RADIO
TARZAN
Liefdesdrama in
Amsterdam
HeT GeHeim unn
en de
vuren van Tohr
7 orrance
Esdale
Per rolschaats
Zenuwpijn
"AKKERTJES*
Ruzie met een
leelijke afloop
11
MOORD OF UITBARSTINGl VAN
ZIEKELIJKE WOEDE? - ZWARE
STRAF TEGEN EXPEDITEUR
OEëlSCHT.
Was hier sprake van moord of
was het een ziekelijke uitbarsting
van woede? Over deze vragen zal
de Amsterdamsche rechtbank te
beslissen hebben, die gisteren voor
zich zag verschijnen een 37-jarige
expediteur uit Amsterdam. In koe
len bloede zijn verloofde vermoord,
zegt de officier van justitie, omdat
het meisje niets meer van hem
weten wilde. En men hoorde een
zware eisch: tien jaar gevangenis
straf. Ziekelijke uitbarsting van
woede, weerlegt de verdediger, mr.
Francois Pauwels, van eén dom en
verkeerd opgevoed man
Men zal zich
de voorgeschiedenis
herinneren. In den ochtend van den 27sten
December van het vorige jaar speelde zich
in een winkel in de Vijzelstraat een liefdes
drama af. waarbij een jeugdige dienstbode
het leven liet. Het meisje was eenigen tijd
verloofd geweest met een 37-jarigen expe
diteur. Zij verbrak de verloving, doch de
expediteur stelde alles in het werk om
den omgang te herstellen. Zij weigerde ech
ter pertinent zich langer met den man in
te laten. Herhaaldelijk bedreigde hij haar
en op den Zaterdag voor Kerstmis kwam
hij het meisje op straat tegen. Hij hield
haar staande en liet haar een groot, scherp
dolkmes zien... geheel overstuur kwam het
meisje thuis en zij vertelde aan haar me
vrouw. wat cr gebeurd was. Deze gaf haar
den raad extra voorzichtig te zijn en goed
op te letten. Dicnzelfden avond kwam de
man aan de winkelzaak, maar het meisje
was er niet.
Een paar dagen later zou het dra
ma zich voltrekken. Op den och
tend van den 27en December zette
de dienstbode de vuilnisbakken
buiten en van, die gelegenheid
maakte de afgewezen minnaar ge
bruik om de winkel binnen te
dringen. Toen het meisje weer bin
nen was, viel hij haar onmiddellijk
met het dolkmes aan. Hevig bloe
dende en luid gillende vluchtte zij
de straat op. achtervolgd door den
man. Op straat zakte zij ineen en
enkele oogenblikkcn later overleed
zij. De dader was intussclien ge
grepen door werklieden van de
stadsreiniging. Geen oogenblik bood
hij tegenweer: „Laat me maar los,
ik loop toch niet weg", had hij ge
zegd.
Het feit toegegeven.
Voor de rechtbank gaf de verdachte in
feite het ten laste gelegd toe: Hij was met
het meisje verloofd geweest, tot zijn woede
had zij den omgang verbroken, hij had een
dolkmes gekocht om haar angst aan te
jagen. Voor zoover hij zich herinnerde, had
FEUILLETON
door: Roy Vickers
30.
Torrance rilde, haast te gelegen. Plotseling
was zij overtuigd, dat Annabelle precies wist
wat zij gingen doen.
„Ik zal hem maar midden op den gangtafel
zetten. Nee, toch niet, dan ziet het personeel
hem."
„Hindert niet," zei Torrance vastbesloten
en voegde er aan toe: „Zij zien ons ook met
de bagage sjouwen en dan weten zfj toch
wat er gebeurt."
Een uur later bracht hjj hun bagage naar
beneden en laadde alls in een taxi.
„Wjj zullen niet naar het stationnetje Cal-
lingham gaan. Ik heb hem gezegd recht door
naar Waterloo station te rijden," zei Gerald,
die een beetje verlegen keek.
„Ik weet wel een stil plaatsje aan de
Theems," zei Torrance, „Fellingbourne."
HOOFDSTUK XXX.
Haar thuiskomst.
Een paar minuten voor eenen, opende het
dienstmeisje de deur voor Annabelle.
