TARZAN en de
Hei GeHeim unn
vuren van Tohr
Minister van Landbouw
benoemd
Torrartce
Esdale
Nederlaodsche
voorzorgen in 't buitenland
Inbraak te Laren
opgehelderd
Zoutverbod voor
haring
„Misthoorn" voorloopig
geen geluid meer
Bekend oorlogs
correspondent verongelukt
Radioprogramma
mh dr. a. a. van rhijn, thans
regeeringscommissaris en se
cretaris oeneraal.
minister steenberghe houdt
handel, nijverheid en scheep
vaart.
Lang gekoesterde wensch der
boeren vervuld
Bij Koninklijk Besluit is opnieuw Inge
«teld een ministerie van Landbouw en Vis-
#cherij en de portefeuille daarvan is toe^
gewezen aan den heer Mr. Dr. A. A. van
Rhijn, secretaris-generaal bij het departe
ment van Economische Zaken en voorzitter
van het college van regeeringscomanissaris-
len voor landbouwcrisisaangelegenheden.
Minister Steenberghe, die thans Landbouw
en Visscherij naast Economische Zaken be
hartigt, blijft belast met de portefeuille
van Handel, Nijverheid en Scheepvaart.
Mr. Dr. van rhijn.
Door de benoeming van een deskundig
minister van Landbouw, is een langge
koesterde wensch van het agrarisch ge
deelte onzer bevolking vervuld.
Waar Mr. Dr. van Rhijn minister Steen
berghe steeds adviseerde, kan eenheid
van behandeling der economische vraag
stukken worden verwacht.
De levensloop van den minister.
De nieuwbenoemde minister is in 1892 te
Groningen geboren. Zijn vader was hoog
leeraar in de theologie aan de universiteit
aldaar. Minister van Rhijn studeerde aan
de Groningsche universiteit rechtsweten
schappen. Zijn candidaats- en doctoraal
examen geschiedde cum-laude. Aan de uni
versiteit te Utrecht studeerde hij later
staatswetenschappen.
De heer van Rhijn begon zijn loopbaan
in 1918 als plaatsvervangend secretaris bij
het scheidsgerecht voor spoorwegpersoneel.
In 1928 werd hij referendaris bij het
departement van Sociale Zaken en ging
later naar Economische Zaken over. Hij
werd voorzitter van het college van regeg-
ringscommissarisscn in zake de landbouw-
crisispolitiek, voorts voorzitter van de cen
trale commissie landbouwcrisiswet en
FEUILLETON
door: Roy Vickers
18.
Hy tastte in zijn achterzak en een oogen-
blik later lag er een kleine revolver op de
palm van zijn hand.
„Wat zou je hier van zeggen? Ze ia niet
geladen en ik draag haar uit gewoonte. Ik
heb patronen in een van m\jn taaschen."
„O nee, dank u," Torrance lachte en Mas-
alter keek kwaad.
„Daar heb je het al!" riep hy uit, „je vindt
nog steeds het idee, dat iemand vermoord
zou kunnen worden, idioot. Ofschoon je het
de laatste twee dagen al twee keer hebt mee
gemaakt. Wat ia er voor geks aan die revol
ver?"
„Alleen maar de gedachte, dat ik haar zou
moeten gebruiken," zei Torarnce. „Je moet
toch geoefend zijn! Ik zou de verkeerde
raken."
Massiter borg de revolver weer op.
„Ik moet zeker maar wennen aan de ge
dachte, dat je recht de leeuwenkooi binnen
wandelt en het nauwelijks weet. En wat denk
je dan nog in dat huis te kunnen doen?"
„Dat weet ik niet", gaf zij toe.
„Daar rondhangen en er voor zorgen, dat
hem niets overkomt? Maar Torrance! Daar
rekenen zij Juist op! zy zullen hun plannen
baseeren op de gedachte, dat jy hen zit op te
wachten en zij zullen je de feiten opdringen,
zoodat jy precies zult zeggen, wat zij willen,
als de politie op het tooneel verschynt."
