Ik zie, ik
jij met
zie wat
zie
Visschen vechten op
leven eo dood!
Wat mag blinken?
Verdere beperking van
het benzineverbruik
De verhouding
Engeland-Egypte
BOMMEN OP WpERT
AMERIKA en de
Werelddiamanthandel
r
Derde distributieperiode tol 6 Oc-
tober verlengd.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van handel, nijverheid
en scheepvaart., in overleg met den secretaris
generaal, waarnemend hoofd van het depar
tement van waterstaat, maakt bekend:
De huidige benzinesituatie in ons land
maakt een nog verdere beperking dringend
noodzakelijk.
Niet alleen zal deze beperking gevonden
moeten worden in een verminderde toewij
zing voor de Octoberperiode, doch ook zal
liet voor icderen benzineverbruiker noodza
kelijk zijn zich zelf daar waar mogelijk uit
eigen beweging beperking in het verbruik
van benzine op te leggen. Het is de plicht
van iederen staatsburger, dat hij zooveel mo
gelijk bijdraagt tot het in stand Kouden van
het economische leven. Men zal zich dus
keer op keer weer hebben af te vragen vóór
men met zijn auto rijdt: ,,Is het wel drin
gend noodzakelijk, dat ik dit doe".
Van overheidswege moeten in dit verband
tevens de volgende maatregelen genomen
worden:
Het bij beschikking van 14 Augustus 1940
aangewezen tijdvak van 1 tot en met 30 Sep
tember 1940, zijnde de derde motorbrandstof-
distributiepcriode, wordt verlengd tot en met
G October a.s.
Als -4de distributieperiode wordt niette
min aangewezen het tijdvak van 1 tot en met
31 October 1940.
Als gevolg hiervan zullen wedcrverkoopeVs
van 1 tot en met 6 October a.s. zoowel de
thans geldende coupons met groenen opdruk
op grijzen ondergrond, welke bevestigd zijn
aan de op grijzen ondergrond gedrukte ver
gunning, o.m. voorzien van het groene cij
fer 3, mogen accepteeren als de voor October
ontworpen coupons met gelen opdruk op
lichtgrijzen ondergrond, bevestigd aan een
op lichtgrijzen ondergrond gedrukte vergun
ning, waarop o.m. in gele kleur het cijfer 4
voorkomt.
j
LANGE AVONDEN EN
GEZELSCHAPSSPELEN.
Kent gij het spel der
hopla - bom poëzie?
Zóo is het altijd geweest en zoo zal het ook
altijd wel blijven: men kan een zaak van
den somberen en men kan hem ook van den
zonnigen kant bekijken en ten faveure van
onze zielerust, is het laatste toch altoos nog
het meest aan te bevelen. De winter is op
komst en het is waarlijk niet te verwonde-
ren, dat velen reeds nu in het dagelijksch i
gesprek het naargeestig beeld oproepen van
een periode vol ontberingen met veel kou,
veel duisternis en veel narigheid. Nu behoeft
men natuurlijk ook weer geen overdreven op
timistische gevoelens te koesteren en mét 1
den dichter Shelley bedenken dat „de lente
nabij is, wanneer de winter komt", want 1
vooral in ons land is de winter nu niet be
paald een jaargetijde, dat nien maar even
„voonbijdenken" kan. Maar - en daarop mag
In deze dagen toch wel eens gewezen wor-
den, er bestaat toch ook nog zoo iets als
echt Hollands-huiselijke gezelligheid, die
in wintersche dagen nu eenmaal meer kans
krijgt zich te ontplooien d^n op andere tij
den, wanneer wij het huis ontvluchten en
het is juist die gezelligheid binnenshuis, die
nu meer dan ooit een goede kans maakt.
Onze landgenooten in Den Haag,
Rotterdam, Alkmaar en tientallen
andere plaatsen in de z.g.n. „kust
strook" hebben er op het oogenblik al
een voorproefje van: de 'deur uit
gaan des avonds na 10 uur is taboe
en zelfs de meest verwende „uitloo-
per" of uitgaander ziet zich nu ge- i
dwongen zijn uren binnenskamers
door te brengen en... de bekoringen
van de huiselijke gezelligheid te
leeren kennen. Of dat nu wezenlijk
zulk een straf is? Wij ikunnen ons
voorstellen dat velen ongerief onder
vinden van de jongste bepalingen,
maar wij willen toch niet de oogen
sluiten voor de verdiensten die een
dergelijke gang van zaken onbewust
met zich brengt.
