Boerenhoogtijdag
in Hoorn
De Landbouwjongerendag
De droom van
Wouter Sluis
...ENWATNU!
Fokveetentoonstelling en
Laodbouwjongerendag
Verrichtingsproeven
Middenmeer
verwezenlijkt
Donderdag 19 September 1940
Tweede blad
FR. VAN DEN WIELEN OVER:
„DE NIEUWE TIJD".
Van vrijhandel tot
gesloten economische
ruimte
VOOR NEDERLAND BLIJVEN
DE PIJLERS: LANDBOUW EN
VEETEELT, MET EEN INDUS
TRIE DAAROP GERICHT.
HOORN, Woensdag.
Wie vandaag door West-Friesland rijdt,
is getuige van een stertocht naar de oude
Zuiderzeestad Hoorn en het plein voor liet
station is vol bakwagcns, vrachtauto's en
fietsen. De heel landbouwende en veetelen-
de bevolking is vanmorgen op het rad ge
klommen en heeft zich Hoornwaarts ge
spoed. Want in Hoorn is wat te doen
vandaag! De vereeniging Landbouw- Tuin
bouw- en Middenstand organiseert een
tentoostelling van rundvee, paarden, scha
pen, varkens en gieten, en aan deze
tentoonstelling is verbonden een hippisch
sportfeest. Verder wordt op dezen dag de
landbouwjongeren dag gehouden, zoodat al
met al het voor Hoorn een schoon feest is!
Bij de officieele opening in de „Roskam"
spreekt de voorzitter, de heer J. Sijp, en ge-
Jvaagd van de moeilijke omstandigheden,
waaronder deze dag plaats vindten dankt
ook degenen die bij de voorbereiding hebben
geholpen. De burgemeester van Hoorn, de
heer Leemhorst roemt de eenheid van stad
'en land, welke dagen als dezie mogelijk
inaakt, zwaait den initiatiefnemers lof toe
en daarna verspreiden de officieele men-
schen zich tusschen de bezoekers op de
Veemarkt, waar het al spoedig gezellig druk
is.
Vele fokkers uit onze omgeving waren
aanwezig met fraaie inzendingen, waarvan
ide volgende werden bekroond:
Frans 2-43 van Groenhoven, eig. Hoog
land, Paarlberg en Brak, Dirkshorn, fok
ker, Groneman, Wieringerwaard, eerste
prijs; Frans 242 van Groenhoven, eig.
Reïjne en Spaans. Barsingerhorn, fokker
Groneman, Wieringerwaard, derde prijs.
Stieren, geboren in 193S: Pel Roland, eig.
K. Groot Pzn., Hoogwoud, fokker J'b. Kaan*
Szn., Wieringerwaardtweede prijs; Bonk
jes Frans, eig. D. en N. Kaan, Wieringer
waard, fokker Jb. Kaan Kzn., Wieringer
waard, eerste prijs.
Stieren, geboren in 1937 of vroeger: Aag
jes Lindy, fokker-eigenaar P. Donker, Hoog
woud, eerste prijs.
Drie melkvaarzen. afstammend van één
vaderdier: Juliana 17, Dieuwertje 20, Auike
25, fokker-eigenaar P. Donker Jzn., Hoog
woud, derde prijs.
Drie melkvaarzen, afstammend van stier-
Frans 14: Jannetje 1G, P. Hoogland, Scha-
gerwaard, Greta 35, R. Vader, Dirkshorn,
Greta 36. A. Francis, Schagen. fokker R.
[Vader, eervolle vermelding.
Drie melktwenters, stier Lux v. Marie 18;
Auke 20, Juliana 14, Dieuwerjte 16, fokker-
eig. P. Donker Jzn., Hoogwoud, eerste prijs.
Drie melktwenters van stier Frans A 23:
Betsy 17, Tessel 11. Dieuwertje 66, fökker-
eig. Jb. Kooij Ozn., Nieuwe Niedorp, twee
de prijs.
Melktwenters: Catricn 10. fokker-eig. W.
J. Keesom, N. Niedorp. vierde prijs; Betsy
17, fokker-eig. J. Kooij Czn., Nieuwe Nie
dorp, tweede prii.s
Oudere melkkoeien: Prinses, foktker-eig.