Zy huiverde. Vderonderstelllngen kregen de
werkelijkheid, zooals hy ze voorlegde.
„Wat zoudt u dan voorstellen?" vroeg zy
mokkend.
„Dat zul jy niet weten," zei Massiter.
„maar je stelt onze vriendschap op een zware
proef, Torrance."
„Het spyt my."
„Laat het jou niet spyten. Laat dat aan
my over. Zoo gaat het altyd. Den heelen tyd
loopt het my mee en juist, als ik het geluk
het meeste noodig heb, verlies ik het."
waarnemend regeringscommissaris voor de
visscherij. In deze functies heeft de heer
van Rhijn bijzondere bemoeiienissen gehad
met landbouw en visscherij. Zoo was hij
voorzitter van twee commissies, samenge
steld uit ambtenaren en bedrijfsvertcgen-
woordigers, die rapport hebben uitgebracht
over de mogelijkheid om de landbouwcrisis
maatregelen door den landbouw zelf te
doen uitvoeren.
AD nister van Rhijn is reeds jaren lid van
het dagelijksch bestuur van de Christelijk
Historische Unie. Gedurende 'den tijd. dat
de heer van Rhijn in Amsterdam heeft ge
woond, had hij voor de Christelijk Histori
sche Unie zitting in de Provinciale Staten
van Noordholland.
amerika als betaalcentrum.
De Nederlandsche regeering heeft Dr.
A. Loudon, den Nederlandschen gezant te
Washington benoemd tot algemeen betaal
meester voor al haar ambtenaren in het
buitenland „in geval van nood".
Verklaard wordt, dat indien Nederland
door eenigen aanval zou worden getroffen,
de heer Loudon zou optreden als thesau
rier en de verantwoordelijkheid op zich
zou nemen ovor de uitbetaling aan Ne
derlandsche vertegenwoordigers in het
buitenland.
Er bevinden zich groote Nederlandsche
credieten in de Vereenigde Staten, welke
zouden kunnen worden aangewend voor
de betaling van de vertegenwoordigers in
het buitenland.
Bij informatie te bevoegder plaatse
merkte men naar aanleiding van boven
staand telegram het volgend op:
Vanzelfsprekend neemt een neutrale
staat, in een internationaal conflict van de
zen omvang, op elk gebied alle voor de
hand liggende voorzorgsmaatregelen, voor
het geval dat, door wiens toedoen dan ook,
zijn regeering tijdelijk van het normale
verkeer met zijn vertegenwoordigers in liet
buitenland verstoken zou geraken. De keus
is op de Vereenigde Staten gevallen als
zijnde een neutraal land met vrij betalings
verkeer.
DADERS TWEE RECIDIVISTEN
GEARRESTEERD.
In verband met de jJ. Zondag gepleeg
de inbraak in de villa van den heer D. A.
Blaauw te Larcy (N.W.M.H.) waar een par
tij juweelen ter waarde van 17.000,— werd
gestolen, heeft dc Larcnsche politie te Hil
versum een tweetal personen gearresteerd,
die van deze inbraak werden verdacht, n.1.
G. de J., recidivist cn B. O., beiden uit Hil
versum. Laatstgenoemde heeft na een ver
hoor bekend de inbraak te hebben ge
pleegd. waarbij hij tevens mededeelde, dat
hij de gestolen sieraden en juweelen, be
halve Jiet collier van 12,000,voor f 20
aan een opkoopcr ten Don Haag heeft ver
kocht.
Beiden zijn te Laren ingesloten.
Duitschers vernietigen
eigen schepen
TWEE KOOPVAARDERS TOT ZIN
KEN GEBRACHT.
