W verzicht- Wij lazen voor U Buitenlandsch ch* Arrondissements rechtbank te Alkmaar Twintig jaar „Kunstzin' tt Radioprogramma BEGINT HET GETIJ VOOR DUITSCHLAND TE VERLOOPEN? VREEMDE HOUDING VAN RUSLAND. ITALIë BLIJFT NEU TRAAL. DE BALKAN WENDT ZICH AT. DWAZE REDEVOERINGEN. Hitier heeft door zijn coupe tegen Dene marken en Noorwegen zonder twijfel alles bereikt, wat er in zat. Hij heeft een oogon- blik de twijfelaars, die dikwijls meer res pect hebben voor een waaghalzigc, over moedige daad dan voor het resultaat van wijs beleid omdat dit laatste meer tijd vordert op zijn hand gehad. Deze m»n- schcn hebben even met een zekere gering schatting gesproken over dc geallieerden, die toch maar telkens een neuslengte op achter waren bij de energieke en doortas tende Duitschers en nu, luttele dagen later, zijn ze weer evenver als ze waren voor den Duitschen overval: ze twijfelen weer. Want er staat nu wel vast, dat de voor dcelen van Ilitlers laatste spektakelstuk niet 7.00 groot zijn geweest, als de Führer vermoedelijk zelf heeft gehoopt en als zijn bewonderaars aanvankelijk hadden ver wacht. Wel hoort men in de Duitsche communiqués omtrent de gebeurtenissen nog herhaaldelijk van successen, welke on getwijfeld ook in zekere mate worden be haald, maar men doet er misschien goed aan to overwegen, dat het toegeven van eventueele tegenslagen, welke er ook in rui me mate zijn. tengevolge zou kunnen heb ben,. dat de Noren in de bezette gebieden opstandiger worden en waardoor de positie der Duitschers, die in een vijandig land staan, waar van alle zijden het verraad loert, spoedig onhoudbaar zou kunnen worden. De vooruitzichten van Duitschland blij ven in het Noordon weinig belovend. Van een ommezwaai der Noorsche regeering is totaal geen sprake meer cn met dc aan komst. der expediticlegers uit Engeland en Frankrijk dalen de Duitsche kansen. Van de. cindafloop is natuurlijk nog niets te zeg gen. maar flat Noorwegen zal worden inge palmd zooals Oostenrijk, Tsjocho-Slowakije. Polen en Denemarken, mag uitgesloten wor den geacht. Hier zal Duitschland het uiter ste van zijn krachten moeten inspannen en zelfs dan is het de vraag of het succes zal hebben. Dat ook internationaal dc Duitsche actie niet meer die waardeering ondervindt, welke er een oogenblik aan is gegeven, blijkt uit de houding der andere Europee- Beha mogendheden. Het meest opvallend gedraagt zich Rus land. dat zich uit eigen beweging tol En geland zou hebben gericht om met Groot- Brittannië te komen tot de afsluiting van economisch verdrag. Begrijpelijkerwijs is het Engelsche enthousiasme voor een soort gelijke overeenkomst niet overmatig groot. Men herinnert zich te Londen, hoe Rus land er. ongeveer een lmlf jaar geleden, geen heen in zag met Duitschland in het geheim een verdrag af te sluiten, terwijl met de geallieerden in het openbaar over een militair pact werd verhandeld. Daar naast moge Ruslnnds bondgenoot Duitsch land op het oogenblik met de geallieerden in oorlog zijn. dc gemakkelijkheid, waar mee men te Moskou een overeenkomst blijkbaar degradeert tot „een vodje papier" zal te denken geven en de Engelse hen wel even doen twijfelen aan dc goede trouw der Russen. Toch zal nven te Londen wel liet oor leenen aan de Moskousche voorstellen. Men zal daarbij over wegen, dat iedere schade, welke Rusland bereid is het Derde Rijk aan te doen. meegenomen is en onen zal wellicht tegenprestaties le veren