„Gc-rald!... Tor-rance!" riep ze vrooijjk.
.Juffrouw Esdale en meneer Saranack ko
men niet voor de koffie thuis, mevrouw," zei
Marie. „Ik geloof dat meneer een brief voor
u heeft achtergelaten."
„Dank je! O ja, daar staat hij!" zei Anna
belle en pakte zelf den brief op.
Marie liep door naar de keuken. Maar een
seconde voordat de tusschendeur naar de keu
ken achter haar dicht sloeg, hoorde zij een
gil. Zij liep vlug terug naar de hal en vond
daar Mevrouw Saranack, die op het punt
stond flauw te vallen.
„Ik geloof dat ik flauw ga vallen. Haa:
wat cognac."
Toen 't meisje met de cognac terug kwam,
zag zij dat Mevrouw niet flauw was geval
len, doch zielig zat te hullen.
„Kan ik iets voor u doen, mevrouw?"
hij haar slechts één steek, n.1. in den hals
toegebracht.
De psychiater, dr. S. P. Tammenoms Bak
kers stelde een onderzoek in naar de geest
vermogens van den man. Verdachte heeft
psychopatische trekken, doch desk. heeft
niet zulk een mate van gebrekkige ontwik
keling of stoornis in de geestvermogens ge
constateerd, dat daarbij in het vonnis reke
ning moet worden gehouden. Van gebrek
kige ontwikkeling der geestvermogens is
geen sprake, de man is géén psvehopaath.
Agenten vertellen, hoe zij enkele oogen
blikkcn na de steekpartij ter plaatse wa
ren geweest, het meisje bloedde erg en het
was duidelijk, dat zij zeer zwaar gewond
was. Enkele oogenblikken later overleed zij,
geleund tegen de armen van een agent.
Een paar getuigen h décharge verklaar
den, dat het meisje niet altijd even gemak
kelijk in don omgang was geweest, zij
plaagde haar verloofde dikwijls.
De bejaarde vader van den expediteur
zeide. dat zijn zoon geen slecht mensrh
was. wel had getuige zich herhaaldelijk
afgevraagd, of zijn zoon wel normaal was.
Hij had dikwijls hevige driftbuien en wist
dan niet meer. wat hij deed.
Bij het slotverhoor houdt verd. vol, dat
hij niet de bedoeling had gehad om het
meisje te dooden.
Pres.: Dus u dacht, dat zij door dreige
menten terug zou komen??
Verd.: Ja, dat leek mij de eenige manier.
Omdat hij een hekel had aan de trein
of wel misschien geen geld om Directeur
Goudriaan dèt te betalen, wat deze ocr-
propagandist voor het „reist veilig en
vlug per spoor" toch altijd nog van ons
arme stakkers vraagt om in zijn cou-
pétje plaats te nemen, is een snugger
Hagenaar op het idéé gekomen om een
noodzakelijke boodschap in 't nette!
in Haarlem per rolschaats te gaan
doen.
Welk een wijde perspectieven openen
zich hierl
Naast de fiets, ons eigen echt Neder-
landsche vervoermiddel, de rolschaats.
Op de vraag of de fiets dan niet vol
doende is, moet ik beslist ontkennend
antwoorden. Een fiets is heel nuttig,
maar 't is toch maar een fiets. Noem
mij nu eens de yrouw of man, die op
een rijwiel een-, goed figuur slaat. Ze
bestaan gewoonweg niet! Je zit er op.
Goed. Maar geen vrouw voelt zich een
Vcnus en geen man een Don Juan.
Een meer ongracicusc wijze van vervoer
bestaat niet.
Maar dan de rolschaats!
Welke kansen, speciaal voor ons Noor
derkwartier! Bezitten wij niet een groot
aantal schaatskampioenen en schitteren
de asfaltwegen
Waarom dan, in deze zorgvolle tijden
niet de rolschaats onder gebonden en
al genietend van het schoone, dat de aar
de ondanks alles tóch blijft geven, de
zorgen op zij gezet en evenals onze Ha
genaar ons gespoed naar soms verre
doelen?