Intusschen zullen wij ons dus moeten voor
bereiden op vele langs uren die wij in goed-
afgeschermde en geen straaltje licht doorla
tende kamers zullen doorbrengen en het
spreekt vanzelf dat wij trachten zullen die
avonden op de meest aangename en onder
houdende wijze door te brengen. Lezen? Na
tuurlijk, wintertijd is leestijd en ware het
niet dat wij ditmaal aan het gezelschaps
spel wilden herinneren, zonder twijfel zou
den wij een vurig pleidooi voor het toch al
zoo verwaarloosde boek houden,
Maar ge'ijk gezegd, wij willen voor
ditmaal eens geen lans breken voor de litera
tuur die, daarvan zijn wij zeker, dit jaar wel
aan haar trek" zal komen en wij willen nu
eens teruggrijpen naar de gulden dagen on
zer voorouders, die nog altoos een reputatie
genieten vanwege hun bedrevenheid in ge
zelschapsspelletjes!
Vroeger
Men beweert zelfs dat er vroeger een be
duidend 'grooter verscheidenheid in huiselij
ke spelen was dan tegenwoordig en dat nu
kunnen en willen wij niet beoordeelen, maar
zooveel is wel zeker, vroeger als nu beston
den er altijd drie soorten gezelschapsspe
len, die, waarbij veel intelligentie noodzake
lijk is; die, waarbij men 't vernuft geheel
ontberen kan en ten slotte de tusschenvor-
men.
Tot de eerste categorie behoort natuurlijk
het zoo langzamerhand als klasieke tradi
tie gevestigde bridgen, zonder kennis waar
van men tegenwoordig „niet voor vol"
wordt aangezien. Booze tongen beweren, dat
nien. om dit spel goed te beoefenen, ook
goed getraind moet zijn in het ruziemaken
en verwoéde bridgers zouden zelfs gansche
reeksen onvriendelijke uitdrukkingen uil
hun hoofd leeren om op bepaalde ooerenbli-
ken niet down te gaan. Hoe het zij, het
kaartspelen vcreischt in het algemeen,
een al te flauw spelletje daargelaten, vrij
veel inzicht en een helder opmerkingsver
mogen.
Het behoeft geen betoog, dat wij het scha
ken-en het dammen hier buiten beschou
wing laten. Het ware een dwaasheid deze.
in hoe breede kring ookbeoefende spelen,
onder gezelschapsspelen "te rangschikken en
wij gelooven den overtuigden dammers en
schakers zelfs recht te doen wedervaren,
wanneer wij hun spel tot de wetenschappe
lijke hersenproeven rekenen.
Spelletjes zonder verstand
Van de oude „spelletjcs-zonder-ver-
stand" is in werkelijkheid niet zoo
heel veel overgebleven. In den Bie
dermeiertijd moet het. „veertje bla
zen" een drukbeoefende bezigheid
zijn geweest, die niet zonder hila
riteit werd beoefend, maar of er van
dit „spel" heden ten dage nog wat
overgebleven is. hetwijfelen wij sterk.
Tusschen het intelligente kaartspel
en het geestelooze doodslaan van den
tijd liggen evenwel tientallen ande
re, genoeglijke, eenige schranderheid
en handigheid en veel geluk behoe
vende gezelschapsspelen, waarmee
in den aanstaanden winter nog me
nig uur zal worden doorgebracht.
Wij denken nu niet in de eerste plaats
aan de vele bekende spelletjes als „Mensch
erger je niet", „Halma", sjoelbakken en het
meer of minder tot de sport behoorende ta-
feitennis en tafelbiljard, maar meer aan die
typische gezelschapsspelen, waaraan het
gehcele huisgezin deel neemt en die veelal
zonder materiaal beoefend worden.
Zoo dateert uit een betrekkelijk jongen tijd
het maken van een zoogenaamd „protocol".