De Duitsche ochtendbladen van gisteren
maakten melding van de tot zinken bren
ging door dc eigen bemanningen van de
Duitsche koopvaardijschepen Arucas (Nord-
deutsche Llovd) en Usstikamah (Duitsche
Afrikalijn), teneinde daarmede te verhin
deren dat de schepen in Britschc handen
zouden vallen.
De Arucas bevond zich in het noordelijk
deel van den Atlantischen Oceaan op de
thuisreis toen een Britsch oorlogsschip
verscheen. Dc gezagvoerder liet toen direct
de luiken open zetten om het schip te doen
zinken. Van de opvarenden konden veertig
worden gered.
Behoudens uitzonderingen.
Naar wij van officieele zijde vernemen,
zal met het oog op het weder aanvangen
van de haringvisscherij, met ingang van 9
Mei a.s. verboden zijn haring aan den wal
te zouten.
Evenals vorige jaren geldt dit verbod niet
voor houders van een vergunning, welke
onder bepaalde voorwaarden door dc Ne
derlandsche visscherijcentrale wordt ver
strekt.
Tevens zal het met ingang van 9 Mei
aan reeders van haxingtrawlers zijn toege
staan, een beperkte hoeveelheid steurha-
ring aan te voeren.
Directeur krijgt tweemaal een
maand.
Het Haagsche gerechtshof deed uitspraak
in twee zaken, gewezen tegen den directeur
van de „Mishoorn", zekeren J. N. Het eer
ste geval betrof het publicecrcn van een
anti-semictisch artikel in genoemd blad,
waarvoor N. door de rechtbank te Den Hang
tot cén maand voorwaardelijke gevangenis
straf is veroordeeld met een proeftijd van
drie jaar plus een geldboete van f 250.—
subs. twee maanden hechtenis.
Het hof heeft N. een onvoorwaardelijk ge
vangenisstraf van één maand opgelegd.
Voorts was N. door de Middelburgsche
rechtbank wegens eenvoudige beleedicing
eveneens tot een maand gevangenisstraf
veroordeeld Dit vonnis werd door het hof
bevestigd.
Noch bij de behandeling der zaken, noch
bij de uitspraak was verdachte aanwezig.
Amerikaansche vloot
oefent „tactisch"
IX DE WATEREN VAN' HAWAÏ.
Het besluit de vloot der Vereenigde Sta
ten voor onbepaalden tijd in de wateren
van Hawai te houden werd genomen op
verzoek van den opperbevelhebber der slag-
vloot admiraal Richardson.
Dc opgegeven reden was dat de vloot in
staat moet worden gesteld „verdere tacti
sche oefeningen" te houden.
Gisteren zijn 25 oorlogsschepen van Hono
loeloe naar Californië vertrokken. De hoofd
macht der vloot bestaat uit 90 schepen, met
inbegrip van de vliegkampschepen Sarato-
ga cn Yorktown cn elf Drcadnoughts.
EEN PROZAÏSCH EINDE.
De vooraanstaande journalist Webb Mil-
ler werd gistermorgen vroeg dood aange
troffen op de spoorlijn nabij het knooppunt
van Clapham met Londen. Men vermoedt,
dat hij uit den trein gevallen is.
Miller genoot groote bekendheid als oor
logscorrespondent en als speciale bericht
gever in Europa.
Webb Miller bevond zich op weg naar
huis te Walton aan de Theems, nadat hij
gisteren verslag had gemaakt van de de
batten in het Lagerhuis. Zijn gezondheid
liet niets te wenschcn over en hij verkeerde
ook in een uitstekenden gemoedstoestand.
Men gelooft, dat hij per ongeluk uit den
trein gevallen is, kort na het vertrek van
het station Clapham.
VRIJDAG 10 MEI 1940.
Hilversum I. 1875 en 414,4 m.
Algemeen Programma, verzorgd door den
KRO.
8.00 Berichten ANP.
8.05—9.15 en 10.00 Gramofoonmuziek.
11.30 Bijbelsche causerie.
12.00 Berichten.
door Edgar Rice Burroughs
96.
