vinden elkaar
NIPPER EN PELLE
Di Buitsclii peis over de
rede ven Churchill
De Diplo over bet verlies
van Somaliland
Het lokkende
Radioprogramma
De Duitsche pers karakteriseert de giste
ren door Churchill in het Lagerhuis gehou
den redevoering als een mengsel van verlam
menden angst en wanhopige grootspraak.
Indien men het een kunst kan noemen, zoo
schrijft de JBerliner Boerscn Zeitung, onaan
gename feiten voorbij te kunnen praten,
j&wart in wit, nederlagen in overwinningen
te veranderen, dan heeft Winston Churchill
gisteren opnieuw een meesterstuk geleverd.
Terwijl het Duitsche luchtwapen boven En
geland zwermt en zijn doelen vindt, waar hel
ze vinden wil en terwijl de rest van de Brit-
sche strijdkrachten uit Somaliland over de
zee vluchten, heeft de Britsche eerste minis
ter het Lagerhuis een rede voorgezet, als wa
ren niet de Engelschen, doch hun tegenstan
ders allerwegc onderworpen, als had zich
niet het Britsche Keizerrijk door de macht
der spilmogendheden ontpopt als een colos
op 1 co men voeten.
„Wij voelen ons thans niet alleen sterk,
doch wij zijn ook sterker dan ooit."
Deze zin uit de rede van Chuchill is tevens
haar motto en leidende motief. Sterker dan
ooit is dit Engeland, dat in Europa al zijn
posities heeft verloren en in Afrika het ecne
bolwerk na het andere ziet ineenstorten, dat
jn de gehcele wereld om hulp bedelt en be
reid is met stukken van zijn eigen vleesch
Amerikaansche ondersteuning te koopen.
De Deutsche Allgemeine Zeitung beoor
deelt de rede van Churchill als volgt: Het
eenige merkwaardige in deze rede was ei
genlijk slechts, -dat het. centrale hoofdpunt,
de verdediging van Engeland, steeds weer
dusdanig behandeld werd, als ligt de beslis
sing niet in de toekomst, doch in de beschei
den van het jongste verleden, dat Engeland
na een of twee weken intensieve luchtgevech
ten in het geheel nog leeft en vecht. Overi
gens ontbrak het in de rede niet aan duistere
toespelingen waaruit de feitelijke en lotal
onzekerheid van Churchill duidelijk blijkt.
De Berliner Lokal-Anzeigcr wij«t er op, dat
Duitschland in dezen oorlog steeds het initia
tiof in handen heeft gehouden. Derhalve, zoo
schrijft hetb lad verder, zal ook Churchill
den duur van dezen veldtocht niet bepalen,
doch zal zij afhangen van do Duitsche wa
pens. Ook de Fransche ministers hebben ge
sproken van den jarenlangon oorlog, een
spookbeeld, waaraan onze troepen in acht
weken een einde maakten. Churchill probeer
de te spreken als een minister van een intact
zijnd, op zijn kracht vertrouwend groot we
reldrijk en toch vormden de nederlagen,
waarvoor hij ieder oogenhlik kwam te staan,
een duidelijk bewijs, dat bij sprak van een
In verval verkeerend en op zijn grondvesten
trillend Rijk.
Na iedcrcn nederlaag zou het
Britsche wereldrijk sterker zijn.
Iedere overwinning zou de Duitsche
tegenstander verzwakken. Eert zeld
zame logica is het, waarmede het
Britsche wereldrijk onder leiding
van Winston Churchill zijn noodlot
y tegemoet gaat.
Engeland, zoo schrijft de Voelkischer Beo-
baehter, is zonder bondgenooten en ook de
generaals „honger" en „lijd" slaan aan den
anderen kant van het front tegen Engeland
en de leider van dit blindelings zijn onder
gang tegemoetloopend rijk verklaart dan nog
dat het sterker is dan ooit.
De krokodillen worden tame^jk
opdringerig.
1. „Nipper, wat moeten we
doen? De geweren liggen
onder ons bed!"