R. L. Waiboer, Anna Paulowna, derde prijs
Prinses II, id., eerste prijs; „Anna Pau
lowna", id., vijfde prijs; Klaasje 11. fokker-
eig. P. Hoogland Dzn., Scliagerwaard, vier
de prijs.
Melkvaarzen individueel: Maartje 8. fok
ker-eig. Gebr. Grootes, Nieuwe Niedorp,
eervolle vermelding; Catrien 11, fokker-eig.
W. J. Keesom, Nieuwe Niedorp, eervolle
Vermelding; Jannetje 16, fokker-eig. P.
Hoogland, Sohagerwaard, eerv. verm.
Paarden. Van de 3-jarige en oudere paar
den behaalde een vierde prijs Unianta,
eig. C. Mooij. St. Maarten.
gehouden in de groote Parkzaal is druk be
zocht. Onder de aanwezige autoriteiten mer
ken wij naast de burgemeester van Hoorn
en burgemeesters van omliggende gemeen
ten o.m. op de heeren Ir. Smeding, burge
meester van Wieringermeer, Ir. Lienesch,
de heer N. Iluizinga, inspecteur van den
landbouw en het" landbouwonderwijs, mevr.
VisserVen uit Bergen het bestuur van
de bond van oud-leerlingen R.L.W.S. te
Schagen.
Voorzitter van deze vergadering is de heer
P. S. Eenhoorn te Heerhugowaard, vroeger
te St. Maarten. De heer Eenhoorn zegt o.m.
het volgende, na een overzicht van de we
reldgebeurtenissen te hebben gegeven:
Dat onze organisatie, nog onaangetast haar
werkzaamheden kan voortzetten, is naar
m'n bescheiden meehing, een bewijs, dat.
hoewel nog wel wat valt te verbeteren, de
grondslag waarop zij berust, goed is. Dat.
ook de geest onzer leden gezond is, getuige
het feit. dat op onze laatste Algemeene
Vergadering met algemeene stemmen be
sloten werd, deze Landbouwjongerendag
doorgang te doen vinden.
Wij zullen ons ten volle hebben te con-
centreeren en wanneer wij zulks niet van
boven af willen zien opgelegd, dan zal het
zaak zijn, dat zelf te doen. Ons streven,
dat naast uitbreiding van onze wetenschap
pelijke alswel cultureelc vorming van het
individu, is thans dan ook meer dan eens
geboden.
Ik zou dan ook gaarne zien, dat b.v. de
kleinere afdeelingen, meer contact zochten
tot samenwerking met grootere afdeelingen
ofwel dit ware mogelijk nog beter, met af
deelingen ter plaatse der bestaande stands
organisaties.
Zoo voortbouwende, moeten we trachten
een stapje nader tot het beoogde doel te
geraken. De infase, waarin we verkeerden,
was niet alleen van materieelen, doch ook
van moreelen aard. Wanneer het zal mo
gen gelukken, tot, betere gelijkschakeling
met andere groepen te komen, dan kunnen
en dan zullen, wij onze taak in deze nieuwe
tijd aanvaarden.
„DE NIEUWE TIJD."
Di\ van den Wielen, secretaris van het
volkshoogeschoolwerk in Nederland, en
thans secretaris van de Ned. Unie houdt in
de ochtendvergadering een inleiding over
„den nieuwen tijd." Spr. vangt aan te zeg
gen, dat nu zooveel geleden is en nog gele
den zal worden het moeilijk is op den ach
tergrond den nieuwen tijd te zien. De wereld
worsteling voltrekt zich nog iederen dag, lie
ver zegt spr. daarom „De toekomst tegemoet"
Spr. gelooft aan een verandering der tijden,
die voor den 10e Mei haar beslag reeds heeft
gekregen. Deze tijd kondigde zich reeds lang
geleden aan; Ondanks dat kwam de brochu
re van Dr. Colijn. „Op de grens van twee we
relden" uit. Inderdaad de oude wereld ver
dwijnt, de nieuwe komt langzaam op. Voor
wat ons land betreft ziet spr. de ontwikke
ling als volgt. Om deze te begrijpen moet
men eerst in de geschiedenis va nons land
grijpen, die niet. alleen een geschiedenis van
jaartallen en feiten is, maar eerder de bron
waaruit, de nieuwe geschiedenis is te putten.
