De Wieringermeer veilingen als taai-laboratorium GROENTEN Langendijker Uit Alkmaar Dwaas gedoe SLOOTDORP SPREEKT BINNENS MONDS. MLDDENMEER HET „LIJZIGST". WIERINGERWERF HET „BXJ- DE VROUWEN VAN MIDDEN- MEER ONDERSCHEIDEN ZICH! „Het zien van een schoolfilm, waarin de beelden van keileemgrij- pers, gevlochten zinkstukken, en op bruisend water gevolgd worden door die van tractoren, golvende koren velden, wapperend waschgoed In prille dorpen, om te eindigen met een schooldeur, die gesloten werd achter leerlingen afkomstig uit bijna alle deelen van Nederland, gaf mij de on middellijke overtuiging, dat zich hier in dit nieuwe land een zeldzame gelegenheid tot onderzoek voordeed, zoowel op de gebieden van anthro- pologde en psychologie, als op dat der phonetiek. Hoe zouden de verschillende eigen schappen van bouw, van geest, van spraak, zich gedragen, samenge bracht eerst achter de gesloten schooldeur, later wellicht in nog in niger verband? Welke eigenschap pen zouden er standhouden of zelfs gaan overheerschen, welke zouden wegslinken en ten slotte verdwijnen? Slechts uitgebreid en stelselmatig onderzoek, op verschillende tijdstip pen te herhalen, zou antwoord kun nen geven". Aldus leidt dr. L. Kaiser haar zoo Juist ÏVerschenen studie in over de resultaten van het onderzoek naar de spraak van den Wie- ringermeerbewoner. Men herinnert zich, hoe in de achter ons liggende jaren studenten van de sectie Taalkunde en Phonetiek der „Stichting voor het Bevolkingsonderzoek in de Drooggelegde Zuiderzeepolders" de Meer in gingen om te praten met de man nen, vrouwen en kinderen, teneinde kost- 1 are gegevens te kunnen verzamelen over f'rn taalgroei in het Nieuwe Land, welke i:tuners onder de van-her-cn-der-gekomen be a olking, geheel eigen karakter draagt. Gra- r tophoon opnamen werden gemaakt, kaak standen gefotografeerd, afdrukken op kunst- gehemelten genomen, enz. Gegevens over meer dan 2000 proefperso nen vormen»* de stof voor dr. Kaisers „Pho- notypologische Beschrijving van de Bevol king der Wieringermeer", waaraan wij de [volgende interessante conclusie ontleen en: De Noordhollander spreekt lang zaam. Slootdorp blijkt de grootste spreek- snelheid te bezitten, zoowel voor de mannen als voor de vrouwen; Wie- ringerwerf en Middcnmeer staan hierbij achter, en in' het bijzonder geldt dit voor de mannen. Voor Middenmeer vindt dit verschijnsel misschien een verklaring in het nauwe con tact, dat deze plaats met Noordholland heeft, waar het spreektempo langzaam is. 2 Eén stem als een klok Dr. Kaiser maakt onderscheid tusschen 'dorpsbewoners en boeren, mannen en vrou wen, jongelui en kinderen. Wat de luidheid van spreken betreft, constateert zij bijv., dat 52 vrouwelijke dorpsbewoners luid spreken tegenover 40 mannelijke, en 36 boerinnen te genover 26 boeren. Voor het zacht spreken .vinden wij de cijfers: m. dorpsbew. 120, vr. 110, boeren 57, boerinnen 46. Hier blijkt, al dus schrijfster, een sterke aanwijzing voor een sexe-verschil te bestaan, in dien zin, dat de spraak van de vrouwen minder vaak zacht genoemd is. Daarnaast blijkt weer een sociaal verschil, dat echter achterstaat bij het sexe-verschil, waardoor de sterkte toeneemt in de reeks: Dorpsmannen, boeren, dorps- vrouwen, boerinnen. Een aanwijzing voor verschillen tusschen de dorpen onderling blijkt aanwezig: Slootdorp blijkt meer zacht- sprekenden te bezitten dan Middenmeer en Wieringerwerf. Ook bij de jongelui was de spraak in Slootdorp het zachtst. De Jonge