PROCLAMATIE
TARZAN de
SEYSS INQUART
Dr. Siyss Inquart
vuren van Tohr
De installatie van
rijkscommissaris rijksminister
Kiespijn
"AKKERTJES"
HeT GeHeim unn
7 orrance
Esdale
door Edgar Rice Burroughs
Weer Taxi's io Amsterdam
Telegraaf en
Telefoon
Plechtigheid in de Ridderzaal
Vele Duitsche en Neder-
landsche autoriteiten
aanwezig
Gistermiddag te twaali uur heelt de
Dultsohe bevelhebber in Nederland
en België in de Ridderzaal in een
pleohtige bijeenkomst zijn bevoegd*
heden op burgerlijk gebied overgedra
gen aan den door den Ftthrer benoem
den rijkscommissaris voor de bezette
Nederlandsche gebieden, Rijksmlnis*
ter Seyss Inquart.
Daarbij heeft hij tevens zijn mlli*
taire bevoegdheden overgedragen
aan den generaal der luchtmacht
Christiansen.
Reeds vroeg in den ochtend be*
stond groote belangstelling van de zij
de van het publiek voor hetgeen op
het Binnenhol te doen was. Om*
streeks kwart over ell kwamen de
eerecompagnieen op het binnenhof
aan en stelden zich op tegenover
de zevende luchtmachtdivisie, een
oompagnte van de 207e infanterie
divisie en een compagnie van de
Schutzpolizei.
Van half twaalf af begonnen de
genoodigden de Ridderzaal te vul
len. Zij kwamen aan langs het Plein
dat bij het Mauritshuis door Duit
sche politie was afgezet. In de Rid
derzaal waren aanwezig de hoofden
der Nederlandsche Departementen*
Voorts waren in de Ridderzaal zeer vele
Duitsche autoriteiten en een aantal Nederlan
ders, onder wie zeer vele persvertegenwoor
digers aanwezig.
Intusschen hadden zich in het bureau van
den militairen bevelhebber, generaal von
Falkenhausen, zich de gasten van dezen be
velhebber verzameld, en wel de rijkscom
missaris, rijksminister Seyss Inquart, de ge
neraal der luchtmacht Christiansen, alsmede
liet kleine gevolg van deze autoriteiten.
Om vijf minuten voor twaalf zette zich op
hofplein voor het voormalige ministerie van
.dofpnsio een stoet van zes auto's in beweging
in de richting van het Binnenhof. In de eer
ste auto nam de militaire bevelhebber, gene
raai von Falkenhausen, plaats, in de vol
gende auto de Rijkscommissaris, Rijksminis
ter Seyss Inquart, waarna als derde wagen
volgde «le auto van den generaal der lucht
macht Christiansen In de drie volgende au
to's nam het kleine gevolg plaats van ieder
«lezer drie autoriteiten.
FEUILLETON
door: Roy Vickers
35.
HOOFDSTUK XXXIV.
List.
Gerald had gelyk. Torrance zei het telkens
opnieuw' tegen zichzelf toen zy uitgeput op
haar bed lag. Geen van beiden konden iets
tegen Annabelle bewyzen. Derhalve had An-
nabelle recht op bescherming. Het was een
van Gerald's principes.
Van kindsbeen af waren zyn gedachten een
verzameling van principes geweest. Verschil
lende er van waren tegenstrijdig en dit had
hem zijn zwakke zijde gegeven.
Zij had Gerald nooit geïdealiseerd had
nooit een bijzondere leefwijze van 'hem ver
langd. Zij wist dat hg een tikje bravour be
zat, dat het hem bevredigen zou, indien hü
zich voor een principe opofferde. En op het
oogenblik offerde hy zi«tfi op.
En haar ook. Daar was geen ontkennen
aan! Gerald was bereid, haar tgdens haar
heele leven te laten lijden, opdat Annabelle
beschermd zou worden.
De volgende ochtend was een herhaling
van den vorigen, doch zy wachtte ditmaal op
haar eigen kamer, terwijl Gerald werd voor
geleid. Tegen den middag trachtte zg te hoo-
ren, wat dc courantenjongens riepen.
Tegen het koffiedrinken verwachtte zg
meneer Masslter, doch hy verscheen niet.