naarmate inderdaad van de Sovjetkant 'n prestatie plaats heeft, Ook wanneer er sprake is van gelijk oversteken, kan er een contract noodig zijn om tot deze van l»etrekkelijk weinig vertrouwen getuigende handeling te komen. Het feit echter, dat Moskou tot trans actie bereid blijkt, die niet* anders dan nadëelig voor Duitschland kunnen zijn, is veelbeteekencnd. Anderzijds moet ootf de houding van Italië te denken geven aan Ilitlcr. De felle campagne voor Duitschland en tegen En geland. welk een oogenblik in de Ttali- aansche pers werd gevoerd, is «loodgcloo- pen. 7.66 lievig was deze actie, dat Italië zich scheen klaar te maken voor het uiterste: de oorlog tegen de geallieerden. Maar het is niet zoover gekomen. Blijkbaar heeft, dc Duce toch nog een degelijk respect voor de slagwaarde der vereenigde gealli eerde vloten, ja, het zou zelfs kunnen zijn. dat dc vernietiging van een aanzienlijk deel der Duitsche vloot waardoor En geland eventueel een deel van zijn marine uit do Noordelijke wateren zou kunnen te rugtrekken Mussolini's oorlogslust eer heeft bekoeld dan vergroot. In ieder geval hebben we kunnen vast stellen. dat de Duitsche gezant te Rome in allerijl hij Hitier is ontboden. De betcc- kenis van zulk oen reis kan velerlei zijn. En zoo behoeft de grond dus niet te wor den cozoeht in ontevredenheid van don Führer over den gang van zaken. Al lijkt dit wel waarschijnlijk. F.cn soortgelijke cang van zaken is waar neembaar in den Balkan, waar «le verschil lende staten zich aanvankelijk wel even geïnteresseerd betoonden door de gebeuHe- nissen in Denemarken en Noorwegen. Met het naspel daarvan scheen deze vrees ech ter geleidelijk tc verminderen en vooral de Ralkanstaten. die 't n«a*t hij Duitsch land waren gelegen, betoonden zich uiterst actief hij hun bestrijding van eventueel binnenlandse!» verraad. Dat deze houding Berlijn onaangenaam is. spreekt wel van zelf. Het heteekent immers een inwendige versterking van deze landen, zoodat bij een e\entuecle herhaling van dc geschiedenis uit het Noorden de tegenstand heel wat sterker belooft te zijn. Waarbij men moet bedenken, dat de militaire waarde der Bal- kanlanden toch al veel grooter is dan die der Scandinavische rijken. Overigens richt deze binnenland- sche actie tegen verraad zich - ook al wordt dit nergens bepaald onder woorden gebracht zeer in het bij zonder tegen Duitsche invloeden. Men weet dit, ook in Berlijn, zeer wel en het feit, dat men deze zich allerwegen openbarende strooming blijkbaar heeft te aanvaarden, zal bij de Duitsche regeering stellig een onbevredigend gevoel achterlaten. Men lijkt tc Berlijn in dit opzicht mei zijn houding wat verlegen. En 7.00 is er sprake van iets als een gelijktijdig dreigen en vriendelijk bejegenen. Ecnerzijds wordt den Balkanstaton lof toegezwaaid over het feit. dat ze de geallieerde inblazingen om zich te keeren tegen Duitschland, niet het oor hebben geleend, anderzijds klinken daar tusschcndoor felle waarschuwingen voor het geval ze dit nog mochten doen. Zoo stond alles bijeengenomen Hitiers 51e verjaardag niet in zulk een fleur als «Ie Duitsche leiders wellicht hadden gehoopt Er is op dit oogenblik eerder een stroo ming waarneembaar, voeivnd van Duitsch land af, dan daar naar toe. Alle breed sprakige redevoeringen, waarmee overigens niet alleen het Duitsche volk gelukkig is gemaakt, kunnen daaraan niets verande ren. Trouwens, die redevoeringen, waarin