De positie van
De Leerlingenschaal
Heffingen ten beboete
van het Leeningfonifs
Nederlandsch Indië
GEEN OPHEFFING VAN
eeuwenlange
grootsche
Nederland-België
Een verklaring van
Amerikaansch
minister
Zal Denemarken zijn
taak beëindigd zien?
Zenuwen
SCHATKIST
NEDERLANDSCH IN DIS VORMT
EEN ELEMENT VAN EVEN
WICHT IN HET VERRE OOSTEN
EEN AANRANDING VAN INDIë
ZOU BETEBKENEN EEN „AAN
RANDING VAN HET FATSOEN
EN DE BESCHAVING".
Een antwoord
aan Arita
De Vereeniflde Staten hebbon een
beroep gedaan op andere landen, in
het bijzonder op Japan, den status-
quo van Nederlandsch Indië te eer
biedigen, ongeacht wat er gebeurt
ten aanzien van Nederland.
Dit is gebleken uit een ofllcieele
verklaring, welke Cordell Huil, de
Amerikaansche minister van buiten-
landsche zaken, gisteren heelt afge
legd.
„Een inmenging in de binnenland-
sche aangelegenheden van Neder-
landsch-lndië of eenige wijziging in
den status-quo van deze archipel op
een andere wijze dan langs vreed-
zamen weg, zou schadelijk zijn voor
de stabiliteit, den vrede en de veilig
heid, niet slechts in de zone van
Nederlandsch ndië, maar in het ge-
heele gebied van den Stillen
Oceaan".
Aldus verklaarde de minister, wiens be
toog een antwoord was op de j.1. Maandag
afgelegde verklaring van den Japanschen
minister van buitcnlandsche zaken, Arita,
die uitdrukking gaf aan de bezorgdheid van
de Japanschc regeering over het behoud van
den status-quo in Nederlandsch-Indië.
De verklaring van Cordell Huil luidt ver
der als volgt:
„Elke wijziging in den status quo van
Nederlandsch-Indië zou rechtsreeks de be* i
langen van vele landen raken. Nederlandsch-
Indië is van zeer groote beteckcnis voor de
internationale verhoudingen in don gehcelen
Stillen Oceaan en vormt tevens een belang
rijke factor in den handel van de gehcelc
wereld. Ik baseer mijn verklaring op twee
belangrijke overeenkomsten, waarvan de een
vervat was in de nota's welke in November
1908 zijn uitgewisseld tusschen de Vcreenig-
de Staten en Japan, waarin elk der beide
regeeringen verklaarde, dat haar politiek er
op gericht was den bostaanden status-quo
in het gebied van den Stillen Oceaan te hand
haven.
Do andere overeenkomst was vervat in de
nota's, welke de Verecnigdo Staten, Frank
rijk, liet Britsche rijk en Japan in Februari
1922 gezonden hebben aan de N e d e r 1 n d-
s c h e regecring en waarin elk dezer vier
regeeringen verklaarde vast besloten te zijn
de rechten van Nederland met betrekking
tot diens eilandbezittingen in het gebied
,van den Stillen Oceaan te eerbiedigen."
Feu afschrift van de verklaring \an Cor
dell Huil zal aan het Japansehe ministerie
van huitenlandsclic zaken worden overhan
digd hij wijze van hoffelijkheid en ter infor
matie.
Senator King heeft zijn instemming
betuigd met de verklaring van Huil
en gezegd, dat een aanranding van
Indië een „aanranding van het fat
soen en de beschaving" zou bcteeke-
nen. Hoe men 't beschouwt, in geen
geval zou het „vriendelijk of be
schermend" kunnen worden gevon
den als een schurk en een dolle hond
door de wereld rennen. Dit moet de
bezorgdheid opwekken van landen
welke de rechten der kleine landen
orkennen.
ENOELAND HEEFT DEZELFDE
OPVATTINGEN.
In het Engelsche Lagerhuis was den mi
nister-president de vraag gesteld of hij het
Scherper controle
op vreemdelingen
CONTROLE Iv AA R T VOOR NIET
VISUM PLICIITIGEN.