„Ik geloof, dat hij tussen
de deur zit, Pelle! Laten
we maar gauw op het dak
klimmen!"
2. „Schiet op, PeP.n! Vlug
hy komt ons achterna!!"
Er vloeien krokodillentranen.
1. „Geloof jjj, dat het uit me
deleden met ons is, dat die
lieve diertjes tranen ver
gieten?"
„Hou je kalm! Ik heb een
idee!"
2. „Pas op, Nipper, hij gaat
door de deur naar binnen!"
„Kalm aan maar, hy zal
wel ergens achter blyven
steken!"
OP DE TSJECHISCHE SCHOLEN GEEN
JOODSCHE KINDEREN.
De Frankfurter Zeitung meldt uit Praag,
dat de minister van onderwijs bepaald heeft
dat bij het begin van het nieuwe schooljaar
geen Joodsche kinderen meer tot Tsjechische
openbare en bijzondere scholen Vnogen wor
den toegelaten.
Het onderricht in de Duitsche taal wordt
op de middelbare scholen met twee uur ver
hoogd, zoodat in de eerste en tweede klassen
wekelijks zes en in de derde tot vijfde klas
sen vijf uur Duitsch gegeven zal worden.
Het verlies van Britscli Somaliland is
voor 't Empire een nieuwe mijlpaal op den
weg naar de nederlaag, schrijft de Deutsche
Diplomatisch Politische Koerospondenz.
Als Noorwegen en de kust van hel Kanaal
in de hand van den tegenstander een gevaar
lijke bedreiging voor het gehcele Britsche ei
land vormen, dan beteekent stellig de bezet
ting van de Britsche Somalikust door de fas
cistische weermacht, vlak aan een der be
langrijkste slagaders van het Britsche rijk,
hetzelfde voor het Empire. Aan beide zijden
is thans het Arabische „Kanaal"* in de hand
van een tegenstander, die ervoor waken zal,
dat het Groot-Brittannië niet langer mogelijk
is naar willekeur over alle handelswegen
der wereld te beschikken. Engeland probeert
tevergeefs de nederlaag van zijn macht te
verdoezelen en als iemand die failliet is door
valsche balansen een bedriegelijk beeld van
zijn mogelijkheden te geven. Te vaak heeft
Engeland gebluft en jammerlijk versaagd
dat de huidige regeerders er in ernst aan
kunnen denken de wereld met hun leugens
en opschepperij te kunnen bedriegen ten
aanzien van het onvermijdelijke n.1. dat elke
nieuwe slag tegen het Britsche rijk slechts
een voorbode van de definitieve ineenstor
ting is.
FEUILLETON
Naar het Engelsch van:
OTTWELL DAVIS
18.
Ik vloog uit mijn bed en rende de straat
op, waar het alles meesleurende water al voe
ten hoog stond. Met een huivering keek ik
op en zag een kolossalen muur van water
neerstorten die mij deed denken aan een
grooten waterval in de Alpen. Ik hoorde af
en toe een gil en zag menschen vluchten,
maar ik was niet in staaf om eenige hulp te
bieden. Een oogenblik later had het water
mij te pakken, het nam mij op, mij voort
slepend en draaiend alsof ik een stuk wrak
hout was. Ik herinner mij dat ik over een
Uitstekenden kant van een rots heengleed. Ik
kon mij aan een paar stevige struiken vast
grijpen en dat redde mij het leven.
De hemel mag weten hoe lang ik daar lag.
Het leek mij toe alsof de nacht in dag ver
anderde en de dag voorbij ging en de duister
nis weer inviel voordat het machtige loeien
van het water ophield en ik eindelyk over
eind kon komen om de vernieling rond om
mij heen te zien. De stad was als van den
aardbodem weggevaagd, de menigte van haar
tempels was er niet meer, niets was over
gebleven als een massa steenen aan den voet
van de vallei. Ik was getuige geweest van
een van de verschrikkelijkste tragedies uit de
geschiedenis van de menschheid.
