Economische
grenzen weg
België en
Nederland
Vijf millioen gulden
voor evacuatie
De spionnaae-affaire te St.-Paneras
DAGBLAD VOOR HOLLANDS NOORDERKWARTIER
tusschen
ProfGelissen bepleit tolunie
Geen aanpassing van
bestaande
handels verdragen
ineengrijpen der
wederzijdsche
volkshuishoudingen
Uitgeputte Nederlanders
door Daitsch vliegtuig
bestookt
r
Noorwegen verloor
reeds 59 schepen
DE V
R I E S
Diepe sloiskolk ingereden
SCHEEPSSPIONNAGE TEN
GUNSTE VAN DUITSCHLAND
Ook debet aan de ontvluchting
te Spijkerboor
Laan. Schaaen, Tel. 444 (2 lijnen). Kenaetal 2240.
SATERDAG 30 MAART 1940. 94a Jaargang. No. 111S0.
(MfOW <W KV. „HoU.Wi 94eot4=*waa*.r 4
ii I'muL
PROF. GELISSEN
maat
In een hedenochtend te Brussel gehou
den Nederlandsch-Belgische dag, ter gele-
genhoid van de 38ste jaarvergadering van
de Nederlandsche Kamer van Koophandel
voor België en Luxemburg, hebben de Ne
derlandsche oud-minister van economische
zaken prof. Gelissen en zijn gewezen Bel
gische ambtgenoot Prof. Ir. Paul Heymans
het woord gevoerd.
BEIDE DESKUNDIGE SPREKERS ACH
TEN THANS DE TIJD RIJP VOOR EEN
INTENSIEVE INDUSTRIEELE EN AGRA
RISCHE SAMENWERKING TUSSCHEN
HUN BEIDE LANDEN, MET ALS EIND
DOEL EEN TOLUNIE. DUS WEGVAGING
VAN DE ECONOMISCHE GRENZEN.
Rede Prof. Gelissen.
Prof. Gelissen. wien het eerst het woord
werd verleend, achtte België, Luxemburg
en Nederland thans politiek rijp om econo
misch samen te werken, vooral sedert de in
1936 ingetreden koerswijziging in de Bel
gische buitenlandsche politiek. Uit een on
derzoek naar de economische structuur
van België en Nederland blijkt, dat er op
het gebied van beroepsindeeling eigenlijk
geen groot verschil meer tusschen beide
landen bestaat.
Het is langzamerhand zoo geworden,
dat België, aanvankelijk vooral industrie
land, daarnaast steeds meer zijn landbouw
is gaan ontwikkelen, en dat Nederland aan
vankelijk handels- en landbouwland, vooral
na den vorigen oorlog steeds meer zijn In
dustrieel apparaat heeft uitgebouwd.
Hoe moet die samenwerking geschieden en
wat dient zij te omvatten? Het heeft er een
heelcn tijd allen schijn van gehad, dat Ne
derland en België voor de keuze stonden van
een tolunie of van het verleenen aan andere
landen, op grond van de m~est begunstiging,
van alles wat zij elkaar wenschten toe te
staan. Het experiment met het verdrag van
Ouchy, waartegen Engeland zich verzette,
leek dit te bevestigen.
Doch thans acht spr. het zeel wel moge
lijk, dat voor bepaalde artikelen wederzijds
preferentieele rechten zouden worden ver
leend. Zoo zou het eerste begin gelegd kun
nen worden.
Van groot belang acht spr. ook, dat han
delsafspraken tusschen bedrijven in beide
landen door de respectieve regeeringen, o.m.
in haar contingenteeringspolitiek, zouden
worden erkend, wanneer zou blijken, dat
het economisch belang onzer landen met
dergelijke afspraken wordt gediend.
De samenwerking zou eveneens tot uiting
kunnen komen op het gebied van de in
dustrialisatie nog niet bestaan, die óf in on
ze beide landen nog niet bestaan, óf wegens
de kleinheid van het economische achter
land niet levensvatbaar blijken. Ook op het
gebied van credietverkeer kan nog meer
economische samenwerking plaats vinden
dan thans het geval is.
Prof. Gelissen bracht verder de agrarische
politiek en de havenpolitiek in beide landen
tfer sprake. In eerstgenoemd opzicht beveelt
hij aan, dat nu reeds overleg zou worden ge
pleegd tusschen Belgische en Nederlandsche
deskundigen op agrarisch gebied, terwijl hij
anderzijds deed uitkomen, dat afspraken
omtrent haventarieven ê.d. beter aan de eco
nomie van beide landen ten goede zouden
komen, dan 'n onderlinge concurrentie, die
gelukkig tot het verleden behoort
Om een juist inzicht te kragen ln
het effect onzer economische samen
werking zou de basis hiervan, met
inzet „ons beider belang", in een
economisch verdrag van langoren
duur dienen te worden omschreven.