Spr. behandelt de punten in ons land, Mid
deleeuwen, hoog kapitalisme en de periode
die thans is aangevangen. De middeleeu
wen gaven ons volk als landbouwers en
veetelers te zien, met de dorpskernen als
economische knooppunten. Men produceerde
voor zich zelf en dreef, met de overschotten
ruil-handel. In de kleine provinciesteden
ontwikkelde zich de macht en het ambacht,
welke beide gaandeweg grootere beteekenis
kregen.
De boeren .ginggen produceeren voor de in
dustrie als "laken ban del enz., de landbouw
kreeg een breedere functie, 'n gedeelte van
den boerenstand, vooral in het Noorden
vormde zich om tot de stand van schippers-
kooplieden, die Europeesche handel ging
drijven.
In andere landen, ontstonden Nederland-
sche schipperskolonies,.
De Nederlandsche samenleving kenmerk
te zich door de ecuwen en thans nog door
landbouw en scheepvaart, de twee pijlers
van ons maatschappelijk leven, als derde pij-
ter kwam de industrie, die aan landbouw en
scheepvaart verbonden is.
Als gevolg van een en ander kwam van
zelf de imperiale ontwikkeling, de Nederlan
dors werden ontdekkingsreizigers, de grond
leggers van het Nederlandsche factorysys-
teem; Nederland werd een wereldrijk.
De kleine republiek bloeide door het groo
te koloniaal bezit, het kapitalisme in ons
land ontwikkelde zich. Naast ons land ont
wikkelde zich Engeland, dat ons langza
merhand overvleugelde en vele factoryen
van Nederland veroverde.
Na de Napoleonistische tijd was onze rol
voor een groot gedeelte uitgespeeld, in de
19e eeuw kwamen Duitschland en ltalic tot
een eenheid, en al deze landen hadden het
zelfde doel: het vormen van grondstoffen-
reservoirs. Spr. beschrijft de tragische bot
singen tusschen de landen, welke daarvan
het gevolg zijn geweest. Ook het conflict
van thans moet men beschouwen tegen de
ze achtergrond, grootere economische een
heden zullen gevormd worden, niet meer
in het raam van den vrijhandel, maar
veeleer gevormd op het Europeesche con
tinent
Nieuwe markten vragen een andere ver
deeling van de grondstoffen, niet alleen in
Europa maar ook in de gekleurde landen,
in welk verband spr. de geschiedenis van
Japan behandelt. Het voortschrijdende in
dustrialisatieproces als gevolg van de be
volkingstoename eischt beheersching van de
wereldmarkten, ons land staat midden in
de geweldige veranderingen welke zich vol
trekken, door de concurrentie gingen van
ons land de industrieën grootendeels ver
loren de textielnijverheid, de houtbewerking,
de kurkindustrie enz. Slechts door contin-
genteeringen kon Nederland zich voor den
tienclen Mei op de heen houden. Het pro
ces van de gesloten economische ruimte is
in de gansche wereld merkbaar en voor de
landen noodzakelijk op het Europeesche
continent zal deze zich vervolmaken. In ons
eigen land zullen de twee typische elemen
ten op den voorgrond blijven staan, land
bouw en scheepvaart. Onze industrie zal
zich moeten instellen op eigen behoefte, nu
een gedeelte van onze wereldindustrie ver
loren is gegaan. Noodgedwongen wijzigt zich
de landbouw en past zich dan aan de Ne
derlandsche en Europeesche huishouding,
aan de Nederlandsche en Europeesche
marktmogelijkheden. Reeds voor den lOen
Mei waren er regeerings-instituten als de
technologische dienst en de centrale te
Wageningen, welke de mogelijkheden in
deze richting onderzochten. Op het grasland
bouwt zich een eigen industricele mogelijk
heid, de vlasindustrie richt zich naar eigen
behoeften. Onze industrie zal zich verder
blijven richten op de scheepvaart. Wat zich
ontwikkelt op het gebied van de economie,
ontwikkelt zich ook in het maatschappelijk
leven.