Ondanks het feit, dat voor het vreemde
Hngenverkoer in ons land grensfnciliteiten
zeer gewenscht zijn. maken de Ujdsomstan
digiicden het noodzakelijk, dat het toezicht
op hier te lande verblijvende vreemdelingen
zoo doeltreffend mogelijk is. De meeste
vreemdelingen, die ons land binnenkomen,
zijn visumplichtig. waardoor althans die
vreemdelingen niet aan de contröle ont
snappen. Doch voor vreemdelingen van
Belgische en Italiaansche nationaliteit.
Amerikanen en onderdanen van Luxemburg
en nog enkele landen is geen visum ver
cischt. Met ingang van 1 Mei nu zal voor
deze vreemdelingen een verscherpte grens
controle worden ingevoerd, welke bestaat
in liet invullen van een kosteloozc
controlckaart. Hierdoor zal men inzicht ver
krijgen in de bedoelingen en dc werkzaam
heden van die vreemdelingem
CORDELL HULL.
huis de verzekering wilde geven dat de
Britsche regeering niet voornemens was de
handhaving van den vrede in de wateren
van Nederlandsch Indië in geval Nederland
zelf oorlogstoneel zou worden allen aan Ja
pan over te laten.
In een schriftelijk antwoord zegt de onder
staatssecretaris van buitenlahdsche zaken.
Butler, dat „dc Japansehe regeering, voor
zoover Halifax bekend is, niet de aanspraak
heeft gemaakt alleen verantwoordelijk te
zijn voor de handhaving van den vrede in
de wateren van Nederlandsch-Indië.
In een verklaring aan de bladen heeft de
Japansehe minister van Buitenlahdsche Za
ken gezegd, dat de Japansehe regecring
slechts diep bezorgd kan zijn over eenige ont
wikkeling als gevolg van dc verscherping
van den oorlog in Europa, welke van invloed
zou kunnen zijn op den status quo in Neder
landsch-Indië.
Ik behoef nauwelijks te zeggen, dat de
Britsche regeering ten deze dezelfde opvat
tingen heeft."
VERKLARING VAN ROOSEVELT.
Op een vraag aan president Roosevelt
om commentaar te willen leveren op de
door Cordell Huil afgelegde verklaring,
heeft de president geantwoord, dat het
betoog van den staatssecretaris volkomen
aan de situatie beantwoordde,
t
OOK TE PARIJS VEEL AANDACHT
VOOR DE POSITIE VAN NE
DERLANDSCH INDIë.
Inmiddels wordt ook te Parijs veel aan
dacht geschonken aan de Japansehe ver
klaring omtrent de positie v. Nederlandsch-
Indië in geval van een Duitechcn aanval
op het moederland. Kerellis, die er een ar
tikel aan wijdt, twijfelt er niet aan of
Duitschland heeft daar een rol in gos-nccld.
Een Japansehe bezetting van Nederlandsch-
Indië zou de vrijheid van beweging van de
geallieerde vloten in het Verre Oosten im
mers leelijk in gevaar brengen. Gelukkig
echter voegt Kerellis hieraan toe zijn
wij niet de eenigen, die een Japansehe be
zetting van Nederlandsch-Indië ongaarne
zouden zien. Rusland en dc Verecnigde
Staten zouden er al evenmin plezier in
hebben en daarin ligt voor ons een nieuwe
diplomatieke mogelijkheid.
Groenland
EEN MERKWAARDIG LAND.
EEN MERKWAARDIG VOLK.
Do Duitsche bezetting van Dene
marken heeft de aandacht w.eer
eens gevestigd op de Decnschc ko
lonie Groenland. Het bestuur van
Groenland heeft reeds medegedeeld
voorloopig van Denemarken geen
hulp noodig te hebben, daar het
voorraden voor twee jaar bad; bo
vendien is het economische leven
van het land op zelfvoorziening in
gesteld.
Lord Lothian, de BritscJie gezant in Was
hington, heeft dezer dagen verklaard, dat
noch Canada, noch Engeland zal trachten
Groenland te bezetten, tenzij de Duitschers
iets zouden willen ondernemen tegen dit
eiland. Doch ook Amerika zal hoogstwaar
schijnlijk niet gedoogen, dat Duitschland
genoemd eiland zal bezetten of „bescher
men"; Roosevelt verklaarde nog dat Groen
land een deel van het Westelijk' halfrond
was. en dus in geval van nood voor de
„Monroc-leer" in aanmerking zou kunnen
komen. Maar over verdere plannen laat
men zich niet uit.
