Duitschland vraagt geen
onderworpenheid
Nederland en Indië één
Dr. Seyss-Inquart
DAGBLAD VOOR HOLLANDS NOORDERKWARTIER
Tusscben Duitschland en
Nederland nimmer meer
een tiende Mei
OORLOGSGEWELDSCHADE
SALARIS ALLEEN NA SLAGEN
BERT G. VAN HAARLEM
Laan. Schaden. Tel. 444 (2 lijnen). Kengetal 224A
ZATERDAG 27 JULI 1940. 84e Jaargang. No. 11249.
Uitgdvr êtt N.V. Uitg.-Mif. „Molfeiwfc Noordcrk worteri*
WEL EEN BEHOORLIJKE HOUDING
Rijkscommissaris
Dr. Seyss-Inquart
Geen bezwaar tegen een
werkelijk Nederlansch
nationaal gevoel
In de groote zaal van den Dieren
tuin had gisteravond een betooging
plaats van de afdeeling Nederland
der buitenlandsche organisatie der
N.S.D.A.P.
Onder de aanwezigen merkten wij
op oud-minister Posthuma en Mr.
K. P. v. d'. Mandele, voorzitter van
de Kamer van Koophandel te Rotter
dam.
Na een openingsrede van den lei-
der van de afdeeling Nederland, den
heer Rughberg, kreeg de Rijkscom-
minissaris, Rijkminister Seyss In-
quart, het woord, die o.a. het volgen
de zeide;
Huis, vaderland, volk, het zijn begrippen,
die ons allen van de jeugd af zijn bijge
bracht Hoe verschillend echter was hun be
teekenis, zoolang ons niet de Fuehrer door
zijn geloof aan het Duitsche volk boven alle
individueele belangen, bijzondere wenschen
en meeningen uit een onvergankelijk doel
gaf.
Degenen, die aan de steeds bloedende gren
zen van het volk stonden, ervoeren reeds in
de ervaringen van hun kindertijd, wat het
beteekent tot een volk te behoorcn, gelijk het
Duitsche volk in werkelijkheid is.
Daaruit ontstond het bewustzijn der be-
teekenis van een volk bovenal in zijn rand-
gewesten en bij hen, die in het buitenland
leefden.
Gij zelve hebt dat hier in Nederland be
leeft en niet slechts hier in Europa, maar
ook gins in Ned. lndië Zeer talrijk zijn de
volksgenooten, die bied in Nederland waren
en zijn en naar verhouding is ook het getal
dergenen, die naar Ned. Indië gingen groot,
om dat mogen wij wel vaststellen in een
volkomen spontane en energieke levensmoed
mee te helpen aan alles wat hier te schep
pen was. Zij beleefden, dat wij Duitschers
na den wereldoorlog hoogstens met een licht
gevoel van medelijden werden geduld. Ons
volk en ons vaderland waren immers zwak
en macheloos. Toen echter de Nat. Soc. we
dergeboorte na de machtsaanvaarding wer
kelijkheid werd, moesten juist zij, die uit de
rijen van het eigen volk naar elders gegaan
waren, als de eersten onmiddellijk den haat
en de vijandschap van al diegenen aanvaar
den, die het niet dulden wilden, dat het
Duitsche volk zich van de boeien der dwang-
dictaten bevrijd had en weder tot macht ko
men wilde.
Zij waren niet slechts in kerkers gewor
pen en bedreigd, dóch zelfs aan zware mis
handelingen blootgesteld.
En nu zijt gij weer teruggekeerd op cle
plaats van uw bezigheid en moet principi
eel in uw maatschappelijke bezigheid in dit
land blijven, want gij ziet u nu tegenover
een taak'geplaatst, die in haar doeleinden
een nieuwe taak is, in haar wezen echter
op het geheel van ervaringen en feiten be
rust, waarin een Duitscher in het buiten
land leeft.