telkens en telkens opnieuw wordt verze kerd, dat het eigen volk den oorlog zal winnen, beginnen danig vervelend en afge zaagd te worden. De eenige nieuwe klank vernamen we dezer dagen van den Italiaanschen heer Ansaldo, die niets meer of minder had te ertcllcn, dan dat de verliezers van dozen oorlog zouden zijn gedoemd tot oen slaven- botstann. Gelukkig kan dc heer Ansaldo evenmin in de toekomst lezen als wie ook. Maar zijn uiting als invloedrijk Italiaan is dc moeite van het opteekencn waard. Blijk haar is Ansaldo er van overtuigil, dat Ita lië aan dc zijde van den overwinnaar zal staan. Is dat Duitschland of zijn het de geallieerden? Daarover liet de heer Ansal do zich wijselijk niet uit, hoewel mag wor den aangenomen, «lat zijn sympathieën aan den kant van Hit Ier staan. MEERVOUDIGE STRAFKAMER. Zitting van 23 ApriL HOOGEROP GEZOCHT. Callantsoog. Er kwam weer een hooger beroepzaak. Op 27 November van het vorige jaar was dc chauffeur J. K. uit Callantsoop op de Dorpsstraat aldaar met z'n vrachtauto in achterwaartschc richting van een erf afge reden, zonder zich er van te overtuigen, of de weg vrij was. Hierdoor was een aanrij ding ontstaan cn de kantonrechter had verd. veroordeeld tot 20.boete, subs. 1 week hechtenis. Verdachte was in hooger beroep gegaan, omdat hij van oordcel was onschuldig te zijn. Hij was met z'n wagen niet meer dan 10 cm; op den weg. de wielen waren nog qp het erf. Ik zag twee kleine lichten na deren uit de richting Callantsoog en meen de, dat het fietsers waren. Ze waren toen no~ ongeveer "200 meter van nie af. U - had een teeken moeten geven, want opaij heeft u geen licht, merkte mr. Fruin op. Bovendien strijdt deze verklaring niet die voor den kantonrechter afgelegd. Daar heeft u gezegd, dat u 'n auto zag naderen. Er was nog ruimte genoeg om te passteren, aldus verd. De verdediger Mr. dr. Buiskool uit Scha- gen was van nieening. dat de automobilist die uit Callantsoog kwam, de groote lich ten van de vrachtauto had moeten zien, want er zijn daar huizen, waarin het licht zioh zeker weerkaatst heeft. De 2*-jai*ige melksüjter ter V. uit Callants oog had geen lichten gezien en zcide. dat het tusschen licht en donker was. Hij had zijn groote lichten daarom nog niet ont stoken en ook al, omdat hij in de kom der gemeente reed. Als het tusschen liclit en donker was, ris- kerde u toch een heeleboel, zeide de presi dent tot get. Ik verwachtte daar heelemaal geen auto, was het antwoord. Had tl veel schade? wilde mr. Fruin weten. Twee en vijftig en een halve gulden. Maar ik heb de eisch tot schadevergoeding teruggebracht op 50. Hoe hard reed u? vroeg de president. Niet meer dan 25 a 30 km., was getuige's antwoord. De Officier van Justitie requisitor nemend was van oordeel, dat verd. de veiligheid en dc vrijheid van het verkeer in gevaar had gebracht en noemde de opgelegde straf zéér olement Mr. v. d. Fecn de Lille eischte dan ook bevestiging van het vonis van den kantonrechter en toekenning van de civiele vordering, groot 50. De verdediger van verd. Mr. dr. Buiskool, bestreed de nieening van den Officier. Gel immers had de auto van z'n cliënt niet zien rijden en ook. niet zien staan, ofschoon zulks bij eenige oplettendheid mogelijk was geweest. Merkwaardig is, dat niet kon wor den vastgesteld of verd. zich met z'n auto op den weg had begeven. Pleiter vroeg vrijspraak, omdat niet verd. doch get. schuld droeg aan deze aanrijding. Nadat