't Staalt lichaam en spieren en als de
rijdster behoorlijk strijken kan, flat
teert het bovendien in hooge mate.
En juist dat laatste kan 't 'm doen.
Alleen bij de vrouwen??
Canada slecht voorbereid
Verklaring van den Canadeeschen
senator Haig.
„Canada is zoo slecht voorbereid, dat
het voor 1941 of 1912 aan de geallieerden
geen troepencontingentcn en oorlogsvoor-
raden van belang kan doen toekomen".
Aldus verklaarde de Canadeesche sena
tor Haig in een toespraak te Ottawa, waar
in hij bittere verwijten liet hooren aan
het adres van de Canadeesche regeering,
omdat hij zich. naar hij zeide, had laten
verrassen door de snelheid van de oorlogs
gebeurtenissen.
De officier van justitie, mr. L. de
Blecourt, noemde de zaak zeer een
voudig. De verdachte is een egoist,
die een vermeend onrecht wilde
wreken. Het is duidelijk, dat deze
man de bedoeling had om de vrouw
te dooden. Eenige dagen tevoren
had hij haar immers nog gezegd:
„Als je niet bij me terug komt, ga
je er aan". Spr. achte den moord
bewezen en requireerde een gevan
genisstraf voor den tijd van tien
jaar.
De verdediger, mr. F. Pauwels, besprak
uitvoerig de psyche van den verdachte: een
opvliegende, domme, egocentrische man,
verwend in zijn jeugd en gewend zijn zin
te krijgen, PI. bestreed, dat verd. het plan
had het meisje de dooden. Door zware
dreigementen hoopte hij haar over te ha
len bij hem terug te komen. PI. was voorts
van oordeel, dat niet alleen het kalm be
raad en het rustig overleg, doch ook de op
zet om te dooden ontbrak. Hier hebben we
te maken met een liefdesdrama. Zeer zeker
is deze verdachte niet van schuld vrij te
pleiten, maar ook het meisje is niet vrij
van schuld. Voor een ziekelijke woede
uitbarsting zal men toch zeer zeker geen
tien jaar gevangenisstraf kunnen opleggen.
PI. riep de uiterste clementie van do
rechtbank in.
Jongeman stak na een oneenig-
heid een vrouw met een mes.
Dinsdagavond stond een 25-jarige vrouw,
wier man in militairen dienst is, in de
Pompoenstraat te Utrecht met een vriendin
té praten. Plotseling werd zij aangevallen
door een 23-jarigen man, die haar met een
dolkmes enige ernstige steken toebracht. He
vig bloedend zakte de vrouw in elkaar. Een
geneesheer uit de Thorbeckelaan verleende
de eerste hulp. Het slachtoffer werd vervol
gens in ernstigen toestand per ziekenauto
overgebracht naar het Stads- en Academisch
Ziekenhuis. De dader werd later door de po
litie in zijn woning in de Citroenstraat ge
arresteerd en overgebracht naar het hoofd
bureau van politie.
De man bleek een kennis van de vrouw
te zijn. Zij hadden onecniglieid, welke op
deze noodlottige wijze einddige.
Nationale
athletiekwedstrijden
Op 9 Juni in Amsterdam.
Teneinde de athlctiekbeoefening en het
wedstrijdwezen in hot bijzonder, weder in
normale banen te leiden, heeft de koninklij
ke Nederlandscho Athletiek Unie besloten,
op 9 Juni a.s. te Amsterdam groote natio
nale athletiekwedstrijden te organisecren.
Hét programma omvat nummers voor da
mes en hecren, (a-, b- en c-klasse), voor ju
niores en voor meisjes.
ZONDAG HAARLEM—AJAX.
Naar wij vernemen zal op Zondag 26 Mei
de wedstrijdHaarlcm—Ajax voor de eerste
klasse competitie van den K.N.V.B. te Haar
lem worden gespeeld.
PROGRAMMA
voor heden
Vrijdag 25 Mei
VJLR.A.
8.00 Tijdsein.
8.01 Nieuwsberichten van het Algemeen
Nederlandsch Persbureau, daarna
gramofoonmuziek.
