Belangrijke rede van den Rijkscommissaris Bommen op Nedeiland De Mascotte Londen en Liverpool gebombardeerd Schermutselingen in Kenya 1 millioen kg. bommen in 36 uur Aspirin Nederlandscbe cultuurkring Te Den Haag kwam Zaterdagmiddag in Pulchri studio de Nederlandsche Cultuur kring bijeen onder leiding van Prof. Dr. S. A. S. Snijder. De Rijkscommissaris, Rijks minister Seyss Inquart, de commissarissen- generaal en tal van andere Duitsche autori teiten woonden als gasten de vergadering bij. Prof. Dr. Snijder begroette de aanwezigen en in het bijzonder den Rijkscommissaris, wiens tegenwoordigheid hij,zeer op prijs stolde, omdat de cultuurkring daardoor de gelegenheid had een begin te maken met de verwerkelijking van een der belangrijk ste punten, jvaarover alle medewerkers van den cultuurkring het reeds eens geworden zijn: de samenwerking met de Duitsche overheid op het gebied def* vernieuwing van de Nederlandsche cultuur. Spr. begon met een kort overzicht te ge ven van de wordingsgeschiedenis van den kring en zeide dat velen daarvan, die het nieuwe Duitschland, den nieuwen geest in Duitschland hadden leeren kennen, reeds sinds jaren wisten dat deze ontwikkeling in Europa moest komen. Wij hadden al len gehoopt., dat dit op vreedzame wijze zou geschieden, maar nu het eenmaal zoo ver was. waren wij terugblikkend, nauwelijks meer verwonderd over den werkelijken gang der gebeurtenissen* Wij waren geen „politici" in den zin, dien men met dit woord pleegt te verbinden. Maar wij hadden ook niet „Weltfremd" naast, het gebeuren gestaan. Wij hadden de gedachten van het nationaal socialisme in hun baanbrekende kracht zeer wel begrepen en weten te waardeeren. Wq willen "niet loochenen, dat het antwoord, dat. ons nog in liet verleden bevangen volk gaf op de grootc vragen van den tijd, ons vaak diep teleurstelde en schokte. Niet slechts, omdat de Nederlander daardoor de blijk gaf van een verbluffende „Weltfremdheit", maar meer nog. omdat uit deze pogingen een geheel on-Ncderlandsche knechtenziel spreekt, die slechts schijnbaar den „overwin naar" tegemoet komt ep hem in waarheid bedriegt. Dat is betreurenswaardig om der wille van ons volk, het is het ook, omdat daaruit een miskenning van de Duitsche houding tegenover ons spreekt, waarvoor wij i ons moeten schamen. Want gij, aldus spreker, zich tot den Rijkscommissaris persoonlijk wendend, gij hebt ons. herhaaldelijk en eerlijk als vriend de band geboden, gij hebt steeds weer on derstreept, dat overwegingen en noodzaken, die veel verder reiken dan de directe ver houding tusschen onze landen, er helaas toe -hebben geleid, dat onze volken met elkaar in oorlog ziln gemakt. Gij hebt telkens weer uw wil tot vriendschap en gemeenschappe lijke!] arbeid geuit. Hier past geen halfheid. Men dient de uitgestoken hand van een vriend te aanvaarden of deze onvoorwaarde lijk af te wijzen. Wij willen uw hand aan vaarden. Wij reiken u de onze in volle over tuiging. Wij weten, waarom wij dit doen en wij zijn ons bewust van onze beweeg gronden. Ilct is om uw eigen woorden te gebruiken aldus spr., zich tot den Rijkscommissaris wendend de wensch van het Duitsche volk, „dat wij aan den opbouw als gelijk gerechtigde en tot zeer hooge prestaties in staat zijnden partner medewerken". De „gclijkgerechtiglieid" sluit echter in, dat wij als twee volken elkaar begrijpen, waardeeren en respecteeren. Bij alle bespre kingen, die hij mocht voeren, heeft spreker tot zijn groote vreugde volledig begrip op dit punt bij de Duitsche autoriteiten kun-, ncn vaststellen, zoodat het grondbeginsel Aan den cultuurkring: De zorg voor een zelfstandig Nederlandsch cultuurleven