Gij leeft hier niet in een verwijderd land.
bij een volk, dat u naar zijn wezen vreemd
is. Gij zult u daarom niet afzonderen, doch
als begrijpende bemiddelaar temidden van
het Nederlandsche volk leven.
Spreker memoreert dan de heldhaftige
strijd van het Duitschland van 1914 tegen
vrijwel geheel de wereld, welke strijd niet
werd verloren, omdat het Rijk militair ver
slagen was. maar wegens de zwakte van de
binnenlandsche politieke toestand. Hij gaat
de ontwikkkeling na van Duitschlands ge
schiedenis, na het Verdrag van Versailles.
bespreekt de opkomst van het nationaal so
cialisme en geeft een duidelijk overzicht
van de historische gebeurtenissen, welke
zich sinds de Poolsche veldtocht hebben
afgespeeld.
Was Nederland neutraal?
De Rijkscommissaris vervolgt:
De Nederlanders geloofden, althans be
weerden, neutraal geweest te zijn. Maar was
is neutraal? Als groote naties een strijd op
leven en dood aangaan, kan de neutraliteit
niet als een formeel begrip worden behan
deld. Wij Duitschers in elk geval kunnen niel
een neutraliteit erkennen, waarbij een land
verzamelplaats van alle emigranten en vijan
den van het eigen volk wordt.
Wij nationaal-socialisten kunnen ons in
een oogenblik, waarop het lot van het Duit
sche volk voor alle tijden in onze hand gege
ven is, niet houden aan slechts met de lip
pen beleden standpunten, doch wij zien in de
harten en moeten ons gedrag naar de werke
lijke mentaliteit van de anderen richten.
Wij dreigen de verantwoording voor 80 m'il-
lioen menschen van Duilschen bloede eh
aan deze verantwoordelijkheid hebben wij be
antwoord door dit land te bezetten, niet om
het land te veroveren en een volk van zijn
vrijheid te berooven, doch uit ijzeren nood
zaak. Zoo staan wij thans hier als over
winnaar en bezettende macht.
Het wekt menigmaal den indruk, alsof
wij te weinig als bezettende macht zijn op
getreden, alsof de Nederlanders niet duide
lijk beseffen, wat een bezettende macht kan
beteekenen.
Wat nu het gedrag der Nederlan
ders aangaat, willen wij vaststellen,
dat wij zeker niet onderworpen
heid of onoprechte beminnelijkheid
verwachten, wat wij echter wel ver
wachten is een behoorlijke en be-
hèerschte houding. Ook in dit opzicht
zijn wij grootmoedig.
Dat wij tegen een werkelijk Nederlandsch
nationaal gevoel niets hebben, bewijst het
beste het feit, dat wij geen bezwaar hebben
tegen de Nederlandsche nationale'vlag, en
dat wij aan de toekomst van Nederland den
ken, toont de zorg aan. die wij voor de Ne
derlandsche jeugd hebben, want de jeugd is
de toekomst van het volk. Ik richt echter
tot de ouders en-leeraren de ernstige waar
schuwing, de jeugd niet in een verkeerd be
grepen nationaal gevoel op een dwaalweg
te brengen. Onze bemoeienis met den op-
bouwdienst en de hulp en begunstiging, die
wij bieden aan de oprichting van den ar
beidsdienst als het belangrijkste opvoedings-
cn schoonmaakmiddel van een volk, moet
iedereen toonen. waar het 'ons om gaat.
Zekere verschijnselen zijn evenwel zorg
wekkend, niet voor ons, doch voor de Ne
derlanders zelf Hiertoe behoort bijvoorbeeld
de houding der Nederlanders tegenover onze
Rijksduitsclïe volksgenooten. Waartoe moet
het bijvoorbeeld leiden, wanneer klaarblijke
lijk diegenen onder ons, die jarenlang hier
loyaal medegearbeid hebben, op sommige
plaatsen nu geboycot worden? Waarom
wordt een deel van het Nederlandsche volk
door onverantwoordelijken, die aan dë touw
tjes trekken, dezen weg opgedrongen, dien
het eens, nog afgezien van de schadevergoe
ding, weder geheel terug moet gaan! En
nadrukkelijk wil ik waarschuwen tegen ie
dere beleediging van het Duitsche volk en
het Duitsche rijk, van onze symbolen en
vlaggen, boven alles echter tegen iedere be
leediging van onzen Fuehrer, die onze hoog
ste eer' is.