de uitspraak op heden over acht dagen was bepaald, werd om één uur de zitting een uur geschorst. MIDDAGZITTING. Anna P a u 1 o w n a. EEN KWADE DAG VOOR EEN DER GETUIGEN. De 27ste December van het vorige jaar was een kwade dag voor get. C. v. d. K. uit Anna Paulowna, die tengevolge van een aanrijding op het kruispunt Ewijcksvaart cn Molenvaart het linkerdijbeen brak en fracturen kreeg aan den linker ellepijp en het rechter sleütelbeen. Deze getuige, die nog steeds in het ziekenhuis wordt %er- jilcegd, kon niet verschijnen. De aannemer C. K. uit Harlingen moest zich voor deze aanrijding verantwoorden. Deze kwam met z'n auto aanrijden toen van de zijde der Molcnvaart drie wielrijders naderden. De toestand van den weg was niet slecht, wel had het in N. Holland een beetje gesneeuwd. Dan had u voorzichtiger moeten zijn, meende Mr. Fruin. Ik zag op 150 km. afstand de wielrijders al aankomen; ze* Beden achter elkaar. Ik g f signaal en Iwm wielrijders waren reeds overgestoken; dc derde reed héél langzaam en ik dacht, dat die wel zou afstappen. De wee bleek daar glad te zijn en stopjicn durfde ik niet. U heeft er een verkeerde kijk op gehad, merkte de president op. Na de aanrijding heeft u wel gestopt en u kwam 25 M. ver der al tot stilstand. De getuigen S. C en J. v. T., landarbeiders uit Anna Paulowna hadden op het kruispunt staan praten en vertelden, dat de weg erg -lad was en verd. héél hard reed. De drie fietsers reden niet \lak ach ter elkaar, want v. d. K., die 68 jaar oud is, kwam een eind achteraan. Hij werd door de auto geschept, kwam op den radiator terecht en smakte tegen den grond, waar hij liggen bleef. Get. J. v. T. zei nog, dat verd. schrikke lijk hard reed cn hij dacht nog: „Daar Julianadorp Onder leiding van Joh. van Glab- beek, na Jaren van strijd weer op den goeden wegl Op het vaandel van „Kunstzin" staat als jaar van oprichting vernield 1006, dus eigen lijk zou zij 34 jaar bestaan. In de maand April van 1920 werd echter in het café van G. Vader een vergadering belegd om de „mu ziek" die eenige jaren doodgeweest was, weer opnieuw op te richten. Op 25 April 1920 werd daartoe besloten. Als directeur werd aangezocht de heer van den Boogaarde. JOH. VAN GLABBEEK. Op 2 Juni d.a.v. vingen de reptities aan. Het Bestuur bestond toen uit de heeren P. Constat, voorzitter. P. L. Winder, Penn., H. van Baaren Secr., C. Purmer en C. Hollander commissarissen. In 1922 werd dc lieer C. Purmer, Penning meester en is dat thans nog. Leden die van af den beginne gebleven zijn, zijn P. Con stant, C. Hollander, C. W. de Graaf en J. J. Constant. In 1925 bedankte de heer van den Boogaar de als directeur, in zijn plaats werd toen (nu wijlen) de heer A. Haanstra benoemd, die op 8 Januari als zoodanig in functie trad. (Aan den lieer Haanstra hebben wij een piooie herinnering. Van zijn hand is de „Kunstzinmarsch" en wij herinneren het ons goed, hoe wij die met elkander op papier beurt watIk vond het geen werk voeg de get. eraan toe. Dc Officier van Justitie zeide in zijn re quisitor, dat natuurlijk het verkeer van rechts voorrang had. De bestuurder van dc auto heeft als in zoo tal van geval len gemeend, dat het recht van den sterkste ook hier van toepassing was. Im mers, hij dacht: die bejaarde wielrijder zal wel afstappen, maar dat was voor verd. geen reden om maar door te rijden. De weg was glad. er lag sneeuw die bevroren was. De verd. heeft dc