W
verzicht-
Wij lazen voor U
Buitenlandsch
ch*
Arrondissements rechtbank
te Alkmaar
Twintig jaar
„Kunstzin'
tt
Radioprogramma
BEGINT HET GETIJ VOOR DUITSCHLAND
TE VERLOOPEN? VREEMDE HOUDING
VAN RUSLAND. ITALIë BLIJFT NEU
TRAAL. DE BALKAN WENDT ZICH AT.
DWAZE REDEVOERINGEN.
Hitier heeft door zijn coupe tegen Dene
marken en Noorwegen zonder twijfel alles
bereikt, wat er in zat. Hij heeft een oogon-
blik de twijfelaars, die dikwijls meer res
pect hebben voor een waaghalzigc, over
moedige daad dan voor het resultaat van
wijs beleid omdat dit laatste meer tijd
vordert op zijn hand gehad. Deze m»n-
schcn hebben even met een zekere gering
schatting gesproken over dc geallieerden,
die toch maar telkens een neuslengte op
achter waren bij de energieke en doortas
tende Duitschers en nu, luttele dagen later,
zijn ze weer evenver als ze waren voor
den Duitschen overval: ze twijfelen weer.
Want er staat nu wel vast, dat de voor
dcelen van Ilitlers laatste spektakelstuk
niet 7.00 groot zijn geweest, als de Führer
vermoedelijk zelf heeft gehoopt en als zijn
bewonderaars aanvankelijk hadden ver
wacht. Wel hoort men in de Duitsche
communiqués omtrent de gebeurtenissen
nog herhaaldelijk van successen, welke on
getwijfeld ook in zekere mate worden be
haald, maar men doet er misschien goed
aan to overwegen, dat het toegeven van
eventueele tegenslagen, welke er ook in rui
me mate zijn. tengevolge zou kunnen heb
ben,. dat de Noren in de bezette gebieden
opstandiger worden en waardoor de positie
der Duitschers, die in een vijandig land
staan, waar van alle zijden het verraad
loert, spoedig onhoudbaar zou kunnen
worden.
De vooruitzichten van Duitschland blij
ven in het Noordon weinig belovend. Van
een ommezwaai der Noorsche regeering is
totaal geen sprake meer cn met dc aan
komst. der expediticlegers uit Engeland en
Frankrijk dalen de Duitsche kansen. Van
de. cindafloop is natuurlijk nog niets te zeg
gen. maar flat Noorwegen zal worden inge
palmd zooals Oostenrijk, Tsjocho-Slowakije.
Polen en Denemarken, mag uitgesloten wor
den geacht. Hier zal Duitschland het uiter
ste van zijn krachten moeten inspannen en
zelfs dan is het de vraag of het succes zal
hebben.
Dat ook internationaal dc Duitsche actie
niet meer die waardeering ondervindt,
welke er een oogenblik aan is gegeven,
blijkt uit de houding der andere Europee-
Beha mogendheden.
Het meest opvallend gedraagt zich Rus
land. dat zich uit eigen beweging tol En
geland zou hebben gericht om met Groot-
Brittannië te komen tot de afsluiting van
economisch verdrag. Begrijpelijkerwijs is
het Engelsche enthousiasme voor een soort
gelijke overeenkomst niet overmatig groot.
Men herinnert zich te Londen, hoe Rus
land er. ongeveer een lmlf jaar geleden,
geen heen in zag met Duitschland in het
geheim een verdrag af te sluiten, terwijl
met de geallieerden in het openbaar over
een militair pact werd verhandeld. Daar
naast moge Ruslnnds bondgenoot Duitsch
land op het oogenblik met de geallieerden
in oorlog zijn. dc gemakkelijkheid, waar
mee men te Moskou een overeenkomst
blijkbaar degradeert tot „een vodje papier"
zal te denken geven en de Engelse hen wel
even doen twijfelen aan dc goede trouw
der Russen.
Toch zal nven te Londen wel liet
oor leenen aan de Moskousche
voorstellen. Men zal daarbij over
wegen, dat iedere schade, welke
Rusland bereid is het Derde Rijk
aan te doen. meegenomen is en
onen zal wellicht tegenprestaties le
veren naarmate inderdaad van de
Sovjetkant 'n prestatie plaats heeft,
Ook wanneer er sprake is van gelijk
oversteken, kan er een contract noodig
zijn om tot deze van l»etrekkelijk weinig
vertrouwen getuigende handeling te komen.
