Nederlanders dit jaar toeristen binnen de Vaderlandsche grenzen Het parool zij Ontdekt in deze dagen de groote schoonheid van Uw kleine land Gezicht op de overbekende Kaasmarkt. ELKE medaille heeft haar keerzijde; zoo ook die van dezen woeligen tijd, waarvan ons land den sombe ren weerslag ondervindt. Want nu zijn de toeristen, die jaar in jaar uit hun hart schenen te hebben verpand aan het buitenland, gedwongen eens het eigen land te bereizen en wij zijn er zeker van; wanneer zij onbevooroordeeld en zon der te mokken hun reis aanvaarden, zullen zU opgetogen van hun vacantie terugkee- ren en eenstemmig zeggen: ik wist niet, dat Nederland zooveel verborgeji schoons bezat, ik wist niet dat er zooveel attrac ties waren, die ik vroeger alleen maar in andere landen meende te kunnen vinden. Niet waar, de hand op het hart: had Üw kikkerland de plaats in Uw hart, die het verdiende? Wij gelooven, dat de echte va derlanders niet te na gesproken, velen een negatief antwoord moeten geven. En Uw Volgende vraag is nu natuurlijk: waarheen moet ik dit jaar dan gaan? Een moeilijke vraag, waarop het heel moeilijk is een antwoord te geven, omdat Nederland een zoo rijke verscheidenheid biedt, zoo elck •wat wils, dat men niet recht weet wat aan te prijzen, maar wij zullen een greep doen. In de eerste plaats zal de vaderlandsche toerist er goed aan doen eerst eens zijn land op papier te verkennen. Daartoe be staat uitstekende litteratuur; in het bij zonder willen wij wijzen op het schitte rende boek van Dr. Henri Polak: „Het kleine land en zijn groote schoonheid", waarvan dezer dagen bij Em. Querido te Amsterdam reeds een vierde druk het licht zag en waarin vrij uitvoerig op prettig leesbare wijze in het bijzonder Neder- land's verborgen schoonheid is behandeld. Verder kan men zijn voordeel doen met de talloze brochures, die door de plaatselijke RAADHUIS TE VEERE Vereenigingen voor Vreemdelingenverkeer worden verspreid. Alkmaar, stad der kaasdragers. IN het hartje van Noord-Holland ligt het schilderachtige oude plaatsje Alk maar, vanwaar de victorie begon, een plaatsje, dat op Vrijdagochtend het aan trekkelijkste is. Waarom? Daar zal wel niemand het antwoord op schuldig blyven. Dan wordt de beroemde kaasmarkt gehouden, waarheen jaarlijks niet alleen duizenden Nederlanders komen kijken, maar ook vele buitenlandsche toeristen. Het is ook een eenig schouwspel: de druk ke kaasmarkt, met als achtergrond het prachtige oude Waaggebouw en daarvoor de Ieder veem bestaat uit zes dragers, één taschman, die de oudste van het veem is. Uit de zes dragers wordt om beurten een overman of voorman gekozen; deze draagt dan als teeken van zyn waardigheid op de borst een zilveren schildje aan een lint in de kleur van zijn veem. Om de twee jaar wordt de overman door Burgemeester en Wethouders benoemd. Hij dient er zorg voor te dragen, dat aan de schaal van zijn veem alles in orde is. De oudste en jongste kaasdrager van het veem dragen steeds tezamen. Ook is er nog een prevoost en een knecht, die onder leiding van den baas alle voorkomende huishoudelijke werkjes moet doen. De markt begin voormiddags om half tien en er wordt gewogen, zoodra vijf berries bij iedere schaal aanwezig zijn. Onder de waag bezitten de dragers een eigen lokaal, waar zij bij bijeenkomsten speciaal voor hen gebrouwen bier drin ken. By deze gelegenheden gebruiken zij nog het eeuwenoude tinnen schenk- en drinkmateriaal, dat ook voor het publiek is te bezichtigen. kaasdragers in hun merkwaardig gildecos- tuum, en boeren en de kaaskoopers en vele toeschouwers een tafereeltje in z'n soort zoo typisch, dat men het niet ergens anders