De geestigste persoon uit het gezelschap
neemt daarbij potlood en papier ter hand.
waarop de aanwezigen om beurten een
mannennaam, een vrouwennaam, een werk
woord, een bepaling van plaats, een pro
duct of gevolg enz. enz. noemen. Genoemde
geestigaard mengt nu de gegevens naar
goedvinden, maar zoodanig dat hij: even
veel zinnen/ krijgt als er deelnemers zijn.
in deze geest: ..Hendrik en Maria schom
melden in een hutkoffer; het gevolg was,
dat zij tot minister benoemd werden en de
wereld vond het al lang goed'' of welke an
dere onzinregel ook. Maar er zijn nog heel
andere „protocol-schema's" mogelijk. Aardi
ger zullen velen misschien de „hopla-bo&i"
poëzie vinden, waarbij men werkelijk kan
laten" zien wat men weet en of men com
bineeren kan. een spel, voor lieden met
eenige ontwikkeling en intelligentie. Natuur
lijk hebt ge op de lagere school en op an
dere onderwijs-inrichtingen veel poëzie te
verteren gekregen en de vraag is nu. of ge
die nog kent. Wie de meeste goede beurten
piaakt, heeft gewonnen. Hier volgt een voor
beeld:
„Jan Bom zegt: ik ben 'n hopla preparaat.
Vriend hoplahoplabom maakt zich
(deswegep bom.
Ik bom, mij docht al al lang voor hopla,
Wat zou zoo'n hopla toch wel hopla".
Waarvan de oplossing het volgende vers
je van De Genestet is:
„Jan Rap zegt: 'k ben een chemisch
(preparaat.
Vriend spiritualist maakt zich deswegen
x (kwaad.
Ik niet, mij docht al lang voor dezen:
Wat zou zoo'n smeerpoes toch wel wezen".
Onnoodig te zeggen dat bij dit poüzie-
spellctje een ongekend aantal variaties mo
gelijk zijn.
En dan te bedenken dat wij nog zoo veel
uren kunnen doorbrengen met het klassieke
„Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet!", een spel
dat in Amerika naar men zegt. zelfs met
geestdrift door de ouderen wordt beoefend
onder den naam „Funny question"
KINDERWAGEN DOOR AUTO
VERPLETTERD.
Woensdagmiddag reed een vrachtauto te
Drachten achteruit. De bestuurder zag niet,
dat achter de auto een juffrouw met een
kinderwagen stond, waarin een tweejarig
kind zat. De kinderwagen werd onder den
auto plat gedrukt, waarbij het kind om het
leven kwam.
TWEEHONDERD GULDEN VERMIST.
Een onderwijzeres uit Amsterdam-Zuid
heeft bij de politie aangifte gedaan van den
diefstal van ruim tweehonderd gulden. Zij
droeg dit geld hij zich in haar handtaschje.
In hel schoolgebouw, waar zij werkzaam is,
was toen plotseling het geld verdwenen. De
verdenking rust op een 9-jarigcn jongen, die
zegt geld te hebben gevonden. Hij is kort
daarop bij een horlogemaker gekomen met
het gezegde voor een bedrag van honderd
gulden aan horloges en klokken te willen
koopen.
VERNUFTIGE GEVECHTSMETHODES.
De visschenoorlog in Siam.
Meer amusant dan afzichtelijk.
Het ligt in de menschelijke natuur anderen
te zien vechten, andere menschen of dieren,
De Romeinen vergastten zicli aan het
schouwspel, geboden door strijdende gladia
toren.
De Chineezen vischtcn en wisschen nog
met aalscholvers, dc oude Egyptenaren ge
bruikten op de jacht snelle luipaarden, de
valkeniers in den riddertijd (en later) roof
vogels. Dc Engelsche aristocratie schept be
hagen in de achtervolging van een vos door
een groot aantal honden. In den slaventijd
in de V. St, werden gedroste slaven opge
jaagd met bloedhonden, de Javanen en an
dere inlanders in Ned. Indië smulden aan
hanengevechten; de inlandschn adel arran
geerde gevechten tusschen buffel en tijger.
In onzen tijd, in Europa, gaan wij kijken
naar boksmatches.
In Siam gaat men kijken naar vech
tende visschen en waarom zouden zij dat niet
doen
Gaan er ook niet menschen naar de bios
coop om „gangsters" en g-men het met el
kaar te zien uitvechten en vallen in de
opera de dooden niet bij bosjes.
Het moet een merkwaardig schouwspel
zijn, de vechtende visschen elkaar in de
vinnen te zien bijten. In de Septemberafleve
ring van „Natuur en Techniek" levert H. M.
