even
Simplex rijwielen, de beste voor den prijs
GEESTELIJK T
Dl twee eeuwige begeleiders
der menscheid
Hoe wordt het seizoen?
Uit Bergen
Alkmaarsche Kaasmarkt
Zaterdag 6 April 1940
Derde "blafl
j~door A S T O RM
Van het oogenblilc af dat het leven van
den geest in de menschheid tot ontwaking
was gekomen, zien wij twee gestalten optre
den, die haar tol op dezen dag niet hebben
verlaten en ook wel nimmer zullen verlaten.
\Vaar de vele menschengroepen ln den oer
ouden tijd zich ook mogen bevinden, in de
iteppen vol eenzame verlatenheid of in de
dichte wouden, onder de gloeiende zon aan
den evenaar of in de barre koude der pool
streken, daar treffen wij die twee begeleiders
aan. En als een begin van cultuur zich gaat
vestigen, als de geest zich verder ontwik
kelt, als een primitieve godsdienst ontstaat
en een heel schuchter begin wordt gemaakt
met wat veel later tot wetenschap zioh zal
uitgroeien, als de eerste vormen van kunst
opkomen steeds weer ontmoeten wij die
twee*
Hun namenf
Priester en profeet.
Het is een dwaling om hierbij alleen aan
den godsdienst te denken, gelijk zoo dikwijls
geschiedt, Trouwens, deze dwaling is begrij
pelijk omdat, vooral in vroegere tijden, het
leven van den geest, het denken, zich bijna
uitsluitend concentreerde op godsdienstige
yragen.
Op ieder terrein des levens kunnen wij den
priester en den profeet gadeslaan, omdat zij
de verpersoonlijking zijn van twee strevin
gen, die eigen zijn aan iederen mensch en
onafscheidelijk aan zijn wezen zijn verbon
den. Ik gebruik hier het woord strevingen,
ik zou ook kunnen spreken van principen of
beginselen*
En dan is het ééne het statische en het an
dere het dynamische beginsel. Beide staan
tegenover elkaar als het blijvende, onbewe
gelijke, standvastige en het veranderende, be
wegelijke, werkzame. Het statische openbaart
zich in den mensch als behoudzucht, conser
vatisme, geestelijken stilstand; het dynami
sche als zucht naar vooruitgang, naar ver-
Jeetering, verheffing, dieper inzicht.
Geen wonder dat de dragers van deze twee
beginselen bijna altijd met elkaar op voet
van oorlog verkeeren en dat ieder werkelijk
levend mensch in zijn eigen bestaan de bot
singen kent en de moeilijkheden, die voort
vloeien uit het feit dat deze beginselen in
ieder aanwezig zijn. Wejk van de twee het
krachtigst is, bepaalt de houding, die men
tegenover het leven en de levensproblemen
inneemt.
De groote meerderheid der menschen leeft
nu eenmaal niet met sterke bewustheid; wij
mogen dit betreuren, maar wij kunnen het
niet ontkennen. Daarom hebben wij reke
ning te houden met het feit, dat zij in haar
leven grootendeels staat onder den invloed
van hen, die zich als leiders boven haar we
ten te stellen.
Ook deze leiders zijn menschen in wie of
het ééne of het andere beginsel overheer-
schend is. Al naar het een of het ander het
geval is, zijn zij aan te duiden als priesters
of als profeten. Als priesters vertegenwoordi
gen zij het statische, als profeten het dyna
mische beginsel.
Want altijd is de priester de man van het
behoud, de verdediger van de vastgestelde
waarheid, waaraan niet getornd mag wor
den, de behoeder van oude vormen en ge
bruiken, de bewaker van de oude traditie.
De profeet daareentegen is de onrustige, de
felbewogene, de ziener, die nieuwe vormen
wil scheppen en nieuw leven wekken.