zal vinden. Zoodra de druk bezochte markt begon nen is en de verkoopers en koopers op handslag de kaas verhandelen, treedt het aloude gilde der kaasdragers op: krachtig gebouwde mannen, die gedurende het zo merseizoen, dat met Mei is ingegaan, ge kleed zijn in kraakzindelijke witte pakken met groen, blauw, rood of geel gelakte stroohoeden op, al naar het „Veem" waar toe zij behooren. Een gilde in de strikte beteeken is van het woord, met een schuts heilige, hebben de kaasdragers nimmer ge vormd. Meer was het van oudsher een werkcorps, doch de geest van samenwer king en samenleving is die der oude gil den. Zoo'n werkcorps is samengesteld uit een vader, vier overlieden, vier dragers en verscheidene losse dragers. Ze zijn ver deeld in vier groepen, te herkennen aan de bovengenoemd kleuren. Ieder veem heeft zijn eigen weegschaal onder de waag. De berries en de schalen zijn van dezelfde veetnkleuren voorzien. Bij zeer grooten aanvoer wordt nog gebruik gemaakt van dfe zoogenaamde hulpwaag aan het einde van de markt tegenover het Waaggebouw. De voormalige „Onze Vrouwepoort" ook ge naamd Gevangenpoort te Bergen op Zoom, thans ingericht als his torisch museum. yisschersvloot in de haven van Harderwijk* Middelburg en Veere. DEZE twee steden op het schoone Zeeuwsche eiland Walcheren be zaten een rijken schat van oude gebouwen, waarvan door de jong ste gebeurtenissen, met name in Middelburg wel een en ander beschadigd en vernield schynt te zyn. Maar desniet temin hebben deze steden ook.thans nog wel recht op de belangstelling van den Hollandschen toerist Wie schoonheid weet te waardeeren gaat naar Middelburg. Voor bewonderaars van het verleden is de stad altijd een soort bedevaartplaats geweest, een kostbar juweel, dat de geschiedenis ons liet te midden van een jachtenden, ja- genden tijd, waarin zoo dikwijls voor de ze bezonken schoonheid geen plaats meer schijnt te zijn. Daar staan nog de trotsche patriciërshuizen met rijk versierde gevels, statige openbare gebouwen en kerken, ge weldige pakhuizen, herinnerend0 aan den tijd, waarin deze stad een middelpunt was van handel en verkeer met verre lan den. Overigens biedt ook het eiland zelf den natuurliefhebber alle denkbare ge noegens. Aan de verschillende kleederdrach ten wordt veel zorg besteed. De meeste kan men zien op den Donderdagschen markt dag. Naast de frissche en kleurige boerin nen, maken de iri het stemmig zwart ge stoken boeren een stoeren indruk. De eeni- ge versiering aan hun kleedy zijn de eigen aardig gevormde gouden knoopen by den hals. Wie in Middelburg toeft vergeet na tuurlijk niet een of ten minste twee maal naar Veere te gaan, een stad, die nog steeds van een ver verleden droomt. En kele bezienswaardigheden mogen hier worden genoemd: Het stadhuis dateert van 1474 en is opgetrokken in Gothischen stijl met een fraaien Renaissancetoren van 1559. In den gevel staan de in 19311934 vernieuwde beelden der heeren en vrouwen van Veere. Het interieur is de moeite waard; de Oud heidkamer met interessante voorwerpen uit de geschiedenis van de stad, onder meer de beroemde beker van Maximiliaan van Bourgondië, een porselein verzameling met waardevolle voorwerpen; een raadzaal met kostelijke gobelins en schilderyen. De Onze Lieve Vrouwekerk dateert van 1479 en circa 1575. Het interieur is in drukwekkend, maar de sporen van voort durende restauraties zyn te zien. In 1686 grootendeels door brand verwoest, doch onmiddellijk hersteld. In 1809 gebruikten de Engelschen haar gedurende de beruch te Walchersche expeditie als kazerne, welk voorbeeld de Franschen twee jaar later volgden. Hierbij werden de kostbare en niet