Het feit echter, dat Moskou tot trans
actie bereid blijkt, die niet* anders dan
nadëelig voor Duitschland kunnen zijn, is
veelbeteekencnd.
Anderzijds moet ootf de houding van
Italië te denken geven aan Ilitlcr. De felle
campagne voor Duitschland en tegen En
geland. welk een oogenblik in de Ttali-
aansche pers werd gevoerd, is «loodgcloo-
pen. 7.66 lievig was deze actie, dat Italië
zich scheen klaar te maken voor het
uiterste: de oorlog tegen de geallieerden.
Maar het is niet zoover gekomen. Blijkbaar
heeft, dc Duce toch nog een degelijk respect
voor de slagwaarde der vereenigde gealli
eerde vloten, ja, het zou zelfs kunnen zijn.
dat dc vernietiging van een aanzienlijk
deel der Duitsche vloot waardoor En
geland eventueel een deel van zijn marine
uit do Noordelijke wateren zou kunnen te
rugtrekken Mussolini's oorlogslust eer
heeft bekoeld dan vergroot.
In ieder geval hebben we kunnen vast
stellen. dat de Duitsche gezant te Rome
in allerijl hij Hitier is ontboden. De betcc-
kenis van zulk oen reis kan velerlei zijn.
En zoo behoeft de grond dus niet te wor
den cozoeht in ontevredenheid van don
Führer over den gang van zaken. Al lijkt
dit wel waarschijnlijk.
F.cn soortgelijke cang van zaken is waar
neembaar in den Balkan, waar «le verschil
lende staten zich aanvankelijk wel even
geïnteresseerd betoonden door de gebeuHe-
nissen in Denemarken en Noorwegen. Met
het naspel daarvan scheen deze vrees ech
ter geleidelijk tc verminderen en vooral
de Ralkanstaten. die 't n«a*t hij Duitsch
land waren gelegen, betoonden zich uiterst
actief hij hun bestrijding van eventueel
binnenlandse!» verraad. Dat deze houding
Berlijn onaangenaam is. spreekt wel van
zelf. Het heteekent immers een inwendige
versterking van deze landen, zoodat bij een
e\entuecle herhaling van dc geschiedenis
uit het Noorden de tegenstand heel wat
sterker belooft te zijn. Waarbij men moet
bedenken, dat de militaire waarde der Bal-
kanlanden toch al veel grooter is dan die
der Scandinavische rijken.
Overigens richt deze binnenland-
sche actie tegen verraad zich - ook
al wordt dit nergens bepaald onder
woorden gebracht zeer in het bij
zonder tegen Duitsche invloeden.
Men weet dit, ook in Berlijn, zeer
wel en het feit, dat men deze zich
allerwegen openbarende strooming
blijkbaar heeft te aanvaarden, zal
bij de Duitsche regeering stellig een
onbevredigend gevoel achterlaten.
Men lijkt tc Berlijn in dit opzicht mei
zijn houding wat verlegen. En 7.00 is er
sprake van iets als een gelijktijdig dreigen
en vriendelijk bejegenen. Ecnerzijds wordt
den Balkanstaton lof toegezwaaid over het
feit. dat ze de geallieerde inblazingen om
zich te keeren tegen Duitschland, niet het
oor hebben geleend, anderzijds klinken
daar tusschcndoor felle waarschuwingen
voor het geval ze dit nog mochten doen.
Zoo stond alles bijeengenomen Hitiers
51e verjaardag niet in zulk een fleur als
«Ie Duitsche leiders wellicht hadden gehoopt
Er is op dit oogenblik eerder een stroo
ming waarneembaar, voeivnd van Duitsch
land af, dan daar naar toe. Alle breed
sprakige redevoeringen, waarmee overigens
niet alleen het Duitsche volk gelukkig is
gemaakt, kunnen daaraan niets verande
ren. Trouwens, die redevoeringen, waarin
telkens en telkens opnieuw wordt verze
kerd, dat het eigen volk den oorlog zal
winnen, beginnen danig vervelend en afge
zaagd te worden.
