£en poldermolen verdwijnt.,... De iotrekkiog der autobusconcessies Nieuwe Niedorp's gemeentehuis gerestaureerd L.T.M. blijft paraat! Donderdag 22 Augustus 1940 Tweede blad en het edele gilde der molentim tnerlieden sterft uit Eens sneden sissend de cirkel zagen zich door het hout, knar- rend draaide de boor in de ga ten. Uit ruwe brokken keihard hout werden figuren en model len te voorschijn getooverd, die de kap van de watermolens draaibaarheid en stremming ver zekerden. En nu? Nooit meer zal Yde Wester, de laatstovergebleven molentimmerman, zijn oogen richten op de lucht als hij een taai karwijtje onder handen heeft „Het is een leuk ding. Jammer, dat het wegraakt. Voor de kanalisatie, hè?" Het is inderdaad een leuk ding, als we het beschouwen uit de hooggelegen voorkamer van de woning, die even over de Huijgen- dijker brug op liet punt staat, waar vier waterwegen samenkomen en samen een plek natuur vormen, die al is er ook al iets van liet oorspronkelijke verdwenen, toch nog vol is van oneindige bekoring. De wolken, rusteloos voortgedreven, spelen hun spel aan den Augustushetnel, een don kere bui hangt broeaend in het Noordwes ten, het zonnetje steekt waterig, sterke wind vlagen doen het gepluimde riet golven, ver der op den ringvaart schittert juist in een open zonnevlak het blank-witte zeil van een jachtje, dat al la voerende zijn weg zoekt. Recht vooruit het molentje, dat gedoemd js te verdwijnen, sloopcrshandcn hebben reeds één loods gedeeltelijk weggevaagd, van de andere werkplaats zijn de pannen wegge nomen, doch liet kot is nog ongeschonden, in sterke omlijning steken dc groengeverfde romp en de wieken af tegen den donkeren hemel. Plots komt de wensch op: Fotografeeren, nog eenmaal fotografeeren, voor dit beeld .voorgoed tot het verleden zal bchooren. king over een polderbaas met zijn ambachts- vol k. We kunnen aannemen, dat zich onder de ze polderbazen zeer kundige en vakbekwa me personen hebben bevonden. Het polder bestuur ging in den regel niet over één nacht ijs en diegenen, die wel eens de vergaderin gen van dit bestuur hebben bijgewoond, kun nen zich voorstellen, dat voorheen de benoe ming van een nieuwe „baas" dikwijls van lange voorbesprekingen en deliberatiën is vergezeld gegaan. Er is iets veranderd Er is in de laatste jaren in deze omgeving waar zich vroeger de Jan Boy es overtoom be vond en waar begonnen werd met het uitzet- ten van ringdijk en ringvaart van den pol der, al iets veranderd. Een liooiklamp staat nog, waar voorheen de behuizing zich bevond, het laatst bewoond door den heer C. Kerkmeer. Eertijds, toen deze woning met het bijbelioorende erf nog diende tot schuitenmakerij, bevond zich on geveer tegenover „dc Hengelaar" een voet bruggetje, dat de verbinding met den Oudor- perkant bewerkstelligde. Een woning van dezelfde structuur en ma kelij, meer in de richting van de Halvemaens- brug staande, is eveneens reeds ten offer ge vallen aan de vcrbrecdïng van de trekvaart. Ook maakte dc oude Huijgcndijkerbrug plaats voor een nieuwe, die meer aan de eischen van het moderne verkeer beant woordt en waarover bet aantal geoorloofde kilogrammen per as, niet zoo gelimiteerd is. Bij het grondwerk van deze nieuwe brug stuitte, men op zwaar steen werk, dat deed denken aan den dorpel van een vroegere doorlaatsluis. Tevens vond door verbreeding van het dijk- Hcliaam -aan den Hugowaardschen kant ver betering der aansluiting van de nieuwe brug mot Westdijk en Huijgendijk plaats. Ook de boerenbehuizing vlak tegenover deze brug zal verdwijnen, terwij,! timmerwin- kel en woning, die