Het geluid van de voetstappen van den be
waker klonk de vluchtelingen dreigend in de
oren. Snel bukten ze zich achter een uitste
kende kant. Met kloppende harten wachtten
ze. Toen de man in zicht kwam zagen ze.
dat hy gewapend was met speer en zwaard
Niettemin sprongen ze op hem af. De rech
terarm van Ukah sloeg om den man heen en
klemde hem in een ijzeren greep. Op hetzelfde
ogenblik smoorde de linkerhand van den Ra-
thoriaan de kreet van den bewaker. Vlug
scheurde d'Arnot een reep van zijn overhemd
om den reus te knevelen. Daarna haalde de
Franschman een stuk touw te voorschyn en
bond daarmede den reus aan handen en voe
ten. Nu maakten de vluchtelingen een ander
touw aan een stenen uitsteeksel vast en lie
ten zich snel van de muur Ap de grond zak
ken. Ze waren vry. Ze waren echter nog niet
ver gevorderd toen een scherpe kreet klonk
van de bovenkant van de muur. „Ik heb hem
de mond niet goed gesnoerd," stamelde d'Ar
not. „Hy tracht de Jungle-patrouille te waar
schuwen," zei Ukah grimmig. „Als we ge
vangen worden, betekent dit het einde
voor ons voor Tarzan voor Perry en
voor Janette!"
12.15 Rococo-octet.
12.45 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
I.15 KRO-orkest.
2.00 Orgelconcert en gramofoonmuziek.
3.00 Viool en piano (3.253.40 Gramofoon
muziek).
4.00 Gramofoonmuziek.
5.00 Declamatie.
5.15 KRO-Melodisten en solist.
6.00 Gramofoonmuziek.
6.20 Musiquette en solist.
7.00 Berichten.
7.15 Luchtvaartpraatje.
7.30 Reportage.
8.00 Berichten ANP.
8.15 Gramofoonmuziek.
8.35 R.K. Haarlemsche oratoriumvereeniging,
Utrechts Stedelyk orkest en solisten (9.15
9.30 „Folkloristische feesten in België", cau
serie).
10.50 Berichten ANP.
II.00 Paul Steffan's Nederlandsch orkest.
11.2012.00 Gramofoonmuziek.
Hilversum n. 801,5 m.
8.00 VARA. 10.00 VPRO. 10.20 VARA. 12.1
AVRO. 4.00 VARA. 7.S0 VPRO. 9.00 VARA.
10.40 VPRO. 11.00—12.00 VARA.
8.00 Berichten ANP, gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwyding.
10.20 Declamatie.
10.40 Fragmenten uit de operette „Die ge-
schiedene Frau" (opn.).
11.45 Gramofoonmuziek.
12.00 De Palladiana.
12.45 Berichten ANP. gramofoonmuziek.
1.00 AVRO-Amusementsorkest.
2.00 Voor de huisvrouw.
2.10 Discocauserie.
3.00 Declamatie.
3.30 AVRO-dansorkost.
4.00 Gramofoonmuziek met toelichting.
4.30 Rosian-Ladies.
5.00 Voor de kinderen.
5.30 Orgelspel.
6.00 De Ramblers.
6.30 Declamatie.
6.506.55 Gramofonmuziek.
7.00 Cyclus „Het beginselprogramma der
S.D.A.P.
7.18 Berichten ANP.
7.30 Berichtent.
7.35 Jeugdhalfuur.
8.00 Viool met pianobegeleiding.
8.30 Lezing „Marnix van St. Aldegonde".
9.00 Esmeralda.
9.30 VARA-orkest
10.15 Vroolijke voordracht en liedjes.
10.40 Avondwydlng.
11.00 Berichten ANP.
11.10 Jazzmuziek (gr.pl.).
10.4012.00 Gramofoonmuziek.
Torrance dacht na, wat hy hiermee bedoel
de, maar wat hy toen zy, bracht haar in de
war.
