Voor den Zaterdagavond POSTBODE OUDERS 't HOEKJE met levensgevaar MOED EN VERTROUWEN Op weinig benzine véél kilometers naait! De avontuurlijke postdiensten in het oerwoud De Posterijen van de Unie van Zuid-Afrika reiken ieder jaar en kele prijzen uit aan de brievenbestel lers, welke zich in het afgcloopen jaar bijzonder onderscheiden hebben, opdat men opmerkzaam gemaakt wordt op de ongehoord moeilijke omstandigheden waaronder deze mannen, vooral in het binnenland, hun werk moeten verrichten. De brievenbesteller in Afrika is niet zoo maar een gewone brievenbesteller zonder meer. In tegenstelling met het degelijke uniform der Europeeschc brievenbestellers, beslaat de kleedij der postbodes in het bin nenland van Afrika vaak uit een kort broekie, een luchtig hemd en gemakkelij ke schoenen. In dit „uniform" bezorgt hij de post. niet te voet. doch te paard of per boot. Paardrijen en ropien behoort dus ook tot zijn beroep, terwijl hij bovendién goed met een geweer moet kunnen omgaan, want meestal maakt hij wel hier of daar een avontuur mee. voordat hij de brieven in de handen der geadresseerden kan leg gen. Levensgevaar bedreigt den post bode op zijn dagenlange tocht. Vaak verteert hij daarbij dan in levens gevaar. moet krokodillen en slangen ont wijken, wilde dieren doodschieten en met veel moeito'zün. postzak uit.allerlei gevaren' weten te*redden Hitte. koude. -vuur. water, roovers en wilde dieren bedreigen onophoui «lelijk, zijn werk. en maar weinig mcnschcn j vermoeden, welk een heldendom verbor gen is achter dit schijnbaar zoo eenvo.udig beroep. Dagenlung rijdt of loopt (Je brieven besteller alleen door woestijnen, steppen en oerwouden, en inocrassjgc streken, waar koortsoverbrengende insecten op hem loei ren. En pas. wanneer men na verloop van weken nog geen bericht van hem heeft ont vangen. kan men aannemen dat hij door de gevaren van zijn beroep is omgekomen. Gedurende de laatslo twee decennia heeft men vaak inboorlingen opgeleid voöf den postdienst, daar deze mcnschen beter be stand zijn tegen de moeilijkheden van het klimaat. Deze bestellers zijn de zoogenaam de ..hardloopers" of .buitcngewoon-snclle kano-ers. Zij kunnen dagelijks gemiddeld dertig kilometer afleggen, hetgeen wel een zeer ongewone prestatie is. die een blanke niet zou kunnen volbrengen in een derge lijke ondragelijke hitte. Krokodillen. Op een dezer postrcizen zijn het vorig jaar drie „brievenbestellers" om het leven gekomen hetgeen pas onlangs door de Zuid- Afrikaansche posterijen officieel bekend werd gemaakt. Door een toeval kon de post zak nóg worden gered, waardoor de post zij het dan ook met veel vertraging op de plaats van bestemming bezorgd kon worden. Op con groote rivier, welke zeer gevreesd is om haar krokodillenrijkdom. vaart regel matig om de zes w'ekcn een postkano mot een bemanning van twee of drie inboorlin gen. Waarschijnlijk is in den zomer van hot -vorige iaar tijdens een van deze toch ten de kano aangovailen door enkele kroko dillen. die het ranke bootje hebben doen omslaan, waardoor de mannen in het \vat»ir terecht kwamen. En hoewel de neger-poit- bodes als visschen kunnen zwemmen, was iict voor hen onmogelijk, om de ri vier. die op enkele plaatsen als het ware wemelt van de krokodillen, levend te kun nen verlaten. De boot werd eenigen tijd la ter door een toeval door een jacht-expcditie gevonden; de waterdichle pos'zak hing. stevig aan de boot bevestigd, half in do boot en half in het water. Kerstzendingen. die in Juni reeds moeten worden verzonden. Doch niet alleen in Afrika zijn de post bestellingen verbonden met groote moeilijk- heden. Wanneer iemand in Noord Amerika een brief aan een politie-bcambtc of ..trap