meedoet, Arie. •Jan Stbvc, Schagerbrug. Op de Paas- tentoonatelling heb ik je niet gezien Jan en ik ken je toch wel. We hebben elkaar zelfs al eens gesproken, als ik me niet vergis. Ik zal m'n vrouw je bedankje voor de kaart overbrengen. Was het een mooie kaart die ze Je stuurde? Dag Jan. Geerie Kuyper, Moerbeek. Wat een voor uitzicht Geerle: a s. Zaterdag jarig en al je vriendinnen op de thee. Wat zal het reus achtig gezellig zyn. Ik zou best eens even om een hoekje willen gluren en Jullie afluisteren. Wat ben lk een luistervink, he? Ffln dat Je m'n vrouw een kaart gaat sturen. Dag! Rcnny Swaan, Schngerwaard. Wat was het geweldig druk in Schagen Woensdag. Je kon haast niet door dc mensen heendrin gen. Ik ben er zelf bjjna platgedrukt uitge komen. Maar het was weer een echt fyne dag. Ben je er lang geweest? Khutft Kol, Schagen. Klaas zegt: het tjs en de sneeuw zyn weg en nu gaan we weer aan het zwemmen denken. Maar... ik niet, hoor. Ik ga niet te water voor dat je er een el in kan koken... Nu, zo erg is het nu ook weer niet. maar in koud water kom lk niet. Wat een bangerd, he? Teun en Hlnke Douma, Wleringerwaard. Dat was een grote brief van de week, Teun en Hinke. Julie hebt je best gedaan. En keurig geschreven bovendien. M'n compli menten hoor. Het verhaaltje vond ik ook heel aardig. Ik zal het bewaren en kan het mis schien wel eens plaatsen in de Kinderkrant. Tot volgende week, jongens! Pietje de Vet, Schagen. Heeriyk dat Je weer thuis bent Pietje. Wat zullen ze alle maal big zijn. Want hoe fgn het ook in Wijk aan Zee geweest mag zgn, thuis is het altgd nog beter. Wat jy! Hoe maakt je zusje het? Krijg ik van jullie allebei volgende week weer een brief? te O, wat een dom vriendje heb ik hier. Die stuurt me een heel mooie tekening, van een stoomboot met 2 pgpen, en... vergeet naam en adres er bg te schrij ven. Nu weet ik niet wie het is. En als je nu het boek gewonnen had, Grote Onbe kende... wat dan? Lena de Boorder, Julianadorp. Brrr... wat een drukte Lena. Repetities voor de ouderavond, drukte met het handwerken. Ja, dan kan het haast niet anders, of het briefje voor den Kindervriend wordt klein. Nu, volgende week dan maar een groter. Dag! Piet en Tryntje de Boorder, Julianadorp. Wel bedankt voor je goede wensen aan m'n vrouw, Piet en Trgntje. Ja, het gaat geluk kig vooruit. Leuk Piet, dat jij aan het man den maken bent. Kun je het al? Je bent een bolleboos, want i k kan het niet! Leo van Ga©ver, Kolhorn. Een nieuwe vriend. Welkom in ons midden Leo. Dat we goede vrienden mogen worden. Maar dat zal wel gaan, hè? Vervelend, dat moeder al zo lang ziek is Leo. Wat scheelt er aan? Dat moet je me maar eens schrijven. Miekje Mink, Warmcnhuizcn. Ja, dat is net een tgd geleden Miekje, dat ik een brief'van jou ontvangen heb. Maar ik ben blij, dat er nu weer een is. Leuk, dat je een kaart van m'n vrouw gekregen hebt. Ja, die vergeet jou nietr hè Tot volgende week. Annic Koomen, Winkel. Ben jg heel naar Doorn geweest...? Dat is een reuze reis geweest, Annie. Wat zul je gekeken hebben. Mooi is het daar hè? Weet je wie er woont? Een heel bekend man. Raad eens wie? Neille Lagevccn, Medomblik. Kolos saal... is die opa van jou 75 jaar geworden. Wat een leeftyd. Daar ben ik nog een zui geling bg vergeleken. Om van jou maar niet te praten Nellie. En leest hy al 50 jaar de Schager Courant. Nu, dan is hg dus een soort „eere-lezer". Henk Hagen, Amsterdam. Leuk dat je ineedoet Henk. Wat zullen vandaag opa en opoe in Moerbeek opkijken als ze de naam van hun kleinzoon in de Schager Courant vinden. Ik denk dat ze het uitknippen. Denk je ook niet Tot volgende week. Jeltje Peetoom, Noord-Seharwoude. Jeltje