Na 1S80 zagen wij de enorme groei van
de stedensamenleving, van arbeiders en
ondernemers, die de agrarische bevolking
voor een deel opzoog.
Tegelijk kwam het platteland uit zijn ge
bondenheid, door de inschakeling van den
boer in de stedelijke markt de dorpssamen
leving vervalt, de bedrijfsgemeenschap treedt
uit het patriarchale, de georganiseerde af
zonderlijke gemeenschappen van boer en
landarbeider kwamen, met alle goede en
kwade gevolgen van dien.
Ook de verscheidenheid op geestelijk en
cultureel gebied hangt met deze verschijn
selen samen. In den laatsten tijd tracht men
de dorpsgemeenschap te herstellen. Welke
mogelijkheden en noodzakelijkheden zijn er
nu?
Voor den landbouw is er meer dan ooit te
voren een plaats in Europa, hij zal het fun
dament zijn; het leven van den landbouwer
zelf zal naar voren treden, de Nederlandsche
samenleving moet den landbouw en den
landbouwer een goede economische, tech
nische en geestelijke ontwikkeling waarbor
gen. Daaraan moet echter in de eerste plaats
de landbouwer zelf medewerken.
De landbouwer heeft een groote taak, zich
zelf bewust te worden, aldus eindigt de in
leider; de landbouwer moet onderzoeken wat
noodzakelijk en nuttig is voor zijn gezin, in
het raam van het groote geheel, de landbou
wer moet geen instrument blijven, maar zijn
taak bewust worden in de gewéldige ontwik
keling van dezen tijd. Boer en arbeider moe
ten samen optrekken voor hun plaats in de
komende, nieuwe samenleving.
DE MIDDAGVERGADERING.
Zich ontwikkelen is voor alles:
zich ontdoen van windselen!
In de middagvergadering van de provin
ciale landbouw-jongerendag sprak mej. H.
van der Heide te Blaricum over het onder
werp „Hoe verkrijgen wij een open oog voor
het leven?"
Als grondshema ziet spr. de vraag hoe het
mogelijk is die krachten in het leven te
roepen, waardoor de mensch scheppend en
ontvankelijk is. Zonder deze beide eigen
schappen kan de mensch niet waarlijk
mensch zijn.
Spr. gaat op deze beide factoren diep in.
Men moet het leven weer bevruchten met
al wat tot ons gekomen is, dit vermogen
sluimert in ieder mensch, en dit vermogen
moeten wij trachten tot ontwikkeling te
brengen.
Hierbij zal men soms terug moeten gaan
tot de primitiviteit van het kind, dat gemak
kelijk opneemt en bouwend in de fantasie
van zijn wereldje, zich ook weer gemakkelijk
uitleeft. Bij den ouderen mensch over-
heerscht te vaak het verstand, waardoor
van elk der beide waarden veel verloren gaat
Slechts de sterken en gaven komen hierdoor
zij vereenigen beide groote krachten in zich.
Op den gemiddelden mensch hebben de fac
toren van het mechanisme, de berekenzucht
het wantrouwen-door-de-ondervinding te
veel ingewerkt. Daartegen moet de mensch
thans, nu een nieuwe tijd is aangebroken
zich verzetten. Hij kan dit doen door alle
verschijnselen in het leven in zich op te ne
men, en zich niet trachten te ontwikkelen
door encyclopedische kennis op te stapelen.
Ontwikkelen is niet alleen veel weten, maar
vooral veel begrijpen, zich ontdoen van
windselen. Op boeiende wijze werkt spr. dit
thema verder uit. Men moet niet, verstikt ra
ken in de tradities, opdat men in de beste
deelen van zijn scheppende ontvankelijkheid
het brandende van zich zelf, braak blijft
liggen. Te veel stelt men zich veilig in de be
staande zekerheid!
Spr. zet uiteen, dat waarlijk groote men-
schen niet alleen gevonden worden onder
de intellectucele élite, in welk verband spr.
noemt de stichter van het. vol'kshoogeschool
werk, de Deensche plattelandsonderwijzer
Christian Kolt, die de sluimerende krachten
in het Deensche volk wist te wekken.