Smit een belangwekkende bijdrage hierover.
Klein maar dapper!
De vechtende visch is het kleinste lid van
do groote Oostersche familie, der Anabanti-
dae, die zulke bekende soorten als den pa-
radijsvisch en den „loopenden visch" om
vat. Opvallende familiekenmerken zijn het
maken van schuimnesten en het ademen
van dampkringslucht ter aanvulling van de
zuurstof, die zij door middel van de kieuwen
uit het water opnemen.
De wetenschappelijke naam, gegeven door
Schade beperkt zich tot vernielde
ralten en dakpannen.
Woensdagavond om half twaalf zijn bo
ven Weert zes bommen omlaag* geworpen.
Deze vielen grootendeels in achtertuinen
van perccelen aan den Singel, welke om de
oude kom van de stad loopt. De schade be
perkte zich tot het vernielen van ruiten en
dakpannen. Persoonlijke ongelukken vielen
niet voo'r.
Ook Wageningen moest het ont
gelden.
In d envorigen nacht hebben Engelsche
vliegers zeven bommen geworpen nabij Wa
geningen. Een bom was van zwaar kaliber.
Zij kwamen terecht in boomgaarden nabij
Nude. Persoonlijke ongelukken kwamen
niet voor. De matericele schade is gering en
bepebkt zich tot enkele gesprongen ruiten
van het instituut voor veredeling van land
bouwgewassen.
Demonstratie met een nieuwe
drijvende brandspuit te Zaandam
Morgen zal in Zaandam een grooto brand
weerdemonstratie worden gegeven, waarbij
niet alleen de gemeentelijke brandweer
op zal treden, doch waaraan ook de
vrijwillige en fabrieksbrandweren
haar medewerking zullen verlcencn. o.a. zal
men er de nieuwe drijvende brandspuit van
Bruynzeel's fabrieken in .actie zien, welke
den toepasselijkcn naam Van „Vuurvreter"
voert en bestemd is om bij groote houtbran-
den in te grijpen. De door vele kleine wa
teren omgeven en doorsneden fabriekster
reinen zijn een uitstekend operatieterrcin
voor de „Vuurvreter", die met haar capa
citeit van 6.000 liter per minuut bij acht
atmosfeer en van 10.000 liter bij twaalf at
mosfeer overal ingezet kan worden.
Vanzelfsprekend is het in verband met
den geringen diepgang van vele wateren een
platbodcmvaartuig. Het heeft een lengte
van 15^ meter en is voorzien van een acht
meter hoogen toren, van waaruit men ook
branden in hooge gebouwen kan bestrijden
en welke het tevens mogelijk maakt, dat
over hooge hindernissen heen gespoten kan
worden met zekere trefkans.
Het zwaarste stuk van de „Vuurvreter"
liet waterkanon dat bovenvermelde capaci
teit heeft, staat opgesteld op het voors'te
bordes, en kan onmiddellijk in bedrijl wor
den gesteld. Ook op een tweede bordes is
een waterkanon opgesteld. Behalve van deze
zware stukken is de boot nog voorzien van
700 meter aan- slangen, waarmede ver van
het water gelegen gebouwen bereikt kun
nen worden. De groote capaciteit van den
motor, welke 150 p.k. bedraagt, is cr borg
voor, dat de slangen steeds voldoende druk
hebben. Deze krachtige motor wordt ook ge
bruikt voor de voortbeweging, waardoor het
schip een snelheid kan halen van 15 km
per uur. Bovendien is het nog voorzien van
een speciale schroef.
De commandant van de boot voert het
bevel over acht man, van wie er zes spuit
gasten zijn, die gcrequireerd worden uit
het technische personeel van het bedrijf. De
ze bezetting kan nog worden uitgebreid met
afdcelingen der fabrieksbrandweer. die on
der normale omstandigheden liet brandweer-
net. dat een lengte kan bereiken van 2
km en over het geheele bedrijf verspreid is.
bedient. En tenslotte kan de „Vuurvreter"
ook speciale branden met schuim blusschen
met een speciaal schuimkanon, dat per mi
nuut 2.00 liter schuim in de vlammen kan
werpen.
Er is slechts één drijvende brandspuit in
Nederland, die grooter is en dat is de „Ja-
son" van de Amsterdamschc brandweer
welke in tiet IJ voor de kazerne in de cle
Ruyterkade ligt. De bekende „Jan van der
Heyden" is kleiner.
dr. Tate Regan van de Brilish Museum, is
Betta splendens.