vrouwen schijnen overi gens niet zoo luid te spreken als haar moeder en tantes; want bij de groep „jongelui" (1521 j.) boeren, waren de luidsprekende mannen en de zachtsprekende vrouwen in de meerderheid. De dorpsbewoners spre ken overwegend zacht", terwijl bij de ze categorie een verschil tusschen mannen en vrouwen niet aanwezig blijkt Bij de jongelui spreken de boeren dus het luidst, een toontje lager zingen de boerin nen, dan volgen de dorpsvrouwen en ten slotte de dorpsmannen.,.. Veel bassen en baritons? Vergelijkt men de aantallen van de als hoog en laag sprekend aangeduide man nen, dan zou men tot een zeer groot aan tal bassen en baritons in de Wieringermeer Dr. L. KAISER. schap van anderen aard gaat, nl. om een zuiver biologische eigenschap. Indien deze waarneming bevestigd zou worden, zou zij stellig van beteekenis zijn. De winkelende vrouw spreekt duidelijk. Bijzonder belangwekkend is, wat wij in het geschrift lezen over duidelijke en ondui- delijkeu ilspraak: het gearticuleerd en het binnensmonds spreken. De volgorde van binnensmonds naar gearticuleerd is: dorps mannen, boeren, dorpsvrouwen, boerinnen. Verschillende tusschen de dorpen bestaan in dien zin, dat Slootdorp het meest, Middenmeer het minst binnensmonds spreekt, terwijl de vrouwen van Middenmeer zelfs de boerinnen evenaren of overtreffen, in gearticuleerd spreken, waarbij aan den invloed der vele winkels in Mid denmeer kan worden gedacht. Met open mond Dc Avinkclcnde vrouw spreekt dus zeer duidelijk. Zij doet haar mond wijder open dan haar „mompelende" zusters en in het algemeen véél wijder dan de heeren der schepping. Aan dc afmetingen der kaakstanden tijdens de gesprekken za gen de geleerden nl., dat de mondopening het grootst is bij de dorpsvrouwen, dan vol gen de boerinnen, daarna de boeren en ein delijk de dorpsmannen „Slootdorp is het meest gesloten, hetgeen weer met den uitslag van het onderzoek naar al of niet binnens, monds spreken overeenkomt. Sloot- dorp spreekt vlug, althans schijn baar zacht, binnensmonds, met geslo ten kaken, met doorgonzende stem, zonder veel melodie". Wie praat er door den neus? Een articulatie-eigenschap, die samenhang vertoont met de kaakopening, is de nasali- teit (het door den neus spreken). 71 der mannen spreekt door den neus en 43 der vrouwen. Weer zijn het de dorpsmannen, die de (ongewenschte) eigenschap het sterkst bezitten. De verschillen tusschen de dorpen onderling zijn onduidelijk. De vrouwen van Middenmeer toonen echter een sterk niet- nasale uitspraak, hetgeen misschien in sa menhang kan worden gebracht met het reeds genoemde verschijnsel van den in Midden meer zoo ontwikkelden winkelstand. Nog een articulatie-eigenschap is de „stem hebbendheid". Van de dorpen vertoont Sloot dorp de sterkste stemhebbendheid, waarop Wieringerwerf volgt en eindelijk Midden meer. De vrouwen van Middenmeer vormen ook hier een wat afzonderlijk staande groep, die zelfs de boerinnen in stemloosheid over treft. Middenmeer het lijzigst ,,'t Lijzigstc gefluister óók èn taal èn tee- ken heeft" dichtte Guido Gezelle. Dit vers- regeltje trooste Middenmeer, dat volgens dr. Kaiser het „lijzigst" spreekt. Over het algemeen spréken de vrouwen iets lijziger, de mannen iets meer bijtend, hetgeen met de dagelijksche ervaring in overeenstemming is. Bij de mannen bestaat bovendien aldus de studie een zeer dui delijk sociaal verschil: de dorpsman- nén spreken het meest bijtend, hierop volgen de boeren; dan volgen dorps vrouwen