Bij geen enkel volk kunnen wij de tegen
stelling tusschen priester en profeet scherper
waarnemen dan bij het oude Israël. En wan
neer wij ons een juist beeld willen vormen
van deze twee typen, is er geen beter middel
dan de kennismaking met het boek, dat Is
raël aan de wereld heeft geschonken: het
oude testament.
Daar was de priester, die zijn dienst deed
in den tempel en hij sprak de vastgestelde
gebeden uit en verrichtte de heilige hande
lingen. Alles was geordend en geregeld en
getrouw vervulde de priester met zijn hel
pers zijn plicht. Angstvallig werd er voor'ge
zorgd, dat alle ceremoniën werden in acht
genomen en de ritueele voorschriften opge
volgd. Bijna als een perfect schimmenspel
verliep het werk in den tempel, waar het
altaar stond, waarop de vereischte offers
werden gebracht
Hoe verschilde van dezen priester de echte
profeet, die zich innerlijk gedreven voelde
om tot zijn volk te gaan en daar tegen te
•preken over zedelijke eischen, die vervuld
moesten worden en ook om tegen dat volk
ta toornen met vaak verbijsterende veront
waardiging. Een man als Amos houdt het
niet uit achter de ploeg en verlaat zijn ak
kers om te getuigen van het leven dat in
hem bruischt. En weten wij niet hoe een Na-
than zelfs een machtig man als Koning Da
vid zijn misstap durfde te verwijten? En rijst
niet voor ons op de fiere gestalte van een
Elia, die Koning Achal ter verantwoording
riep om zijn wangedrag? En wie kent niet
het woord van Jesaja „zij zullen dan hunne
zwaarden tot ploegscharen omsmeden, hun
ne speren tot sikkelen; geen natie zal meer
tegen een andere het zwaard opheffen en zij
zullen den krijg niet meer leeren"?
En zegt deze zelfde profeet niet ergens an
ders: „Neemt het recht in acht en beoefent
de gerechtigheid"? En trilt er niet iets in
ons mee als wij zijn woorden lezen „De geest
van den heer Jahwe is op mij, dewijl Jahwe
mij gezalfd heeft, om den nooddruftigen een
blijmare te brengen, mij gezonden heeft, om
de gebrokenen van hart te verbinden, den
gevangenen vrijheid aan te kondigen, den
gebondenen loslating"?
Uit de woorden, uit heel het optreden van
den profeet, spreekt een geest, die volkomen
vreemd is aan den geest van den priester.
Daarom behoeft 't ons niet te verbazen dat
wrijving tusschen hen moest ontstaan; wrij
ving, die maar al te vaak ontaardde in he-
vigen strijd. In dien strijd bleek steeds de
priester de sterkste, althans in den beginne.
Immers de profeet kwam altijd met' nieu
we denkbeelden en daartegenover koesterde
de in zijn wezen conservatieve priester ter
stond argwaan; hij gevoelde bij intuïtie dat
het doordringen dezer denkbeelden zijn posi
tie, zijn macht, zijn aanhang in gevaar
bracht
Wanneer wij deze twee menschtypen goed
hebben leeren kennen, gaat ons bij de bestu
deering der geschiedenis een verrassend
licht op. Dan zien wij vooral in de cultuur
geschiedenis niet eenvoudig een reeks van
gebeurtenissen, die min of meer tragisch
zijn, maar dan speuren wij achter het ge
beuren den eeuwigen strijd van priester en
profeet, de botsing tusschen het statische en
het dynamische principe, de worsteling van
conservatisme en liberalisme, van gezag en
vrijheid.