Zonder uitzonderig gelden voor allen de
verordeningen voor de handhaving van orde
en veiligheid en iedere poging tot verstoring
zal zonder aazien des persoons gestraft wor
den, vanwaar ook deze. komen moge. Voor
rechtmatige bezwaren zal ik steeds een open
oor hebben.
Onze plaats in Groot Europa. - Als
gelijkgerechtigde partner. - Concen
tratie moet beteekenen vernieuwing.
In het vervolg van zijn rede voor de bui
tenlandsche afdeeling Nederland van de
N.S.D.A.P. zeide Rijkscommissaris Seyss In-
quart:
Het schijnt mij ook noodzakelijk, de ver
houding gelijk die thans voor ons geldt ten
aanzien van de naar het buitenland gegane
vroegere politici der Nederlanden te verdui
delijken. Met de vroegere regecring heb ik
mij des te minder beziggehouden, daar hei
toch ook volgens de grondwet van dit land
aan de regeering verboden is, den zetel naar
huiten Nederland te verleggen en derhalve
deze stap onwettig is en daarmee alle verde
re ondernomen maatregelen dezer mannen
eveneens onwettig geworden zijn,
Wat nu de positiekuze ten aanzien der Ko
ningin betreft, moet het volgende vastgesteld
worden: de Koningin heefi den oorlogstoe
stand tegen bet Duitsche rijk uitgeroepen,
althans door haar autoriteit gedekt en is als
vijandin van het Groot-Duitsche Rijk naar
Engeland gegaan. Bovendien zij bij dezen toe
stand, temeer waar ons niet bekend is, dat
zij op eenigerlei wijze protest tegen de van
Engeland uit tegen Nederland ondernomen
bomaanvallen op niet-militaire doelen, waar
aan voorts nog in de eerste plaats Nederlan
ders ten offer vallen, indient.
Zonder de vraag van den staats
vorm in de Nederlanden aan te ra
ken, zonder de verhouding van het
Nederlandsche volk tot het Huis van
Oranje op eenigerlei wijze te wil
len beïnvloeden, want dit zijn din
gen, waarover het Nederlandsche
volk zelf in vrij besluit zal oordee-
len, staat vast, dat een bezettings
macht het rich niet kan laten welge
vallen, dat voor een persoonlijkheid
zelfs als die de Koningin van een
land is, die zich in de rijen der vij
anden bevindt, betoogingen van wel
ken aard ook worden gehouden.
Evenzoo spreekt het vanzelf, dat iedere be
moeienis niet, het bezette land voor den duur
dezer bezetting uitgeschakeld wordt. Ik on
derstreep deze verklaring met nadruk met
het oog op toekomstige gedenkdagen, maar
ook met het oog daarop, dat vermeldingen
in politieke vergaderingen of programma's
door de bezettingsmacht niet kunnen worden
ter kennis genomen. Alles, wat ik hier van
de koningin zeide, geldt in de gegeven om
standigheden ook voor het Huis van Oranje.
Dit standpunt heeft met onze houding ten
aanzien van de politieke wilsvorming van
het Nederlandsche volk niets van doen.
Wat nu deze politieke wilsvorming betreft,
zoo herhaal ik nog eens, dat wij niet in dit
land gekomen zijn, om het Nederlandsche
volkskarakter te onderdrukken of het onze
wereldbeschouwingen op te dringen.
In dit verband kom ik te spreken over
maatregelen die ten opzichte van de vrije
vakvereenigingen en van de marxistische
organisaties noodig waren.