Langzamerhand kwamen mijn krachten en
mijn moed terug. Ik wist dat ik niet geheel
alleen was. Flower en zyn makkers moesten
er ook nog zijn De lafaards hadden niet den
moed gehad tot een eerlijken strijd met de
lieden uit de stad. Ze hadden liever hun toe
vlucht genomen tot sluipmoord en alle ver
borgen schatten van de stad te kunnen vin
den zonder dat iemand ze in den weg kon
treden. Deze wetenschap was mijn eenige
Nienwe maatregelen voor
bescherming tegen luchtaanvallen
De vertegenwoordiger van bet Japansche
telegraafagentschap te Londen. Koeno,
flieldt, dat als gevolg van de liooge verlies
cijfers door Duitsche luchtaanvallen in En
geland nieuwe maatregelen voor de be
scherming tegen luchtaanvallen zijn uitge
vaardigd. zooals b.v. het stilleggen van hel
verkeer hij luchtalarm alsmede het strikte
bevel aan alle inwoners de schuilkelders op
te zoeken. Het groote aantal dooden bij don
afgeloopen Donderdag ondernomen lucht
aanval op punten in de omgeving van Lon
den is veroorzaakt door het niet onvoleen
van deze maatregelen en door het feit. dat
de bevolking de schuilkelders niet tijdig
heeft kunnen vinden. Het gedwongen on
derbreken van den arbeid door millioenen ar
beiders veroorzaakt bij ieder luchtalarm
een verlies van 200.000 pond sterling.
Duitschland de natuurlijke
handelspartner der
Europeesehe landen
Onze V.P.B.-correspondent meldt uit Ber
lijn:
In den laatsten tijd zijn verschillende
overeenkomsten tusschen het Duitsche rijk
en de omliggende landen gesloten. Terwijl
Groot-Brittannië steeds meer van Europa
vervreemdt, zijn de landen van het conti
nent. onder leiding van het Duitsche rijk
bezig den weg tot elkander te vinden. Zoo
is onlangs een overeenkomst tusschen
Duitschland en Zwitserland tot stand ge
komen, die liet goederenverkeer tusschen
beide landen belangrijk heeft uitgebreid.
Met name zal Duitschland aanzienlijk
meer goederen uit Zwitserland betrekken
dan voorheen het geval was, terwijl het
Rijk van den anderen kant ten opzichte van
Zwitserland in staat is gebleken, zijn uit
voer, ondanks den oorlog, op het voorge
nomen peil te handhaven.
In Zwitserland juicht men algemeen de
overeenkomst toe, vooral omdat hierdoor
nieuwe arbeidsmogelijkheden geschapen
zijn. Dat er nog een of ander Zwitsersch
blad is, dat „verstikking en verdrukking
van de Zwitsersche economie door Duitsch
land" in de nieuwe overeenkomst meent te
bespeuren, kan men te Berlijn niet goed
begrijpen, daar de Zwitsersche uitvoer dooi
de nieuwe overeenkomst juist aanzienlijk
is verlevendigd.
Duitsche export gaat ongehin
derd door.
Ook in de andere landen, waarmpe
Duitschland overeenkomst gesloten heeft,
komt het hier of daar nog wel voor, dat
het juiste begrip ontbreekt. Intusschen acht
men het hier niet noodig steeds weer de
voordeden te noemen, die een aanpassing
aan en een samenwerking met de Duitsche
economie voor de omliggende landen op
leveren De feiten en de werkelijke ont
wikkeling, ondanks de oorlogsomstandig
heden, spreken duidelijke taai. Het moet
voor de Europeesehe landen niet moeilijk
zijn zoo meent men te Berlijn in het
Duitsche rijk hun natuurlijke handelspart
ner te zien. Dat Duitschland niet alleen
zijn oorlogsbehoeften uit de eigen produc
tie dekt, maar daarnaast nog in staat is
zijn industrie voor den export te laten wer
ken, wijst er wel op, hoe groot het econo
misch prestatievermogen van Duitschland
in de toekomst zal zijn.
Duitschland streeft naar ver
hooging van den levensstan
daard.