HOE KOMT GROENLAND
AAN ZIJN NAAM
Menigeen heeft zich waarschijnlijk wel
eens afgevraagd, hoe Groenland aan zijn
ONDERWIJS
OOK DEN MINISTER IS HET NIET
MOGELIJK EENIG NIEUW LICHT
OP DEZE KWESTIE TE WERPEN.
In de Memorie van Antwoord aan de eer
ste Kamer over het hoofdstuk onderwijs
zegt de Minister, dat het ook hem niet mo
gelijk is eenig nieuw licht te werpen op de
kwestie van verbetering van de leerlingen-
schaal. Hij betreurt het, dat tengevolge van
het uitbreken van den oorlog de rcgcering
haar voornemen om ten dezen iets te doen
niet heeft kunnen verwerkelijken. Verder
kan hij slechts herhalen, dat hij in dezen
iets hoopt te bereiken.
Het denkbeeld om bij benoeming tot on
derwijzer den door kweekelmgen met akte
doorgebrachten diensttijd voor periodieke
salarisverhooging te doen medetellen, mits
een schriftelijke verklaring van de inspec
tie van het lager onderwijs wordt overge
legd, dat gedurende den tijd. welke als
diensttijd in aanmerking zal komen, belang
hebbenden als kweekeling met akte aan een
lagere school zijn werkzaam geweest, is niet
voor verwezenlijking vatbaar.
In zijn Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer, heeft de minister reeds
medegedeeld, dat hij de kwestie van ver
laging der leerlingenschaal geheel los
maakt van de werkloosheid van de onder
wijzers. Evenzeer wenscht hij deze kwestie
los te maken van de vraag of de kweeke-
lingen met akte aanspraak kunnen maken
op het verkrijgen vn een aanstelling. Naar
zijn oordeel is dit niet het geval.
Het is den Minister bekend, dat de on
gunstige financieele toestand van een aan
tal gemeenten in sommige gevallen heeft
geleid tot het nemen van den maatregel om
het onderwijs in de lichamelijke oefening
niet meer door onderwijzers te doen geven.
Naar zijn incening moet het vak lichame
lijke oefening in dc gewone lagere school
kunnen worden gegeven door de leerkrach
ten, die bij het behalen van de akte van on
derwijzer daarin examen hebben afgelegd.
Het rapport van de hoofdinspecteurs van
het lager onderwijs omtrent het M.U.L.O.-
examen van de Verccnigingen heeft den mi
nister nog niet bereikt. Hij beperkt zich dan
ook tot de 'opmerking, dat hij het zeker mo
gelijk acht een verandering in het examen
door te voeren, indien de wcnschelijkhcid
daarvan zou blijken.
Het is den minister zeer tot zijn leedwezen
tot dusver nog niet mogelijk geweest om zijn
standpunt ten aanzien van de regeling van
de onderwijzersopleiding volkomen te bepa
len.
Inzake het ontruimen van schoolgebou
wen door de militairen wordt in vrijwel
alle gevallen groote medewerking door de
militaire autoriteiten verleend.
Dat in eenige gemeenten nog niet een
toestand bestaat, waarbij op redelijke wij
ze in het onderwijs kan worden voorzien,
houdt verband met de bijzondere ligging en
militaire beteekenis dier gemeenten. Het is
den minister verder gebleken, dat in vele
plaatsen de bouw van barakken voor 'de
militairen ter hand is genomen. Het is
uiteraard niet mogelijk algeheele ontruiming
der schoolgebbuwen te verlangen.
Vannacht om kwart voor een hoorde een
jongmensch, dat in oen portiek aan de
Nieuwe Achtergracht te Amsterdam af
scheid van zijn aanstaande wederhelft nam,
een plons. Hij Jccek in de gracht en zag
dat een naar schatting 20-jarig meisje, in
nachtgewaad te water was gesprongen.
De jongeman sprong haar na om haar te
redden, doch ontmoette bij zijn reddings
pogingen sterk verzet van de overspannen
drenkelinge. Niettemin slaagde hij erin
haar op het droge te brengen. Zij was kor
ten tijd bewusteloos doch de geneeskundi
ge dienst slaagde er door kunstmatige
ademhaling spoedig in het bewustzijn te
doen terugkceren. De jongedame is daarna
met droge kleeren opnieuw onder de wol
gestopt.