Daar ik van meening ben, dat deze orga
nisaties voor baar leden, die immers in
hoofdzaak tot den kring der arbeiders en be
ambten hehooren, nuttige resultaten tot
stand kunnen brengen en dat voor alles de
leden van deze organisaties niet van de
vruchten van hun reeds gedane presaties mo
gen worden beroofd, heb ik nagelaten deze
organisaties eenvoudig op te heffen, doch
heb ik het besluit genomen uitsluitend door
een nieuwe leiding mij waarborgen te ver
schaffen. dat die invloeden en gevaren zijn
uitgeschakeld, die in een nationaal socia
listisch bewind niet de vrije hand kan wor
den gelaten.
Waarom N.S.B.'ers als commis
saris?
Bij de vraag aan wien ik het beheer over
deze organisaties moest geven, was duide
lijk. dat niet in aanmerking konden komen
al die mannen, die langs den weg van par
lementair-democratische compromissen met
deze zelfde organisaties reeds eenmaal in
verbinding heijben gestaan. Na deze beper
king voerde de beschouwing van de persoon
lijke eigenschappen en de ervaring op het
betrokkeu gebied mij tot de gevallen keuze.
Zonder ten aanzien van binnenlandsch-poli-
tieke houding van <4eze mannen en van den
kring, waaruit zij stammen, positie te kiezen,
kon ik evenwel vaststellen, dat deze kring
in de buitenlandsche politiek een houding
heeft aangenomen, welke zonder prijsgave
van welk recht of aanspraak van vrije Ne
derlanders ook, die buitenlandsch-politieke
koers heeft gehouden, welke, zooals de feiten
uitwijzen, de juiste was en welke, indien
door de verantwoordelijke instanties in Ne
derland te rechter tijd gehouden, aan het
heele Nederlandsche volk ten voordeel zou
hebben gestrekt.
Ik zie velerlei pogingen tot verza
melen, zoogenaamde concentratie.
Ik merk op, dat ik al deze pogingen
met welwillende belangstelling bezie
en haar geen moeilijkheden in den
weg zal leggen, tenzij het alleen
maar gaat om zulke pogingen, welke
beoogen in eenigerlei vorm dien
geest te laten voortleven, die ten
slotte het Nederlandsche volk naar
den lOen Mei 1940 heeft gevoerd. De
conserveering van dien geest kan ik
van het standpunt der bezettende
macht, maar ook in het belang van
het Nederlandsche volk, zoolang de
ze bezetting duurt, niet met open oog
dulden, want er mag tusscben het
Duitsche en het Nederlandsche volk
nooit weder een tiende Mei zijn. Een
ding zou ik evenwel willen zeggen:
een binnenlandsch-politieke bewe
ging en wilsvorming kan haar sanc
tie nooit van mij als vertegenwoor
diger der bezettende macht verwach
ten, doch moet deze uitsluitend daar
door verkrijgen, dat zij het Neder
landsche volk van de juistheid van
haar richting overtuigt.
Als ik hierbij nog iets zeg, dan is dat geen
verordening, zelfs niet een wensch. maar
ten hoogste een raad, gegeven op grond
van de ervaring, welke wij in langen poli-
tieken strijd hebben opgedaan en welke niet
blindelings moet worden geïmiteerd, maar
waaruit toch wel naar analogie nuttige
gevolgtrekkingen kunnen worden gemaakt.
De eenwording van de krachten in een volk
kan nooit het resultaat zijn van de concen
tratie van verschillende programma's,
waarbij de beginselen zoover mogelijk wor
den uitgebreid en daardoor onduidelijk wor
den. ten einde allen daarin op een of
andere manier een plaats te laten vinden.
We zijn ons volkomen bewust, dat zelden
een volk in zoo korten tijd uit zijn doen is
gerukt en voor nieuwe feiten is gesteld,
welke* een nieuwe, koene,, zelfs op sommige
punten revolutionnaire geesteshouding
eischen.
De reconstructie van het continent kan
echter niet voor de grenzen van Nederland
halt houden.