zich naast „den Henge laar" bevinden, nog in den loop van dit jaar ontruimd zullen moeten worden. Binnen niet te langen tijd zal dus op dit plekske, dat bij den aanvang der droogmaking van den polder wel dikwijls in het teeken des tijds ge staan zal hebben, zich een geheel ge moderniseerde omgeving bevinden. „De Hengelaar" blijft. Alleen café „De Hengelaar" met zijn aan lokkend uithangbord zal daar dan nog zijn en een rustpunt bicden aan hen, die recre atie op en aan het water zoeken. Omgeven door roei- en andere bootjes zal de oude nimmer moe wordende vïsschersman, mis schien een nieuw tijdperk van bloei gaan be leven als hij een punt van aantrekking weet te worden voor waterminnend Alkmaar. Over al deze dingen spreken we en over de nollen, die van Oudorp af doorloopen tot in de Hugowaard, waar men op sommige boerderijen in liet Zuideind nog altijd zand kan graven, al is hel dan bij kruiwagens vol en niet meer bij driewielde karren, zoo als voorheen. Een feit is het, dat bij nat en vochtig weer liet vee deze nollen echter weet aan te wijzen. Met vlijt er zich liever op neer dan in de vochtige omgeving er van. Het molentje staat nog rustig in zijn ge- sohonden omgeving. De wieken zullen niet meer in den wind happen, de zeilen zullen niet meer worden aangeslagen, het volk in de werkplaats zal niet meer zeggen: Hoor dat kleine, nijdige ding eens tekeer gaan. Waarvoor maalde 't molentje? Waar diende dit molentje in zijn omgeving Van riet en water dan eigenlijk voor? In tegenstelling met sommige andere pol ders cn waterschappen, die de massa van het onderhoudswerk aan schoeiïngcn. bruggen, molens, enz., steeds aanbesteedden,werd dooi den polder Heerhugo'waard de massa van dit werk in eigen dienst verricht. Hiervoor had het polderbestuur de beschik- In het reeds eerder aangehaalde gedenk boek vinden we omtrent deze „polderbazen", thans meer weidsch „opzichter van den pol der" genoemd, het volgende: „De „baase" speelden in den polder een gewichtige rol, zij waren blijk baar de eerste vertrouwensmannen van de heeren regenten. Als dijkgraaf en heemraden hun reis naar den pol der „gereguleerd"hadden en als zij dan aangekomen waren per jacht, dienden de timmer- en molenbazen van veel technische quaesties en meestal besloot het college vervol gens conform". Aan de technische kwaliteiten van deze „bazen" dankt naar alle waarschijnlijkheid ook „liet. molentje" zijn bestaan. De oude ren in den polder weten nog van „baas Ger- rits", het geslacht van middelbaren leeftijd herinnert zich nog „baas Mocjes", zooals hij op zijn fiets de geregelde tochten langs de polderwegen en -dijken maakte. Op per rij wiel onbereikbare plaatsen, waar hekken of duikers aan een inspectie moesten worden onderworpen, begaf zijn hooge gestalte zich „per voet" door de landerijen. Ongeveer vijftig jaar geleden brandde de oude werkplaats van den polder af. Uit en door de samenwerking van de beide genoem de „bazen", waarvan de laatstgenoemde toen nog eerste molentimmerman was, kwam „op" de nieuwe werkplaats „het molentje" tot stand. Een edel gilde sterft uit. Een woord nog voor deze beide mannen. Met de molens is ook de categorie molen- timmerlieden aan het verdwijnen. Ieder, die wel eens een molen van binnen bezien heeft, zal verwonderd staan van de techniek, die in sterke, zware balken, proppen, stutten cn vijzels verscholen is in dit naar buiten zoo eenvoudig, dik met riet gedekte gebouw- sel. Er zijn er nog enkelen, die van hun pril le jeugd af in dit vak zijn opgegroeid en het nog beoefenen (we denken b.v. aan de ge