Met een dergelijke samenwerking zon
spoedig een begin moeten worden gemaakt,
om dan middelerwijl te kunnen nagaan of
het mogelijk is ze te vervolmaken in een
algemeen tolverbond. Intusschen zal men el
kaar veel beter leeren begrijpen en volledig
vertrouwen.
Al schijnen groote moeilijkheden
daartoe te moeten worden opgelost
toch is spr. van meening, dat de eco
nomische samenwerking tusschen bei
de landen op economisch gebied uit
eindelijk zal dienen te geschieden
via oen tolunie, maar dat het echter
gewenscht is rekening te houden met
een zekeren aanlooptijd.
Rede prof. Ir. Paul Heymans.
Na Prof. Gelissen voerde Prof. Ir. Paul
Heymans. oud-minister van economische
zaken in België, het woord.
Ook Prof. Heymans is van oordeel, dat
de beoogde toenadering niet het gevolg kan
zijn van gewone verbetering van de be
staande handelsverdragen.
De toenadering omvat immers meer
dan de handelsverdragen: prijzenpolitiek,
loonpolitiek, crediet- en muntpolitiek, so
ciale politiek, technisch onderwijs, enz.
Ofschoon het denkbeeld van een
tolunie hem niet afschrikt, prijst
ook hij deze uiterste oplossing niet
onmiddellijk aan. Hij acht de voor
waarden thans gunstig tot het expe
riment van een tusschenstadium,
mits dit niet gekenmerkt wordt door
halve maatregelen, vaak aan elkan
der tegenstrijdig, waardoor ten slotte
meer na- dan voordeelen zouden ont
staan.
Prof. Heymans stelt vast, dat de omstan
digheden tot het verwezenlijken van een Ne-
derlandschBelgische economische samen
werking op dit oogenblik gunstiger zijn, dan
zij het wellicht ooit nog zullen worden.
Tot slot citeerde spr. gedeelten van de
toespraken van Koningin Wilhehnina en Ko
ning Leopold bij gelegenheid van het bezoek
van II; M. de Koningin aan Brussel.
Twee schipbreukelingen van de
„Protinus" gedood. Zes da
gen zonder /oedsel op zee rond
gezwalkt
In een van de ziekenhuizen van Schot
land liggen thans acht opvarenden van de
vergane lJmuidensche treiler „Protinus".
Zij waren door een Britschen onderzeeër
aan land gebracht en verkeerden in volko
men uitgeputten toestand, zoodat hun nog
geen verhoor kon worden afgenomen.
Uit de enkele verklaringen door de schip
breukelingen kan echter, aldus de Msb.. het
volgende gedistilleerd worden: De ..Proti
nus" schijnt op een mijn te zijn gcloopen.
Het schip is daarop zoo snel gezonken, dat
de bemanning, die in allerijl in een red
dingboot gegaan was. geen tijd had eeni-
gerlei proviand mee te nemen.
Ze lagen met hun tienen ln de
boot en hadden zóó gedurende drie
dagen in staat van uitputting rond
gezwalkt, toen een Duitsche bom
menwerper op het bootje aankwam.
In enkele seconden ttfds werden ze
met machine geweervuur bestookt,
waarbij twee der zeelieden gedood
werden. Een lid van de bemanning
had een licht alweerkanon aan boord
kunnen meenemen, doch toen de
aanval van het Duitsche vliegtuig
plaats had, waren ze allen te zwak,
om zich maar in het minst te kun
nen verdedigen.
Na zes dagen lang zonder eenig voedsel op
zee te hebben rondgezwalkt, werden de man
nen door een Britschen onderzeeër gered.
MINISTER VAN BOELJEN VRAAGT:
OM DEN EERSTEN STOOT TE
KUNNEN OPVANGEN.
De minister van Binnenlandsche
Zaken heeft f 5 millioen aange
vraagd ter bestrijding der ovacu-
atiekosten. Het geldt hier een voor-
loopig crediet, want welke bedra
gen met der evacuatie eventueel
gemoeid zullen zijn, valt, aldus de
minister in zijn toelichting, zelfs
bij benadering niet op te geven.
Indien het noodig mocht blijken,
op grootere schaal tot evacuatie
over te gaan, zal met de aan
gevraagde f 5 millioen in elk ge
val de eerste stoot kunnen worden
opgevangen.
Overigens zullen, behalve de uitgaven,
welke reeds zijn gedaan in verband met de
ovengenoemde evacuaties van kleineren
omvang, uit dit krediet ook bestreden wor
den de kosten van voorbereidende voorzie
ningen, noodig voor de ontvangst van ge-
evacueerden in de als vluchtoord aange
wezen gebieden, benevens die van de com
missie, welke belast is met de voorberei
ding en zoo noodig met de algemeene lei
ding van de huisvesting en verzorging der
te evacueeren bevolking en van de aan de
commissie toegevoegde commissarissen,
waarvan de kosten voorloopig op f 1 .*00.000
kunnen worden gesteld.