De gevolgen van deze gebeurtenissen zul
len door iedereen kunnen worden bespeurd
en door iedereen kunnen worden gedragen
De naaste toekomst zal moeilijk en
vol ontberingen zijn. De levenswijze
der Nederlanders, voor zoover zij
werk hadden of op andere manier
over een inkomen beschikten, zal
zeker door verhooging van de kos
ten van levensonderhoud, verhoo
ging van belastingen en tarieven,
beperkingen ondergaan.
Want ik twijfel er niet aan dat de Neder
landers zich zullen inspannen om hun per
soonlijke zoowel als hun staatshuishouding
in orde te houden.
Terwijl aan het einde van den wereldoor
log overwinnaars, overwonnen en neutra
len door een golf van pessimisme en negatie
worden meegesleept, kunnen de overwin
naars van dezen oorlog voor Europa een
hoopvolle perspectief ontwerpen. Het nieu
we Europa van de solidaire samenwerking
van allen, het Europa zonder werkloosheid,
zonder economische en monetaire crisis, het
Europa van de planmatige productie van
arbeidsverdeeling.
Dat Nederland aan dezen nieuwen
opbouw zal medewerken en wel als
gelijkgerechtigde partner, is de
wensch van het Duitsche volk. Het
is duidelijk dat bij deze reconstruc
tie alle Nederlanders betrokken zijn.
De toekomst zal eens deze intrede
van de Nederlanders in den vollen
stroom der geschiedenis begroeten,
want deze zal de Nederlanders weg
voeren van hun non-activiteit. Ik
geloof, dat deze nieuwe opbouw aan
de meerderheid van het Nederland
sche volk, vooral aan de arbeiders
en aan de plattelandsbevolking, maar
ook aan een Nederlandschen koop
man en zeeman, zeer veel bieden
zal, n.1. de medewerking aan de con
structie van een groote Europeescho
ruimte, die door de afmetingen en
het evenwicht van haar deelen waar
borg biedt tegen crisis van welken
aard ook.
Maar niet de materieele dingen moeten
ihans op den voorgrond gesteld worden, zoo
als bijv. het feit, dat de knapste koppen op
economisch gebied zich inspannen een plan
uit te werken, op welke wijze en binnen wel
ken tijd de Nederlandsche economie op de
nieuwe economische organisatie van Europa
kan worden gesteld en daarin kan worden
ingepast, opdat zooveel mogelijk krachten en
waarden behouden en nieuwe kunnen wor
den verkregen. Het voornaamste is de juiste
politieke idéé, want deze geeft ook betrouw
bare leiding in economische dingen.
Het is voor een nationaal-socialist eigenlijk
ontzettend het groote aantal werkloozen in
dit land te zien.
De rijkdom, die toch geen onvergankelijke
waarde bezit, maakte het mogelijk den werk
loozen altijd nog den noodniftigsten levens
standaard te verzekeren. Maar dat zoo'n on
gelooflijk groot gedeelte der volksgenooten
niet werkt maar ondersteund wordt, en dat
daardoor de arbeid vernederd wordt tot een
zuiver materieel goed, waartegen geld al
leen kan opwegen, dat is ontzettend.
En wat den landbouw aangaat, zoo meen
ik te kunnen zeggen, dat een boer, die min
der van de opbrengst van de door hem be
bouwden grond dan van de aanvullende pre
mies van den staat afhankelijk is, niet het ge
voel van den vrijen boer op bet vrije land
kan hebben, ook dan als hij in een formeel
democratisch land leeft.
De boer die voor de producten van zijn ar
beid den zekeren afzet in een groot achter
land en een overeenkomstige rnarkta orde
ning gewaarborgd weet, die dus een zekeren
en rechtvaardieen prijs voor zijn werken ont
vangt, zal een geheel ander bewustzijn van
zijn beteekenis, maar ook een geheel andere
bestaanszekerheid hebben.
Nederlandsch-Indië.