Eerst dan zullen zich de grootste moge
lijkheden voordoen, niet alleen voor het
Duitsche rijk, maar eveneens voor de an
dere Europeesehe landen. Dan zal Duitsch
land ook het aandeel nomen in den wereld
handel, waar het krachtens zijn bctecke-
nis recht op heeft. En men denkt in
Duitschland niet alleen aan het Rijk zelf,
wanneer men telkens weer de woorden ci
teert, door minister Funk bij de opening
van de jaarbeurs te Koningsbergen gespro
ken: „Duitschland heeft in den wereldhan
del het gcwenschte middel verheffing
van den levensstandaard Het zal in groote
mate aan dezen handel deelnemen". Men
denkt hierbij evenzeer aan de thans reeds
met Duitschland binnen Europa handel
drijvende landen, die elk naar hun vermo-
geen aan deze verhooging van den levens
standaard deel zullen hebben.
Schepen met wapens geladen
Volgens een bericht van de Londensche
radio worden thans alle uit Inddë vertrek
kende schepen met wapens, vooral met mag
netische mijnen, uitgerust.
VRIJDAG 23 AUGUSTUS 1940.
Jaarsveld, 414,4 m.
KR O-uitzending.
.00 Berichten ANP.
,05 Wij beginnen den dag.
8.15 Gramofoonmuziek.
11.30 Godsdienstige causerie.
12.00 Berichten.
12 05 Gramofoonmuziek.
12.15 KRO-Melodisten en solist (12.45—1.15
Berichten ANP en gramofoonmuziek).
2.00 ,_>rgelconcert.
2 30 Rococo-octet.
3.00 Gramofoonmuziek.
4.30 KRO-orkest.
5.15 Berichten ANP.
5.30 Ziekenpraatje.
5.45 Gramofoonmuziek.
6.30: „Linnaeus,, de groote bioloog", lezing.
6.45 Gramofoonmuziek.
7.00 Vragen van den dag (ANP).
.7.15 Berichten.
7.20 Gramofoonmuziek.
7.-x5 „Opgravingen op Schokland", vraagge
sprek en reportage.
8.00 Berichten ANP.
8.15 KRO-kamerorkest.
9.00 Cyclus „Uitingen van nationale cultuur".
9.15 Gramofocnmuziek.
9.30 Musiquette en solist.
10.10 wy sluiten den dag.
10.15 Berichten ANP.
Kootwijk, 1875 m.
NCRV-ui t zending.
7.00 Berichten (Duitsch).
7.15 Berichten (Engelsch).
7.30 Gramofoonmuziek.
8.00 Berichten ANP.
8.10 Schriftlezing, Meditatie.
8.25 Gewijde muziek (gr.pl.).
8.35 Gramofoonmuziek.
9.15 Voiol, piano en gramofoonmuziek.
10.00 Gramofoonmuziek.
10.30 Spaarne-sextet (11.15—11.30 Berichten
Engelsch).
12.15 Gramofoonmuziek.
12.30 Berichten (Duitsch).
12.45 Berichten ANP.
I.00 Amsterdams Salonorkest en gramofoon
muziek (2.00—2.15 Berichten Duitsch).
5.15 Berichten ANP.
5.30 Revida-sextet en gramofoonmuziek.
6.15 Berichten (Engelsch).
6.30 r'evidia-sextet.
7.00 Vragen van den dag (ANP).
7.15 Berichten.
7.30 Reportage of muziek.
8." Berichten (Duitsch).
8.15 Berichten ANP.
8.30 Berichten (Engels).
8.45 Arnhemsche orkestvereeniging (opn.).
(9.159.30 Berichten Engelsch).
10.00 Berichten (Duitsch).
10.15 Berichten ANP.
10.30—10.45 Berichten (Engelsch) en sluiting.
II,1511-30,0.150.30 en 1.151.30 Berich
ten (Engelsch).
kans op redding. Als ik hun spoor kon vol
gen zonder gezien te worden, zou ik de kust
kunnen bereiken. Ik kon in den nacht wel in
de buurt van hun kamp blijven en zou dan
zien wat voedsel machtig te worden en mij
dan bij daglicht kunnen verbergen in de
dichte bosschen.