NOOD VAN DE
Vrees dat de voorgestelde heffing
weldra onvoldoende zullen blij
ken.
HINDER DRAAGKRACHTIGEN
MOGEN NIET ZWAARDER BE
LAST WORDEN.
In het voorlopig verslag van de Eerste
Kamer over het ontwerp van wet tot aan
wijzing van heffingen ten behoeve van het
Leenigsfonds 1940 betreurden eenige leden
dat de regeering nog niet is gekomen met
een groot plan, ten einde in den nood van
de schatkist te voorzien.
Andere leden verwachtten, dat de oor
logstoestand allengs zoo zware eischen aan
de schatkist zal gaan stellen, dat de hef
fingen, welke bij dezen ten behoeve van het
Leeningsfonds zijn voorgesteld, dra onvol
doende zullen blijken.
Verscheidene leden achtten het
principieel gewenscht, dat de min
der draagkrachtigen niet zwaarder
zouden worden belast dan thans
reeds het geval is. met name door
de helfing van indirecte belasting.
Ze waren van meening, dat bij toe
passing van de thans voorgestelde
heffingen op koffie en suiker dat
evenwicht in nog meerder mate zal
worden verstoord. In beginsel waren
zij van oordeel, dat indirecte belas
tingen niet kunnen worden geacht te
zijn belastingen naar draagkracht,
weshalve bij heffing er van de
grootst mogelijke behoedzaamheid
dient te worden in acht genomen.
Een heffing ineens.
Eenige leden verklaarden een heffing in
eens gewenscht te achten. De voldoening
van de bedragen, daarvoor verschuldigd,
zou men huns Inziens over meerdere jaren
kunnen verdoelen.
Andere leden sloten zich hierbij aan. Ook
zij waren van meening, dat het aanbeve
ling verdient, de kosten, welke de huidige
oorlogstoestand medebrengt, voor een aan
merkelijk deel te bestrijden uit een heffing
ineens, ongeacht den vorm aan deze te
geven.
Enkele leden oordeelden het billijk, dat
er zoo tot een kapitaalheffing werd over
gegaan, daarnaast een speciale heffing op
de inkomens zou worden gevorderd.
Gevraagd werd, waarom de regeering niet
heeft bevorderd dat de voorgestelde heffing
op de koffie mede ten laste van de hou
ders van voorraden van dat artikel zou wor
den gebracht. Men achtte het gewenscht, dat
ook die voorraden aan heffing zouden zijn
onderworpen.
Sommige leden verklaarden, de heffingen
op suiker en koffie alleen te aanvaarden,
omdat versterking van de rijksmiddelen
dringend noodzakelijk is en aan een en an
der een tijdelijk karakter is gegeven.
Verscheidene leden hadden bezwaar tegen
de voorgestelde heffing van opcenten op het
successierecht.
Zij zouden eer aan verhooging van de
vermogensbelasting de voorkeur hebben ge
geven.
Wat betreft de voorgestelde verboo
ging van het bijzondere invoerrecht
op benzine, duchtte men, dat daar-
aanlokkclijke naam komt. De verklaring
hiervoor moeten wij zoeken in den tijd der
Noormannen. Omstreeks 't jaar 900 ontdek
te de Noorman Gunnbjürn Groenland, waar
toen reeds een aantal eskimo's woonden,
die in een late uitlooper van het neolithi-
cum dc zgn. Thulekultuur leefden. In
984 voer Erik de Roode van Ierland uit
naar Groenland, zeilde de zuidpunt om en
de westkust langs tot in Straat Davis. En
het was deze oude Vikinger, die zijn man
nen er toe wilde dwingen, zich op dit uit
gestrekte gebied te vestigen, en daar daar
om de schoone benaming „Groenland" voor
uitkoos, teneinde het verblijf voor hen
aanlokkelijker te maken.
In het begin van de 11de eeuw werden
de Groenlnnders Christenen; in 1110 werd
er een bisdom opgericht. De kerstening had
plaats vanuit Trondheim, een Noorsche
stad, welke langen tijd het Christelijke mid
delpunt van dc Arctis was. De koningen
van Noorwegen rekenden Groenland tot
hun rijk te behooren sedert 1261 en dus
kwam het bij de Unie van Kalmar (in 1397)
aan Denemarken, toen Noorwegen zijn
staatkundige zelfstandigheid verloor
NA DE 16e EEUW
OPNIEUW ONTDEKT.