en boerinnen zonder duide lijk verschil. Van de dorpen spreekt Wieringerwerf het meest bijtend. Middenmeer het lijzigst, voor welk laatste feit een verklaring gemak kelijk is te vinden. (Invloed van Noordholland.) Lijzig spreken werd bij jonge mannen zel den geconstateerd. Zangerige vrouwenstem Een duidelijk sexe-verschil blijkt uit de waarnemingen van het muzikale accent: de mannen zijn overwegend „stootend" (zwak muzikaal accent), de vrouwen overwegend zangerig. Ook is er een sociaal verschil; de dorpsbeAvoners zijn stootend; de boeren zan gerig. Middenmeer is veel zangeriger dan de beide andere dorpen. Zelfs overtreffen de Middenmeersche vrouwen ook hierin de boerinnen. Doen wij tenslotte een greep uit wat de schrijfster over het schoolkind zegt: de meis- jer spreken vaker zacht dan de jongens en ook langzamer dan dezen. De schoolkinde ren spreken bijna even langzaam als de dorpsmannen en veel langzamer dan de vol wassenen gemiddeld. De jongelui spreken het snelst, nog iets sneller dan de snelste volwassen-groep: die der boerinnen. De jongens spreken meer door den neus dan de meisjes. Besluiten wij hiermee ons overzicht van dr. Kaisers heldergeschrcven. ook voor den leek zeer leesbare verhandeling over de taal van den Polderbewoner. Het aantal nieuwe producten neemt toe de vroege aardappe len vormen de hoofdschotel het verloop mét belangstelling ge volgd ordening in den aan voer nog weinig reden tot kla gen: oogst valt mee, prijzen re delijk groote oogst verwacht aanvoer naar verhouding van beteelde oppervlakte later ver dubbeld toen te veel de tijd dringt met het oog op na- cultuur vroege Eigenheimers wel niet vóór 1 Augustus minimumprijs aanvankelijk nog f 6.later f 5.50 voor groote en bonken gemaakte prijs f 5.50 Aanvoer veel geringer dan f6.— verleden jaar prijzen echter aanmerkelijk beter drielingen lager ook kriel bracht niet veel op weinig bloemkool tweede soorfc goedkooper klei ne aanvoer bospeen station- naire prijzen tomaten bren gen minimumprijs f21, of iets meer op rabarber weer zeer slechte prijs eerste aanvoer roode kool prijs lager dan ver leden iaar eerste snij- en tuin- boonen aanvoer sla. Zoo langzamerhand begint het aantal nieuwe producten, dat op de'groentenveilin gen, althans op die der L.G.C., toe te nemen. Als we een veertien dagen verder zijn, zullen zeker alle groenten, welke aan Langendijk gekweekt worden, aan de markten verschij nen.^ De aanvoer van de nieuwste produc ten is uit den aard der zaak nog klein en de belangstelling, zoowel van tuinders als koop lieden, concentreert zich op de vroege aard appelen. Daarvan moet het op het oogenblik, en nog wel gedurende enkele weken, ko men. Het is duidelijk, dat men met groote belangstelling den loop van zaken op de aardappelmarkt volgt en zich vooral de vraag stelt, hoe het verder gaan zal. De oogst valt zeer mee, het gewas staat er prachtig voor en een record-opbrengst mag worden verwacht, als althans de ziekte uitblijft Dit laatste begrijpen de tuinders zeer goed en het is dus ook goed van hen gezien, om in hun welbegrepen eigenbelang zoo goed en zorgvuldig mogelijk te sproeien. Wat nu den af zet van de vroege aardappelen be treft, het is nog voelen en tasten. Er wordt natuurlijk ordenend opgetre- Net aantal nieuwe producten neemt toe werd verkocht voor f 250—3.70. Op den laat sten marktdag werd f 2.80—3.50 betaald, Ook voor kriel lagen de noteeringen veel lager. In het begin nog f 3—6.20 opbrengend werd ze de laatste dagen