voor ons een eerste voorwaarde voor de samenwerking geen beletsel zal zijn. Wij Nederlanders zijn geenszins Duit- schers, ook geen „halve Duitschèrs", en wij willen dat ook niet worden. Wij willen Ne derlanders blijven, want wij hebben door de eeuwen heen een eigen aard ontwikkeld in onze cultuur, die geenszins een gewestelijke variant, maar een zelfstandige hoogstaande prestatie is. zij het ook op Germaanschen grondslag en wij meencn juist aan onzen eigen cultuur het recht op een zelfstandig volksbestaan te mogen ontlee- ncn. Daarom hechten wij zoozeer aan de in standhouding en hernieuwing van hot Ne derlandsche cultuurleven, juist daarom ligt ons de moedertaal zoo na aan het hart. Spreker zcide tenslotte nog. dat de grond slagen van den cultuurkring in de eerste plaats veronderstellen een nauwlettende ver zorging van de moedertaal, waaraan bij het onderwijs veel grootere zorg moet worden gewijd. In de tweede plaats is het duidelijk, dat wij in de toekomst in veel nauwer aanra king met het Duitsclie volk zullen komen dan voorheen. Om een behoorlijk verkeer mogelijk te maken, dient ons volk dus Duitsch te leeren. Met nadruk zij gezegd: niet. om ons volk te „verduitschcn", maar omdat zoo, en alleen maar 7.00, wij ons ei gen cultuurleven kunnen redden en behou den. Rede van den Rijkscommissaris. Met ware voldoening, aldus de Rijkscom missaris in zijn antwoordrede, hoorde ik u constateerep, dat u de door mij uitgestoken vriendenhand wilt zien en wilt begrijpen.' Vriendschap kan slechts., tusschen zelfstan dige, vrije, volkomen verantwoordelijke men- schen bestaan. En wat het culturèéie leven betreft, zoo Ifan ik u slechts de verzekering geven, dat jiiist wij een echt volksch Neder landsch cultureel leven willen, ja er direct naar verlangen en er zeker van zijn, dat evenals het eigen karakter van de Duitsche stammen, die toch heden een door één ge loof en één wil bezield volk vormen, niej tot splitsing, maar tot verrijking van het ge- heele Duitsche cultureele leven strekt, even zeer de verscheidenheid van het Nederland sche en Duitsche cultureele leven geen split sing beteekent, maar slechts een verrijking van beide kanten. U sprak over het Nederlandsche en het Duitsche volk als over twee broeders en daarmee raakt u aan den grondslag van onze gemeenschappelijke Germaansclie afstam ming. Ik wil bovendien nog wijzen op de ka meraadschap, die deze beide volken moet omsluiten. Kameraadschap der volken betee kent evenzeer als bij kameraadschap der en kelingen het vaste besluit elJcaars lot te dee- len en voor elkaar in te staan. Het Duitsche volk is tot deze kameraadschap volkomen bereid en zal voor deze kameraadschap alles in het werk stellen, wanneer het om het be staan van den ander mocht gaan. Het mag dan op het oogenblik schijnen, alsof van het Nederlandsche volk op het oogenblik meer gevergd wordt. Dóch dit houdt alleen ver hand met de uiterlijke levensomstandighe den, die juist tengevolge van de gemeenschap van het lot aan dezelfde beperkingen onder hevig zijn, in welke het Duitsche volk zich op het oogenblik schikt. Doch Nederlanders, die een ruimeren kijk op de dingen hebben, zullen begrijpen, wat het heteekencn kan, wanneer de gansche reëele macht van het Duitsche 85-millioene'n volk en het Groot- Duitsche rijk, als het er op aan komt, bereid is op de bres te staan voor het bestond van het Nederlandsche volk en den Nederland- schen staat, want hierin schuilt juist de kern van het lot van dezen staat, dat zijn reëelé machtsbasis verre ten achter bleef bij zijn uitgestrektheid. En zonder mij nu bij de ze gelegenheid met politiek of zelfs proble men der buitenlandsche