9.30 V.P.R.O.
9.50 Robert Casadesus (gram.pmziek)
10.00 Rcgeeringsmcdcdeelingen, uit te
spreken door het Algemeen Neder
landsch Persbureau (eventueel gramo
foonmuziek).
door Edgar Rice Burroughs
106.
Tot spoed aangezet door het commando
van Ukah, draafde de olifant naar de open
poort. Achter hen rende de hele bende van
Tohriaanse soldaten, die hun speren naar de
vluchtelingen wierpen. De aanvoerder bleef
even staan, bracht zjjn arm naar achteren om
het zware wapen met meer kracht te kunnen
werpen.
...Al die tyd werkten Tarzan en O'Rourke
in de juwelengroeve van Tohr in de branden
de zon. Opeens klonk er trompetgeschal. De
koning van de jungle keek op en zag een
stoet prachtig uitgedoste olifanten, die lang.-
zaam naar de groeven toekwam. In de ko
ninklijke draagstoel, vastgemaakt op de
rug van het eerste dier, reed in trotse hou
ding, Ahtea, de koningin van Tohr. Aan haar
zijde zat Jeanette Burton. Dr. Wong en ver
schillende edellieden van het hof hadden
plaats genomen op de volgolifanten. Enkele
meters voor de groeve hield de stoet stil. Even
daarna verscheen de reus Mungo, het hoofd
van de lijfgarde voor Tarzan en O'Rourke met
de boodschap, dat de koningin hen wenste te
spreken. „Wat zal die duivelin nu weer met
ons voor hebben?" bromde O'Rourke bin
nensmonds. Hij zou dit spoedig ontdekken.
10.30 Benedict Silbermann, pianorecital.
10.50 ..Het toppunt", voordracht door Carel
Rijken.
11.10 Gramofoonmuziek.
11.30 Eddv Walis met Fantasia, Zigcuner-
muziek.
12.00 V.A.R.A.-orkest o.l.v. Hugo de Groot.
12.45 Nieuwsberichten van het Algemeen
Nederlandsch Persbureau.
1.00 V.A.R.A.-strijkorkest o.l.v. Hugo de
Groot.
1.45 Onderbreking voor verzorging van
den zender.
2.00 Tijdsein.
2.01 Gramofoonmuziek.
2.45 Orgelspel door Johan Jong. met zang
van Hans van Dalen.
3.15 „Op Kabeljauwvangst", voordracht
door Elias van Praag.
3.30 Gramofoonmuziek.
4.00 Grepen uit de muziekgeschiedenis.
4.30 Residentie-orke>t o.l.v. Frits Schuur
man, met medewerking van Sam
Swaap. viool.
5.10 Voor do kinderen, kindcrvertcllingen
door F.lias van Praag.
5.40 Eddv Walis en zijn Rosian-orkest.
6.10 ..Kookt do melk", reportage door
F. A. Hof.
6.30 Reeeerinesmcdedeelingen. uit te
spreken door het Algemeen Neder
landsch Persbureau.
7.00 Eddy Walis en zijn Rosian orkest.
7.30 Orgelspel door Johan Jong.
8.00 Tijdsein.
8.01 Nieuwsberichten van het Algemeen
Nederlandsch Persbureau.
,Ik vrees van niet, Marie." Annabelle nam
een teugje cognac een bjj zonder klein
teugje, daar ze niet van alcohol hield. „WacJu
nog even, Marie."
Het meisje had medelijden toen ze zag, hoe
haar jonge mevrouw zich trachtte te be-
heerschen.
„Wacht! Nog een oogenblik en ik zal je
zeggen, wat er gebeurd is."
Nog een teugje van de cognac en toen:
„Ik mag je eigenlijk niet met mijn moei
lijkheden lastig vallen, Marie. Maar vroeg of
laat hoor je het toch, en ik vind het vrien
delijker, om het je nu al te zeggen... Meneer
Saranack heeft me verlaten. Hij is voor goed
met juffrouw Esdale weggegaan."
„Wel heb ik ooit van mijn leven!" riep Ma
rie uit, een en al verbazing werkelijk een
knap staaltje van actecren, daar het perso
neel al twee en een half uur van het feit
doordrongen was geweest.