Het was zooals ik verwacht had. Zy wa
ren er nog, maar ondanks alle moeite kon ik
niet uitvinden waar zij den buit verborgen.
Na een week schenen ze gereed te zijn met
hun werk en op een morgen trokken zij weg
naar de kust. De fortuin was mij gunstig,
zoodat ik ze even ongezien volgen kon als ik
tot nu toe in hun buurt was gebleven. Na
eenige dagen begonnen wij teekenen te zien
van civilisatie en ik durfde Flower en zijn
menschen te laten gaan en mijn eigen weg
zoeken. Het vreemdste van de heele geschie
denis was wel dat toen Flower de kust be
reikte, hy niemand bij zich had dan één
blanke. Ik ben in myn ziel overtuigd, dat
niet een van Flower's gezellen in staat was
iets van den tocht na te vertellen, dat allen
behalve die eene die mee geweest waren
naar de granieten stad, vermoord zyn. Zoo
iets is een kleinigheid voor een man als Flo
wer. Wat vergif in een slok whisky... en de
rest is duidelijk. En nu geloof ik, dat ik u
alles wel verteld heb. Ieder woord wat ik zei
is waar.
Absoluut waar, zei Uzali somber. Ik
k£in het bevestigen. Want het opperhoofd
waarover u sprak, was myn oudere broer..
HOOFDSTUK XXII.
Oost en West.
Aandoenlijk was de wijze, waarop Uzali
deze enkele woorden zei. Zyn donkere oogen
stonden droevig.
Ik ben bang, dat u my nauwelyks zult
begrijpen, zei hy. Het is meestal moeilijk
voor den Westerling zich in 't zieleleven van
den Oosterling te verplaatsen. U zoudt zich
mij misschien moeilyk kunnen voorstellen,
zooals ik hier zit in het hartje van Londen in
een milieu van Westersche beschaving en
luxe, dat ik een man ben die zijn hart gezet
heeft op de wedergeboorte van een natie.
Maar laat ik u op mijn beurt een geregeld
verhaal doen. Een jaar of zeven geleden kwam
ik naar Engeland om met het Gouvernement
te onderhandelen. Mijn broer en ik zijn alle
bei hier opgevoed, mijn vader was een ver
licht man en wy dachten, dat de Britsche re
geering bereid zou zijn ons land onder haar
protectoraat te nemen. Terwyl ik mij hier
bevond, bereikte mij het bericht van de cata-
strophe; ik vernam het uit een couranten
bericht. De pers wijdde niet veel aandacht
aan wat zij voor een natuurramp in een ver
afgelegen land hield. Ik kon mij dat in het
eerst heel goed indenken: de plaatselijke
situatie kennend, leek het my niet onmogelijk
dat een hevige storm den dam weggeslagen
had. Maar ik wilde mij met eigen oogen nver
tuigen. Ik ging naar Borneo en daar vond ik
twee overlevenden van de ramp. Toen ont
dekte ik wat er eigenlijk gebeurd was. En
vanaf dat oogenblik heb ik niet gerust voor
ik den waren schuldige ontdekt had. Maar ik
ben uiterst benieuwd hoe u mij uitgevonden
hebt, heeren.
Wij hebben u in het geheel niet uitge
vonden, zei Mercer, het was puur toeval
Wy ontdekten dat een paar lieden van uw
stam poogden wraak te nemen op Samuel en
vanavond ontmoetten wij u in den schouw
burg en zochten verband tusschen uw aan
wezigheid en die van uw stamgenooten,
heeren, als u mij helpt, beloof ik u ook te
helpen. Maar het gevaar ligt bij mijn twee
landslieden. Wij hebben niets met elkaar uit
staande. Als zij handelen op hun verantwoor-
delykheid en ik zou hen kunnen spreken, zou
ik den moord kunnen voorkomen. Maar als
het blijkt dat zij werktuigen zijn in de hand
van onze priesters, is er weinig kans, dat zy
naar my zullen luisteren. Al zou ik den ge-
heelen nacht doorpraten, zou ik nog niet kun
nen doen begrypen hoe geweldig de macht en
de invloed van onze priesters zijn. In elk
geval zal ik een poging wagen. Als u beiden
met my mee wilt gaan naar een plek in het
Oosten van Londen
Onmogelyk, voor zoover het mij betreft,
zei Russel, ik heb ander en belangrijker
werk te doen. Maar Mercer kan zich voor
zoover ik weet enkele dagen vrij maken en ik
ben overtuigd, dat hij heel blij zal zyn om u
gezelschap te houden.