broeders Poland in onze gemeente) en het molenmaken in al zijn knepen en grepen doorgrondig verstaan, doch ook hier kan men met recht spreken van de verdwijnende oude garde. De beide genoemde bazen waren liet er over eens, dat het molentje de kracht van den wind tot velerlei dienstig moest maken. En het werd een allemansvrind. In de eerste plaats dreef het de groote raam zaag, waarmede het in den tijd, dat de molenwieken nog van grenenhout waren, deze gevaarten, wier lengte tusschen 83 en 65 voet schommelde, na afkeuring tot allerlei kleiner materiaal voor grindhokken, be schoeiingen en dergelijke maakte, nadat bet ze met de lier uit het water had getrokken. Dit was echter maar van korten duur, aange zien spoedig de techniek ijzeren molenroe den voorschreef. Er bleef echter nog genoeg te doen over. Aan een molen zitten veel onderdeelen, die een kunstige bewerking vragen, als daar zijn de vijzels met hun duigen, die zoo gezaagd moeten worden, dat zij den loop van den vij zel in zich hebben. Deze duigen, konisêh ge zaagd, werden tot een geheel met z.g. Zwced- sohe spijkers rond den vijzelas bevestigd. Al de daartoe noodige werktuigen werden door „het molentje" gedreven. Sissend sneden de cirkelzagen zich door het hout, knarrend draaide de boor de gaten. Uit ruwe brokken kei hard hout werden figuren en model len te voorschijn getooverd, die de kap van de watermolens draaibaar heid en remming verzekerden. Tn den loop van den tijd werd een verbe tering aangebracht door aanbrenging van een vliegwiel. Hierdoor werd verkregen dat de loop regelmatiger werd, daar de stooten van den wind werden opgevangen en de kracht overgebracht in de draaiende bewe ging van het wiel. Een smidse ontbrak even min in de werkplaats. Om dc blaasbalg zijn werk te laten doen, zoodat het vuur vonkend opspatte, behoefde men slechts een handle om te draaien en buitenwind werd omgezet in kracht, die blaaswind teweegbracht. De tegenwoordige smid, de beer Bult, heeft voor het laatst aan de smidse aan den Oud- dorperkant, gestaan. Ook zal daar het fluitje niet meer klinken, waarvan de leiding van het polderhuis onder de ringvaart door naar de werkplaats liep, zoodat er ten alle tijde verbinding was, als men met het vlot over wilde. Noch zal Yde Wester, de laatst overgeble ven molentimmerman van den polder, zijn oogen richten op de lucht als hij een taai karweitje aan de hand heeft, dat, als er maar wind was, in een oogenblikje voor elkaar zou zijn. Ook het rookvat, landsheerlijke gedachte nis, zal verdwijnen. Want, de polderbazen wa ren van ouds vischliefhebbers en „fuikten" achter en om het molentje naar hartelust, Als dan de vangst eens extra groot was, wer den eiken krullen bij elkaar geraapt en de paling nadat zij „doodgeloopen" waren in een pot met. zout, aan ijzeren roedjes over het smeulende vuur gehangen en onder een natte zak tot heerlijke gerookte paling ver werkt. Al deze dingen en wat er zoo meer om de werkplaats en het molentje zweefde, zul len verdwijnen. De provincie heeft het terrein noodig voor den kanaalaanleg. Gedeeltelijk zullen de werkplaatsen gemoderniseerd weer worden opgericht nabij het motorgemaal aan den Huygendijk. Naar we vernamen is het molentje aan de vereeniging „De Hollandsche Molen" aange boden, onder beding, dat deze zelf voor den sloop zou zorgen. Geruchten gingen reeds, dat het in den om trek van Arnhem zou worden opgebouwd, doch we konden deze geruchten tot nog toe niet bevestigd krijgen. (Nadruk verboden.) DE MOEILIJKHEDEN NIET ZOO GROOT. Op bezoek bij de H.A.B.0. DE MAN, DIE ANDERS UW