De eenige nieuwe klank vernamen we
dezer dagen van den Italiaanschen heer
Ansaldo, die niets meer of minder had te
ertcllcn, dan dat de verliezers van dozen
oorlog zouden zijn gedoemd tot oen slaven-
botstann. Gelukkig kan dc heer Ansaldo
evenmin in de toekomst lezen als wie ook.
Maar zijn uiting als invloedrijk Italiaan is
dc moeite van het opteekencn waard. Blijk
haar is Ansaldo er van overtuigil, dat Ita
lië aan dc zijde van den overwinnaar zal
staan. Is dat Duitschland of zijn het de
geallieerden? Daarover liet de heer Ansal
do zich wijselijk niet uit, hoewel mag wor
den aangenomen, «lat zijn sympathieën aan
den kant van Hit Ier staan.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van 23 ApriL
HOOGEROP GEZOCHT.
Callantsoog.
Er kwam weer een hooger beroepzaak.
Op 27 November van het vorige jaar was
dc chauffeur J. K. uit Callantsoop op de
Dorpsstraat aldaar met z'n vrachtauto in
achterwaartschc richting van een erf afge
reden, zonder zich er van te overtuigen, of
de weg vrij was. Hierdoor was een aanrij
ding ontstaan cn de kantonrechter had
verd. veroordeeld tot 20.boete, subs. 1
week hechtenis.
Verdachte was in hooger beroep gegaan,
omdat hij van oordcel was onschuldig te
zijn. Hij was met z'n wagen niet meer dan
10 cm; op den weg. de wielen waren nog
qp het erf. Ik zag twee kleine lichten na
deren uit de richting Callantsoog en meen
de, dat het fietsers waren. Ze waren toen
no~ ongeveer "200 meter van nie af.
U - had een teeken moeten geven, want
opaij heeft u geen licht, merkte mr. Fruin
op. Bovendien strijdt deze verklaring niet
die voor den kantonrechter afgelegd. Daar
heeft u gezegd, dat u 'n auto zag naderen.
Er was nog ruimte genoeg om te passteren,
aldus verd.
De verdediger Mr. dr. Buiskool uit Scha-
gen was van nieening. dat de automobilist
die uit Callantsoog kwam, de groote lich
ten van de vrachtauto had moeten zien,
want er zijn daar huizen, waarin het licht
zioh zeker weerkaatst heeft.
De 2*-jai*ige melksüjter ter V. uit Callants
oog had geen lichten gezien en zcide. dat
het tusschen licht en donker was. Hij had
zijn groote lichten daarom nog niet ont
stoken en ook al, omdat hij in de kom der
gemeente reed.
Als het tusschen liclit en donker was, ris-
kerde u toch een heeleboel, zeide de presi
dent tot get.
Ik verwachtte daar heelemaal geen auto,
was het antwoord.
Had tl veel schade? wilde mr. Fruin weten.
Twee en vijftig en een halve gulden.
Maar ik heb de eisch tot schadevergoeding
teruggebracht op 50.
Hoe hard reed u? vroeg de president.
Niet meer dan 25 a 30 km., was getuige's
antwoord.
De Officier van Justitie requisitor nemend
was van oordeel, dat verd. de veiligheid
en dc vrijheid van het verkeer in gevaar
had gebracht en noemde de opgelegde straf
zéér olement Mr. v. d. Fecn de Lille eischte
dan ook bevestiging van het vonis van den
kantonrechter en toekenning van de civiele
vordering, groot 50.
De verdediger van verd. Mr. dr. Buiskool,
bestreed de nieening van den Officier. Gel
immers had de auto van z'n cliënt niet
zien rijden en ook. niet zien staan, ofschoon
zulks bij eenige oplettendheid mogelijk was
geweest. Merkwaardig is, dat niet kon wor
den vastgesteld of verd. zich met z'n auto
op den weg had begeven.
Pleiter vroeg vrijspraak, omdat niet verd.
doch get. schuld droeg aan deze aanrijding.
Nadat de uitspraak op heden over acht
dagen was bepaald, werd om één uur de
zitting een uur geschorst.
MIDDAGZITTING.