Daarna werd Marie de illusie gegeven, dat
zij alles mocht regelen. Het gelukte naar
mevrouw te overtuigen, dat zij koffie moest
drinken, al was het maar om haar krachten
te behouden was het volkomen met haar
eens, dat het een onmogelijkheid was, het
huis aan te houden. Zijzelf was zoo in tranen,
dat z(j niet verwonderd was toen mevrouw
genoeg bankpapier uit haar tasch nam, om
al het personeel een maand salaris uit te be
talen met de toezegging, dat zy dien nacht
nog konden blyven.
„Nadat ze wat gegeten had, scheen het
arme mensch wat duidelijker te worden", had
Marie later uitgelegd. De orders waren zeer
zeker duidelijk genoeg geweest.
„Ik ga een poosje liggen en dan wil Je me
om vier uur wel een kopje thee brengen. Je
moet dadelyk alle leveranciers opbellen om
hen te zeggen, dat zij niet meer aan moeten
komen, daar ik morgen al vertrek. En ik
vind daar de politie toch eiken dag hier
is, dat het wel zoo goed zou zijn, om het hen
ook maar te zeggen. Als ze vragen waar we
heen gaan, zeg je maar, dat je het niet weet.
Ik vind, dat je eerst maar even moet op
bellen."
Dit alles gebeurde even voor tweeën. Om
half drie was Marie gedwongen haar me
vrouw te roepen.
„Inspecteur Goulden en nog iemand, ik ge
loof van Scotlad Yard, zitten beneden op u
te wachten, mevrouw. Toen ik hen zei, dat
u niet te spreken was, wilde hij weten waar
meneer was en kon ik niets zeggen."
„Wat ellendig voor je, Marie! Het spijt me
werkelijk. Laat ze even in de eetkamer en
zeg hen, dat ik zoo beneden kom."
Inspecteur Goulden stelde rechercheur
inspecteur Hallicks van Scotland Yard voor
Ze maakten beiden hun verontschuldiging,
dat ze haar hadden moeten storen.
,Toen wjj uw bericht omtrent het sluiten
van het huis kregen, mevrouw Saranack,
wenschten wy slechts enkele onbeduidende
vragen te stellen en wij hadden het evengoed
kunnen afhandelen met Meneer Saranack, ^1
zelfs met Juffrouw Esdale. Maar Uw dienst
meisje weigerde hen te roepen of ons te zeg
gen. waar zij waren."
Een prachtige inleiding en Annabelle be
nutte dien.
„En ik vrees dat ik het u ook niet zeggen
kan. meneer Hallicks," zei ze met de noodlge
emotie in haar stem, „ik geloof dat het het
beste is, als u dezen brief leest, die op den
gangtafel op mij lag te wachten, loen ik voor
de koffie thuis kwam."
Hallicks las den brief en gi hem aan den
Inspecteur, die verlegen werd door den in
houd. Maar Hallicks was er den man niet
naar om, door welke omstandigheid ook, ver
legen te worden.
„Het spijt ons, dat wij u juist nu, na deze
droevige gebeurtenis, eenige vragen moeten
stellen. Uit dezen brief begryp ik, dat zy ver
trokken zijn zonder eenig nader adres achter
te laten. U bent pas kort getrouwd, Mevrouw
Saranack?"
„Nog geen twee weken."
„En in dien korten tyd is hjj verliefd ge
worden op een andere vrouw?"
„Ja, weet u," kwam de inspecteur tus-
schenbeide. „Zij zijn samen in dit huis groot
gebracht, meneer Hallicks; natuurlijk heeft
het met ons niets te maken..."
„Ik kon het eerst ook niet gelooven," viel
Annabelle hem in de rede, „ik dacht zelfs dat
het een grap was. Maar toen ik de rest van
dien vreeselijken brief las toen herinnerde
ik my van alles."
„U bedoelt, dat U hen al verdacht, toen ze
samen hier in huis waren?" vroeg de Inspec
teur en de rechercheur keek hem kwaad aan.
„O nee," Annabelle was positief, „ik ver
dacht hem er niet van, verliefd te zjjn op juf
frouw Esdale. Ik weet, dat het onmogelijk
klinkt, alsof ik jaloersch ben, maar ik geloof
het nu zelfs nog niet. Ik kan u zeggen, dat hij
beslist een afkeer had van juffrouw Esdale.