voor f 0.00—2.20 verkocht., Zaterdag voor f 1.20—2.60. Het vorige jaar brachten de drielingen iets meer en kriel ongeveer evenveel op. Groote wer den toen verkocht voor f 45, voor export van f 3—4. Bloemkool kwam er in de afgeloopen 1 week niet veel aan de markt. De prijzen van de eerste soort lagen tusschen f 10 en I f 12, die van de tweede waren aanmerkelijk lager, f 77.10, latei; f 3.90. De aanvoer van bospeen was ook niet groot.; de prijzen waren iets lager en vrij stationnair. n.I. van f 5—6 al naar kwaliteit. Ongeveer 22000 Kg. tomaten werden ver handeld. De minimumprijs voor de sortee ringen, A, B en C. was f 21 Bijna alles werd voor dien prijs of enkele dubbeltjes meer verkocht. Het vorige jaar was de prijs f 1 f 3 hooger. CC. werd verkocht voor f 13.20 f 14.40. De meeste rabarberkweekers hebben hun product niet aangeboden vanwege den la gen prijs, die er voor wordt besteed. Wat aangeboden werd en dat Avas een klein kwantum, bracht f 11.30 op. Een tuinder uit St. Pancras voerde de eerste roode kool aan op 27 Juni. Ze bracht f 6.20 op. Het vorige jaar kwam de eerste op 24 Juni en gold f 8.50. Een nieuw artikel was snij'boonen, een zeer kleine hoeveelheid, die voor 31 cent per Kg. werd verkocht. Voorts kwamen de eerste tuinboonen. waarvoor f 4.30—5 werd betaald. Een partijtje sla werd gekocht voor f 1.20 per 100 krop. den. Geschiedde dit niet, dan zou het zeer zeker onder de tegenwoordige tijdsomstandigheden met een en an der spaak loopen. Met ingang van 24 Juni, dus den eersten dag van de week, waarover ons overzicht loopt, werd bepaald, dat dagelijks niet meer dan 3 K.G. per Are van de dóór den tuinder met aardappelen beteelde oppervlakte mocht worden aangevoerd. Door de veilin gen moest daarop als vanzelfsprekend con trole worden gehouden welke werd gevonden in het aanleggen van een lijst, waarop vermeld werd de oppervlakte, die de tuin ders volgens hun teeltvergunning met vroe ge aardappels mochten bebouwen. Door de grootere afzetmogelijkheid werd deze hoe veelheid en volgenden dag verdubbeld en alzoo op 6 K.G. per Are gebracht. De aanvoer werd daardoor, gerekend over alle aardap pelveilingen. zoo groot, dat een belangrijk deel onverkocht bleef, zoodat de 6 K.G. weer op 4 K.G. werd gebracht. Men had blijkbaar te weinig rekening gehouden met bet buitengewoon groote beschot. Dit groote beschot, dat straks met het meer volwassen raken der aardappels nog veel grooter zal worden, brengt zijn moeilijkheden mee. De aadappels moeten op tijd gerooid zijn, ook al met het oog op de nacultuur en de aan voer van andere soorten dan Schotsche mui zen. In verband daarmee zal het dan ook wel niet worden toegestaan, dat de vroege Eigenheimers vroeger dan 1 Augustus wor den gerooid. Een handicap vormt ook de aanwezigheid van vele late aardappelen, die over 't geheel nog zeer behoorlijk van kwa liteit waren. Was de minimumprijs den eersten markt dag voor groote Schotten nog f 6 per 100 Kg. den volgenden dag werd die op 5.50 gesteld Deze prijs compenseert in belangrijke mate het nadeel, dat de tuinbouwers hebben door den beperkten aanvoer. Het vorige jaar toch was de ophoudprijs op 14 Juni reeds op f 5 gesteld en op 24 Juni al op f 4. Ruim 100 spoorwagens Schotsche muizen werden aan de Broeker veiling verhandeld. Het vorige jaar bedoeg dit aantal in de overeenkomstige week 225. Te Noordschar- vvoude beliep de aanvoer iets minder dan 40; in 1939 in dezelfde week was dat 75. Aanvankeijk werden de gróote en de