politiek te willen be zig houden, zoo dient u toch te weten, dat onder alle omstandigheden de gansche uitge-- strektheid van het toekomstig gebied, waar over de invloed van het Duitsche rijk en het nieuwe Europa zich uitstrekt, te uwer be schikking zal staan en wel ter beschikking van vrije Nederlanders, onze kameraden. Hét gaat dus niet om vrijheid, zelfstandig heid en onafhankelijkheid. En het verwijt van heulen met den tegenstander of zelfs verraad, treft volkomen ten onrechte de man nen die voor het Nederlandsche volk een weg aan de zijde van het Duitsche volk zoeken. Ik kan u verzekeren, dat juist die Nederlandsche mannen, die men boosaardig of onnadenkend verra der noemen wil, bij de opperste lei ding van het Rijk heel goede en waar dige vertegenwoordigers van de Ne derlandsche zaak en de Nederland sche vrijheid waren over welk laat ste punt door het Rijk nooit eenige twijfel was gelaten. U verzocht mij. u of wel het Nederland sche volk tijd te laten. Wij haasten u niet. Want de beslissingen vallen hier niet voor ons. Onze beslissingen, die bevechten wij- in de overige wereld. Maar juist voor deze beslissing is het van het grootste belnag. dat het Duitsche volk het Nederlandsche volk als zijn' kameraad hesthouwt. De richting van den weg moet bij het begin van den marsch worden gekozen. De houw van den weg kan dan met uiterste zorgvuldigheid en overleg geschieden. In de zen zin is uw redevoering een daad en wij zijn getuigen, dat mannen in Nederland, die zich bewust zijn van hun verantwoordelijk heid, reeds nu op het oogenblik, de kame raadschap van het Nederlandsche met het Duitsche volk gekozen hebben, in hét bewust zijn, dat deze ineenvlechting van ons beider lot ons groot maakt en heiden ten goede komt. Daarvoor dank ik U. Op de rede van den Rijkscommissaris, Rijksminister Seyss-Inquart volgde, evenals op die van den voorzitter, een langdurig ap plaus. De voorzitter verklaarde daarna de of- ficieele vergadering gesloten. Duifsch weermachtbericht Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakt hekend: De yergelaingsaan vallen van het Duitsche luchtwapen waren gisteren en in den nacht van 28 op 29 September met het zwaarte punt tegen Londen en bovendien tegen Li verpool en andQrc havendoelen in het zui den van Engeland gericht. Ernstige schade werd in Londen aan de Silverton-Docks, in Gravesend, hij de Tilbury-Docks alsmede in de bocht van de Theems en bij de East-India- Docks aangericht. Voor de oostkust van Schotland gekikle het door aanvallen uit de lucht uit een krachtig beveiligd konvooi twee koopvaardijschepen van elk ongeveer 6.000 br.t. door voltreffers tot zinken te brengen. In liet verloop van de aanvallen overdag ontwikkelden zich boven Londen op eenige plaatsen heftige voor Duitschland zeer suc cesvolle luchtgevechten. Het Britsche luchtwapen ondernam nach telijke aanvallen, vooral op het westelijke én zuidwestelijke Duitsche grensgebied. Eenige Britsche bommenwerpers, die tot dicht bij Berlijn doordrongen, werden door het afweergeschut van de luchtdoelariillerie gedwongen een andere richting te kiezen, zonder tot de kern van de rijkshoofdstad te zijn doorgedrongen. In West- en Zuidwest- Duitschland wierp de vijand verscheidene bommen, zonder schade van heteekenis aan fe richten. In een West-Duitsche stad wer den opnieuw woonwijken aangevallen en verscheidene personen, die zich niet in schuil gelegenheden bevonden, gedood of gewond. De vijand verloor gisteren hij elkaar 2S vliegtuigen, waarvan drie door luchtdoelar tillerie. Slechts één Duitsch vliegtuig wordt vermist. Ifaliaansch weermachtbericht Het hoofdkwartier van de Italiaansche