Van deze beschouwing leidt slechts een
kleine stap naar dat deel van het Nederland
sche rijk. dat huiten F.uropa is gelegen, voor
al Nederlandsch-Indië.
De leiding van het Groot-Duitsche
rijk laat met de militaire bezetting
van Nederland evenmin een aan
spraak gelden op een of ander deel
van het Nederlandsche Rijk buiten
Europa als zij een opheffing van de
zelfstandige Nederlanden op het oog
heeft.
Ik kan u veeleer de verzekering geven, dat
uit het herhaaldelijk genoemde verantwoor
delijkheidsgevoel en uit het bewustzijn van
een gemeenschanpelijk lot Nederland die
ondersteuning zal kunnen verkrijgen, wel
ke er toe leidt en welke op een of andere wij
ze ertoe kan bijdragen, dat het Nederland
sche rijk in zijn geheel onverkleind blijft.
Menschen met inzicht zullen thans reeds er
kennen, dat het niet het gewicht van de be-
zetende macht is, dat hier het gevaar van
een breuk aantrekt.
Engeland heeft den Führer van liet Groot
Duitsche Rijk niet begrepen of niet willen
begrijpen.
Het is zonder twijfel voor de toekomstige
beteekenis en positie van Nederland in de
nieuw opgebouwde Groot Europeesche ruim
te van beteekenis op welke wijze de Ne
derlanders in dezen de eeuw beheerschen-
den strijd positie kiezen en hoe zij zich ver
houden. Er zijn zeker thans vele Nederlan
ders, die het betreuren, dat de Nederlan
ders in dezen strijd niet als strijdgenooten
en als kameraden aan de zijde van Groot-
Duitschland staan om in het oogenblik der
hoogste beslissingen die kameraadschap te
bctoonen. welke dan geslachten en eeuwen
door den band van onoplosbare en onzelf
zuchtige vriendschap vormt, welke het Nat.
Soc. Duitschland met het fascistische Italië
voor altijd zal verbinden. Dit verzuim komt
op rekening der voorheen in dit land ver
antwoordelijke mannen. In dit ooerenblik is
de meest nauwgezette opvolging van de be
velen van den opperbevelhebber der weer
macht oen vanzelfsprekend gebod. Elke,
ook maar geringste ondersteuning van den
vijand, wordt met den dood bestraft.
Meer echter zal het Duitsche volk
nu nauwkeurig in oogenschouw ne
men welke houding het Nederland
sche volk thans aanneemt. Hiervan
zal het wezenlijk afhangen, welke
plaats en welke beteekenis het lot
in de toekomst aan Nederland inrui
men zal.
Dit schijnen mij toe de heden noodzake
lijke verduidelijkingen te zijn op het mo
ment waar het om de laatste beslissingen
gaat. Dit zijn ook de richtlijnen, volgens
welke de Rijksduitschers hier in voortdu
rende en steeds gereede overgave hun deel
aan het groote opbouwwerk van den
Führer zullen kunnen geven.
Zien wij terug op den weg, dien het Duit
sche volk gegaan is, uit de diepste ramp
zaligheid vlak voor den afgrond en de ver
nietiging van zijn bestaan, dan zien wij
dat het door de bijzondere grootheid van
een man opgeroepen werd tot zijn gróótste
kracht en heerlijkheid.
Wij allen echter staan geheel achter den
Führer. Geheel achter den Führer te staan
beduidt de zekerheid der overwinning.
Accountant van naam en de beste rechtstreeksche relaties bij Fondsen, Commis
sies, Stichtingen enz. (te Rotterdam bijna 100 schade-zaken behandeldl treedt
als economisch-adviseur op en behandelt deskundig en snel AJLLE SCHADE
POSTEN.
Mechts streng serieuze opdrachten worden aanvaard. Men schrijve vlug aan:
Accountant - Belastingdeskundige - Bedrijfseconoom - Oud-leeraar 1VLO.,
24 Verl. Wijk aan Zeeërweg 24 - IJmuiden Oost. - Tel. 5169.