drie lingen voor f 67 verkocht, kriel bracht f3 6.20 op. Later, lagen alle noteeringen voor groote tusschen f 5.50 en f6. De meeste brachten f 5.50—5.70 en f 5.80 op. Drielin gen, waarvoor geen minimumprijs was vast gesteld, liepen aanmerkelijk terug. Veel HET BOOZE GERUCHT JOEG DE MENSCHEN OP DE MEN- SCHEN OP DE VLUCHT. Vrijdagvond kon men te Alkmaar het zon- derling verschijnsel Avaarnemen, dat dozij nen menschen., bepakt met koffers en zak ken de stad verlieten om te gaan naar ja, waarheen, dat Avisten ze zelf niet. Kin derwagens ontbraken niet in de stoet ent toen we iemand aanhielden met de vraag, wat het doel was van deze zonderlinge reis het was omstreeks 12 uur middernacht kregen we.te hooren. dat de wandelaars het thuis niet meer hadden kunnen uithou den uit vrees voor wat misschien zou kun- I nen gebeuren. Ze woonden namelijk „in de buurt" v^n het vliegveld. Met dat laatste bleek het intusschen nog al te schikken, j want de woonplaats der nachtelijke toeris ten bleek te zijn gelegen in het Eikelenberg- kwartier, wat nog een heel stukje van het Berger vliegveld vandaan is. Zaterdag en Zondag vertrokken er nog meer. Voor redeheering bleken de menschen ech ter niet vatbaar en dus gingen ze verder op liun tocht. Ze gingen „loopen", in het Hei- looërbosch of zoo, tot dat het weer licht werd. Naar we vernamen werd er in hetzelfde bosch ook druk gekampeerd, kortom, er was sprake van een uittocht uit onze goede ge meente, die tot dusverre in werkelijkheid zoo weinig had ondervonden van het oor- logsspook, dat over Europa waart, maar dai nu werkelijk in aantocht heette te zijn. De oorzaak van de vrees was gelegen in „praatjes". Er is niet de minste twijfel aan, of er is de laatste dagen in Alkmaar gekletst en geroddeld op een wijze, die even' ongerecht vaardigd is als dwaas. Geruchten, waarvan de bron meestal niet meer is na te sporen doen de ronde en bij ieder oververtellen wordt de zaak een tikje ijselijker en daar door misschien belangwekkender gemaakt, Ten slotte jagen de menschen elkaar we- derkeerig de stuipen op het lijf en het eind is, dat ze gaan „loopen". Ze weten, dat het op de plaats, waar ze heen gaan precies even veilig of onveilig is als op die, welke ze hebben verlaten. Wie kan ten slotte het noodlot, zoo dit mocht komen, ontloopen? De nacht heeft bewezen, dat er van alle kletspraatjes niets is uitgekomen. Het bleef alles rustig, heel rustig. De zwervers hebben iets kunnen leeren. LANGENDIJK DE SCHIPPERS KLAGEN. Voor de Langendijker schippers is er den laatsten tijd niet veel te doen. Dit is in het bijzonder het geval met het vervoer van groenten. Bijna alles wordt per vrachtauto vervoerd. Verschillende handelaars in aard appelen en groenten koopen hier op de vei lingen de benoodigde producten en brengen die met eigen vrachtauto naar dë markten in de groote steden, om ze daar te verkoop en. Van de zijde der schippers hoorden we in verband met de maatregelen tot benzine besparing wel de opmerking maken dat het benzineverbruik kon worden beperkt, als al het aan de hier gevestigde veilingen met het bovengenoemde doel verkochte en per vracht auto vervoerde goed. met den schipper werd verzonden. Ongetwijfeld ligt in die opmer king een kern van waarheid opgesloten. Nu met ingang van 1 Juli Aveer vergunningen worden verleend voor goederentransport met auto's, deelde men ons mee, dat er onder de handelaars, die zelf hun gekochte producten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 8