In de 15e eeuw ging de geregelde verbin
ding met Europa verloren, zoodat men
eigenlijk wel kan zeggen, dat de weg naar
Groenland in do 16c eeuw opnieuw ont
dekt werd door Engelschen: Frobis'ner (1576
1578-), Davis (1585—1587) en Hudson
(1607), die allen op zoek waren naar de
N.W. doorvaart. In 1616 bevoer Baffin
Straat Davis en Baffinbaai tot den 7Ssten
breedtegraad. En pas in 1721 legden dc De
nen weer beslag op de westkust.
Inmiddels stierven de Vikingcrs op
Groenland uit. IJsland en Groenland ont
wikkelden zich onder bescherming van Ko
penhagen tot zelfstandige landen. Noonve-
genzelf kwam geheel op den achtergrond.
Toen Denemarken en Zweden in 1814 (na
dc Napoleontische oorlogen) vrede te Kiel
sloten, kwam Noorwegen onder de kroon
van Zweden en werd met dit land ver-
oenigd tot een Personeelc Unie, IJsland en
Groenland bleven evenwel hij Denemarken.
Hieruit bleek het duidelijkst, dat Noorwe
gen in den loop der eeuwen zijn oorspron
kelijke zelfstandigheid geheel verloren
had. Sedert het echter in 1005 zelfstandig
is geworden, is ook het verlangen naar
kolonieën weer ontwaakt. Na den wereld
oorlog kreeg Noorwegen dan ook Spitsber
gen toegewezen.
Doch ook op Groenland meende Noorwe
gen nog rechten te hebben. Zoo verklaarde
het op 19 Juli 1931 Eirik Raudesland (Erik
de Roodc's land de naam van een streek
aan de Oostkust van Groenland ten Noor
den van Scorcsby Sund) te hebben bezet.
De Decnsche regeering bracht deze kwestie
voor het Permanente Hof van Internatio
nale Justitie, welke op 5 April 1933, na zeer
uitvoerige pleidooien besliste ten gunste
van Denemarken.
DENEMARKEN DEED
GROOT WERK.
Denemarken heeft in Groenland
groot werk verricht. De geringe
pels- en vischuitvoer dekt slechts
voor een klein deel de kosten, die
voor de bevolking werden aange
wend. Men kan Groenland beschou
wen als het grootste natuurreser
vaat ter wereld, waarvan Denemar
ken alleen de kosten draagt. Doch
dit wil niet zeggen, dat Groenland
geen enkele andere beteekeneis zou
hebben. Reeds Lindbcrgh bijvoor
beeld heeft enkele jaren geleden
het voorstel geopperd, dat op Groen
land verschillende vliegtuig- en ra-
dio-statiops aangelegd zouden wor
den, die dan tot taak hadden, het
luchtverkeer over het Noordelijk
deel van den Atlantischen Oceaan
.te regelen. De buitengewoon strate
gische waarde van Groenland
vrijwel het grootste eiland ter we
reld behoeft niet nader te wor
den besproken: een blik op de we
reldglobe toont ons overtuigend
aan. welke rol althans de Zuidkust
in een tijdperk van vliegtuigen en
onderzeebooten kan spelen.
Dat vooral de Verecnigde Staten veel in
teresse hebben bij een luchtbasis op Groen
land. blijkt wel uit het feit, dat er het
vorig jnar, vlak voor het uitbreken van den
oorlog Deensch—Amerikaansche onderhan
delingen hebben plaatsgevonden over de
verpachting van stukken grond op het ei
land aan Amerika, welk land daar dan
radio- en vlicgluigstations zou oprichten,
Postvluchten op Indië
De positie van de Indiëvliegtuigen
was gisteren:
Uitreis: „Gier" (Blaak) te Jodh-
poer. 21 April te Batavia venvacht.
Thuisreis: Nandoe (Smirnoff) te Bas-
rah, 20 April te Napels verwacht.
Wielewaal (Gravis) te Medan, 23
April te Napels verwacht
1
EERBERICHT
DE BILT SEINT»
Venvachting; Matige, tijdelijk
krachtige, overwegend Z.W,
wind. Gedeeltelijk bewolkt,
plaatselijk enkele buien,
zelfde temperatuur als gis
teren.
mede de uiterste grens was bereikt.