Je begrypt, hoe die vrouw het van je ge
wonnen heeft ik bedoel, hoe zy dat jong-
mensch van jou te pakken wist te krygen."
„N-nee."
„Omdat zy van haar schoonheid overtuigd
is hoewel ze weet, dat zy niet eens zoo
byzonder mooi is. Maar jy jy bent de eer
ste mooie vrouw die ik leer kennen, die doet
alsof zy gewoon is. En dat is jouw fout."
„Dat is aardig van u, meneer Massiter,"
zei zy, „maar ik zie niet in hoe Gerald hier
mee geholpen is."
„Enkele axioma's van den handel zyn alge-
meene wetten en kunnen zoowel voor het men-
scheiyk gevoel als voor het verhandelen van
koopwaren gebruikt worden" zei Massiter, en
voegde er breedsprakerig aan toe: „Je moet
reclame maken. Indien het product goed is,
dan is de eerste persoon die dit weten moet.
het gelooven moet en het aan anderen moet
overbrengen jyzelf. Nu heb jy ongeveer Je
geheele leven lang voor jouw product tegen-
reclame gemaakt door dat jongmensch aan
zyn verstand te brengen, dat hy een idioot
was, wanneer hy je byzonder mooi vond."
„Misschien heeft u gelijk of ten deele
geiyk. Maar ik zie nog steeds niet in..."
„Ga naar dat huis en zeg hem, dat je mooi
bent! Neem hem van die vrouw weg! Ik wil
niets voorspellen, maar het kan zyn leven
redden."
Torrance voelde haar wangen gloeien. Zy
was woedend en het scheelde niet veel of zy
had zich als een idioot aangesteld. Volgens
welke Engelsche conventie ook, het voorstel
was ongeloofiyk.
„Gelooft u werkelijk dat het my lukken
zou?"
zy had gewild dat haar vraag ironisch
klonk, maar zy vroeg het toch in allen ernst,
en in allen ernst antwoordde hy haar: „Ik
vrees van wel, Torrance."
HOOFDSTUK XX.
Reclame voor Torrance.
Twee groote valiezen en een kleine. De taxi
chauffeur zette ze in de hal. Gerald kwam uit
de studeerkamer. Hij dwong zichzelf te glim
lachen: zeker omdat Marie in de buurt stond,
dacht Torrance.
„Je wil natuurlijk weer op je oude kamer."
zei hy. „Laat die maar staan. Marie. Ze zyn
voor jou te zwaar. Ik breng ze wel naar
boven."
„Graag!" zei Torrance, „het kleine valies
kan ik zelf wel dragen."
Hy volgde haar de trap op en droeg de
twee valiezen. Naar „haar" kamer. Die zag
er nog echt meisjesachtig uit. Een oud wit
ledikant, waarvan het hoofdeinde beschilderd
was met kleine rose figuurtjes. Er was geen.
groote spiegel., slechts de spiegel van de toi
lettafel, maar dat hinderde niet. Hij zette de
valiezen neer. deed de deur dicht en keek
haar kwaad aan.
„Het was idioot van Annabelle om je te
logeeren te vragen. Dat weten wy beiden.
Waarom nam Je haar uitnoodiging aan?"
„Zy Is bang dat het haar teveel wordt
ik biyf slechts, totdat ale narigheid voorby
is en wy dachten, dat ik misschien van eenig
nut kon zyn."
„Onzin." H(j liet zich op de breede venster
bank neervallen, waar hy vroeger zoo dik
wijls gezeten had toen hy een schooljongen
en later student geweest was; waar hy, met
haar zyn triomfen en teleurstellingen had
gedeeld en eindolooze moppen verteld had die
zij met den noodigen ernst had aangehoord.
Zyn toon veranderde.
„Annabelle is uitgegaan en kan elk oogen-
blik terugkomen."
Zij was zenuwachtig en trachtte vormeiyk
te zyn.