Anna P a u 1 o w n a.
EEN KWADE DAG VOOR EEN DER
GETUIGEN.
De 27ste December van het vorige jaar
was een kwade dag voor get. C. v. d. K. uit
Anna Paulowna, die tengevolge van een
aanrijding op het kruispunt Ewijcksvaart
cn Molenvaart het linkerdijbeen brak en
fracturen kreeg aan den linker ellepijp en
het rechter sleütelbeen. Deze getuige, die
nog steeds in het ziekenhuis wordt %er-
jilcegd, kon niet verschijnen.
De aannemer C. K. uit Harlingen moest
zich voor deze aanrijding verantwoorden.
Deze kwam met z'n auto aanrijden toen
van de zijde der Molcnvaart drie wielrijders
naderden. De toestand van den weg was
niet slecht, wel had het in N. Holland een
beetje gesneeuwd.
Dan had u voorzichtiger moeten zijn,
meende Mr. Fruin.
Ik zag op 150 km. afstand de wielrijders
al aankomen; ze* Beden achter elkaar. Ik
g f signaal en Iwm wielrijders waren reeds
overgestoken; dc derde reed héél langzaam
en ik dacht, dat die wel zou afstappen. De
wee bleek daar glad te zijn en stopjicn
durfde ik niet.
U heeft er een verkeerde kijk op gehad,
merkte de president op. Na de aanrijding
heeft u wel gestopt en u kwam 25 M. ver
der al tot stilstand.
De getuigen S. C en J. v. T.,
landarbeiders uit Anna Paulowna
hadden op het kruispunt staan
praten en vertelden, dat de weg erg
-lad was en verd. héél hard reed.
De drie fietsers reden niet \lak ach
ter elkaar, want v. d. K., die 68 jaar
oud is, kwam een eind achteraan.
Hij werd door de auto geschept,
kwam op den radiator terecht en
smakte tegen den grond, waar hij
liggen bleef.
Get. J. v. T. zei nog, dat verd. schrikke
lijk hard reed cn hij dacht nog: „Daar
Julianadorp
Onder leiding van Joh. van Glab-
beek, na Jaren van strijd weer op
den goeden wegl
Op het vaandel van „Kunstzin" staat als
jaar van oprichting vernield 1006, dus eigen
lijk zou zij 34 jaar bestaan. In de maand
April van 1920 werd echter in het café van
G. Vader een vergadering belegd om de „mu
ziek" die eenige jaren doodgeweest was,
weer opnieuw op te richten. Op 25 April 1920
werd daartoe besloten. Als directeur werd
aangezocht de heer van den Boogaarde.
JOH. VAN GLABBEEK.
Op 2 Juni d.a.v. vingen de reptities aan.
Het Bestuur bestond toen uit de heeren P.
Constat, voorzitter. P. L. Winder, Penn., H.
van Baaren Secr., C. Purmer en C. Hollander
commissarissen.
In 1922 werd dc lieer C. Purmer, Penning
meester en is dat thans nog. Leden die van
af den beginne gebleven zijn, zijn P. Con
stant, C. Hollander, C. W. de Graaf en J. J.
Constant.
In 1925 bedankte de heer van den Boogaar
de als directeur, in zijn plaats werd toen (nu
wijlen) de heer A. Haanstra benoemd, die
op 8 Januari als zoodanig in functie trad.
(Aan den lieer Haanstra hebben wij een
piooie herinnering. Van zijn hand is de
„Kunstzinmarsch" en wij herinneren het ons
goed, hoe wij die met elkander op papier
beurt watIk vond het geen werk voeg
de get. eraan toe.
Dc Officier van Justitie zeide in zijn re
quisitor, dat natuurlijk het verkeer van
rechts voorrang had. De bestuurder van
dc auto heeft als in zoo tal van geval
len gemeend, dat het recht van den
sterkste ook hier van toepassing was. Im
mers, hij dacht: die bejaarde wielrijder zal
wel afstappen, maar dat was voor verd.
geen reden om maar door te rijden. De weg
was glad. er lag sneeuw die bevroren was.
De verd. heeft dc voorzichtigheid niet in
acht genomen cn heeft onder dc gegeven
omstandigheden véél to hard gereden.