Wij weten allen, hoe op het terrein van
den godsdienst deze strijd op de allerfelste
manier is gevoerd. De vervolgingen der ket
ters in iederen ketter steekt iets van den
profeet kunnen er van getuigen. En deze
strijd zal op dit terrein ook nooit kunnen ein
digen, want zóó kunnen priesters en kerken
zich niet binnen de sterke vesting van on
aantastbaar verklaarde dogma's verschan
sen of altijd zullen weer vrije geesten, her
vormers, profeten opstaan. Maar laat ons
hopen, dat voor goed de tijd der folteringen
en der brandstapels voorbij is en het einde
lijk zoo ver zal komen dat hier de strijd tus
schen priester en profeet op nobele wijze
wordt gevoerd, eerlijk, open, zonder verdacht
making en laster, vooral ook zonder econo-
mischen dwang. Het is de geestelijke traag
heid der menschen, die veroorzaakt dat de
priester het altijd gemakkelijker heeft dan
de profeet. Want de profeet vraagt veel meer
van zijn, in den regel weinige, volgelingen,
dan de priester. Hij komt met den eisch van
zelfherziening, van verwerpen van oude, in
geroeste denkbeelden; hij wil den geest ac-
tiveeren.
De priester daarentegen vraagt slechts te
blijven bij het eenmaal geleerde en als waar
heid aanvaarde. En het is zooveel gemakke
lijker voor de massa zich daarbij maar rus
tig neer te leggen en eiken twijfel te onder
drukken.
De leerlingen van den beroemden Griek-
schen wijsgeer Pvthagoras waren gewoon
om, als hun naar het waarom hunner denk
beelden werd gevraagd, te antwoorden
„autos epha" d.w.z. hijzelf heeft 't gezegd.
Daarmede was voor hen de zaak afgedaan.
Maar hoeveel tienduizenden zullen er niet
zelfs nü nog zijn, die elke discussie over
religieuse vraagstukken stop zetten met de
vaak gehoorde uitdrukking „dit leert de
kerk, de dominé, de pastoor en daar houd
ik me bij."
Maar de mensch Is e^n wonderlijk wezen
in vele opzichten. Daar sluimert in zijn bin
nenste veel meer dan waarvan hij zichzelf
vaak bewust is. Zeker, hij is geestelijk con
servatief, gemakzuchtig en toch., toch is
er in hem ook een kleine plaaggeest, die zijn
rust wil verstoren, die Item telkens weer aan
het twijfelen wil brengen door hem te prik
kelen tot zelfdenken. Die kleine plaaggeest
is de drang naar vrijheid, naar persoonlijk
heid; dat is het dynamische element in hem
dat gedurig zich wil laten gelden; dat is het
profetische waarvan hij -zich niet kan losma
ken.
Daardoor komt het dat, ten spijt van alle
tegenwerking, nieuwe ideeën zich steeds
weer baanbreken. Het gaat langzaam, onge
twijfeld, maar het gaat Op den duur blijkt
de profeet de sterkere te zijn, althans in
dien zin dat niet hijzelf (die vaak verguisd
wordt en uitgeworpen) maar zijn denkbeel
den triumfeeren.
En hij, de profeet, is het, die door zijn op
treden medehei pt om de menschheid te voe
ren uit den nacht van onkunde en duister
bijgeloof naar het klare licht der waarheid
en naar het zuivere begrip, naar hoogere hu
maniteit en zedelijkheid. Nu doet zich een
eigenaardig verschijnsel voor, waardoor
wordt verklaard, dat de strijd tus
schen priester en profeet nooit kan eindigen
en deze beide figuren de eeuwige begelei
ders der menschheid zullen blijven.
Elke nieuwe gedachte door den profeet ge
wekt en door steeds meerderen met geest
drift aanvaard, wordt op haar beurt oud en
neigt tot verstarring. Uit het dynamische ge
boren wordt zij statisch en verliest haar in-
spireerende kracht Dan is weer het oogen-
blik gekomen, waarin het onbewuste wach
ten op den profeet ontwaakt. En het eeu
wig scheppende Leven doet hem te eeniger
tijd optreden om beroering te brengen in de
feesten der menschen. En weer staan zij te
genover elkander: de priester en de profeet!
En zóó vervolgt de menschheid, de tastende
en zoekende, haar weg door de eeuwen. Ik
heb tegen mijn oorspronkelijke bedoeling in,
mij beperkt in dit artikel tot het gebied der
religie.