VA- CANTIE VERZORGT, HEEFT THANS ZELF .VACANTIE. Toen bet bericht bekend werd, dat de concïessies van de 'autobusdiensten tijdelijk waren ingetrokken, en dat daarvoor even eens tijdelijk andere in de plaats waren ge steld. stelden wij ons in verbinding met de H.A.B.O., waar dc directeur, de heer Boon, gaarne bereid bleek ons de.noodige inlich tingen te verschaffen, Al dadelijk wees hij. ons er op, dat er van beperking van het aantal diensten geen sprake was. Zelfs was de nieuwe regeling voor de. H.AB.O. vermoedelijk nog iets beter dan dc voorafgaande, zoodat er niet de minste aanleiding was om zich in het bijzonder over deze laatste wijziging te beklagen. Overigen» is het aantal diensten nog het zelfde als voorheen. Het. verschil met vroe ger is slechts, dat de verschillende dien sten met een veel geringer aantal bussen wordt onderhouden, zoodat slechts het aan tal gelegenheden is beperkt, vrij sterk be perkt zelfs. De heer Boon schreef dit toe aan het. feit, dat een concessie, vooral de concessies Noord-Holland, die zijn verleend, niet voor een bepaalden tijd, doch feitelijk eeuwig durend, een zeker recht vertegenwoordigen, dat door de overheid niet zonder meer kan worden ontnomen. Wel zijn de houders van de concessies verplicht hun tarief, en dienst regeling aan de overheid ter goedkeuring voor te leggen cn langs dezen meer indi- recten weg kan op den internen gang van zaken eventueel grooten invloed worden uitgeoefend. Hetgeen onlangs, in verband met liet lieerschend gebrek aan vloeibare brandstoffen ook inderdaad is geschied. Dat toen op drastische wijze Is ingegre pen, moge blijken uit het feit, dat de bestaande diensten thans worden onder houden door zes bussen tegen 22 voorheen. Dit, beteekéndè natuurlijk een nadeel voor bet. bedrijf, al moet dit niet worden over schat. Eenerzijds is het gevolg, dat de dien sten tegenwoordig dooreen genomen beter zijn dan voorheen, terwijl daarnaast de overheid in zoovere is tegemoet gekomen, dat het ontslag van 35 man personeel is goedgekeurd. Intusschcn heeft ook liet autobusbedrijf zich moeten aanpassen en men is daarin betrekkelijk goed geslaagd. Bij deze aanpassing ging het niet slechts om het feit, dat bet bedrijf "als gevolg van het drastisch' beperkte autobusverkeer sterk is verkleind, daarnaast staat ook het reisverkeer, dat vooral des zomers lang zamerhand zulk een enormen omvang had genomen, vrijwel geheel stil. Welk een om vang dit laatste had genomen, moge blij ken uit enkele cijfers, die ons werden ge noemd. Verleden jaar is bet gebeurd, dat gedurende een enkele week 80 diensten werden georganiseerd, hoofdzakelijk in liet binnenland en enkele in liet buitenland. De H.A.B.0. zelf verzorgde verleden jaar niet minder dan 5500 diners en 4500 koffieta fels. Voor een goed deel was deze drukte het gevolg van de destijds door den mid denstand. o.a. in de Zijpe, opgezette recla mecampagne. Stilte. Nu heerscht in bet H.A.B.O-reisbureau een stilte, die door niets wordt verstoord en 't is typeerend. dat de chef van de zaak juist in de maand Augustus gelegenheid had eenige dagen met vacantie te gaan. Evenwel, zooals reeds gezegd, liet bedrijf heeft zich weten aan te passen. Voorname lijk is dit kunnen geschieden door zich toe te leggen op vrachtvervoer, ten deele voor het leger. De groote moeilijkheid, die daarbij echter werd ondervonden, was eenerzijds d«e om standigheid, dat geen nieuwe wagens te EEN FRAAI GEBOUW. DEGELIJK EN PRACTISCH INGERICHT. ALLE EER AAN DE PLAATSELIJ KE VAKLIEDEN I Burgemeester Fluister is trotsch op zijn gerestaureerde