begint met te schrgven, dat het maar een kleine brief wordt. maar... het is er een van 4 kantjes. Alsjeblieft! En met een massa nieuws er in bovendien. Met m'n vrouw gaat het nu goed. Je hebt gelijk dat het niet gezellig is als moeder niet thuis is. Maar ja... daar moeten we nu eenmaal doorheen. Bep Ty.scn, Anna Paulowna. Hoe maakt Miek Fekker het? Is ze al beter? Ik hoop maar van ja, want ziek zijn is iets heel vervelends. Ja, jouw brief is 4 kantjes geworden Bep. Maar ik geloof dat dat brief schrijven aan jou niet zo veel moeite kost. Is dat niet zo? Trien Tassen, Anna Paulowna. Hebben jullie 9 kleine biggen... wat zal dat een feest zgn in het hok. Ik vind het ook altyd ver- schrikkeiyk lollig, met hun magere staar tjes en wroet-snuiten. Bedankt voor je ge- zelige brief hoor. Tea Breebaart, St. IMaartcn. Ja. als het Zondags* van dat vervelende weer is, is het niets gedaan voor jullie. Dat begrijp ik. Ik wete nog best hoe ik me vroeger dan zelf verveelde als ik binnen moest blijven. Maar... de goede tyd komt aan. hoewel ik denk, dat we Zondag nog wel geen best weer zullen hebben. Te© Koot*tra, Oudehome. Afgespro ken Teo: als ik in Friesland kom, loop lk bg jullie aan. Daar kun je staat op maken. En dan maken we samen een gezellig praatje. Jg en ik. Nog wel gefeliciteerd met jc verjaardag hoor. Wat het een leuke dag? H. Wierlng, Schagerbrug. Aiii... ik heb van de week drie brieven van dezen vriend te beantwoorden. Twee lagen er nog. en... dat is waar ook. Maar het is te gek om nu driemaal te schrgven en dus doe ik het nu maar voor alle 'drie keer eamen. Ben je erg boos op me? Vast en zeker niet. Want er waren in die eene week zo verschrikkeiyk veel brieven gekomen, dat er geen door komen aan was. Volgende weck schrijf je toch weer? Piet Schroeven*, Scluigcn. Je hebt Je kranig geweerd met de tekenwedstrijd Piet. Jg, Jan Muntjewerf en Wim de Jongh heb ben de pryzen verdiend, lees ik. Ik zou die teekening van jou best eens willen zien. Kan dat niet? Je broer schrijft me ook een brief. Ook al zo gezellig lang. Jullie kunnen het hoor. Tot volgende week. Jongens en meisjes, lk ben er door. Vol gende week vcrwachtlk weer een grote sta pel brieven. door Wil Bokhorst. Mijnheer Schipperzee had jarenlang ge varen en haast alle landen van de wereld bezocht. Dat kon je zien aan alle kostbare dingen, die hij van iedere reis meebracht. Hij sprak meestal niet uit zichzelf over zijn reizen. Dat was dan ook niet nodig, want er was bij hem thuis zoveel te zien, dat je gewoon geen tijd had om nog veel te praten. Hij had een berenvel uit Alaska, pijl en boog uit Vuurland, Chinese eetstok jes, Eskimoschoenen, slangenhuiden, en struisvogeleieren. Maar het duidelijkste te ken, dat mijnheer Schipperzee veel gereisd had, was zijn aapje, Olikoko, die nu in een kooi, die naast de muur van de bakkerij hing, waar de schoorsteen van de bakkerij ten alle tijden weldadige warmte verspreid de, zijn Europese dagen sleet. Olikoko was een levenslustig heer, vrien delijk en grappig tegen een ieder die hem wat lekkers gaf, maar een boosdoener voor iedereen die hem plaagde. Geen mens ging ooit de kooi voorbij, zonder een vriende lijk woordje tegen het aapje te zeggen. Hij vond het leuk als je zijn mooie sprongen bewonderde en over zijn guitige streken lachte. Kortom, Olikoko was de fneest ge liefde bewoner van het huis in de Molen straat no. 7. Maar op een goede dag ging Olikoko er op uit Dat was 's middags zo om en bij 2 uur. Mevrouw Schipperzee had hem juist zijn bak met eten gegeven en in de haast ver geten het hok goed dicht te doen. Olikoko was slim genoeg om direct te begrijpen, welke mogelijkheden hem hierdoor gebo