Het vertrouwde adres voor
Artistieke vergrootingen
FüTOGR. KUNSTATELIER
ARP AD MOLDOVAN
NIEUWE NIEDORP.
CENTRALE
VERWARMING
EN 402 ZEELIEDEN..
Tot dusverre zijn tengevolge van den
oorlog 59 Noorsche schepen met een tota
len inhoud van 201.000 ton d.w. verloren
gegaan, terwijl 402 Noorsche zeelieden zijn
omgekomen.
Het onafhankelijke blad „Journal of
shipping and Commerce" schrijft, dat
Noorwegen volgens de vaste regels den
doorvaart niet kan verbieden door Noor
sche territoriale wateren door bclligerente
en neutrale koopvaardijschepen. Dit recht
van doorvaart biedt den westelijken mogend
heden ongetwijfeld meer voordeel dan
Duitschland onder de huidige omstandig
heden.
GEEN UITVOERING,
HOR GECOMPLI
CEERD OOK, OF
WIJ MAAKTEN
REEDS EEN DERGE
LIJKE EERDER.
TECHN BUREAU
ALKMAAR -
Tel 3045-2 llloen
ROTTERDAM
445 40 J
Autobestuurder werd onwel.
Doodelijk ongeluk te Gorre-
dijk.
Gistermiddag omstreeks vier uur is te
Gorredijk een ernstig ongeluk gebeurd,
waarbij de veertigjarige manufacturier A.
Siersma uit Groningen om het leven is ge
komen.
De heer S. had juist een bezoek gebracht
aan een firma op den Langen wal en wilde
met zijn auto vertrekken. Vermoedelijk is
hij bij het wegrijden onwel geworden. Na
bij de hoofdbrug reed de wagen de diepe
sluiskolk in, waar hij geheel onder water
verdween.
De heer S. slaagde erin zich spoedig uit
den auto te bevrijden, doch toen hij door
toegeschoten hulp op den wal was gebracht,
verloor hij het bewustzijn. Hij werd bij de
Korenbeurs binnengebracht. De, plaatselijke,
doktoren stelden geruimen tijd pogingen in
het werk om de levensgeesten op te wek»
ken, doch na twee uur moesten zij den dood
consfateeren.
Het slachtoffer was gehuwd en vader van
twee kinderen.
De auto werd later op het droge gebracht
Zij was niet ernstig beschadigd.
DRIE VREEMDE VLIEGTUIGEN BOVEN
ROTTUM.
De Regeerinespersdienst meldt
Donderdagmiddag om kwart voor twee
zijn boven het eiland Rottum twee Britsche
militaire vliegtuigen waargenomen. Zij zijn
van den grond af beschoten en hebben zich
daarop in westelijke richting verwijderd.
Dienzelfden middag is op het eiland een
Duitsch landvliegtuig van Junkertype 8
L H K waargenomen, dat zich in noord
oostelijke richting heeft verwijderd. Protes
ten zijn respectievelijk te Londen en Berlijn
uitgebracht.
KLOOSTERBOER SR. BEVREESD ZIJN
VERMOGEN TE VERLIEZEN, ALS
DUITSCHLAND DEN OORLOG
VERLOOR.
Geen schending van
Nederlandsche belangen?
KLOOSTERBOER JR. SLECHTS DE GE
HOORZAME ZOON, DE TIMMER
MAN BOOIJ VERVULDE EEN
ONDERGESCHIKTE ROL.
Zooals wij reeds mededeelden, zal
binnenkort voor de Groningsche
rechtbank de zaak behandeld wor
den tegen de verdachten Klooster
boer Sr. en Jr. en Booij van St. Pan-
cras. Het blijkt dat zij zich inderdaad
hebben bezig gehouden met scheeps-
spionnage ten gunste van Duitsch
land, tenvijl Kloosterboer Sr. ook
nog, zij het een gering aandeel
heeft gehad in de ontvluchtingspo
ging der Duitsche officieren te Spij-
kertioor.
Kloosterboer ontkent zijn medeplichtig
heid aan deze zaak ook niet. Hij heeft toe
gegeven geld verstrekt te hebben voor aan
schaffing van de burgerkleeding, waarin de
Duitschers poogde te ontvluchten.
Behalve de reeds genoemden zullen vol
gens de Tel., terechtgestaan Breman, eeji
chauffeur uit de Rijp, den exkantoorhouder
Luchtenberg uit Bellingwolde en de landbou
wer Addens ook uit deze gemeente.
Te vroeg ingegrepen?
Nu tal van bijzonderheden bekend zijn ge
worden. helt men meer en meer over tot
de meening. dat de Groningsche politie en
de Rijksrecherche, die deze zaak in han
den hebben, te vroeg ingegrepen hebben.