raadhuis en hij kan dat zijn! Het gebouw is van binnen zóó veranderd, dat het haast niet meer te herkennen is. Hier past een woord van hulde aan de plaatselijke vaklieden, die dat allés zoo keu rig voor elkaar gebracht hebben, aan den gemeente-opzichter, den heer Strijder en tenslotte aan den burgemeester zelf, die zijn kamer naar persoonlijke smaak zoo, we zouden haast zeggen „magistraal" heeft in gericht. We kunnen ons voorstellen, dat collega's den heer Pluister benijden. De wanden zijn in lichte tint gehouden, liet bovenste gedeelte in relief-behang, liet on derste in imitatie Japansch linnen. Er staat 'n fraai Old-Finish ameublement met bureau- ministrc en conferentietafel. Een enkel schilderstuk, maar dan ook een kunstwerk, van de hand van den schilder-burgemeester Schrijuder uit Gröotebrook, siert den muur en is zeer gunstig opgehangen boven de mooie schouw. Het schilderij is een ge schenk van de Banne. De raadszaal is onveranderd gebleven, bo ven op den corridor hangen .foto's van vier voorgangers van den tegen woord igen burge meester, wijlen de heeren Van der Stok Sr. (1859—1899). Van der Stok Jr. (1899—1910), P. Koopman (19101926), A. Visser (1926— 1931). Wat nu burgemeesterskamer is, was vroeger secretarie, de secretarie is naar be neden verplaatst en betreedt men links van de met fraaie tegels afgewerkte hall. Het is een ruim, licht vertrek, waar de gemeente secretaris. Mr. van der Molen en zijn man- Een fraai interieur uit de burgemeesters kamer van het gerestaureerde raadhuis te Nieuwe Niedorp. (foto Breebaart). nen zitten, frisch geschilderd. Er zijn flinke archiefkasten. Nieuw is ook de bodekamer, waar de heer Strijder, die behalve bouwkundige ook politioneele kwaliteiten bezit, als gemeente veldwachter cn bode zijn werk doet. De bodekamer is thans ook distributielokaal. Achter'dit. vertrek bevindt zich een prettige werkkamer en deze komt weer uit op een minder prettig vertrek: de cel. Toch heeft m<en het den onvrijwilligen gas ten niet al te ongerieflijk willen maken, er is een hel, waarmee zij de diensten des be wakers kunnen inroepen en het vertrekje is electrisch verwarmd. Aangebouwd is een magazijn met archiefzolder, een practisch gebouw, dat zijn diensten wel zal bewijzen. In den tuin achter het. huis staan bruine boonen. Als eens weer een andere tijd aanbreekt, zal men er wat. sierheesters neerzetten, maar voorloopig kijkt Mr. van der Molen uit zijn raam iederen dag nog op dit nationale volksvoedsel. Vermelden wij nog, dat de heer Fans aan nemer van het werk was, de heeren Keet man cn Rezelman het gebouw binnen en buiten geschilderd hebben, dc heer van Rossem zorgde voor het electrisch licht en de heer Toornstra voor dc waterleiding on het. sanitair. Alle ramen van het raadhuis hebben thans dezelfde groen-pluche gor dijnen, wat een rustige sfeer schept. De totale kosten bedroegen f 12.000.—, waarvan f 10.000.— bouwkosten en f 2000.— meubilair. Gisteren, na de raadsvergadering, is het gerestaureerde gebouw officieel geopend, waarvan wij elders in dit blad verslag ge ven. krijgen zijn, terwijl daarnaast het feit, dat Nederland zich in het bijzonder had in gesteld op het vervoer met Amerikaansche wagens zijn speciale bezwaren opleverde. Reeds spoedig waren Ford- en Chevrolet- onderdeelen bijna niet meer te krijgen, zoo dat de vervanging groote moeilijkheden met zich bracht. Dit, alles had ten gevolge, dat soms moest worden gereden met and/er en minder materiaal, dan dc maatschappij zelf zou willen. Waar echter de wil aanwezig was, bleek de weg ook hier te kunnen worden