Mercer bevestigde de woorden van zijn
vriend en Uzali stond snel op.
Dan is er op het oogenblik niets meer te
zeggen, vervolgde hij. Ik vermoed, dat Dr.
Mercer u wel weet te bereiken als het noodig
is? Als u my excuseeren wilt, ga ik mij even
verkleeden.
Russell was al weggegaan toen Uzali
terugkwam. Deze laatste had een donker
pilot pak aangetrokken en een blauwe pet
opgezet, die hem tot over zijn ooren hing. Een
korte steenen pijp in zijn mond voltooide zyn
vermomming van Indisch zeeman, zooals er
zooveel rondslenteren in de Londensche ha
venbuurten.
We gaan naar een verdacht buurtje,
legde hy uit. Ik moest u ook maar een pet
geven zooals de mijne en een oude overjas.
Als we een beetje geluk hebben vinden wij
Ik begrijp het, zei Uzali, kykt u eens voor het aanbreken van den dag het
spoor
van onze vrienden.
Het grootste deel van den weg legden zij in
een taxi af en toen gingen ze nog een eind
te voet tot Uzali een zijstraat insloeg. Hg
scheen deze buurt goed te kennen. By een
poort gekomen, klopte hij driemaal. Deze
poord lag zoo laag, dat zij wel de ingang kon
zijn van een kelder. De grendel van de deur
werd geruischloos weggeschoven en het gele,
vermagerde, rimpelige gezicht van een ouden
Chinees verscheen. Het was een sluw, ongun
stig gezicht, zoodat Mercer, die toch heel wat
uitschot van de menschen gezien had, ervan
schrok.
Blijkbaar was de wachter voldaan, want hij
mompèlde iets in antwoord op Uzali's vraag
en opende de deur. Het eerste oogenblik was
de atmosfeer ondragelijk. Het maakte Mer
cer bijna onpasselijk. Hy kende de achter
buurten van San Francisco en New York, van
Port Said en Cairo, maar dit was nieuw voor
hem. Het draaide hem voor de oogen en hy
ging op den vuilen drempel zitten. Uzali
scheen er niet den minsten last van te heb
ben.
Uzali sprak een verbasterd Engelsch, dat
Mercer verstond. Hij rinkelde met wat geld
stukken in zijn zak en het gele gezicht ver
helderde en de donkere oogen glinsterden be-
geerig.
Ze zyn niet hier. Hoogheid, zei de Chi
nees, bij myn ziel en zaligheid verklaar ik
u, dat ik de waarheid spreek.
Maar ze zijn hier geweest, hield Uzali
vol.
De Chinees boog tot zijn voorhoofd haast
den vuilen grond raakte. Uzali deed een stap
voorwaarts en schudde hem deftig door
elkaar. Het scheen gevaarlijk zooiets te doen,
want door den nevel heen zag Mercer op den
vloer neergehurkte gestalten, in de volle ex
tase van hun opium of vergiftigd tot een
droomloozen slaap. De Chinees schudde weer
zijn hoofd.
Een, twee, drie, vier, vijf, zei Uzali, op
zijn vingers tellend, zes, zeven, acht, ne
gen, tien souvereigns als je ze vannacht nog
voor my vindt. Ik heb het goud in myn zak.
Meer geld dan jy in een jaar verdient. Wordt
nu wakker en span je in. Je kunt wel iemand
vinden, die mij weet te zeggen waar ze ge
bleven zijn.
De Chinees verdween ih den nevel van dit
kwalyk riekende hol.
Wordt vervolffd.)