Van de verstandige raaf en de slimme vos Een paar minuten plantkunde Utilt jongzni en tnelijel! Pfffftttt... het la weer aardig warm als ik voor m'n schrijfmachine ga zit ten. De zon staat te flonkeren aan een egaal-blauwe hemel en Je krijgt haast vanzelf vacantie-neigingen. Vacantiedat hebben jullie nu b n a beate vrienden. Dat betekent, dat Je voor verscheidene weken de school deuren achter Je ziet sluiten en er een fijne tijd komt van zalig nietsdoen. Nietsdoen is lui en luiheid is des dui vels oorkussen. Nu ja, dat weten we allemaal maar eens in het Jaar wil len we ook allemaal wel eens een beetje lui zijn. Ik net zo goed als jullie natuur lijk. Mijn vacantie... ja, die staat nog niet vast. Ik moet wachten. En jullie kunt wel raden waarop! Ik wacht tot m'n vrouw thuis is. Tot zij van sanatorium Brederodeduin in Santpoort afscheid gaat nemen en ik hhar weer fijn thuis mag ontvangen. Zeg jongens en meisjes, wat zal dat een feestdag zijn. Temeer daar ik dan meteen vacantie neem. Dat kan du^ een dubbel-prettige vacantie voor me worden! Maar nu dan eerst de gelukldg%, die het boek gewonnen heeft. Dat is: Tiets van de Cappelle, Laanplein E 18, Schagen. die we harteiyk feliciteren. En nu de briefjes, die, tot mijn spijt, maar weinige in getal zijn. Enfin, volgende week Is het de laatste maal voor de vacantie, die ik jullie geef in de maanden Juli en Augus tus. Dan stoppen we de schrijverij zoals Jullie weet. Plet de Vet, Schagen. Ja Piet, dat is vervelend, nu JU en je moeder niet weten waar vader zit. Maar zo is het nu op het ogenblik met heel veel vaders Piet. Dat is nu oorlog. Ellendig hé? Laat ons eerlijk allemaal hopen, dat alles weer terecht komt. Mijn vrouw komt denkelijk met Augustus thuis. Heeriyk hoor! Wil je moeder m'n hartelijke groeten doen Piet en haar zeggen, dat ik in de moeilijke dagen echt met haar meeleef? Marietje Eriks, St. Maartensvlotbrug. Bedankt voor de mooie kaart Marietje. Hij ls naar Santpoort gestuurd hoor. Als Jij dit leest is de kaart er al lang. Nog eenmaal schrijven we elkaar Marietje en dan nemen we afscheid tot de volgende week in Sep tember. Wat een geweldige tjjd hé? Bep Tijsen, Wleringerwerf. Beste Bep lk zal aan jouw verzoek gehoor geven. Op Jouw verzoek ga ik volgende week een taart ondtr jullie verloten. En... een fyne taart. Wie zal 'm winnen???? Bedankt voor je „ouderwets" gezellige brief Bep! Ik hoop dat jU de eerste week in September weer present bent. Maar... dat weet ik eigeniyk wel zeker. We zyn daar voor t e goede vrienden geworden. Dag! Trien Tijscn, Wleringerwerf. En daar is Trien ook al. Nee Trien, hoe zou ik ooit ter wereld op zo'n lieve briefschryfster als jU boos kunnen worden als de brief eens wat kort uitvalt. Ik denk er gewoon niet aan. En dat er nu bü jullie minder nieuws is dan in Anna Paulowna, dat begrijp ik heus wel hoor. Zeg Trien, kom jij ook met September terug? Ja...??? Annie Speets, Warmenbulzen. Ga je mor gen nog naar Amsterdam Annie Dat zal me een kostelijke dag worden, zo helemaal naar de grote stad. Pas op de trams, op de fietsen en op' de auto's. O nee, die zUn er bü'na niet meer hé. Veel genoegen hoor! Tiet» van de Capelle, Schagen. Haaaa... daar is gelukkig Tiets vandaag tenminste ook nog. Als ik haar ook niet meer had in onze club... Harteiyk dank voor die fUne, hartelijke brief vriendin. Echt leuk, dat je zo met de mensen in het sanatorium mee leeft. En nu nog wat: ik weet Tiets dat Jack eergisteren jarig geweest is. Wil je hem