per" (pelsjager) in het hoogc Noorden van Canada verzendt, dan wordt de afzender er altijd opmerkzaam op gemaakt, dat de aankomst van de brief niet gegarandeerd kan worden. Bijzonder moeilijk zun name lijk de eenzame politiestations in het Noor den van Canada te bereiken Kerstzendingen voor de beambten ervan of voor .trappers dio in de nabüheid overwinteren, moeten bijvoorbeeld al in Juni worden verzonden, willen zij te juister tild op de plaats van be stemming nrriveeren. De weg die de brieven of pakketjes heb ben af te leggen. Is zeer omslachtig Eerst gaat de post met een schip naar de Hud- sonhaai. Daar de winter In Canada zeer vroeg intreedt, moet* het postschin altijd reeds in den zomer afvaren. Van de kust Uit gaat de post dan naar de postkantoren in de noe eenigszins bewoonde streken, van waaruit zij dan op hondenslcden wordt gela den om verder vervoerd te worden. Vaak worden deze hondenslcden door sneeuwstor men opgehouden. Vreugde als de postbode aan komt! Doch wanneer tenslotte de postbode half bevroren en in groote ijsheervellcn gehuld, met zijn slede aankomt, hdcrscht er groote vreugde op de eenzame plaatsen. Want de brievenbesteller mot zijn post is voor de eenzame mcnschen van het hoogc Noorden naast de radio het eenigc middel, om met de overige wereld contact te onderhouden. In Australië moet niet de brievenbestel ler. doch de ontvanger zelf vaak tot helden daden in staat zijn. De post wordt daar na melijk meestal en vooral in dun bevolkte gebieden naar de daartoe bestemde post kantoren gebracht, waar zii net zoo lang blijft liggen, tot ze wordt afgehaald door dc geadresseerden. Een postbezorging is on mogelijk. omdat de boerdor-eu veel tc ver uit elkaar liggen. Eens in de week rijdt de hoer dan naar het postkantoor om zijn eventueele brieven en kranten af te halen en tegelijkertijd zijn eigen post af tc geven ter verdere verzen ding. Farmers, die 100 k.m. moeten rijden om bij het postkantoor te komenl -Menig boer moet dan ongeveer 100 kilo meter rijden lietzjj te paard of per auto; tegenwoordig heeft echter iedere boer wel een auto'tje om het voor zijn rayon be stemde postkantoor te bereiken. In den laatsten tijd heeft men proeven genomen met vliegtuigen, die «le post op bepaalde plaatsen bij dë woonplaatsen der boeren neerwerpen, hetgeen natuurlijk voor hen een groot gemak bcteekent voor liet in ontvangst nemen van de post, doch nog geen oplossing brengt voor het „op de bus doen" van de brieven der boeren zelf. Men merkt dus wel, dat er in veie doe len van onze aarde aan een postbezorging veel meer vast zit, dan een brief in oen brievenbus stoppen, welke op z'n hoogst vijf minuten loopen vanu wh uis verwijderd is. En als het eens, in de moeilijke omstan digheden waarin wij verkeeren, hapert of iets langer duurt, laat ons dan niet direct klagen, 't Kan erger, zooals bovenstaande opsomming leert. Het ergste Is voorbijgegaan, Een bange droom is uit, Het leven wordt weer werk'lijkiieid. En vraagt een nieuw besluit, 't Is voorwaarts weer, de arbeid roept, 13e tijd staat nimmer stil. Doet wat Uw hand vimlt om te doen, En wat Uw werkkracht wil. Ga'nieuwen levensdurf ontvouwen, Moed en vertrouwen! Een and're tijd. een nnd're vraag Kwam er in ons bestaan, Maar steeds blijft er de moog'lijkhcid, Om verder voort tc gaan! Er is geen plaats voor fantasie, Die zwak en futloos is. Dat brengt steeds nutteloos gepraat, En inderdaad gemis! Wat baat een weidend nabcschouwen, Moed en vertrouwen! Ge daarom welbewust Uw weg, Vanaf het eerst begin. En dient daarbij niet slechts U zelf, Maar vol gemeenschapszin Uw buurman links. Uw buurman rechts Uw dorp. Uw stad. Uw land, Dat legt in heel ons volksbestaan Het stevigste verband! We