In het volgende artikel hoop ik aan te too-
nen, dat wij ook op andere levensgebieden
kunnen opmerken dat de tegenstelling
„priester en profeet" zich steeds doet gel
den.
ASTOR.
Itoettat
N. H. V. B.
Afdeeling A.
Vrone I# er door het gelijke spel van Koe
dijk tegen Alkmaar zoo mooi voor komen te
staan, dat geen punt meer mag verloren
gaan. De uitwedstrijd -tegen Alcmaria 4 kan
en moet dus gewonnen worden (10 uur),
öudorp kon thuis Alkmaar de handen wel
eens vol geven. Schoorl speelt uit tegen
Koedijk. De duinkanters zullen het zwaar
te verduren krijgen.
Afdeeling G.
D.T.S. 2 ontvangt de leiders, Egmondia.
waartegen we haar weinig kans durven ge
ven. Dirkshom. de kranige tweede, krijgt
Alkmaar 2 thuis, dat met het noodige be
leid wel te kloppen is. Bergen 2 moet op
passen in Alkmaar tegen Oranje-Wit (10 u.)
Afdeeling J.
N. Niedorp 2 zal de ongekroonde kampi
oen bij zich zien verschijnen, n.1. Hem. We
voorzien een nederlaag voor de geelkragen.
V.C.L. toert naar Hoorn om Sporters 2 te
kloppen.
Afdeeling M.
Alweer speelt Vrone 2 thuis. Thans ont
vangt ze Alkmaar 3, dat echter nog niet in
't veld is geweest, zoodat we er weinig van
kunnen zeggen.
Afdeeling P.
Te Middenmeer vindt een plaatselijke
wedstrijd plaats: Flevo 1 teeen Flevo 2.
waarbij het eerste haar doelsaldo nog wat
meer kan verfraaien. V.C.L. 2 gaat naar
Andiik 3 (12 uur). We vreezen dat ook de
zen Zondag voor de Langereis-reserves geen
winst zal brengen.
Adsplrantcn.
Afd. J.: C SV. a—Koedijk a (12.30).
Afd. K.: D.T.S. a—Egmondia a (12.30):
Alcmaria c—Bergen a (10 uur); Alkm.
Bovs b—Alcmaria b (10 uur).
1 Afd. N.t West-Frisia b-V.CH a (11.15).
Voor pessimisme bestaat geen ro
den. Integendeel, alles wijst op een
goed seizoen!
In een seizoenplaats als Bergen rijst in
verband met de mobilisatie onwillekeurig
de vraagHoe wordt het seizoen
En het is begrijpelijk, dat er bij de be
antwoording van die vraag pessimisten en
optimisten zijn.
Als we het oor te luisteren leggen, dan
meent de eerste categorie, dat door de le
gering van militairen te Bergen-binnen en
Bergen aan Zee, de rust verdwenen is en
dus zij die voor korteren of iangeren tijd
rust zoeken, deze hier niet meer zullen
vinden en dus andere oorden zullen opzoe
ken om hun vacantie in rust door te bren
gen.
Maar we vragen ons dan dadelijk af: hC2
veel gasten komen er naar Bergen om in
derdaad rust te zoeken? Rust, welke zij
hier niet zuilen vinden. Wfint. behalve
dan de Staatsbosschen en in zekere mate
ook het Bergerbosch, waar men rustig
wandelen kan, is Bergen niet direct een
rustoord te noemen.
Neenhet percentage rustzoeken-
den is inderdaad wel zéér gering en zal
ook wel gering blijven. De groote -drukte
op het strand overdag en des avonds in
het dorp, bevorderen de rust zeker niet.