voorzichtigheid niet in acht genomen cn heeft onder dc gegeven omstandigheden véél to hard gereden. De eisch luidde: 300,boete, subs. 60 dagen. De verdediger van verd.. Mr. Koning uit Leeuwarden, was van oordeel, dat de fiets rijder niet had opgelet, doch zijn aandacht uitsluitend bepaald had op den weg, welken hij bereed. Van roekeloosheid kon bij z'n cliënt, volgens pleiter niet worden gespro ken. Daarom concludeerde Mr. Koning tot vrijspraak, subs. een lichte geldboete. Ook in deze zaak werd de uitspraak be paald op heden over acht dagen. ZOU DIT WERKELIJK MèéR VOORKOMEN? In „dc Trom", het orgaan van het Nationaal Jongeren Verbond, schrijft een gemo biliseerde in een ingezonden Muh het volgende: Zooals U misschien bekend is hen ik sedert 1 Nov. 1939 hier in gestationneerd cn ook gedurende dien tijd ingekwartierd. Met m'n kwartieren heb ik nooit last geJiad. doch nu dc zomertijd aanbreekt moe ten de pensions welke door ons bezet ziin, ontruimd worden. Hierdoor moet ik nu naar kwartieren uitkijken, waar van de eigenaars geen scha de kunnen lijden. Een lo gisch gevolg is nu dat wc terecht komen bij mcnschen van den meer gegoeden stand, welke 's zomers geen pension houden. Doch hierbij doet zicli een frappant feit voor; n.1. dat minder gegoe den gaarne inkwartiering hebben, en zelfs zelf o|i zol der daarvoor gaan slapen en een werkelijk goed kwartier geven, terwijl de meer ge goeden niet op inkwartiering gesteld zijn, wat uit het vol gende feit blijkt, dat niet op zich zelf stant. daar het mij meer overkomen is, doch lang niet zoo erccrlijk als 't navolgende geval: Op Donderdag, i April, vervoegde Ik mij Ie 10 uur in den morgen bij de fanu W. tc Na mij bekend gemankt te hebben werd door de dienst bode, mevrouw gehaald, die mii op een onwellevende ma nier \ertelde dat zij wel plaats had voor geëvacueerde menschen, doch niet voor in kwartiering van militairen, bovendien had zij geen bed- geret, zoodat we hiervoor maar zelf moesten Borgen, maar voordat ze besluiten zou, zou ze meneer wel even halen. Deze „heer" kwam en be gon: „Wat mot je". Hoewel het ons toen reeds veel moeite kostte om netjes te blijven, vertelden we hem be leefd wat we kwamen doen. Ook hij vertelde dat hij gaarne plaats maakte voor geëvacueerde mcnschen doch voor militairen was geen plaats. Op zijn vraag: „Wat voor militairen krijg ik dan wel bij eventueele inkwartie ring?" vertelden wc hem «Int het ging om enkele soldaten en onderofficieren. Hierna riep hij uit. met ontzet ge zicht: „Soldaten. soldaten, neen, daar is zeker geen plaats voor." Hoewel ik zelf sergeant hen, voel je je toch vaak als een soldaat met strepen, zoo dat dit mij en m'n collega zeer griefde. Als goed N.J.V.-er grieft het mij des te meer. want hieruit blijft toch wel dat ons leger nog lang niet op «Ie sympathie doe natie steunt. Wanneer f? eooiets gezegd wordt, krijg je echt een lnimeur om zoo het bijl tje er bij neer tc gooien en vraag je je af: „Moet ik nu vandaag of morgen, voor zulke menschen vechten en misschien m'n leven laten?" DE TELEGRAAF AAN T BELLETJE TREKKEN. „Het Volk" (s.d.) geeft een beschouwing over een hoofd artikel in „De Telegraaf" dat geschreven was n.a.v. dc af kondiging van den staat van beleg voor ons land. „Het Volk" zegt: „Het is maar goed voor dc redactie van dit blad (bedoeld wordt dus dc Telegraaf), dat zij niet in Hongarije leeft, waar zoojuist is besloten tot het instellen van concentratie