gevon den en niettegenstaande de tellooze beslom meringen, waaraan het auto vervoerbedrijf tegenwoordig onderhevig is. zal ook hier de zakenman zich trots alles, doorheen wor stelen Vraagprogramma voor de ten toonstelling te Hoorn. L.T.M. wil zeggen „Vereeniging tot het organiseeren van Land-, Tuinbouw- Middenstandsbelangen en deze vereeniging blijft paraat, ondanks den moeilijken tijd, waarin wij thans leven. De vereeniging be sloot toch haar jaarlijksche tentoonstelling te houden en wel op Woensdag 18 Septem ber a.s. te Hoorn. Het bestuur schrijft ons als volgt: De Vereeniging achtte dit besluit ge rechtvaardigd op de overwegingen, dat ge tracht moet worden het economische le ven zoo gewoon mogelijk te doen door- ïaan, maar ook op aandrang van belang- ïebbenden uit de fokkerijwereld, zoowel van rundvee als varkens, schapen en gei ten Tengevolge hiervan hebben wij de eer U hieronder aan te bieden het vraagprogram ma voor de afdeeling geregistreerd rund vee. Rubriek 1. U/2 jarige stieren. Rubriek 2. 2y2 jarige stieren Rubriek 3. Oude stieren. Geldprijzen voor deze 3 rubrieken in to taal 100. Waar momenteel weinig oudere stieren in de provincie aanwezig zijn, behoudt het Bestuur zich het reclit voor, óf deze laat ste rubriek in te trekken, óf alleen me dailles beschikbaar te stellen. Rubriek 4. 4 hokkelingen afstammend van een vaderdier. Geldprijzen totaal 30.— plus medailles voor de beste individuccle dieren. Rubriek 5. 3 melkvaarzcn afstammend van een vaderdier. Geldprijzen totaal 40.— Rubriek 6. 3 melkwenters of 3 oudere melkk. afst. van een vaderdier. Geldprijzen totaal 50, Rubriek 7. Melkvaarzen (individueel). Geldprijzen totaal f 25. Rubriek 8. Melkwenters (individucel). Geldprijzen totaal 30. Rubriek 9. Melkkoeien ouder dan twen ter (individueel). Geldprijzen totaal 50.—. Bij onvoldoende inzending in een dezer ru brieken, kunnen in overleg met de jury de bedragen der geldprijzen worden gewijzigd. Inleggeld voor de individuéele nummers in de rubrieken 1, 2, 3 en 7, 8 en 9 a 1.— per dier, moet bij dc aangifte direct wor> den voldaan. Wenscht men dieren uit de' fokgroepen individueel mee te laten din gen. dan moet het inleggeld hiervoor be taald zijn. Hieraan wordt beslist, de hand gehouden. Aangifte en betaling der inleg- gelden moeten vóór 1 September plaats vin den op de daarvoor te verstrekken formu lieren bij den heer E. Koster Dz. te Berk hout. vangen aan 's morgens De keuringen 9.15 uur. Het Bestuur van de L.T.M. J. Sijp, Alkmaar, Voorzitter. F. Butter, Hoorn, Secretaris. 484ste STAATSLOTERIJ (Niet officieel) 2de klasse 3de Ijjjst Trekking van Woensdag 21 Augustus 1940 Hooge Prijzen f 1000.— 24283 f 100.— 20715 20974 Prijzen van ƒ30.— 1054 1190 1242 1708 2061 2159 2650 2870 3065 3236 3463 4097 5239 5445 5597 5733 6347 6447 7191 7595 7959 8284 8802 S013 9668 10014 10436 10520 11195 11540 44(04 11817 11884 12182 12917 13139 13374 13383 13487 13o37 13653 14094 14161 14269 14559 14577 14834 14857 14989 15454 15526 16419 16536 16701 17044 17081 17277 17498 17597 18243 18409 18801 19319 ÜiÜ 19331 19535 19539 19616 19778 19804 20156 20477 20872 20885 20964 21425 21932 2283.9 22881 24894 23040 23214 23290 23511 23715 24033 24882 2302 2367 4146 4398 6720 6975 9033 9578 11767 Wolhandkrabben aangetroffen In de Vecht heeft, men de laatste dagen opnieuw eenige wolhandkrabben aangetrof fen. Visschers vingen bij Maa'rssen drie, bij Vreeland twee en bij Breu kelen een exem plaar van deze gevaarlijke vernielers van dijken en visschersnettgn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 5