Zy wist dat de middagzltting van de recht
bank om twee uur begon. Om even over vie
ren kwam meneer Ma»9iter.
,.Ze houden hem vast, nietwaar?" sta
melde zg en het duurde een heelen tijd, voor
dat hg antwoordde.
„Ik geloof, dat wij allebei wel wisten, dat
dat gebeuren zou, Torrance."
Hij haalde zyn sigarenkoker voor dpn dag.
Impulsief wilde zy e«n opmerking maken,
daar zg wist dat sigaren slecht voor hem wa
ren en dat hy alleen maar rookte om zijn ze
nuwachtigheid te verbergen.
Bij aankomst op het binnenhof begaf het
kleine gevolg zich terstond naar de Ridder
zaal, terwijl de militaire bevelhebber, dc
rijkscommissaris en generaal Christiansen
de eerewacht inspecteerden. Tijdens de in
spectie bevond de rijkscommissaris zich
rechts van den militairen bevelhebber, en
naast den rijkscommissaris liep generaal
Christiansen. Het muziekcorps speelde een
defileermarsch.
Bloemen.
De lerlingen van de Duitsche school te 's-
Gravcnhage de met het onderwijzend perso
neel op het Binnenhof stonden ongesteld,
lieten door eenige meisjesleerlingen den
rijkscommissaris bloemen aanbieden.
Bij liet betreden van dc Ridderzaal be
groetten de aanwezigen de drie hooge auto
riteiten door opstaan cn, voor zoover het
Duitschers betrof, met den Duitschcn groet.
De rijkscommissaris nam vooraan in de Rid
dcrzaal plaats, met rechts van hem generaal
von Falkenhausen, links van hem generaal
Christiansen.
De historische Ridderzaal was met
palmcngroen en enkele bloemgroe
pen versierd, terwijl dc lichtkronen
waren ontstoken. Het spreekge
stoelte bevond zich bij den grooten
"N schouw tegenover den hoofdingang
en in de nabijheid daarvan was het
groote orkest van den rijkszender
Keulen onder leiding van zyn diri
gent, dr. Otto Julius Kühn, opgesteld.
Hot gevolg van rijksminister Seys Inquart
bestond uit: minister Fischböck siaatssckrc-
taer dr. Mühlmann Reichsamtsleiter Schniidt
brigadefuehrer Rauter en generaal Schu-
mann, het militaire gevolg van generaal von
Falkenhausen bestond uit den majoor van
den gcneralen staf von Harbou, kriegsver-
waltungsohef von Craushaar, admiral Ar-
nault de la Perriere, generolleutnant von Ti-
dem&nn, kommandeur der 7. fliegerdivision,
konteradmiral Hinsmann, genoralleutnant
Wenninger, generalleutnant Streccius, gau-
leiter dr. Meyer, landeshauptmann Haake,
landesrat Hülgers, nat. soz. fliegerkorps grup
penfuohrer Schröder.
Het gevolg van generaal Christiansen be
stond uit oberstleutnant Veltjens en kapitaen
-leutnant Christiansen.
Onder de prominente aanwezigen bevond
zich ook Obergrueppenfuebrer horens, cn in
zijn gezelschap waren S.S. Obcrfuohrcr Mar-
renbach, Reiclisleiter Amann, llauptsamts-
leiter Ricnhardl en Stellv. Landesgruppcn-
leiter Heinrich.
Nadat allen hadden plaats genomen speel
de het orkest de ouverture Ricnzi van Ri-
chard Wagner.
Rede Generaal von Falkenhau
sen.
Generaal von Falkenhausen sprak daarna
als volgt:
Op bevel van den Fnehrer en op
persten bevelhebber der weermacht
draag lk vanaf dit oogenblik de mi
litaire souvereine rechten over aan
den generaal der vliegers, Christian
sen, als bevelhebber van de Duitsche
weermacht in de Nederlanden, en de
uitvoerende macht in het civiele be
stuur aan den rijksminister Seyss-
Inquart als rijkscommissaris voor de
bezette Nederlandsche gebieden. Op
dit belangrijke plechtige oogenblik
willen wij degenen gedenken, die
aan beide zijden in den strijd ge
trouw hun plicht vervulden en wier
dood ons allen den plicht oplegt aan
het herstel te werken. Moge voor al
les hun werk, mijnheer de rijkscom
missaris, vrucht dragen, tot zegen
van het Duitsche en Nederlandsche
volk.