Ik geloof niet. dat hij dit deed om mij te mis
leiden, maar ik heb ze een enkelen keer toe
vallig gehoord en dan was het of ze ruzie
hadden."
„Ja, dan moet de verrassing voor u, dat
z\j er samen van door gingen, des te grooter
geweest zijn," zei de Inspecteur, die geen
ondergeschikte was van Hallicks en besloten
was, dit te laten merken.
8.15 Negende Symphonie in d. kl. t. op.
125 van Ludwig von Beethoven. Uit
voerenden: Arb. Zangver. „De Stem
des Volks". Amsterdam, Ankie van
WickcvoortCrommelin, sopraan,
Annie Hermes. alt, Michel Gobets,.
tenor. Otto Couperus, bas, Utreclitsch
Stedelijk Orkest, het geheel o.l.v,
Antoon Krelage.
9.25 Gramofoonmuziek.
9.30 „Bravour en Charme", door het Novi
teiten-orkest o.l.v. Benedict Silber-
man.
10.00 Zaansch Vrouwenkoor o.l.v. Frits
Uvttcniboocaard Aan de piano: mej.
Marie van Hoord.
10.30 Nieuwsberichten van het Algemeen
Nederlandsch Persbureau.
10.45 V.A.R.A-dansorkest „The RamMers"
o.l.v. Theo Udcn Masman.
11.15 Gramofoonmuziek.
12.00 Tijdsein en sluiting.
„Ja, daar kunt u wel gelijk in hebben,"
stemde Annabelle toe, „en toch weer niet.
Sinds wij in Engeland terug waren, is hjj zoo
vreemd geweest humeurig en vergeetach
tig."
„Nou ja, u moet niet vergeten, dat hjj juist
dien moord op zijn Oom heeft meegemaakt,"
zei de Inspecteur.
„Ja, natuurlijk, dat was wel vreeseljjk voor
hem. Hij moest ook aan zooveel denken.
Daarom kan ik my niet voorstellen, dat hjj
plotseling verliefd op haar is geworden. Het
is niet logisch. In de eerste plaats bracht hij
uren, zonder haar, in de studeerkamer door.
Hjj zat ergens over te piekeren en mis
schien kon zjj hem op de een of andere ma
nier helpen."
„Op welke manier?"
„O, ik weet het niet!" stamelde Annabelle.
„Ik zeg teveel en ik vergeet, dat ik met de
politie zit te praten. U moet er heusch maar
niet op letten. Ik dacht zelf werkelijk dat het
allemaal verbeelding was, tot dien nacht voor
het vooronderzoek. O!"
Annabelle hield haar hand voor haar mond,
als een verschrikt kind. De Inspecteur staar
de, maar Hallicks was niet zoo onder den in
druk als zij gehoopt had. Het had er allen
schjjn van, dat hjj meer last zou geven.
„En wat gebeurde er dien avond, mevrouw
Saranack?" vroeg hjj automatisch.
„O niets, werkelijk niets! Niets dat met
het wegloopen van mijn man met juffrouw
Esdale te maken heeft. Heelemaal iets an
ders."
Annabele werd zenuwachtig en keek hen
smeekend aan, als vroeg zjj hen, haar nu
weer alleen te laten. Maar haar blikken
maakten op Hallicks geen indruk.
„Indien deze ongewone omstandigheden
niets met juffrouw Esdale uitstaande heeft,
dan heeft het misschien iets met ons te
maken."
„O, maar dat kan niet! De moord, bedoelt
u?"
Halllcks wachtte. „Hoe kan er nu..."
„Dat wil ik niet beweren, mevrouw Sara
nack."
Hallick» was stijf en vormelijk, alsof hjj een
formule repeteerde. „Ik bedoel alleen maar,
dat wij alle ongewone gebeurtenissen, die in
dit huis plaats vinden, moeten nagaan. Zoo
dra u iets geheimzinnigs gaat doen, moeten
wjj het uitzoeken, totdat wij overtuigd zjjn,
dat het niets heeft te beteekenen."
(Wordt vervolgd).