heel vriendelijk van mij feliciteren? Niet vergeten Tiets! Juok v. d. Capelle, Schagen. En hier heb ben we... Jack zelf. Dat had ik niet ver wacht. En nog wel met een grote brief van 2 kantjes bovendien. Nu, jarige, hoe is het geweest. Hebben vader en moeder je weer verwend. En Ti^ts, die zal jou ook niet ver geten hebben denk ik. Hoor ik dat volgende week Jongens en Meisjes, ik ben er door. Vol gende week laatste week en taart week. Ik ben benieuwd... Kindervriend. Oplossing raadsel vorige week 3. Z adel O tter M aart E mmen R eede T afel IJ stap D egen Zomertijd Goede oplossingen ontvangen vant Jack v. d. C. Schagen, Tiets v. d. C. Scha gen, Annie S. Warmenhuizen, Pietertje K. Vecnhuizen, Trien T. Wleringerwerf, Bep T. Wleringerwerf, Marietje E. St. Maartens vlotbrug. Nieuwe Raadsels L Veertien mussen zaten op een dak. Een Jager schoot er zeven naar beneden. Hoeveel bleven er toen nog zitten? n. Noem een meisjesnaam, die omgekeerd gelezen gelijk luidt t door Wil Bokhorst. In een bos woonde vroeger een oude raaf die wijd en zijd bekend was, om zijn verstand. In zijn jeugd had hij zich veel in de buurt van de boswachterswoning op gehouden en geluisterd als de boswachter zijn kinderen van planten en dieren ver telde. En daar de raaf een goed geheugen had, had hij een heleboel wijze dingen ont houden. Nu kwamen de andere dieten in het bos dikwijls bij hem, als ze voor het een of ander raad moesten hebben. Nu woonde er in dat bos ook een vos, die vreselijk boos was, dat de raaf voor wijzer werd gehouden dan hij. Zodoende schold hij op de raaf zoveel hij kon. Op zekere dag zat de raaf in een hoge boom en staarde naar de dorpsweg, die naar een aardig dorpje voerde. Het liep al tegen de avond en de weg was vol met huiskeerende menschen. Juist kwamen een paar boeren langs en de raaf hoorde den een zeggen: Gisteren heeft die brutale vos weer een kip van me gestolen. Dat is zo'n slim merik, die laat zich niet vangen. Maar ik heb er met den boschwachter over gespro ken.. die zal dat beest wel krijgen!" De raaf dacht er juist over, of hij de vos zou waarschuwen, toen hij beneden zich een vrolijk gelach hoorde. Het was de vos, die hem toeriep: „Hoor je dat, zelfs de mensen vinden nje knap!" „Slim!" verbe terde de raaf. „Alsof dat niet hetzelfde is", riep de vos kwaad. „O nee", antwoordde de raaf, „het is de slimmerik alleen om eigen voordeel te doen, maar de wijze wil met zijn ver stand ook anderen helpen." „Nou", lachte de vos. dan houd ik me li ver bij de slimheid en laat de wijsheid aan jou over. Die boer zal zich wel groen en geel over mijn slimheid ergeren. Ik ga nog een paar kippen stelen!" „De kruik gaat zo lang te water tot hij breekt", zei de raaf. „Ach wat!" smaalde de vos, „hou toch op met die flauwe spreekwoorden. Die kun je overal langs de weg vinden." Nu", zei de raaf, het is anders wat jam mer dat er maar weinig mensen zijn die die spreekwoordn begrijpen en ze in hun leven toepassen." „Zonde dat de rest van de dieren al naar bed is", zei de vos spottend. „Die had den anders weer eens van jouw wijze woorden kunnen genieten. Maar al die spreekwoorden heb je geleerd van mijn vijanden: de mensen." „Van je vyanden kun je ook leren", zei de raaf. „Leer dan maar zoveel je wilt", zei de vos verwaand en kwam uit z'n bosje te voorschijn. „Hierop had de boswachter, die al een tijdlang op de vos geloerd had, gewacht. Een knal., en de vos zakte, dodelijk ge troffen aan de voet van de boom, in elkaar. „Weer een