moeten waakzaam zijn en bouwen. Moed cn vertrouwen! Alleen gij. die thans verder gaat, Door d'oorlog niet bezeerd. Uw huis intact, 't gezin gezond, En alles ongedeerd. Gedenkt thans met Uw steun, Uw troost, Uw hulp. Uw goeden wil. Of met Uw gave het gezin, Waar 't eenzaam is en stil Breng ook aan hen. die zwijgend rouwen Kracht en vertrouwen! Mei 19 iO. KROES. De K.N.A.C. geeft wenken voor zuinig rijden. Voor degenen, die van de desbetreffende overheidsinstanties verlof tot het in bedrijf houden van een automobiel hebben gekre gen, is het van groot belang, met dc hun toegewezen hoeveelheid benzine een zoo groot mogelijk aantal kilometers tc kunnen afleggen. Dc K.N.A.C. geeft de volgende nuttige wen ken: In de eerste plaats geve men er zich re kenschap van, dat, afgezien van betrekkelijk ingrijpende en practische moeilijk uit te voe ren of kostbare wijzigingen, door kunstgre pen aan de motor-afstelling als regel minder brandstof kan worden bespaard dan dooi een consequente en systematische „afstem ming" der rijmet boden op een zoo laag mogelijk verbruik. Daartoe behoort: 1. Vermijden van hooge snelheden en op- trek-„spurts". soepel rijden in matig en voor al ook g e 1 ij k m a t i g tempo, zonder felle acceleratie of bruuske vertraging. Afhanke lijk van motor-formaat en -type moet, voor personenauto's, het snelheidsgebicd tusschen *0 en GO, soms 70 Km. per uur als het meest economische worden beschouwd. 2. l age versnellingen zoo weinig, en een ..overdrive" of Schnellgang" zoo veel moge lijk gebruiken. 3. Motor niet onnoodig stationnair laten loopen. Contact afzetten tijdens verkcers- oponthoud van eenigen duur. •i. Carburator-choke of soortgelijke, niet- automatischc koud-start-inrichting zoo wei nig en zoo kort mogelijk gebruiken. Voorts is voor dc bedrijfszuinigheid het volgende punt van groot belang: 5. Motor goed warm rijden (koelwater- temperatuur tusschen 75 gr. en 85 gr. C. hou den; radiovlak daartoe zoo noodig ten deelc afdekken) en afkoeling gedurende perioden van stilstand zoo veel mogelijk tegengaan (plaid, radiatorhoes). 0. Organen van ontsteking en carburatie in prima staat brengen. Zoo noodig kleppen laten inslijpen (compressiedruk meten). Ont steking iets vroeger afstellen dan normaal; arburdtor zuiniger afstellen voor zoover dit goed doenlijk is zonder don motor onhandel baar te maken, of in verband inct de ver branding van een tc arm gasmengsel de kans op storingen te scheppen. Ieder geval dient op zichzelf te worden beoordeeld, waarbij deskundige voorlichting onontbeer lijk is, en cxpcriincnlccrcn veelal noodig zul zijn. Ter vermindering, resp. vermijding van wrijvingsverliezenr 7. D u n n c olie in motor, gangwissel cn aandrijf-ashuis gebruiken. 8. Wielen controlcercn op juiste spa ring, cn licht loopen (lagers, remmen). 9. Handen 10 a 15 harder oppompen dan volgens voorschrift. En tenslotte: 10. Geen goed geld weggooien aan zoo genaamde bcnzinebcsparingsmiddelcn voor menging door dc benzine of montage op den carburator. Schilderachtig kronkelt de beek zich door het beboschte landschap 25 Jaar geleden ging het ook Uit een schemerig verleden Rijst plots de herinnering Aan con vierkant, onaanzienlijk Maar toch o zoo nuttig ding 't Is een kist en er zit hooi in, *t Laatste in flanel verpakt Met een kuiltje in het midden Waar gepast de pan in zakt Ilooikist om je gas te sparen (Omdat hooikistkost niets- kost Als eenmaal dc pan in 't kuiltje Van de hooi kist is gelost) Ilooikist, vijf cn twintig jaren Op den zolder weggestopt Wordt door wijsgeworden vrouwen Opgeknapt cn uitgeklopt Moeder deed 't in veertien-achtten Dochter vat nu nieuwen moed Ilooikistgorst cn hooikistboonen Hooikistpap, 't komt