Waarschijnlijk werd het te riskant gevon
den om langer te wachten, bevreesd als
men was dat verschillende verdachten
misschien zouden vluchten, toen eenmaal
Breman met de Duitsche vluchtelingen aan
gehouden was.
Het is echter een feit. dat het bewijsmate
riaal tegen de verdachten vermoedelijk veel
belangrijker geweest zon zijn, indien de
menschen. die nu achter slot en grendel
zitten, langer geobserveerd waren, dan
thans het geval is geweest.
Kloosterboer Sr. heeft bekend voor zijn
bestaan te vreezen, wanneer Duitschland
eens den oorlog zou verliezen en was er
voor te vinden de scheepsspionnage te be
drijven. waarvan hijzelf, volgens zijn bewe
ring, geen rechtstreeksch financieel voor
deel genoot.
HU heeft nn bekend berichten om
trent Engelsche en Fransche sche
pen met behulp van anderen, o.a.
van zijn eigen zoon en den timmer
man Booij naar Dnitschland door
gegeven te hebben, doch hi| ontkent
pertinent, dat hh ooit berichten door
geseind zon hebben van vertrekken
de Nederlandsche schepen.
Over het torpedeeren van Nederlandsche
schepen zou hij zich zeer gebelgd getoond
hebben en volgens de Tel. zou hij zelfs ge
dreigd hebben, toen de Burgerdijk vernie
tigd was. zijn berichtgeving te staken.
KLOOSTERBOER SR., (een foto, eenlge
Jaren geleden genomen.)
Door Kloosterboert toedoen Brit
sche en Fransche schepen getor
pedeerd?
Of door zijn toedoen dan wel Engelsche
en Fransche schepen zijn getorpedeerd? Al
was het zeer waarschijnlijk wel de bedoe
ling van het spionnagecomplot Duitsch
land op deze wijze in de gelegenheid te
stellen vijandelijke schepen te torpedeeren.
voor zoover men heeft kunnen nagaan, zou
geen enkel schip van Frankrijk noch van
Engeland getorpedeerd zijn door het ver
strekken van de berichten uit St Pancras.
De rol van Booy.
De timmerman Booy zou meermalen te
Amsterdam en waarschijnlijk ook te Rotter
dam vertoefd hepben om daar in de haven
uit te kijken naar schepen van Engelsche
en Frqnsche nationaliteit, die spoedig zou
den vertrekken. Hij zocht een en ander
zelf uit en gaf deze berichten dan door
aan Kloosterboer in St Pancras, die ver
volgens deze berichten ln code naar Bel
lingwolde telegrafeerde of per brief over
bracht.
Van Bellingwolde zorgden de kantoor
houders voor doorzending.
Lang. vóórdat de politie ingreep, wst zij
het bestaan van het complot cn herhaalde
lijk moesten telegrammen en brieven met
de codewoorden onderschept zijn. Evenwel
kende men toen den code niet zooals thans
nu de geheele zaak tot klaarheid is ge
bracht
Kloosterboer Junior gehoorzaamde
slechts
Tragisch ia de figuur van den jongen twin
tigjarigen Kloosterboer die dezer dagen zijn
verjaardag in het Huis van Bewaring moest
„vieren".
Hij deed eenvoudig wat zijn vader hem
opdroeg. Hij werkte thuis op het kantoor en
hoewel hij vermoedelijk wel begrepen heelt,
dat het typen en telegrafeeren van de code
woorden niet in orde was, deed hij het, om
dat zijn vader, voor wien hi) grooten eerbied
en bewondering had, het hem opdroeg.
Toen Kloosterboer eens op reis was en do
jongeman van Booij een niededceling kreeg
over een schip, dat zou vertrekken, formu
leerde hij zelf een telegram in codeschrift
en verstuurde het, omdat... vader het zoo
wenschte.
Duitsche handelsvrienden noodigden Kloos
terboer Sr. destijds, toen de oorlog goed en
wel was uitgebroken, naar Duitschland te
komen, om daar over importzaken te spre
ken.
Kloosterboer ging en meende aan
vankelijk ook, dat hij alleen daarvoor
was geroepen. Het leek er ook eerst
op, want men besprak eerst met hem
alleen handelszaken, totdat een der
heeren hem ook over andere dingen
ging praten: over Engelsche cn Fran
sche schepen, die in Nederlandsche
havens lagen en die moesten ver
trekken
Veel en lang is hier niet over gesproken.
Kloosterboer begreep wat men van hem
wenschte en hij. die door zijn uitgebreiden
handel op Duitschland rijk geworden was,
zwichtte tenslotte voor den aandrang, die
op hem geoefend werd, om Duitschland te
helpen, het land, waarmede hij zulke in
nige relaties had