De eisch luidde: 300,boete, subs. 60
dagen.
De verdediger van verd.. Mr. Koning uit
Leeuwarden, was van oordeel, dat de fiets
rijder niet had opgelet, doch zijn aandacht
uitsluitend bepaald had op den weg, welken
hij bereed. Van roekeloosheid kon bij z'n
cliënt, volgens pleiter niet worden gespro
ken. Daarom concludeerde Mr. Koning tot
vrijspraak, subs. een lichte geldboete.
Ook in deze zaak werd de uitspraak be
paald op heden over acht dagen.
ZOU DIT WERKELIJK
MèéR VOORKOMEN?
In „dc Trom", het orgaan
van het Nationaal Jongeren
Verbond, schrijft een gemo
biliseerde in een ingezonden
Muh het volgende:
Zooals U misschien bekend
is hen ik sedert 1 Nov. 1939
hier in gestationneerd
cn ook gedurende dien tijd
ingekwartierd.
Met m'n kwartieren heb ik
nooit last geJiad. doch nu
dc zomertijd aanbreekt moe
ten de pensions welke door
ons bezet ziin, ontruimd
worden.
Hierdoor moet ik nu naar
kwartieren uitkijken, waar
van de eigenaars geen scha
de kunnen lijden. Een lo
gisch gevolg is nu dat wc
terecht komen bij mcnschen
van den meer gegoeden
stand, welke 's zomers geen
pension houden. Doch hierbij
doet zicli een frappant feit
voor; n.1. dat minder gegoe
den gaarne inkwartiering
hebben, en zelfs zelf o|i zol
der daarvoor gaan slapen en
een werkelijk goed kwartier
geven, terwijl de meer ge
goeden niet op inkwartiering
gesteld zijn, wat uit het vol
gende feit blijkt, dat niet op
zich zelf stant. daar het mij
meer overkomen is, doch
lang niet zoo erccrlijk als 't
navolgende geval:
Op Donderdag, i April,
vervoegde Ik mij Ie 10 uur
in den morgen bij de fanu
W. tc
Na mij bekend gemankt te
hebben werd door de dienst
bode, mevrouw gehaald, die
mii op een onwellevende ma
nier \ertelde dat zij wel
plaats had voor geëvacueerde
menschen, doch niet voor in
kwartiering van militairen,
bovendien had zij geen bed-
geret, zoodat we hiervoor
maar zelf moesten Borgen,
maar voordat ze besluiten
zou, zou ze meneer wel even
halen.
Deze „heer" kwam en be
gon: „Wat mot je". Hoewel
het ons toen reeds veel
moeite kostte om netjes te
blijven, vertelden we hem be
leefd wat we kwamen doen.
Ook hij vertelde dat hij
gaarne plaats maakte voor
geëvacueerde mcnschen doch
voor militairen was geen
plaats. Op zijn vraag: „Wat
voor militairen krijg ik dan
wel bij eventueele inkwartie
ring?" vertelden wc hem «Int
het ging om enkele soldaten
en onderofficieren. Hierna
riep hij uit. met ontzet ge
zicht: „Soldaten. soldaten,
neen, daar is zeker geen
plaats voor."
Hoewel ik zelf sergeant
hen, voel je je toch vaak als
een soldaat met strepen, zoo
dat dit mij en m'n collega
zeer griefde.
Als goed N.J.V.-er grieft
het mij des te meer. want
hieruit blijft toch wel dat
ons leger nog lang niet op
«Ie sympathie doe natie
steunt. Wanneer f? eooiets
gezegd wordt, krijg je echt
een lnimeur om zoo het bijl
tje er bij neer tc gooien en
vraag je je af: „Moet ik nu
vandaag of morgen, voor
zulke menschen vechten en
misschien m'n leven laten?"
DE TELEGRAAF AAN T
BELLETJE TREKKEN.
„Het Volk" (s.d.) geeft een
beschouwing over een hoofd
artikel in „De Telegraaf" dat
geschreven was n.a.v. dc af
kondiging van den staat van
beleg voor ons land.
„Het Volk" zegt: „Het is
maar goed voor dc redactie
van dit blad (bedoeld wordt
dus dc Telegraaf), dat zij
niet in Hongarije leeft, waar
zoojuist is besloten tot het
instellen van concentratie
kampen voor verspreiders
van valsche geruchten.