Het gevechtsinstinct is kenmerkend voor
het mannetje en is zoo sterk, dat een nor
male visch het bij elke gelegenheid en onder
alle omstandigheden vertoont. Men zou kun
nen veronderstellen, dat het gevechtsinstinct
bij het naderen van de volwassenheid tol ont
wikkeling zou komen. In werkelijkheid komt
de neiging tot den strijd reeds op zeer jeug
digen leeftijd tot uiting; en in aquaria moe
ten visschen van nog geen twee maanden
oud en minder dan half volwassen geschei
den worden gehouden om voortdurende on-
ecnigheid te vermijden. Omdat zij altijd be
reid zijn een gevecht aan te gaan, moeten
volwassen mannetjes niet alleen in afzonder
lijke aquaria worden gehouden, maar als
zij mededingers in aquaria in de buurt zien,
zou dat hun vitaliteit en gevechtsvermogen
door voortdurende vruehtelooze pogingen
ernstig schaden, zoodat het geraden is hen
met karton van eventueele andere aquaria
af te schermen.
De vechtende visch heeft uitstekend ge
reageerd op de pogingen om variaties te
kweeken, teneinde aan de vraag te voldoen.
Zelfs in handen van menschen, die niets
van de wetten der erfelijkheid weten, zijn
opmerkelijke verbeteringen in vorm. kleur,
grootte en gevechtsvermogen tot stand ge
bracht; en er is reden aan te nemen, dat
men nog niet aan het eind is van de mo
gelijke verbeteringen.
In Siam.
In Siam, evenals in de verschillende lan
den. waar de visch is ingevoerd, gaat men bij
het ai rangeeren van een visschengevecht ge
vvoonlijk zoo te werk, dat men twee manne
tjes van ongeveer dezelfde grootte in afzon
derlijke glazen bij elkaar brengt. Als zij hun
vinnen uitzetten en hun kleuren vertoonen
en koppige pogingen doen om bij elkaar te
komen, worden zij samen in eenzelfde bas
sin gedaan. Onmiddellijk gaan de visschen
op elkaar af en zetten bij wijze van voor
bereiding hun vinnen op en hun kieuwla
mellen uit. terwijl de kleuren in golven over
hun lijf trekken. Een veel voorkomende ge-
vechtshoudine is naast elkaar met de kop
pen in dezelfde richting, de eene visch iets
achter den andere. Deze. houding duurt van
enkele seconden tot verscheidene minuten
Daarna vallen de visschen elkaar slag or>
slag aan en hun bewegingen zijn daarbij
zoo snel, dat men het eigenlijke toebijten van
de tanden met het oog nauwelijks kan vol-
TUINMAN DOOR AUTOBUS AANGEREDEN
EN GEDOOD.
Gisterenochtend omstreeks zeven uur is
bij de Hoeksterpoortbrug tc Leeuwarden, een
verkeersongeval gebeurd, waarbij de 44-jari-
ge tuinman J. Nauta, werd gedood. N. kwam
per rijwiel van den kant van den Gronin
ger straatweg. Achter hem aan reed een auto
bus uit Murmerwoude mot arbeiders, die te
Leeuwarden werkzaam zijn. De wielrijder
veranderde van richting zonder een teeken
te geven. Het gevolg was. dat hij werd aan
gereden en op slag dood was.
De bestuurder van de alitobus remde uit
alle macht, tengevolge waarvan de bus slip
te, hantelde en nog eenige meters op 't weg
dek voortschuurdc. Dc inzittenden kwamen
er nog al goed af. Eenige werklieden wer
den door glasscherven gewond.
Schuur roet graan door
brand verwoest
Vermoedelijk door het achteloos wegwer
pen van een brandende sigaar of sigaret is
brand ontstaan in de groote vcldschuur van
den landbouwer Eskes in den Ooyerhoek te
Warnsvold De schuur, waarin de geheele
graanoogst van zes h.a. grond was opgesla
gen. ginc verloren. De boerderij zelf kon be
houden blijven.
PERSCHEF VAN DE „NEDERLANDSCHE
UNIE".