Generaal Christiansen aanvaardde daarna
in een korte toespraak de hem gegeven op
dracht, welke hij in het belang van het Duit
sche en het Nederlandsche volk hoopte tc
kunnen volbrengen.
Het woord was daarna aan den rljkscom-
misaris voor de bezette Nederlandsche gebie
den, rijksminister Seyss Inquart.
Wij publicecren deze in haar geheel afzon
derlijk elders in dit nummer.
Hulde aanden Führer.
Toen aan het eind van zijn rede de rijks
commissaris zijn Fuehrer hulde bracht, ver
hieven allen zich van hun zetels en de Duit
sche aanwezigen brachten een driewerf
„Sieg Heil" uit. Het orkest hief daarna het
Deutschland-lied aan, dat door de Duitsche
aanwezigen werd inedegezongen, waarna
het Horst Wessel-lied volgde.
De rijkscommissaris verliet daarna mc.1
generaal von Falkenhausen en generaal
Christiansen de ridderzaal.
Het buiten opgestelde muziekcorps speelde
een marsch, terwijl de rijkscommissaris in
de eerste auto plaats nam, gevolgd door ge
neraal Von Falkenhausen, generaal Chris
tiansen en Het gevolg van ieder hunner. De
Duitsche schoolkinderen wuifden de autori
teiten levendig toe.
De ridderzaal \vepd daarna door de aan
wezigen verlaten en nadat het binnenhof
nog ccnigen tijd een levendig beeld vertoond
had van uniformen en van een uitccnstroo-
mende menigte, was spoedig het oude aan
zien van het rustige plein hersteld.
van Rijkscommissaris
„Niets verhindert ons elkaar
met achting tegemoet te treden"
Gisterenmiddag om 12 uur aanvaardde de
Rijkscommissaris voor de bezette Nederland
sche gebieden Rijksminister Seyss-Inquart
(„der Rcichskommissar Für die besetzten
Niedcrlacndischen Gebiete Reichsministcr
Seyss-Inquart") in de Ridderzaal te 's-Gra-
venhagc het civiel gezag over Nederland.
Na opening der plechtigheid sprak de
Rijkscommissaris de volgende proclamatie
uit:
Met ingang van lieden heb ik het hoogste
regeeringsgezag in burgerlijke aangelegen
heden in Nederland op mij genomen.
De grootmoedigheid van den Führer en de
kracht van de Duitsche weermacht hebben
het mogelijk gemaakt dat reeds weinige da
gen na de catastrophe, welke door het vroe
gere bewind van Nederland veroorzaakt is,
weder een ordening van het openbare leven
tot stand wordt gebracht, welke in de be
staande gang van zaken slechts in zooverre
zal ipgiijpen, als dc gegeven bijzondere om
standigheden noodzakelijk maken.
Als rijkscommissaris zal ik het lioogste re
geeringsgezag in burgerlijke aangelegenhe
den in dc onder de bescherming der Duitsche
troepen staande Nederlandsche gebieden, uit
oefenen, om de openbare orde te verzekeren
cn het openbare leven te beveiligen. Ik zal al
lc maatregelen, ook van wetgevenden aard,
treffen, welke noodig zijn om deze opdracht
te vervullen. Ik hen voornemens hierbij het
tot dusver geldende Nederlamlsche recht zoo
veel mogelijk van kracht te laten blijven en
hij de uitoefening van het bestuur gebruik
te maken van de Nederlandsche autoriteiten
cn de onafhankelijkheid van de rechtspraak
te waarborgen. Daartegenover venvacht ik,
dat alle in acticvcn dienst zijnde Ncderland-
sclie rechters, ambtenaren cn beambten, mijn
verordeningen, welke tot dit doel worden uit
gevaardigd, nauwgezet zullen nakomen en
dat het Nederlamlsche volk met begrip en
zelfbchecrsching deze leiding volgt.