Want het is het versprei
den van valsch gerucht, om
dc voorstelling te wekken,
alsof de afkondiging van den
staat van beleg gezien moet
worden als een blijk van on
macht van dc regeering, om
aan de eenheid en wils
kracht van ons volk voldoen
de uiting te geven.
„De Telegraaf" weet name
lijk zeer wel. dat dc afkondi
ging van den staat van be
leg allerminst heteekent, dat
de regeering van haar gezag
afstand «loet. Want de regee
ring blijft ton allen tij«le bo
ven het militair gezag staan
en uit de eigen woorden van
Jhr. De Geer blijkt reeds, dat
het haar bedoeling is. dat de
bevolking in het algemeen
van de nieuw getroffen maat
regel even weinig zal be
merken als zij tot dusver
heeft bemerkt van het feit,
dat de staat van oorlog over
al en dc staat van beleg
reeds in een groot deel van
het land gold.
De voorstelling, dat een
zwakke rccgering. uit gevoel
van eigen onmacht, het be
stier maar aan «Ie militairen
overdraagt, is dus volstrekt
bezijden de waarheid.
Zij zou echter, in dc gege
ven omstandigheden, ook in
hoogc mate gezagsondermij
nend kunnen zijn, indien zij
niet in „De Telegraaf" was
verschenen. Het Nederland-
sche volk kent dit blad nu
allengs wel voldoende. om
zoo'n uitspraak op haar Juis
te waarde te schatten.
„De Telegraaf" eindigt haar
beschouwing met de verze
kering. dat het de plicht van
iedcren Nederlander is. zich
zonder e«eiiig voorbehoud
achter de militaire autoritei
ten te plaatsen. Op de tirap
naar de regeering volgt een
smeer honing voor het mili
tair gezag. Eerst lielletje
trekken en dan een braaf ge-
zicht zotten. Het blad ver
schaft zirh hiermede een vi
site-kaartje, dat in militaire
kringen zeker geen goede in
troductie zal vormen. Boven
dien: regccrine en militair
gezag zijn één! Wie denkt
de regeering te kunnen hoo-
110n en hij liet militair gezag
in het gevlij te kunnen ko
men. mankt een volstrekte
misrekening. En toont zich
opnieuw niet opgewassen te-
pen de hoogc taak van het
«laghladwezen in deze voor
den lande zoo ernstige uren.
brachten, en vermenigvuldigden. Corr.) Vele
namen van oude bekenden, die hun beste
krachten aan „Kunstzin" gaven, komen ons
thans voor den geest.
Haldel
Hun zij hier een woord van dank
gebracht. En willen wij bij uitzonde
ring noemen n.1. P. Rienstra, die lang
als secretaris fungeerde, maar nu
nog steeds een onmisbare steunpi
laar van de tooneelclub is.
Op 13 Januari 1926 werd tot Eere-Voorzit-
ter benoemd de heer J. Blaauboer. Op 28
Augustus 1927 werd aan „Kunstzin" een Mu- j
ziektent aangeboden. Deze was gebouwd
door nu wijlen J. de Graaf onder architec
tuur van den heer Groeneveld. De burgerij
stelde hiervoor de financiën beschikbaar.
Achteruitgang..,
Tn October 1928 kwam weer een groote in
zinking, bijna geen leden meer enz. Enkele
getrouwen hielden echter vol. De heer Haam
stra bedankte als directeur. Toch besloot
men vol te houden. Men vond weer een direc
teur in den persoon van den heer J. van Glab
heek. IJverig werd er gestudeerd en het luk
te weer, nieuw leven er in te krijgen!
Nu 10 jaar voorzitter geweest te zijn be
dankte de heer P. Constant in 1930, zijn op
volger werd C. W. de Graaf. Er kwam een
zware tijd aan, alle instrumenten waren oud
en versleten en voor nieuwe was geen geld.
Er werd echter aan alle kanten aangepakt,
en voor ondergang werd „Kunstzin" behoed.
De uitvoeringen kostten echter steeds geld.
Groei!