bewijs, dat spreekwobrden waar zijn", dacht de raaf. „Hoogmoed komt voor den val". „En dit is nu het sprookje van de wijze raaf en de slimme vos", besloot oom, want die was het die het verhaaltje aan zijn neefjes en nichtje verteld had. „Was de vos echt dood?" vroeg Rudi. „O", zei oom, jij denkt misschien dat hij zich maar dood hield. Nee, dit keer was hij echt dood." „Nu begrijp ik het verschil tussen wijs heid en slimheid", zei Loe. ,Daar had ik nooit over nagedacht." „Oom, wat bedoelde de vos toen hij zei dat je de spreekwoorden overal langs de weg kon vinden?" „Nu", antwoordde oom, „kijk eens naar die werklui die daarginds de wortels van de bomen uitrooien. Kyk, nu liggen ze in de schaduw onder de bomen. Denk je nu niet aan een spreekwoord?" „Ja", zei Loe, „na gedane arbeid is goed rusten." „Juist", zei oom, „houdt je oren en ogen nu goed open, misschien komen we nog meer spreekwoorden tegen." „Ik zie er al een", riep Babs opgewonden uit terwijl ze naar Rudi keek, die zich op een omgehakte boomstam in evenwicht probeerde te houden. „Oefening baar* kunst!" „Ja, of: de aanhouder wint", ze Loe. Even later zag Babs een blinkend voo- werp op de grond liggen. Ze bukte zich ai raapte 't op. „Kyk eens, iemand heeft gouden ring verloren", riep ze uit. „£n ring, maar geen gouden", lachte oom. .Jet is niet alles goud wat blinkt!" riep Loeuit Het vinden van spreekwoorden werceen hele sport. Loe wilde het morgen me zijn schoolvrienden proberen. „Maar danmoet je niet vergeten, om het nut van ieder spreekwoord te vertellen!" zei oom. Natuurlijk gaan jullie vaak wandelen. Maar let je wel eens op de dingen die er om je heen gebeuren? Op de planten b.v. Nu we zullen eens de proef op de som nemen. Op ons plaatje zie je delen van planten, bomen enz. Ze zijn echter niet juist gete kend, want iedere plant enz. is uit twee verschillende planten samengesteld, zodat er twaalf delen van verschillende planten enz. getekend zijn. Voor de duidelijkheid is er geen rekening jhouden met de ver schillende grootten de delen. Welke planten zijn er op dd>l«ats te zien? •sa— 31-iaq "9 aajindod— apuil 'S snxr 31!'* apuq -wnnd°d apeqostqo» >inaq 'Z }A\aa - tuoopsa *i :3utsso[Jo Zelf schilderijtjes maken Joke had op school al een paar keer pluimpjes gekregen dat ze zo goed haar best deed. Joke was namelijk niet erg knap in rekenen. Taal kon ze wel en vond ze leuk. Maar rekenen., bah!., zei ze iedere keer als je vroeg hoe ze dat vond. Het is ook niet erg leuk om steeds slechte cyfers te krijgen. Ze begreep nooit iets van de sommen die juffrouw de Rooy haar opgaf. En eindelijk dacht Joke: „Ik kan het toch niet, dus ik probeer die ver velende sommen niet meer!" Toen had ze gewoon haar rekenhuiswerk laten schie ten. Juffrouw de Rooy was daar vreselijk boos over. Moeder was op school gekomen en had allerlei lelijke dingen over haar dochtertje gehoord. Vooral dat ze zo lui was. Joke was zo boos en verdrietig ge worden, dat ze hard was beginnen te huilen. Het eind van het liedje was dat moeder en de juffrouw een hele tijd met elkaar en met Joke gesproken hadden. Juffrouw de Rooy had qezegd dat Joke maar eens bij haar moest komen, dan zou ze die moeilijke sommen met pleizier uitleggen. Maar dan moest Joke van haar kant ook meer haar best doen Al was ze in rekenen niet zo goed ls in taal, daarom kon ze best een voldoende op haar rapport halen. Nu dat had Joke beloofd. En ze had woord gehouden. 