kampen voor verspreiders van valsche geruchten. Want het is het versprei den van valsch gerucht, om dc voorstelling te wekken, alsof de afkondiging van den staat van beleg gezien moet worden als een blijk van on macht van dc regeering, om aan de eenheid en wils kracht van ons volk voldoen de uiting te geven. „De Telegraaf" weet name lijk zeer wel. dat dc afkondi ging van den staat van be leg allerminst heteekent, dat de regeering van haar gezag afstand «loet. Want de regee ring blijft ton allen tij«le bo ven het militair gezag staan en uit de eigen woorden van Jhr. De Geer blijkt reeds, dat het haar bedoeling is. dat de bevolking in het algemeen van de nieuw getroffen maat regel even weinig zal be merken als zij tot dusver heeft bemerkt van het feit, dat de staat van oorlog over al en dc staat van beleg reeds in een groot deel van het land gold. De voorstelling, dat een zwakke rccgering. uit gevoel van eigen onmacht, het be stier maar aan «Ie militairen overdraagt, is dus volstrekt bezijden de waarheid. Zij zou echter, in dc gege ven omstandigheden, ook in hoogc mate gezagsondermij nend kunnen zijn, indien zij niet in „De Telegraaf" was verschenen. Het Nederland- sche volk kent dit blad nu allengs wel voldoende. om zoo'n uitspraak op haar Juis te waarde te schatten. „De Telegraaf" eindigt haar beschouwing met de verze kering. dat het de plicht van iedcren Nederlander is. zich zonder e«eiiig voorbehoud achter de militaire autoritei ten te plaatsen. Op de tirap naar de regeering volgt een smeer honing voor het mili tair gezag. Eerst lielletje trekken en dan een braaf ge- zicht zotten. Het blad ver schaft zirh hiermede een vi site-kaartje, dat in militaire kringen zeker geen goede in troductie zal vormen. Boven dien: regccrine en militair gezag zijn één! Wie denkt de regeering te kunnen hoo- 110n en hij liet militair gezag in het gevlij te kunnen ko men. mankt een volstrekte misrekening. En toont zich opnieuw niet opgewassen te- pen de hoogc taak van het «laghladwezen in deze voor den lande zoo ernstige uren. brachten, en vermenigvuldigden. Corr.) Vele namen van oude bekenden, die hun beste krachten aan „Kunstzin" gaven, komen ons thans voor den geest. Haldel Hun zij hier een woord van dank gebracht. En willen wij bij uitzonde ring noemen n.1. P. Rienstra, die lang als secretaris fungeerde, maar nu nog steeds een onmisbare steunpi laar van de tooneelclub is. Op 13 Januari 1926 werd tot Eere-Voorzit- ter benoemd de heer J. Blaauboer. Op 28 Augustus 1927 werd aan „Kunstzin" een Mu- j ziektent aangeboden. Deze was gebouwd door nu wijlen J. de Graaf onder architec tuur van den heer Groeneveld. De burgerij stelde hiervoor de financiën beschikbaar. Achteruitgang.., Tn October 1928 kwam weer een groote in zinking, bijna geen leden meer enz. Enkele getrouwen hielden echter vol. De heer Haam stra bedankte als directeur. Toch besloot men vol te houden. Men vond weer een direc teur in den persoon van den heer J. van Glab heek. IJverig werd er gestudeerd en het luk te weer, nieuw leven er in te krijgen! Nu 10 jaar voorzitter geweest te zijn be dankte de heer P. Constant in 1930, zijn op volger werd C. W. de Graaf. Er kwam een zware tijd aan, alle instrumenten waren oud en versleten en voor nieuwe was geen geld. Er werd echter aan alle kanten aangepakt, en voor ondergang werd „Kunstzin" behoed. De uitvoeringen kostten echter steeds geld. Groei! Ook dat moest en is veranderd. Er wa ren maar 29 donateurs en dat is nu tot 140 opgevoerd In 1933 begon men aan de con- j coursen deel te nemen en dat gelukte en steeds beter. In totaal werden 1 eere-. 