Tot perschef van „De Nederlandsche
Unie" is benoemd de heer H. J. Kraus, tot
nu toe verbonden aan de redactie van het
„Algemeen Handelsblad".
gen, terwijl de aanvallen worden voortgezet
alleen met de korte onderbrekingen, waar
in dezelfde gevechtshouding wordt aangeno
men.
In het algemeen worden de aars
staart- en rugvin het meest aangeval
leu. De horst- en buikvinnen zijn dik
wijls na het eind van een gevecht
vrijwel onbeschadigd; maar soms
hebben zij in het begin te lijden;
de vertikale vinnen krijgen het ech
ter altijd te kwaad. Het eerste bewijs,
dat het ernst is, wordt gewoonlijk ge
leverd door gescheurde vinnen.
Naarmate het gevecht voortgaat, kan
er heel wat van de vinnen verloren
gaan en hij een gevecht tusschen vis
schen, die goed tegen elkaar opge
wassen zijn, blijft cr van de vinnen
dikwijls niet veel meer dan stompjes
over.
Als zij groote stukken van hun vinnen ver
liezen, krijgen zij last met hun evenwicht,
het zwemmen en liet sturen en komen daar
door in het nadeel; maar bij visschen, die
ongeveer even sterk zijn, is dit maar zelden
een beslissende factor. Een ander punt, waar
op de aanvallen zijn gericht, zijn de flanken
van het lijf. Soms worden er afzonderlijke
of geheele rijen schubben afgerukt, maar bij
vele gevechten komt deze soort van ver
wondingen niet voor. Bij uitzondering bijten
dc visschen elkaar in dc kieuwdeksels en
komen er lichte verwondingen van de kieu
wen voor.
De kaken in elkaar.
#Ecn belangwekkende variatie in de ge-
vechtstaktiek treedt op. wanneer de vis
schen met dc koppen naar elkaar toe aan
vallen en hun kaken stevig in elkaar grij
pen. Met de kaken stevig in elkaar en het
lichaam gestrekt, worstelen de visschen, ter
wijl zij geheel of gedeeltelijk om hun lengte
as draaien. In mijn waarnemingen duurde
dezen vorm van gevecht altijd maar kort
en eindigde er altijd mee, dat de visschen
naar den bodem zonken en daar tien tot
twintig seconden lang volkomen stil bleven
liggen. Dan lieten zij elkaar los en snelden
naar de oppervlakte om lupht te happen,
waarna zij bun gewone wijze van vechten
weer opvatten. De positie met in elkaar grij-
nende kaken belemmert de ademhaling en
duurt slechts zoo lang als de visschen de be
hoefte van het lichaam aan meer zuurstof
Berlijn, 19 September (D.N.B.):
De Frankfurter Zeitung gaat in een hoofd
artikel de beperkingen na, die voor de
Egyptische souverciniteit uit het Anglo-
Egyptisch „bondgenootschapsverdrag" van
26 Augustus 1936 voortvloeien. In deze over- j
eenkomst die ook thans nog den rechtsgrond
slag van de verhouding tusschen beide sta
ten vormt, daar het niet opzegbaar is, werd
weliswaar de bezetting beëindigd verklaard,
maar desondanks bleven Engelsche troepen
in het land, de bijzondere bestemming, die
zij in het land van een andere, zoogenaamd
souvereine regeering hadden, was vastge
legd in de uiterst rekbare bepaling, dat zij
moestch blijven tot de Egyptische troepen
sterk genoeg waren om „op eigen kracht de
vrijheid en volkomen veiligheid van het
Kanaal te waarborgen.
Andere bepalingen kwamen hierop neer,
dat Egypte geen overeenkomsten of verdra
gen met andere landen mocht sluiten, die
met het hondgenootschap in strijd waren en
dat Engeland in geval van nood verplicht
was Egypte tc hulp, te komen, indien het be
dreigd werd. Deze 'verplichting tot hulpver
leening van Groot-Brittannië aan Egypte,
niet echter omgekeerd van Egypte jegens
Engeland, is thans van beslissende beteeke-
nis, zoo meent het blad, want tegenwoordig
is de situatie zoo, dat slechts Engeland zich
in oorlog bevindt, niet echter Egypte.