In het verdere gedeelte van haar hoog
staande inleiding betooogde spreekster, dat
in dezen geest, het losmaken van het
starre, het zic'h zelf zijn in de hoogste be
teekenis van het mensch zijn, de volkeren
moeten worden opgevoed. Een strijd dus
van het Leven, tegen den Dood! Scheppen
de ontvankelijkheid als drijfveer van het Le
ven.
Nadat enkele vragen waren behandeld,
sloot voorzitter dezen goedgeslaagden dag.
Vroe§ donker de avonden lang
buiten storm en regen van uitgaan
geen sprake 1
Leert NU vreemde talen in Uw eigen huis
kamer. De Linguaphone brengt de buiten-
landsche sprekers via de gramofoon bij
U thuis. Zij leeren U de vreemde taal vol
ledig beheerschen, dus ook spreken en
verstaan.
Wij brengen 29 talen en verhuren onze
cursussen voor f 20.- per 4 maanden. Ook
gramofoons in huur beschikbaar.
JlXGLAPHOXE
A'dam, N.Z. Voorburgwal H4U^e'- 31749
ONDANKS HET GURE WEER EEN
GOED GESLAAGDE DAG.
Heden werden hier vanuit boerderij „Ce-
res" aan dc Alkmaarsche weg de verrich
tingsproeven gehouden. Aan deze proeven
konden deelnemen, stamboekpaarden, heng
sten en merriën, van 4 tot en met 12 jaar,
tliuisbehoorcnde in deze provincie.
Hengslen van 4 tot en met 6 jaar, die in
de betreffende provincie zijn gestationneerd,
zijn tot deelname verplicht.
De verrichtproeven bestonden uit:
le. Uithoudingsproef onder den zadel.
3000 meter in draf af te leggen in binnen
12 minuten.
500 meter in stap af te leggen binnen 6
minuten.
3000 meter in draf af te leggen binnen
12 minuten.
500 meter in stap af te leggen binnen 6
minuten.
3000 meter in draf af te leggen binnen
12 minuten.
In het laatste drafgedeelte galop1 ove#
800 meter.
2e. Aangespannen verrichtingsproef in
één span, voor belaste boerenwagens, uitslui
tend voor paarden die aan de eerste proef
hebben voldaan.
De paarden dienen een met 500 kg beladen
boerenwagen (bij luchtbanden het dubcle ge
wicht) over een afstand van maximaal 5 km
en minimaal 2 km binnen 50 minuten, resp.
20 minuten, te kunnen voortbewegen; daarna
500 meter draf.
Vervolgens 500 kg. bijladen en deze last
bewegen over een afstand van 1000 meter,
waarin tweemaal of meermalen op bevel halt
gehouden moet worden en weer aangetrok
ken.
Elke deelnemer moet zelf zorgen voor tuig
en wagen.
3e. Gezamenlijke geschiktheidsproef onder
den zadel in stap, draf en galop.
Voor een behoorlijk getraind paard is deze
proef niet te zwaar. Maar dat er training
noodig is bleek toch ook een enkele maal
zeer duidelijk, zoowel onder den zadel als
voor de wagen. En dit. geldt zoowel voor
ruiters-menners als voor de paarden zelf.
't Is de eerste maal dat deze verrichtings
proeven op zoo uitgebreide schaal zijn ge
houden. Maar zij die dezen nog hebben mee
gemaakt, hetzij als deelnemer, hetzij als toe
schouwer, zullen het ongetwijfeld met ons
eens zijn, dat zij niet alleen nuttig, maar
zelfs onontbeerlijk zijn. Wat heb ik aan een
mooie fokmerric als zij niet goed stapt, niet
vlot draaft, misschien zelfs niet eens wil
trekken, of als zij niet goed aanlegt of mis
schien blijkt niet mak te zijn. Hetzelfde geldt
voor de hengsten. Hier volgt de uitslag (in
catalogusvolgorde)
Klasse A: Vazelle van H. C. Kooij, Haren
karspel; Uranie van I\. Reijne, Barsinger
horn; Tellusa van F. A. Melchior, Winkel.