\Vïj scharen ons dan ook aan de zijde
der optimisten en wel om een tweetal rede
nen. In de eerste plaats, omdat Bergen als
vacantieoord nu eenmaal in trek en veie
gasten er jaar op iaar terugkeeren; in de
tweede plaats omdat men er niet licht toe
zal komen het buitenland op te zoeken, ge
zien den oorlogstoestand. Duitschland,
Frankrijk cn Engeland zijn ,,so wie so" zoo
goed als uitgesloten en er zullen maar wei
nigen zijn die België als vacantieoord kie
zen, mede ook in verband met de ver
scherpte bepalingen bij het overschrijden
der grens. „Brengt uw vacantie in eigen
land door" is een leuze, welke ongetwijfeld
in het komende seizoen ten vol le zal wor
den nagekomen.
Nog hoorden wij. dat de pensions minder
plaats zouden hebben dan andere jaren,
omdat vele officieren met familie er hun
intrek hadden genomen. Inderdaad, is dat
momenteel het geval, doch bij infonnatie
ter bevoegde plaatse deelde men ons mede.
dat vele officiersfamilies de pensions ver
laten zullen, omdat zij niet bij macht zijn
de hoogere seizoenprijzen te betalen.
Voorts vernamen wij, dat alle pensions,
waar men militairen heeft ingekwartierd,
met ingang van 1 Mei a s. moeten worden
ontruimd. Is zulks niet mogelijk, dan zal
het Rijk deze pensionhouders schadever
goeding moeten geven.
Fr is alreeds een groot aantal gasten ge
boekt en het verhuren van gemeubileerde
huizen is zeker niet minder dan vorige ja
ren. De juiste getallen kon men ons moei
lijk opgeven, doch wel deelde men ons
mede; dat hotel Nassau-Bergen viermaal
zooveel aanvragen had dan het vorige
jaar. Dat alleen reeds spreekt voor zich
zelf.
Er is dus niemand die bevreesd behoeft
te zijn voor een slecht seizoen. Integendeel!
Wij zijn van meening. dat het in de ko
mende zomermaanden in Bergen-binnen en
ook in Bergen aan Zee drukker zal zijn
dan ooit te voren. Een meening. waarop
«le feiten nu reeds wijzen, in boeverre de
bewegingsvrijheid aan het strand zal wor
den beperkt en of dit inderdaad het geval
zal zijn, moet nog büjken.
LANGEN DIJK
DE POLITIEK EN DE TUINBOUW.
Men schrijft ons:
Uit het laatste verslag van de vergadering
van de afd. Oudkarspel van den Ned. Tuin-
dersbond Is wel gebleken, dat verschillende
tuinbouwers het ongewenscht vinden, dat
politieke partijen zich werpen op vraagstuk
ken, den tuinbouw betreffend op een tijd
stip. dat de tuindersorganisaties zelf alle
moeite doen om nadeelige gevolgen van be
paalde maatregelen te ondervangen of te
voorkomen. De burgemeester van Oudkar
spel was zelfs van oordeel, dat leden van
tnlndersorganisaties. de bedoelde onder
werpen ln politieke openbare bijeenkomsten
aan de orde brengen, als lid dier tuinders-
organisaties behoorden te worden geror-
eerd. Het is inderdaad ook een gekke fi
guur, om een onderwerp, dat geheel op het
gebied der vakorganisatie der tuinders ligt
en waarvan ie«ler tuinder, zonder onder
scheid van godsdienstige of politieke over
tuiging, de nadeelige werking ziet en er
graag aan wil meewerken, om er verbete
ring in te brengen als een propaganda-object
door een politieke partij wordt aangegre
pen. In bovenbedoeld geval was het de heer
Borst, lid van den N.T.B., lid van de C.P.N.,
afd. Oudkarspel.
Een ander geval van denzelfden aard doet
zich nu voor niet het door den N.T.B. aan
de orde gestelde onderwerp: Het drogen
van groenten en overproductie. In de laat
ste vergadering van den N.T.B. werd be
sloten een commissie te benoemen, om een
onderzoek naar de mogelijkheden van het
drogen van geoenten in te stellen, zoodat
zou mogen worden verwacht, dat ieder nu
rustig de resultaten van dit onderzoek zou
afwachten en dat het dus zeer praematuur
en in zekeren zin desorgnniseerend zou zijn,
als de politiek zich op dit onderwerp wierp.