den werden. Het klimmen en klauteren had hij in zijn gevangenschap nog lang niet ver leerd; een, twee drie, zat hij boven op de bliksemafleider van het dak van de bakke rij. Al gauw hadden de jongens van de Mo lenstraat hem in de gaten. „Olikoko naar huis! Wil je wel eens gauw in je hok gaan!" riepen ze in koor. Maar het aapje was niet van plan zijn vrijheid zo gauw op te geven. Nu genoot hij pas. Hij wierp dan ook geen blik naar bene den, maar keek vergenoegd om zich heen. De schoorsteen die hem al die tijd zo heer lijk warm gehouden had, lokte hem ineens. Binnen enkele ogenblikken zat hij dus bo ven op de schoorsteen. Bah, daar kwam vieze rook uit! Nee, dat was niets voor een apenneus. Weg van de schoorsteen. Even later gleed Olikoko het dak af tot aan de rand, waar hy eens een kijkje op de tuin nam. Wel wel. wat stonden daar een jongens in de straat! En wat schreeuwden ze toch? Zouden ze iets van hem willen? Inplaats dat ze hem eens een oude broodkorst toe gooiden! Want zgn eten stond nog onaange roerd in zyn kooi. Daar kwam iets op hem toegevlogen. Olikoko pakte het, het was een stuk hout. Het aapje smeet het weg en zette zijn ondèrzoekingstocht op het dak voort. Maar veel vond hij niet. Een beetje mos en grashalmen. Daar had een hongerig apendier niets aan. Weer kwam er iets op hem toegevlogen, weer was het een stuk hout. Wat dachten die jongens wel! Hg was toch geen knaag dier! Olikoko werd zo boos, en beledigd, dat hy het stuk hout uit alle macht terug gooide. en opdat de jongens het goed ont houden zouden, smeet hy het andere stuk het eerste achterna. De jongens begonnen er nu schik in te krygen. Onophoudelyk gooiden ze stukken hout naar boven en Olikoko smeet ze met onverminderde kracht terug. De jongens hadden niet geweten dat het aapje zo van spelen hield. Ze werden steeds opgewondener. Olikoko ook, maar niet van Oplossing raadsel vorige week Horizontaal: Kok; Ent; Net; Tuinman; Ik; Ad; Alkmaar; Eel; Lor; Ark. Verticaal: Kat; Aal; Uil; Knikker; En; Me; Etmaal; Ada; Ton; Rok. Goede opio9s'ngen ontvangen van t Trynie v. L.. N.-Scharwoude; Agatha S., N.-Scharwoüde; Janny S., Schagen; Ari S.. Schagen; Geri K., Moerbeek. Nieuw Raadsel X Jongensnaam. XMuziekinstrument. X Graansoort. X Jongensnaam. X Deel van de voet. X Kleur. X Reptiel. X Om lawaai te maken. X Roofvogel. X Vogel. X Sieraad. Op de kruisjes komt iets te staan dat menigeen in onze tyd heeft meegemaakt. plezier, maar van woede. Woedend smeet hg de stukken hout van het dak af. Maar de jongens hielden niet op. Plotse ling vloog er een dakpan naar beneden, die Olikoko los op het dak had zien liggen. Een gebrul van vreugde steeg uit de jongens- hoop op straat op. Nu werd de anders zo vreedzame aap nog bozer. Hg nam de ene dakpan na de an dere en smeet ze met alle kracht naar be neden. De jongens hadden zich verdekt op gesteld en vanuit hun schuilhoeken wier pen ze hun stukken hout naar voren. Daar- by hieven ze een soort oorlogsgebrul aan, wat natuurlgk ook niet bgdroeg tot de rust in de straat. De grond was bedekt met dak pannen en het lawaai werd zo hevig, dat zelfs de bakker uit zgn middagslaapje ge haald werd. Die begreep direct dat er iets aan de gang was en toen hij de dakpannen zag, begreep hij tevens, dat zgn geld er mee gemoeid was. Toen was het uit met de pret. Met een geweldige stem werden de jongens uit elkaar gejaagd. En de bakker stuurde zgn knecht direct naar mgnheer Schipperzee, om hem te vragen zgn lastige aap van het dak te halen. Mgnheer Schipperzee wist niet wat hij hoorde. Zgn vreedzame Olikoko! En toen hij het aapje boven op het dak zag staan, rechts en links om zich heen kijkend, wist hij eerst