te vervangen glas- in loodramen ver nield. Een der oudste bruggen van Delft, de Touw brug, welke de verbinding vormt tusschen Koornmarkt en Wijnhaven, moest enkele jaren geleden, vanwege haar wan«"*'« posi tie worden voorzien van een betonnen onderlaag. I Gedeelte van de binnenplaats van het Burgerwees huis te Amster dam, waar nog de sfeer van vroeger eeuwen hangt. De Schotsche Huizen, Het Lammetje en De Struys vroeger stapelhuizen en kan toren van de toenmaals te Veere gevestigde Schotsche wolhandelaren. Beide gevels zijn bijzonder fraai en behooren tot de oud ste bewoonde huizen in Nederland. In de achterzaal van De Struys kan men oude Zeeuwsche costuums bewonderen. Ook de overige vertrekken zijn, hoewel bewoond, naar ouderwetschen trant inge richt. Voorts een verzameling oude scheeps modellen en andere voorwerpen op scheep vaartgebied, waarmede Veere immers zoo nauw was verbonden. Friesland de provincie der verrassingen. HOEWEL Friesland den laatsten tijd meer en meer in het gezichtsveld van de toeristen komt te liggen, weten velen nog altijd niet hoe veel schoons hier nog te ontdek ken valt. Friesland is meer dan een land van groen gras, vette klei en dikke koei en. Wie alleen een fietstoch om een plaats als Drachten heeft gemaakt, zal dien dag allerlei verschillende landaspecten hebben gezien, want daar heeft men klei- zand en veengronden, om het water niet te ver geten, dat aan Friesland de grootste be koring geeft. Maar al is Frieland dan ook speciaal bekend om de zeilwedstrijden, die culmneeren in de Sneeker Zeilweek, ook dan nog is Friesland oneindig veel meer. Wij zullen U in gedachten eens meene men naar een echt oud Friesch plaatsje als Makkum aan het IJsselmeer, een plaats je waar de nijvere handen de oude am bachten nog beoefenen en waar men de be haaglijke rust van voorbije tijden kan er varen. Wanneer men van de Afsluitdijk rechts afslaat is Makkum het eerste dorpje, dat men binnenkomt. Door de bouwwijze doet het denken aan een stadje. Eeuwen her hebben de Friezen hier verschillende tak ken van nijverheid beoefend als kalkbran derij, pannen bakkerij, olieslagerij, papier maken, glasblazen, bierbrouwen, scheeps werven en ten slotte de aardwerkfabricage Van deze industrieën, eens zoo bloeiend, is met uitzondering van de laatste weinig meer overgebleven. Thans wordt Makkum's roem voornamelijk gevormd door de klei- bakkerij volgens het oud-Delftsche procédé. Merkwaardig is dat de fabriek, die reeds in 1660 werd opgericht, nog altijd in han den is van de nazaten van hen, die de fa briek begonnen. Wie hart heeft voor dezen bij zonderen kunstvorm, moet eens gaan kijken in het Kunsthuis „Statum", waar een permanente tentoonstelling wordt ge houden van dit majolika-aardewerk, terwijl men er buitendien een goed overzicht kan krijgen van de Friesche kunst in algemee- nen zin. Wie Friesland wil leeren kennen, moet er kris kras zwerftochten door onder nemen, moet er op verkenning gaan in het wijde land, met zyn spiegelende water vlakten, met zijn malsche weiden en de karakteristieke zadeldaken der kerken, hy moet naar de „wouden" in het Oosten van de provincie gaan, hij moet Gaaster- land bezoeken, rustig den tijd nemen voor schilderachtige plaatsjes met een rijke his torie als Franeker, Harljngen, Bolsward; hij moet loeven in Hindeloopen en Sta voren en dan zal hy nader komen tot het hart van Friesland en tot het hart van Ne derland. Wie zoo zijn vacantiedagen door brengt, zal niet bedrogen huistoe keeren, ook al heeft hy geen bergen, schilderachti ge burchten, wereldsteden en paleizen ge zien.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 14