De afd. Oudkarspel van de s.d.a.p. is
blijkbaar van een andere meening. want
terwijl de door de N.T.B. benoemde commis
sie haar voorbereidend werk verricht, zal
de genoemde afdeeling haar licht over deze
zaak laten schijnen. Blijkbaar echter heeft
ze gevoeld, dat ze een terrein betrad, waar
zij behoorde af te blijven, want in de ge
plaatste advertentie ter aankondiging van
die vergadering liet ze niet eens uitkomeri^
van welke organisatie de bijeenkomst uit
ging. Schaamde ze zich een beetje?
Politiek schuilt in verschillen«ie hoeken.
De eene partij is blijkbaar bang, dat de
andere haar een vlieg zal afvangen. De af-
deelingen van C.P.N. en S.D.A.P. in Oud
karspel laten zich wel uit dien gezichtshoek
kennen.
WA KMENHUIZEN
LOOP DER BEVOLKING OVER MAART 'iO.
Geboren: Reinalda Helena, dochter van
J. v. d. Berg en C M. Stet; Petronella
Catbarina, dochter van A. Boekei en C.
Groot; Marie Janny, dochter van J. W. Gut-
ker en K. Bakker: Cornelis, zoon van M.
Pronk en M. M. Vlugt.
Overleden: Geertje Slijkerman, oud 84
weduwe van M. Ligthai-t. Pieter Sevcn-
huijsen, oud 67 jaar, echtgenoot van T.
Dil. Arie de Groot, oud 76 jaar, echtgenoot
van D. Brugman. Marrigje de Rapper, oud
84 jaar. weduwe van J. Slot.
Gehuwd: Smit, Arte Cornelis, oud 26 f.#
timmerman, wonende te Harenkarspel en
de Moor, Anna, oud 25 jaar, zonder be
roep, wonende te Wiarmenhuizen.
INGEKOMEN PERSONEN.
G. van Hilten, Oudewal 88. van Schagen.
Tb. N. Commandeur, Dorpsstraat 190, van
HarenkarspeL
VERTROKKEN PERSONEN.
C. M. A. Posthunia van Dorpsstraat 80
naar Zwijndrecht, Raadhuissplein 8. S.
Bouma van Westfrieschedijk 57 nnar Lein-
sterland, Echten. A. de Moor van Dorps
straat 52 naar Castricum Bakkum. B.
J-eenstra van Dorpsstraat 165 naar Leiden,
Heerensingel 46. J. v. de Kieft van Don>v
st raat 91, naar Beverwijk. Lijsterbeslaan 62.
J. C. J. Overbeek van Dorpsstraat 91 naar
Beverwijk, Lijsterbcslaan 62. C. H. v. «L
Kieft van Dorpsstraat 91 naar Beverwijk,
Lij9terbeslaan 62.
Toenemende productie en afne
mende prijs, dat was gister het meest
In het oog loopend verschijnsel aan
de kaasmarkt. De aanvoer steeg se-
dert de vorige week met circa 10.000
Kg. op 08.000. de hoogste prijs daar
entegen zakte tot f 19.50 en daarmee
ligt thans de geheele markt beneden
de f 20.—. Voor f 19.gingen enkele
stapels van de hand, voor f 18.50 ver
schillende. Het gros werd verkocht
tegen prijzen van f18.— tot 118A0.
Perspectieven zijn er niet. De uitvoer
blijft hopelooze moeilijkheden bie
den. Het eenige lichtpunt schijnt te
zijn, dat in Friesland weinig kaas
wordt gemaakt, gezien het feit. dat
productie van andere zuivelproduc
ten. in het bijzonder melkpoeder, be
tere resultaten geeft