De Nederlandsche soldateU hebben
zich in den strijd goed gehouden. De
Nederlandsche burgerbevolking heeft
zich tegenover de strijdende troe
pen fatsoenlijk gedragen. Er is niets
wat ons zou kunnen verhinderen
elkaar niet achtiug tegemoet tc tre
den.
Het Duitsche volk voert onder zijn Fühier
den beslissendcn strijd om zijn of niet zijn,
den strijd welken haat en nijd zijner vijan.-
den hot hebben opgedrongen. Deze strijd
dwingt het Duitsche volk alle beschikbare
krachten te gebruiken en geeft het volk het
111.
Deze niededeeling wakkerde het plan van
Tarzan, om tot muiterij over te gaan, nog aan.
Nadenkend herhaalde hy: „Spoedig zullen
vele slaven opgeofferd worden voor het feest
van Pantu. Dan zullen we voor die tgd tot
een aanval overgaan," liet hy er fluitend op
volgen. „Kyk uit, de bewaker komt!" waar-
stdiuwde Kailuk. Tarzan liep dadelyk terug
naar zijn plaats in de ry der zwoegende sla
ven. Hy was vol plannen en ideeën. Liever
had hy willen wachten tot Ukah en d'Arnot
met hulptroepen uit Rathor waren aangeko
men, doch nu moest hy haast maken, anders
riskeerde hy, dat er geen slaven genoeg over
zouden zyn voor een opstand.
...Het was echter onzeker of Ukah en
d'Arnot ooit Rathor zouden bereiken. Om
vlugger op te schieten hadden ze een olifant
gestolen van de Tohriaanse patrouille. En
terwyi ze de omheinde ruimte uitgingen,
wierpen de Tohrianen hun grote speren naar
de vluchtelingen. „We zyn door de poort. We
zullen misschien kunnen ontkomen!" zei
d'Arnot. Ukah bromde iets, zonder enig en
thousiasme en de volgende opmerking van
d'Arnot verwonderderde hem niets. „Sapristi,
ze rennen naar de andere olifanten. Ze ma
ken ze los en klimmen er op. Ik ben bang,
dat ze ons toch zullen vangen!"
recht alle binnen zijn bereik liggende midde
len aan te grijpen. Deze noodzaak en dit
recht van den nood zal ook op het leven van
het Nederlandsche volk en zijn economie in
werken. Ik zal er echter daarom naar stre
ven, dat het Nederlandsche volk, dat met het
Duitsche volk naar den bloede verwant is,
niet in ongunstiger levensomstandigheden
komt te vcrkceren, dan noodzakelijk is door
de gegeven lotsverbondenheid der beide vol
ken en den vernictigingswil onzer vijanden.
Ik moet als Rijkscommissaris de Rijksbe
langen in dc Nederlandsche gebieden, welke
onder dc bescherming van de Duitsche troe
pen staan, behartigen cn ik zal ze behartigen
Het Nederlandsche volk zal door dc ver
vulling van de taak, die uit het gemeenschap
pclijk lot voortvloeit, in staat zijn zijn land
en zijn vrijheid voor de toekomst te vcrzekc-
reh.
SEYSS-INQUART.
Een zesde deel van het wagenpark
De directie van de Amsterdamsche rijtuig
maatschappij, van dc Entani cn van de an
dere in het blokbandtaxibedrijf ingeschakel
de maatschappijen, hebben van de autoritei
ten toestemming gekregen om, zij het dan
ook in beperkte mate, de blokbandtaxi's we
dcrom op straat te brengen.
Een zesde deel van het wagenpark, 55 wa
gens zullen wortlen ingeschakeld.
Ook aan particuliere maatschappijen is
een beperkt aantal vergunningen verleend.
„Ik wilde hier zyn, voordat jy in de ge
legenheid was de couranten te lezen. Dc ver
moed, dat zy niet veel van de onze verschil
len en ik was bang, dat jy het misschien van
den donkeren kant zou bekyken."
.Bestaat er dan ook nog een lichten kant?"
vroeg Torrance.
Meneer Massiter ontweek deze vraag.