„Vind je het juist tegenover haar, om hier
te biyven zitten?"
„Natuuriyk zóó idioot is Annabelle niet,
om daar bezwaar tegen te hebben... Waarom
ben je gekomen?"
zy dacht aan meneer Massiter en aan
Annabelle.
(Maar Annabelle zat op dat oogenblik In
Parijs).
„Ik weet het niet," antwoordde zy en het
was byna waar. Zy dacht er geen oogenblik
aan, dat het uitdagend klonk, totdat zyn
oogen het haar zeiden.
„Je kon niet wegbiyven," fluisterde hy.
„GERALD!" zy bedoelde het al» een ver-
wyt, maar hij hoorde het als een kreet. „Nee
biyf zitten!" smeekte zy wanhopig.
Zij liep naar de deur en opende die. toen
haalde zy diep adem. alsof zy hard geloopen
had.
„Wat er ook mag gebeuren," zei Gerald. „ik
zal haar niet krenken. Haar leven is my toe
vertrouwd. Begryp je dat?"
Hij stond op en liep haar blindelings voor
by. By de deur draaide hy zich om.
„Natuuriyk begryp je dat en je bent er even
stomverbaasd over als ik. jy weet evenmin.
Wat we kunnen doen."
Hy ging de kamer uit en deed de deur ach
ter zich dicht: dadeiyk deed zy haar op slot.
Zoodra zij dit gedaan had bekende zij zichzelf
dat zy dit meer tegen zichzelf, dan tegen hem
had gedaan.
Dit was een van de zeldzame keeren, dat de
tranen haar in de oogen sprongen en ditmaal
waren het tranen van vernedering. Nu al had
zy den raad van meneer Massiter opgevolgd
niet dien beiacheiyken raad, om reclame
met zichzelf te maken en ieder te doen inzien,
dat zy mooi was hiervan was Gerald al
overtuigd. Op haar eigen kamer had hy haar,
den vorigen ochtend, plotseling voor het eerst
gezien. En voordat hy haar zag was het noo
dig geweest, dat hy eerst met een andere
vrouw trouwde.
„Neem hem van die vrouw weg," had meneer
Massiter gezegd. En zy was kwaad geworden,
Maar zoo gauw zy alleen met Gerald was. was
zij op zijn stemming Ingegaan, inplaats van er
om te lachen.
„Neem hem van haar weg." Men zou ook
kunnen zeggen: bewerk hem, totdat hij de ge
dachte nog langer met Annabelle te moeten
samenleven, niet meer zou kunnen verdragen.
En dan moest zy met hem er van door gaan.
En in het een of ander hotelletje met hem
samenleven onder een valschen naam. En een
schamel leven leiden, vol gemeene leugentjes,
terwyl Gerald trachtte echtscheiding te ver
krijgen.
Juist doordat zy dit alles verafschuwde,
dacht zij het tegenovergestelde.
t ï*1? hct er om ïaat z^n Ieven te redden —n
Inderdaad, wanneor het er werkeiyk om gihg
zyn leven te redden, dan had zy toch geen
reden om bezwaren te maken? „Ik wil alles
doen om Gerald te redden behalve myn
naam vergooien." Dat was natuuriyk bclache-
lyk. Haar naam kon haar. vertelde zij zich
zelf, niets, maar dan ook niets schelen.
„Je moet reclame maken Deze noodlottige
zin kwam haar steeds opnieuw voor den geest
en vernietigde haar oordeel. Nu al. pas enkele
oogenbllkken geleden, had zij aan zijn nieuw
ontstane vitaliteit aan het feit, dat hij
haar nu werkeiyk zag. toegegeven.
ifl" i°fh had n,cU niets uitge
lokt. Ook zy zag nu alles met andera oogen
vanaf het oogenblik toen hy haar bekende
dw.a*u ir0*iWen ®*n '•mp'poedlge. ver
dwaasde daad was geweest.
Wordt rcrrohjd.