Klasse B: Hengst Zonnevorst van Heng-
stenvereeniging W'ieringen, Wieringermeer;
Hengst, Adelborst van Gebr. Kuiper, Heer-
Hugowaard: Zoka I van C. Muys, Heiloo;
Ruchie van C. Rotteveel. Boekelermeer; Rio-
ra van F. A. Melchior, Winkel; Zelie van Ja-
cob Lont, Wieringen; Zowine van J. Nieuw-
hof, Middenmeer; Zonjaa van P. Saai, Wie
ringerwaard; Aldova van N. Donaberger,
W'aardpolder; Uici van C. Donker, Schellink
hout; Uluma van N. Appel, Schagen; Zonne-
kindje van H. C. Kooij, Harenkarspel; Zan-
dra van P. D. de Graaf. Schagerbrug.
Klasse C.: Winta van Wed. D. N. Mulder,
Wieringen, Sclda I van Jb. Dekker Pz.. Wie-
ringen; Vola van J. Kooij Cz„ Wieringen;
Vroziena van K. Reyne Kz., Barsingerhorn.
Wij willen dit verslag.niet besluiten alvo
rens de familie Smit van „Ceres" onze har
telijke dank te betuigen voor de buitenge
wone medewerking om dezen dag te doen
slagen. Zoowel buitenshuis als in huis was
de gastvrijheid onbeperkt.
Onrustige zenuwen
Mijnhardt's Zenuwtabletten maken U spoe
dig weer weldadig kalm. Buisje 40 en 75 ct.
Een bijzonder fraai exemplaar, dat den eersten prijs verwierf, van de stieren
geboren in 1938: „Boukje's Frans", eig. burgemeester Kaan te Wieringerwaard,
fokker Jb. Kaan Kzn., Wieringerwaard. t—
Foto; FRED. GROOT.
Het Deutsche Hofje"
in de Beemster
De landhoeve waar Wouter Sluis
Neerlands groote boer werktt
en zocht.
Als wij iets willen schrijven over het
„Deutzen Hofje" aan den Nëckerweg in dc
Beemster, dan zijn wij verplicht terug te
gaan naar het jaar 1858. Want liet „Deut
zen Hofje" en Wouter Sluis, die zich in dat
jaar als jonge boer op deze landhoeve ves
tigde, zijn onverbrekelijk met elkaar ver
bonden.
Aldus vangt een interessant artikel in
de Prov. N. L. Crt. aan dat zeker ook onze
boeren belang zal inboezemen.
Wouter Sluis, de pionier op landbouw-
en zuivelgebied, veeveredeling, tuinbouw- en
waterschapsterrein, de man, die steeds op
de meest onbaatzuchtige wijze zijn beste
krachten ten dienste van het algemeen heeft
gesteld, heeft voor altijd z'n stempel op de
ze plaats gedrukt.
„Een mensch kan sterven, maar z'n geest
blijft leven". Als wij nu staan in het, zuivel-
lokaal van het. „Deutzen Hofje" en wij zien
naar den gedenksteen, die daar als 'n blij
vend aandenken aan den grooten mensch
Wouter Sluis is geplaatst, dan beseffen wij
de waarheid van dit gezegde.
In de jaren dat Sluis hier arbeidde, zijn
vreemdelingen uit alle landen naar liet
„Deutzen Hofje" gekomen om te aanschou
wen en te onderzoeken alles wat Wouter
Sluis daar had gewrocht. En dat was heel
veel: een veredelde veestapel, verbeterde
kaasbereiding, praehtige ruime en lichte
vcestalling, betere watervoorziening voor
het vee, doelmatige ontwatering voor z'n
landerijen, enzoovoort, te veel om op te
noemen. Toen is daar historie gemaakt.
Toen de Ridderlijke Duitschc Orde „1
lije van Utrecht" in het jaar 1927 eigenaresse
werd van het „Deutzen Hofje", was het de
heer J. H. Kóhne van den Jisperweg. die als
pachter z'n intrede deed op deze groote land
hoeve. Daar behoorde in die jaren moed toe.