„Jullie rechtspraak is langzamer dan de
onze; het ïykt wel of jullie het punt, waar
het om gaat, pas bereiken, als wfj ons al klaar
maken om een aanval te doen. Volgens my
was die advocaat, indien hy een Amerikaan
was geweekt, met stomheid geslagen. Er werd
tydens de gehecle zitting geen enkele tegen
werping gemaakt alleen toen zy het over
dat reisje van jullie hadden en ik vermoed,
dat dat nog het gevolg was van persoonlyke
instructies."
„Hy kan my, zoowel als Annabele, er toch
niet buiten houden!" protesteerde Torrance.
„Dat zullen zyn advocaten probeeren en
als lk alles zoo bekyk, zooals het nu loopt,
geloof ik niet, dat je zult moeten voorkomen.
Indien zy je by de rechtbank noodig hebben,
zullen ze je wel een sub-poena sturen. Maar
alle aandacht wordt gericht op de tydatippun
en dat had ik je wel vooruit kunnen vertel
len. Van half zes tot ongeveer middernacht
is er geen levend wezen dat Gerald in Parya
heeft gezien."
„Maar dat moet t«rch!" riep Torrance uit.
„Waarschyniyk heeft een van de bendeleden
hem al dien tyd gevolgd. Indien wy dien kon-,
den omkoopen of hang maken..."
„Die ruwe diamanten werden ook ter
sprake gebracht. En dat niet onderteekende
testament is een motief, dat aan duideiykheid
niets te wenschen overlaat."
De sigaar van meneer Massiter was uit
gegaan. Hy zwaaide er mee als met een diri
geerstok.
„En er werd ook nog iets gezegd over den
moord op den professor, maar ik denk, dat
Buitenlandsche Zaken het O. M. gezegd heeft,
daarvan af te biyven. Er werd een kleine
wenk gegeven over vertegenwoordiging van
een buitenlandsche regeering. O Ja, nu weet
ik het weer! „De kwestie omtuent uitlevering
zal echter buiten het geding wortlen gehou
den, totdat de bevindingen van de rechtbank
van dit land bekend zyn geworden." Hetgeen
zeggen wil, dat als Gerald hier vry gespro
ken wordt, de Franschen het ook nog eens
met hem zullen probeeren."
„Zal hy hier vrygepsroken worden, meneer
Massiter?"
„Dat hangt van..."
..Van Annabelle af," viel Torrance hem in
de rede, en dan woest. „Ik ga Annabelle nog
eens onderhanden nemen!"
Zy sprong op en zou op datzelfde oogenblik
vertrokken zijn, indien het dienstmeisje op
dat oogenblik niet een brief naar binnen had
gebracht.
Gerald's handschrift! zy scheurde den brief
open. Het was een met potlood geschreven
krabbeltje.
„Maak je niet ongerust door de berichten
in de couranten. Zou jy gelegenheid hebben
om onze bagage by „de Zwaan" op te
halen? Neem* myn wagen maar, als je er
zin in hebt. G."
„De Zwaan" is de naam van het hotel,
waar wy gelogeerd hebben," legde zy'uit.
„Laat my de bagage voor je halen," maar
zy merkte hoe hy er tegenop zag.
„Nee, dank u. Ze zouden bezwaren kunnen
maken, wy staan er nameiyk bekend als
„meneer en mevrouw Ashman", ziet u." Zy
voelde dat zy, door dit te zeggen, alles op de
een of andere mtLnier nog erger maakte. „Ik
zal eerst naar Annabelle gaan, en daar Ge
rald's two-seater ophalen. Ik moet iets doen.
Ik heb den heelen dag in deze kamer ge
zeten."
„Ik vrees, dat je misschien van het hotel
personeel opmerkingen tc hooren zult krij
gen," maakte hy bezwaar.
„Ik trek my niet gauw iets aan," lachte zy.
„Iedereen komt toch te weten, dat ik met
hem mee ben geweest en niemand zal het
zich werkeiyk aantrekken."
Het was een tactlooze opmerking. Zoodra
zij het gezegd had, begreep zy, dat meneer
Massiter het zich aantrok en erg ook.
Op weg naar Callinghani kreeg zy den In
druk, dat zy gevolgd werd. Ongetwyfeld een
rechercheur. Nou, hoe meer argwaan hy
kreeg, des te beter. Wanneer ook zy in de
zaak werd betrokken, zou zy Gerald tenmin
ste geen kwaad kunnen doen.