altijd goed; Laat de hooi kist ons dit lecren, 't Kan eenvoudig cn toch óók... De wereld was te ingewikkeld Daarom ging ze... van de kook! O VOOR DE DE BETEKKENIS DER VERWACHTING IN DE OPVOEDKUNDE. I. Zijn wij, ouders, onderwijzers, korom, alle opvoeders(sters) er ons wel altijd voldoende bewust van, hoe de verwachting een onmisken bare beteekenis heeft in de opvoeding? Het lijkt mij van zeer veel belang, deze beteekenis eens nader te behandelen. Vooraf een paar jeugdherinneringen, welke, naar ik meen de bedoeling van dit cn de nog te volgen hoekjes over dit onderwerp, dadeüjk al zullen aangeven en daarenboven velen tot het bewustmaken van eigen ervaring zullen brengen. Ik herinner me nog levendig, dat ik als leer ling van het vijfde leerjaar onzer kleine dorps school op een dag voor het mij toen zeer on aangename feit geplaatst zag te moeten blij ven zitten. Nu kon ik goed leeren en was ik ieder jaar glansrijk verhoogd. Op onverklaar bare wyze gooide lk echter in het vijfde leer jaar er met de muts naar. De gevolgen kon den natuurlijk niet uitblijven en zoo deelde mijn onderwijzer me dan mede, dat ik in Mei zeer waarschijnlijk niet verhoogd zou worden. Hoewel ik toen zeer goed besefte, dat ik ver diende te blijven zitten, maakte deze mede- deeling zeer veel indruk op me, temeer nog door de toevoeging van den meester, dat hij dit van mij niet vewacht had. Ja, de man had gelijk. In het begin van dit leerjaar behoorde ik nog tot de groep der uitblinkers en reeds na enkele maanden daalde ik af naar de middel- matigen en vervolgens naar de groep, welke zeer waarschijnlijk niet verhooogd zou wor den. De mededeeling van den onderwijzer plaatste me ineens voor het feit. dat ik eigen lijk zelf ook had kunnen constateeren. Im mers ik deed mijn best niet. zag. dat ik tel kens afzakte naar den hoek van de dom uien" en niettegenstaande dit alles bleef ik voortgaan mij niet in te spannen. Maar nu kwam ineens de ommekeer. Nu werd het mij ineens duidelijk. Ik zou blijven zitten. Wat dat beteekende. kan men zich indenken, als ik vertel, hoe èn mijn ouders èn de huren èn kennissen in de overtuiging verkeerden iets. dat ik ook wist! dat 'k zoo goed leerde. Welk een teleurstelling zou ik mijn ouders bezorgen. En hoe zouden de buren en kennis sen opkijken, als ze vernamen, dat ik was blijven zitten. Hun verwachting zou niet ver wezenlijkt worden. En dat feit hinderde mij het meest. Men verwachtte veel van mjj en ik presteerde weinig. De teleurstelling kon dus niet uitblijven. Ook mij onderwijzer ver wachtte van mij iets anders, dan ik sedert maanden te zien en op te merken gaf. Enfin, de ommekeer kwam en ik begon te werken als nimmer te voren. Ik smaakte het genoegen met da middel maat over te gaan naar klasse zes. Dit was het eerste resultaat van de mededeeling van den onderwijzer. Wat hij echter nooit geweten heeft is dit, dat van toen af in mij het besef levendig geworden was, dat de verwachting, welke anderen van je koesteren, een machtig middel is om het beste te geven dat in je is. Eigenlijk is dit een zoo bekend feit, dat het weinig zin heeft er over te schrijven. Wij weien allen wel, hoe in tijden van nood de verwachting, welke een regeering van het volk koestert, dit volk tot enorme dingen in staat stelt. Wij weten ook, dat een leger tot enorme dingen in staat is, wanneer de op- perleiding groote daden verwacht. En dan bedoel ik hier met verwachten niet een verwachten, dat gelijk staat met hopen. Zulk verwachten mist de kracht der overtuli- ging. Of laat ik het anders zeggen: Bij zulk verwachten ontbreekt de kracht, welke het zoo stex-k maakt, n.1. de zekerheid des ge- loofs. Vernachten is gelooven. Verwachten is onverwoestbaar