„Jo", sprak de oude heer Köhne, „weet wat
je doet, het is een groot spul, het is een
heele waag". Maar Jo en z'n vrouw waren
jong en als je jong bent, dan zie je tegen
geen strijd op. Dus de combinatie „Deutzen
Hofje" en J. H. Köhne was een feit geworden.
En het was een goede combinatie. Een voor
uitstrevende jonge boer en boerin eenerzijds,
daar moest veel goeds uit geboren worden.
En daar ?ijn in den loop der jaren ook
prachtige dingen tot stand gekomen.
Alles, wat Wouter Sluis in zijn tijd
heeft getracht te verwezenlijken en
waarvoor hij den grondslag heeft ge
legd, is nu werkelijkheid geworden,
omdat de techniek en wetenschap
hier de beslissende factoren waren.
Een last om te zien.
Electrificatie van de beweegkracht voor
pompen, kam, hooielevator, giervulling, elec-
trisch melkkoeien, volledige verwarming met
brongas (ook dat was een ontdekking van
Wouter Sluis, waar hij verschillende proeven
mee heeft genomen), de schitterend ingerich
te stal voor 64 beesten, alles voorzien van.
automatische drinkwaterbakken, luchtzui-
gers en lichtramen, je valt er als vreemde
ling steil van achterover.
Een prachtig zuivellokaal, waar vele zin
rijke gezegden van Wouter Sluis zijn aange
bracht. alle betrekking hebbende op de kaas
makerij.
Paardenstallen, verblijven voor de varkens,
alles ruim en doelmatig ingericht. Een groo
te doorrijstal waar land- en akkerproducten
worden ingereden en electrisc.il in de groote
bergruimte gebracht. Dit alles is in den loop
der jaren, dat Köhne hier de scepter zwaait,
tot stand gekomen. En nog altijd gaat het
door. De Ridderlijke Duitsche Orde weet dat
hier een boer aan het hoofd staat, uit het
goede hout gesneden. De tijd van Wouter
Sluis is voorbij, hier is medewerking en be
grip. De architect, de heer Bovenkamp, eigen
lijk de vertrouwensman der Orde, heeft een
open oog voor alles wat op land- en akker
bouw plaats vindt. Want de heer Köhne is
ook akkerbouwer en werkt natuurlijk met
moderne akkerbouw-gereedschappen.
Op breede schouders..*
Landbouw, veeteelt, akkerbouw, is dat niet
te veel voor één man? De heer Köhne staat
echter niet alleen: z'n vrouw, die in alles
wat het boerenleven betreft meeleeft, z'n
zoons en dochter, schouder aan schouder
staan zij allen voor hun taak, daarin ter
zijde gestaan door toegewijd personeel. Dat
klopt wel. Als de groote kudde stamboekvee
huiswaarts keert om gemolken te worden,
dan slaat de zoon de motor aan, de electri-
sche mclkapparatcn komen blinkend op de
melkstal en ieder doet z'n plicht. Weer an
deren komen met de groote wagens met de
bclzen er voor met den oogst van de akker.
Weer anderen brengen de mest over het
land.
Menschcn, dieren, gewassen en werktuigen,
accoorden van het machtige „lied van den
arbeid".
Keerde Wouter Sluis nog eens
terug.
Het zou een schoon gezicht zijn wanneer
Wouter Sluis nog eens terug keerde en hij
dat alles kon aanschouwen, hoe o.a. het
vraagstuk van de bemesting, waarvoor hij
zich zoo interesseerde, hier op het „Deutzen
Hofje" een oplossing vindt. Want in samen
werking met ir. Liepesch heeft de architect
Bovenkamp een stelsel van gierloozing ont
worpen, waardoor het stikstofverlies lot een
minimum beperkt wordt. Momenteel zijn ver
schillende vaklieden bezig deze op weten
schappelijke wijze geconstrueerde loozingen
aan te brengen.
En als dan de zoeker van 1858 zou staan
naast z'n opvolger van 1940 en hij overzag
de 'plaats waar hij zelf had gestreden en
geleden, dan zou hij z'n hand op den schou
der van Köhne leggen en zeggen; „Jongen,
je hebt veel bereikt, veel waar ik zelf naar
heb gezocht en gestreefd. Het is goed. Ik ben
tevreden, ik heb niet vergeefsch geleefd.*