Toen zy in Qallingham aankwam, nam zy
een taxi naar Htllfoot, waar zy haar wegzond.
In de oprijlaan ontmoette zy denzelfdcn
rechercheur, die destyds de scène met Anna
belle had meegemaakt.
„Ik dacht niet, dat ik u hier nog eens zou
zien, juffrouw Esdale."
„Als mevrouw Saran&ck ditmaal mocht
gillen, dan hoeft u niet te denken, dat lk haar
probeer te vermoorden. Zy is van het soort,
dat gemakkeiyk gilt."
„Maar zy is er niet meer. juffrouw. Alles
is gesloten en zy is gisterochtend vroeg ver
trokken. En het personeel ook. Van het
meisje begreep ik, dat zy opgezegd waren."
Torrance onderdrukte een opwelling om
hartig te vloeken.
Nagenoeg het verkeer hersteld.
Thans is in geheel Nederland, met uitzon
dering van Zeeland cn het grootste deel van
Limburg (Roermond, Venlo en Weert zijn
bereikbaar) en enkele plaatsen in andere
provincies, het telegrafisch draadverkeer
hersteld. Het spreekt vanzelf, dat dit de snel
le overkomst der telegrammen zeer ten goe
de komt.
Met uitzondering van Zecuwsch Vlaande
ren en Zuid-Limburg is het telefoonverkeer
voor geheel Nederland weer hersteld. Tele
foonverkeer met het buitenland is nog niet
mogelijk: Met vertraging hij binncnlandsche
gesprekken moet nog steeds worden gere
kend.
„Er werd zeker geen adres achter gelaten,"
vroeg zy.
„Niet dat ik weet, juffrouw."
Ongetwyfeld bestonden er middelen, afge
zien van de plaatseiyke politie, om Annabelle
te vinden. Maai' dien avond kon er toch niets
meer gedaan worden. Het beste was om recht
door te gaan naar „De Zwaan".
„O nou, ik ben hier niet voor niets geko
men. Ik kom de wagen van meneer Saranack
halen."
„Ik weet niet of dat wel kan, juffrouw
Esdale. Ik ben hier voor alles verantwoorde-
lijk en..."
„Moet je zoowel diefstal als moord zien te
voorkomen," zei Torrance vinnig. „Kyk eens,
je weet, dat ik er met meneer Saranack van
door ben gegaan, niet?"
„Nou ja. juffrouw..."
„Natuurlijk weet je dat! En je weet ook
heel goed, dat een man zyn wagen zou willen
ultleenen aan de vrouw, waarmee hij wegge-
loopen is. Doe dus alsjeblieft niet belache-
iyk!"
zy liep rustig naar de schuur, die dienst
deed als garage. De rechercheur nam een
houding aan alsof het buiten hem omging.
„Ik zou u wel willen helpen, juffrouw. Maar
u weet hoe ik er tegenover sta."
,,'t Gaat best, dank je!" zei Torrance en
begon met de banden op te pompen, waarby
zy ontzettend vuil werd.
Er zat nog juist genoeg benzine in de tank,
om haar naar de dichtsbyzijnde benzinepomp
te brengen, waar zy den vlugsten weg naar
Fellingbourne vroeg.
Twee minuten nadat zy vertrokken was,
reed er een andere wagen voor en de be
stuurder kwam van den knecht te weten, dat
Torrance den weg gevraagd had. Zelfs al had
Torrance dit geweten, dan zou het haar nog
niets hebben kunnen schelen want zy
dacht dat het de politie was, die haar volgde.
Er hadden geen foto's van Gerald in de
couranten gestaan, en de eigenaar van „De
Zwaan" had „meneer en mevrouw Ashman"
niet met Gerald Saranack verbonden.
Zoodoende was het gemakkeiyk genoeg om
de bagage in de dickey-seat van de two-seater
geplaatst te krygen.
Toen zy weer weg wilde rijden, was het
donker, zy wilde juist de starter neerdruk
ken, toen er achter haar een stern klonk
een heesche, hooge stem.
„Juffrouw Esdale, geloof ik. Goeden
avond!"
(Wordt vervolgd).