Overigens beeft het verdrag aan het land
nog grootere lasten opgelegd en Londen ver
oorloofd om Egypte tot een steunpunt van
zijn macht in bet Oosten van de Middelland-
schc Zee te maken. Tn plaats van dichter bij
de autarchie te komen en de Engelsche troe
pen tc zien aftrekken, naar dc eigenlijke
zóne van het Suez-kanaal, moet Egypte zich
thans weer de niets ontziende militaire heer
schappij van Engeland laten welgevallen.
Het ligt voor de hand, dat dit niet zonder
gevolgen voor de hinnénlandsche politiek
van Eg.ypte kon blijven. Ook Egypte behoort
tot de landen, die zich door den last van hun
bondgenootschap met Engeland niet laten
neerdrukken en die niet meegesleept willen
worden in dc catastrofe van de Westersche
mogendheden.
De Frankfurter Zeitung besluit met do
woorden: „De Italianen weten dit, zij zijn
ook bekend met de moeilijkheden, waaraan
het Egyptisèhe nationalisme blootstaat.
Evenals voor Duitschland, bestaat er ook
voor Italië slechts een noodzaak: Don En-
gelschcn vijand te verslaan. Het is niet Ita-
lië's schuld, als deze vijand ook op Egypti-
schen bodem staat".
De „Koelnische ZeitunR" meldt uit Was-
hington:
ln Washington houdt men rekening met
de oprichting van een maatschappij voor
het slijpen cn verkoopen van Zuid-Afrikaan-
sclie diamanten. De oprichting hiervan zou
geschieden door een groote Amerikaansche
diamantonderneming. Volgens gegevens van
het ministerie van economische zaken zal
de nieuwe maatschaopii. die onder Ameri
kaansche leiding zal staan, voornamelijk
ruwe diamanten ter verdere bewerking in
de Ver. Staten importeeren. De Amerikaan
sche consul in Johanneshurg heeft over dit
plan gezegd, dat de oprichting van de nieu
we maatschappij een belangrijke stap zou
beteekenen op den weg welke de Ver. Staten
tot het centrum van den werelddiamant
handel zou maken.
kunnen bedwingen. Gedurende de korte on
derbrekingen van het gevecht, wanneer de
behoefte aan zuurstof de visschen dwingt
naar de oppervlakte te gaan om lucht te hap
pen, worden de aanvallen gestaakt. Ik heb
het nimmer meegemaakt, dat een visch een
andere in dien tijd aanviel het is in den
ineest letterlijken zin een rust om op adem
te komen, waarin door de spelregels der
visschen blijkbaar wordt voorzien.
Knock-out!
De beslissing in deze gevechten
hangt meer van de algemeene uit
putting en het verdwijnen van den
vechtlust bij de visschen af dan
van een „knock-out". Vroca: of laat
vertoont een van de visschen geen
kracht of verlangen meer den strijd
voort te, zetten en zwemt weg. wan
neer zijn tegenstander een gevechts
houding aanneemt. Dan is het ge
vecht afgeioopen, worden de vis
schen gescheiden en de wedden
schappen betaald, terwijl de eige
naars ieder hun weegs gaan. Het
is gewoonte onder hen. die er hun
werk van maken visschen voor ge
vechten te kweeken, nooit een visch,
die een gevecht heeft verloren,
voor de kweek te gebruiken.
Aan het eind van een langdurig ge
vecht kunnen beide visschen er verschrik
kelijk uitzien door hun gehavende vinnen,
maar zij schijnen daar geen last van te
hebben en als men het hun toestond, zou
den zij den volgenden dag opnieuw slag
leveren. De vinnen regenereeren snel en
geheel en na enkele weken is niets meer
van de verwondingen te zien. Ernstiger is,
als zij schubben hebben verloren, want
dan kan 'er schimmelvorming plaats heb
ben.
Volgens mijn ervaring, die zich over 12
jaar uitstrekt, en die van de meeste an
dere waarnemers, zegt de schijver, is er
niets ruws, wreeds of afzichtelijks in deze
visschengevechtcn. De strijdenden schijnen
zooveel pleizier in hun gevechten te heb
ben en hun lichamelijk ongemak is blijk
baar zoo gering en hun herstel zoo volle
dig, dat er weinig aanleiding is medelij
den met hen te hebben; terwijl hun sier
lijke bewegingen, spiervlugheid, felheid,
vasthoudendheid cn prachtige kleuren niet
anders dan geestdrift zelfs bij den gevoe
ligst entoesohouwer kunnen wekken.