Ook dat moest en is veranderd. Er wa
ren maar 29 donateurs en dat is nu tot 140
opgevoerd In 1933 begon men aan de con- j
coursen deel te nemen en dat gelukte en
steeds beter. In totaal werden 1 eere-. 5
eerste-, 8 tweede- en 1 derde prijzen be
haald. En thans komt de vereeniging uit i
in de 1ste afdeeling Harmonie. Tot eere
voorzitter was inmiddels de heer I. J.
Schroevers benoemd. De Zomerfeesten
brachten nog de vereeniging die voordeel,
dat Ue instrumenten vernieuwd konden
worden. De zustervereeniging „Sportlust"
werkte hierbij steeds mede.
In 1934 bedankte P. Rienstra als secre
taris, hij werd opgevolgd door A. van Kem
pen. Er werden nieuwe uniformpetten aan
geschaft. De directeur nam het toonecl voor
zijn rekening, want ook dat moest in orde
zijn. De heer L. Tichelaar was hierbij
trouwe helper.
Ook aan Kerkconcerten werd medege
werkt In 1936 wisselde de voorzittcrshinctie
weer en werd deze voortaan vervuld door
den heer C. Hollander. De secretaris T.
v. d. Woude, thans gemobiliseerd, is ver
vangen door C. P. in 't Veld. Ook het eere
voorzitterschap wisselde; de heer"Êschoevers
vertrok naar Schapen, maar zijn plaats
werd ingenomen door den heer J. Hendriks.
En thans kan de ijverige direc
teur, wiens conterfeitsel hierboven
staat, met genoegen op zijn vele
werk voor „Kunstzin" verricht, te
rugzien. En dat een cn ander ge
waardeerd zal worden, dat late men
vanavond dan blijken. Dan is er ge
legenheid om te complimenteeren.
VRIJDAG 26 APRIL 1940
Hilversum I. 1875 en 414.4 m.
Algemeen programma, verzorgd door de
KRO.
8.00 Berichten ANP.
8.059.15 en 10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Bijbelsche causerie.
12.00 Berichten.
12.15 Dinteren's orkeqt.
12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
1.10 KRO-orkest.
I.50 Gramofoonmuziek.
2.00 Orgelconcert en gramofoonmuziek.
3.00 Het Nieuw-Rotterdamach trio.
3.55 Gramofoonmuziek.
4.45 Rococo-orkest.
5.15 Gramofoonmuziek.
5.30 Musiquette.
6.00 Gramofoonmuziek.
6.20 KRO-melodisten en solist
7.0Ó Berichten.
7.15 ..Personeelsselectie in de bedreven",
causerie.
7.35 Reportage.
8.00 Berichten ANP.
8.15 KRO-New Style Artists en solist.
9.00 Gramofoonmuziek.
9.30 Radiotooneel.
10.05 Gramofoonmuziek.
10.10 Frans Steffen en zijn Nederlandsch ork.
10.30 Berichten ANP.
10-40 Gramofoonmuziek.
10.45 Frans Wouters' Swing Musicians.
II.1012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum EL S01.5 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00
AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA.
I.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA.
8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Declamatie.
10.40 Cello en piano.
II.10 Declamatie.
11.30 Gramofoonmuziek.
12.00 De Palladians.
12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
I.00 AVRA-amusementsorkest en solist.
2.00 Voor de huisvrouw.
2.10 Disco-causerie.
3.00 Pianovoordracht.
3.30 AVRO-dansorkest.
4.00 Gramofoonmuziek met toelichting.
4.30 Rosian-Ladies.
5.00 Voor de kinderen.
5.306.00 De Ramblers.
6.05 Esmeralda.
6.30 Letterkundig overzicht.
6.50 Zang en orgel.
7.00 Cyclus „Het beginselprogramma der
SDAP.
7.18 Berichten ANP.
7.30 Reportage. Hierna berichten.
7.35 Jeugdhalfuur.
8.00 Zang met pianobegeleiding.
8.30 Cyclus „God roept tot den mensch".
9.00 Radiotooneel.
9.25 Fragmenten uit de operette „Prinses
Fatimah".
10.40 Avondwflding.
II.00 Bericht en ANP.
11.10 Jazzmuziek (gr.pl.)',
11.40—12.00 Orgelspel.