vertrouwen in den einduit slag. En wanneer dit bestaat by de leiding, dan verricht het zijn wonderlijke kracht. Maar zoodra bemerkt wordt, dat men hoopt, men met den mond verwacht en inner lijk niet zeker is van hetgeen men verwacht, verliest de verwachting al haar kracht. Zoo vaak zegt men; „Ik verwacht, dat je je best zult doen." Men zegt dit dan echter zoo dat degene, tot wien deze woorden ge richt zijn, zelf bemerkt, dat er geen gloeiende overtuiging, geen geloof achter en in deze woorden leeft. Het resultaat is clan ook in de meeste gevallen gering. Alleen hij of zyn, die in volle overtuiging verwachten, bereiken resultaten! OVEEKA. ONTSPANNING. Een veelvuldig voorkomend verschijnsel in onzen tijd is ovei-spanning. Wie overspannen is, kan daar zichzelf afhelpen, en wie het niet is, kan zich ervoor vrijwaren. Indien U be merkt, slecht gestemd te zijn zonder bizon- dere aanleiding en last heeft van vergeet achtigheid en slapeloosheid, dan heeft u een begin van overspanning. Het natuurlijke middel tegen en ter voor koming van overspanning is ontspan ning. Wat is ontspanning? Nog geheel iets an ders dan ledigheid. Deze maakt meest de tot overspanning geneigden nog onrustiger. Ontspanning is voor elk type iets anders, want ontspanning is datgene wat iemand graag doet. Wat wjj graag doen is veelal tegengesteld aan hetgeen wij geregeld moe ten doen. Iemand wiens bezigheden het bestudeeren van wiskundige problemen is, zal weinig voe len voor schaak- of damproblemen bjjwyze van ontspanning, maar veeleer voor tochten in de natuur, muziek of lichte lectuur. Iemand die daarentegen lichamelijke arbeid verricht, zal de voorkeur geven aan ontspanning, die geen lichamelijke inspanning vereischt. Een behoorlijke mate van ontspanning houdt ons in evenwicht en voorkomt overspanning. Hoofdzaak is dat wij eiken dag eenigen tijd kunnen besteden aan iets, dat wij z e 1 f pret tig vinden. Er is niets, dat ons beter en vol lediger ontspant, dan het gevoel, het naar ons zin te hebben. Men kan een vermoeid mensch het beste helpen zich te ontspannen, door hem vol komen zyn eigen gang te laten gaan. Ver moei hen niet nog méér door aan te komen met allerlei voorstellen van: „Zou je niet dit of zou je niet dat?" „Zou je niet zus of zou je niet zoo?" Hij voelt zelf wel wat voor hem het beste is, een mensch voelt dat even goed als een dier, maar wjj menschen worden daarbjj dik wijls gedwarsboomd door anderen, die dikwijls de beste bedoelingen hebben, maar gebrek aan ervaring en tact. Vermijdt ook, om iemand die vermoeid is, spijs of drank op te dringen. Zet desnoods iets van dien aard gereed, maar dring niet aan, wanneer het voorloopig onaangeroerd blijft staan. Meestal moet de vermoeidheid wat zakken, voordat de eetlust bovenkomt. Het is eigen lijk zoo eenvoudig: „houdt iemand niet af van hetgeen hij voor zijn ontspanning zelf op zoekt, omdat hy wel weet dat dit voor hem het beste is. Denk uzelf eens in, hoe vervelend het ls wanneer U geprest wordt om toch een uurtje te gaan liggen, terwijl U verlangt naar de buitenlucht, of omgekeerd wanneer U een wandeling wordt aanbevolen. Hoofdzaak is bij vermoeidheid, dat men even niet behoeft te reageeren, en ieder voor stel of zelfs ieder aanbod hoe goed ook bedoeld, vereischt reactie. Het is meestal onze zelfingenomenheid, die ons ingeeft dat wjj beter weten wat goed is voor een ander, dan hy het zelf weet. Het valt binnen de grenzen van de gezonde en verdedigbare mate van egoïsme, die toch elk mensch noodig heeft voor zijn zelfbehoud, dat hij tenminste de helft van zyn vrijen tijd besteedt aan wat hij zelf het liefste wil. DR. JOS DE COCK.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 6