Verdere verhooging zon, zoo meende
men, de opbrengst van de bedoelde
belasting niet doen stijgen, doch
doen dalen.
Tenslotte werd bijval betuigd met het
geen in de Tweede Kamer was betoogd in
zake de wenschelijkheid van het leggen van
belasting op inkomens en vermogens van
Nederlanders in den vreemde.
Na 1 Mei de prijs iets hooger.
Er loopen op het oogenblik geruchten over
de suiker. De één heeft van zijn kruidenier
vernomen, dat dc distributie van suiker per
1 Mei zal ophouden en dat de suiker dan
weer vrij komt, Ja, voegt een ander er aan
toe, maar dan gaat de suiker veertig cent
per pond kosten. En dan schudden de huis
vrouwen sombergesteind het hoofd over de
zware tijdn, die te wachten staan.
Wij kunnen, aldus de „Msb." op grond van
inlichtingen van bevoegde instanties, mede-
deelen, dat noch het een, noch het ander
juist is. De distributie van suiker wordt op
1 Mei niet opgeheven en de prijs van suiker
wordt geen f 0.40 per pond.
Het eenige wat er op 1 Mei zal gebeuren
Is, dat de winklprijse van suiker iets Zal stij
gen. Op grond van het wetsontwerp, dat mi
nister De Geer op 10 Februari indiende,
wordt immers de heffing op suiker per 1
Mei met 10 opcenten verhoogd, d.w.z. met
f 2.25 per 100 kilo. Het Rijk heeft nu een
maal geld noodig en de f 5.5 millioen, welke
uit deze suikerheffing worden verwacht, zul
len de Nederlandschc suikrgebruikers in de
Meimaand beginnen op te brengen. Ieder
kan zelf uitrekenen, dat de gevolgen van de
ze extra-heffing niet van dien aard zijn, dat
een prijsstijging tot 40 cent per pond ge
wettigd is. Zij zal niet meer dan één of twee
centen mogen beloopen.
Uoei&al
DRAEGER VERHINDERD TE SPELEN.
De rechtsbuiten van het Neder-
landsche eltfal, Dracger, heeft dc
keuzecommiserie van den K.N.V.B.
bericht, dat hij verhinderd is om
a.s. Zondag te spelen in den wed
strijd NederlandBelgië in het
Olypmisch Stadion te Amsterdam.
Dc D W.S.-er zal vervangen wor
den door van den Engel (D.H.C.)
Bas Paauwe is als aanvoerder van
de Oranjeploeg aangewezen.
Laatste training op het V.TJ.C'
veld.
Ondanks den regen heeft het bijna vol
ledige Nederlandsche elftal met reserves
gisteravond nog op het V.U.C-veld ge
traind. Slechts Vroomen en Drager waren
afwezig. Na afloop van de training kwa
men allen, zooals gebruikelijk, in de V.U.
C.-tent bijeen, waar zij door den voorzitter
van de keuze-commissie, den heer HerberU
werden toegesproken.
alsmede de reeds bestaande havens vei*
groolen en moderniseeren.
DUÏTSCHLAND NIET OP
GROENLAND?
Tot een definitief besluit schijnen de on
derhandelingen nog niet te hebben geleid;
beide landen bewaarden er tenminste het
diepste stilzwijgen over. Vermoedelijk moet
de oorzaak daarvoor gezocht worden in
den spoedig daarop uitgebroken oorlog.
Doch daar de belangstelling, welke de Ver.
Staten voor Groenland koesteren, algemedü
bekend is. zullen de Duitschers het wel
niet wagen, het eiland te bezetten.
Het huiselijk leven van de Grocnlanders
is in den loop der jaren weinig veranderd.
Hoewel de mannen tegen een uurloon voor
de regeering werken (b.v. in traankoke-
rijen, hij het lossen der vischladingcn. enz.)
zijn zij toch een vrij volk gebleven, zooals
zij het als jagers altijd waren. Zij werken
gemoedelijk, langzaam, en alleen als zij
zin hebben meestal alleen uit nieuws
gierigheid voor de nieuwe dingen, die zij
te zien krijgen. De Grocnlander is niot
blijvend voor het werk te winnen, daarvoor
heeft hij zijn vrijheid te veel lief j