Werkelijk niet, Wcft te doen. Zulke streken had lig nog nocfit uitgehaald! En Olikoko zag zgn baas helemaal over het hoofd, hg keek nog steeds woedend naar de straat, of er soms weer stukken hout, naar boven kwamen. Uren gingen voorby. Olikoko liet zich door niets bewegen, het dak te verlaten. Mgnheer Schipperzee was al een paar keer op het dak geweest, maar de aap had hem boos aangekeken en had hem steeds weer weten te ontwyken. Intussen waren er heel wat mensen, in de straat gekomen. Zelfs de politie ontbrak niet, die beval het dier direct van het dak te halen, anders zouden ze moeten schieten. Niet schieten, niet schieten, dacht me vrouw Schipperzee en de tranen rolden over haar gezicht Maar zover was het nog niet. Plotseling kwam Schipperzee's zoontje Evert eraan. Hij liep naar de kooi, haalde de nog volle etensbak eruit, liet het Oliko ko zien en riep: „Kom Olikoko, lekker eten!" Dat deed wonderen. Olikoko liet de dak pan uit zgn poten vallen, gleed langs de dakgoot naar beneden, keek nog even arg wanend of er geen stukken hout rondvlo gen en liep toen heel gedwee naar zgn etensbak. Mijnheer Schipperzee greep vlug Olikoko en de etensbak, zette ze beiden in de kooi, en zo keerde de rust in de Molenstraat te rug. Waarom glijdt een slee zo makkelijk? Bg een echte winter horen sleden. We nemen het als vanzelfsprekend aan, dat een volgeladen slee, op bevroren sneeuw, haast als vanzelf gjijdt, terwijl dat op een met zand- of as bestrooide plek, heel wat moei- lgker gaat. De wrgving van een slede met yzeren banden om z'n glyyzers, op bevro ren sneeuw of gs, is nog geringer dan de wrgving van een vrachtwagen op een be tonnen weg. Maar de wryvingsweerstand van de yzers van eer schaats op het gs, is veel minder dan die van een slee. Die wordt alleen overtroffen door de wrgvings weerstand van een tram of trein op rails. En iedereen, die kan skiën, weet wel, dat de snelheid waarmee hg voortgaat ook af hangt van de manier, waarop hg zyn schoe nen in de was zet. NOG EEN GRAPJE. De bewering, dat je door een stap naar voren en twee naar achteren toch je doel bereikt, zal niet direct begrepen worden. Hoe moet je dat doen? Nu je bepaalt, van te voren een doel, dat natuurlgk vóór je ligt. Je zegt bijvoorbeeld: „Ik wil naar die kast toe." Daarop doe je een pas naar voren, draait je om, gaat twee passen achteruit, draait je weer om, gaat een pas vooruit, draait je om, gaat twee passen achteruit enzovoort, tot je bg de kast komt. DOOR: EDGAR RICE BURROUGHS Ahtea stond dicht by Tarzan en keek hem recht in de ogen. Nog was hg niet onder den invloed van haar charme. „We zullen samen op de troon van Tohr zitten," vleide ze, „als de machtigste en rykste van alle vorsten. En ik zal je met een liefde omringen, zoals de wereld niet kent." ,.En wat gebeurt er met myn vrienden? Wat zul je met hen doen?" vroeg de aapman. „Wat Je wilt. Als je het wenst, zal ik hij vrij laten hen zo vlug mogelgk wegzenden," antwoordde Ahtea opgewonden. Tarzan schudde het hoofd. „In de jungle zullen ze omkomen. Ik heb hen beloofd hen in veiligheid te brengen." „Be doel je, dat Je met hen mee wilt gaan? Hoe weet ik, dat je terug zult komen?" vroeg Ahtea koud. „Je zult myn woord hebben. Geen man twyfelt aan het woord van Tarzan". Er kwam een hatelg'k lachje om haar mond. „Mogeiyk dat de mannen niet aan je woord twyfelen maar lk ik ben een vrouw." „Haar hartstocht overmeesterde haar. Ze had dezen man lief; maar ze haatte hem, omdat hy haar afwees. Ze kon hem kussen of doden, met hetzelfde genoegen. Eindelyk zei ze kalm: „Morgenochtend om zeven uur zal ik je myn antwoord geven."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 12