5 eerste-, 8 tweede- en 1 derde prijzen be haald. En thans komt de vereeniging uit i in de 1ste afdeeling Harmonie. Tot eere voorzitter was inmiddels de heer I. J. Schroevers benoemd. De Zomerfeesten brachten nog de vereeniging die voordeel, dat Ue instrumenten vernieuwd konden worden. De zustervereeniging „Sportlust" werkte hierbij steeds mede. In 1934 bedankte P. Rienstra als secre taris, hij werd opgevolgd door A. van Kem pen. Er werden nieuwe uniformpetten aan geschaft. De directeur nam het toonecl voor zijn rekening, want ook dat moest in orde zijn. De heer L. Tichelaar was hierbij trouwe helper. Ook aan Kerkconcerten werd medege werkt In 1936 wisselde de voorzittcrshinctie weer en werd deze voortaan vervuld door den heer C. Hollander. De secretaris T. v. d. Woude, thans gemobiliseerd, is ver vangen door C. P. in 't Veld. Ook het eere voorzitterschap wisselde; de heer"Êschoevers vertrok naar Schapen, maar zijn plaats werd ingenomen door den heer J. Hendriks. En thans kan de ijverige direc teur, wiens conterfeitsel hierboven staat, met genoegen op zijn vele werk voor „Kunstzin" verricht, te rugzien. En dat een cn ander ge waardeerd zal worden, dat late men vanavond dan blijken. Dan is er ge legenheid om te complimenteeren. VRIJDAG 26 APRIL 1940 Hilversum I. 1875 en 414.4 m. Algemeen programma, verzorgd door de KRO. 8.00 Berichten ANP. 8.059.15 en 10.00 Gramofoonmuziek. 11.30 Bijbelsche causerie. 12.00 Berichten. 12.15 Dinteren's orkeqt. 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 1.10 KRO-orkest. I.50 Gramofoonmuziek. 2.00 Orgelconcert en gramofoonmuziek. 3.00 Het Nieuw-Rotterdamach trio. 3.55 Gramofoonmuziek. 4.45 Rococo-orkest. 5.15 Gramofoonmuziek. 5.30 Musiquette. 6.00 Gramofoonmuziek. 6.20 KRO-melodisten en solist 7.0Ó Berichten. 7.15 ..Personeelsselectie in de bedreven", causerie. 7.35 Reportage. 8.00 Berichten ANP. 8.15 KRO-New Style Artists en solist. 9.00 Gramofoonmuziek. 9.30 Radiotooneel. 10.05 Gramofoonmuziek. 10.10 Frans Steffen en zijn Nederlandsch ork. 10.30 Berichten ANP. 10-40 Gramofoonmuziek. 10.45 Frans Wouters' Swing Musicians. II.1012.00 Gramofoonmuziek. Hilversum EL S01.5 m. 8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.00 AVRO. 4.00 VARA. 7.30 VPRO. 9.00 VARA. I.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA. 8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Declamatie. 10.40 Cello en piano. II.10 Declamatie. 11.30 Gramofoonmuziek. 12.00 De Palladians. 12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek. I.00 AVRA-amusementsorkest en solist. 2.00 Voor de huisvrouw. 2.10 Disco-causerie. 3.00 Pianovoordracht. 3.30 AVRO-dansorkest. 4.00 Gramofoonmuziek met toelichting. 4.30 Rosian-Ladies. 5.00 Voor de kinderen. 5.306.00 De Ramblers. 6.05 Esmeralda. 6.30 Letterkundig overzicht. 6.50 Zang en orgel. 7.00 Cyclus „Het beginselprogramma der SDAP. 7.18 Berichten ANP. 7.30 Reportage. Hierna berichten. 7.35 Jeugdhalfuur. 8.00 Zang met pianobegeleiding. 8.30 Cyclus „God roept tot den mensch". 9.00 Radiotooneel. 9.25 Fragmenten uit de operette „Prinses Fatimah". 10.40 Avondwflding. II.00 Bericht en ANP. 11.10 Jazzmuziek (gr.pl.)', 11.40—12.00 Orgelspel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 8