2e probeerde de sommen net zo lang, totdai ze ze opgelost had. Dat lukte niet altijd, maar dan ging ze naar juffrouw de Rocy, die haar hielp. Zo had Joke al weken gewerkt en ein delijk had juffrouw de Rooy een briefje aan Joke's vacfer en moeder geschreven, waarin ze vertelde dat hun dochtertje zo goed haar beft deed. Toen vondm vader en moeder, dat Joke wel een beloring mocht hebben. Ze had al zo lang een eigen kamertje willen hebben. Ze hadden nog een klein kamertje vrij, maar tot ni toe had moeder daar allemaal kisten en k'ffers in gehad en sliep Joke met haar kleire zusje samen. Nu besloten ze dat kleineoergkamertje aan hun dochtertje te geven. Of Jok» blij was! Ze hielp zelf haar bed versjouwen. Met een paar stoelen van haar moeder en een klein kastje dat op zolder stond, vas het kamertje aangekleed. Na dat Jole een paar bonte kleedjes en pul len op iet tafeltje en het kastje Vd gelegd en ge2t, moest iedereen bekennen, dat het kanertje onherkenbaar was. Het eeni- ge dal nog een beetje kaal was was de muur. Daar prijkte namelijk maar èèn klein schilderijtje. Meer bezat Joke niet. Mair daar wist ze raad op. Ze kocht zwar glimmend papier en knipte daar heel handig allerlei figuurtje van. Toen piaKe ze die figuurtjes op mooi wit kar ton op maat gesneden, plakte er aan de overkant een ophangertje aan en., klaar wc het schilderij. Als je wist hoe leuk dat stond! Hier zie je een paar van die figuurtjes. De handigen zullen ze direct uit het pa pier kunnen knippen, maar de anderen kunnen ze eerst overtekenen, voor dat ze de schaar er in zetten. Inplaats van zwart glimmend papier kun je ook gekleurd pa pier gebruiken. En als je een schilderijtje samenstelt, moet je er aan denken dat ja figuurtjes opplakt die een beetje bij elkaar horen. By voorbeeld een mannetje, een huis en een boom, of een meisje en >en hond. Zo kun je met weinig moeite alleraardigste schilderijtjes maken. OPLOSSING DIERENRAADSEL. VORIGE WEEK Oplossing: vis (kop), neushoorn (ho rens), gems, (gewei), stekelvarken (romp) zeehond (voorpoten), kikvors (achterpoten) adder (staart.) Meneer Van Puffelen gaat op jacht 1 „Kom", dacht meneer van Puffelen, „ik ga weer eens op jacht". Zo gezegd zo gedaan. Na een paar minuten ging hij, gewapend met z'n rugzak en z'n hondje Flip, op weg naar het bos. ft** Sï/ N ''li LIr ■X'/ 1 'A ra* V// 2 Denk niet dat meneer van Puffelen erg sportief was. Het duurde niet lang of hij ging op z'n gemak onder een boom zit ten enviel in slaap. Flip was ook niet een van de vlijtigste en volgde het voor beeld van z'n meester. 3 Na een uurtje werd het stel wakker en beiden voelden dat hun maag rammelde. Een heerlijke maaltijd volgde. Meneer van Puffelen had voor alles gezorgd. Hij zelf at broodjes met ham en Flip kreeg een dikke worst, waar hij van smulde. 4 Plotseling spitste Flip z'n oren. Wat was dat? Er suisde iets door de lucht Ook meneer van Puffelen had iets verdachts gehoord. 5 Even later viel er een grote, dode roof vogel voor meneer van Pufflen's voeten. Het beest was waarschijnlijk van ouder- dorom gestorven. In elk geval het was morsdood. Dit bracht meneer van Puf felen op een nobel idee. 6 Die biiddag poseerde van Puffelen, on ze „jager" voor den fotograaf., net de roofvogel. Flip ontbrak natuurlijk even min. Hij was toch zeker ook mee op de jacht geweest! En alle kennissen van meneer van Puffelen kregen een foto, waaronder stond: „Ik, Flip en de roofvo gel, die we na een spannende jacht ge schoten hebben."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 12