weermacht maakt békend: In Noord-Afrika is hij de gebruikelijke ver kenningsvluchten een bestuurder vdn een der vliegtuigen, die in het weermachtsbe- richt van Zaterdag als neergeschoten ver meld waren, gevonden en gevangen geno men. De vijand heeft zijn luchtaanvallen op Bardia, Dema en op het gebied van Solloem en Giarabub zonder succes hervat. De ver liezen bleven beperkt tot een gewonden per soon en een beschadigde auto. In Oost-Afrika zijn eenige botsingen tus schen patrouilles aan de grens van Kenia (bij G'.erilli ten oosten van Wajir en bij Todignac ïn het gqbied van het Rudolfmcer) voor ons gunstig verloopen. De vijand is overal op de vlucht geslagen en heeft bij el kaar. zes dooden, onder wie een onderoffi cier, alsmede talrijke gewonden op het slag veld achtergelaten. Aan onze zijde werden vier koloniale soldaten gewond. Onze luchtmacht heeft het radiostation van Uadi Jus'uf ((ten noordwesten van Gallabat) gebombardeerd, een autocolonne en afdeelin- gen luchtdoelgeschut met machinegeweren van geringe hoogte, beschoten en uiteen ge dreven, en is daarna tot haar steunpunten teruggekeerd. Het vijandelijke luchtwapen heeft Assab, Dessie en Combolcia zonder schade aan te richten, gebombardeerd. Voorts werd Uesea, ten zuiden van Magi, zonder verliezen of noemenswaardige schade aan te richten, ge bombardeerd. De Duitsche bommenwerpers hebben de laatste 36 uur meer dan een millioen Kg. bommen van ieder kaliber bóven Zuid- en Midden-Em&land laten vallen. ALLEN MATERIEELE SCHADE. Gistermiddag om half drie zijn te Oostel- beers vijf brisantbommen in een weiland neergeworpen. Vier kwamen tot ontplof fing. De vijfde is een tijdbom. Er deden zich geen persoonlijke ongeluk ken voor en er werd geen materieele scha de aangericht. Gistermorgen zijn op de grens van de ge meente Dalfsen en Heino, in de buurtschap Stolvenghe, een drietal bommen geworpen, die tot ontploffing kwamen in een weiland. Vermoedelijk ligt er ook nog een tijdbom. Persoonlijke ongelukken deden zich niet voor, evenmin is veel schade öangex-icht. Gisternacht omstreeks half drie zijn te S't. Jacobi Parochie door Engelsche vliegtuigen vóór zoo ver bekend, zeven brisantbommen uitgeworpen, waarvan twee nog niet zijn geëxplodeerd. Daar deze bommen midden in het veld zijn terecht gekomen, werd ge lukkig geen schade van heteekenis aange richt, tenvijl zich' evenmin persoonlijke on gelukken voordeden. Vergaderingen met godsdienstig karakter vrij Maar dan ook uitsluitend kerke lijke aangelegenheden behande len! De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van justitie, heeft een aan schrijving gericht tot de procureurs-generaal fungoerende directeuren van politie en de hoofdcommissarissen en commissarissen vaq politie, waarin hij mededeelt, van de zijde van den commissaris-generaal voor bestuur en justitie bericht te hebben ontvangen, dat er geen bezwaar tegen bestaat, het begrip „vergaderingen mét een zuiver godsdienstig karakter" (waarvoor niet vereischt is ken nisgeving aan den bevoegden procureur- generaal) zoo ruim te interpreteeren, dat daaronder ook vallen, classicale, provin ciale, algemeene en synodale vergaderingen van erkende kerkgenootschappen, zulks evenwel onder de uitdrukkelijke voorwaar de, dat in deze vergaderingen uitsluitend kerkelijke aangelegenheden worden behan deld. In andere gevallen is kennisgeving vereischt. Petroleum voor verlichting Verdeeld onder de rechthebbenden. Het rijksbureau voor aardolieproducten (sectie petroleum) te 's-Gravenhage wordt overstroomd met aanvragen voor petroleum voor verlichting. In verband hiermede deelt het rijksbureau het volgende mede. Alleen voor hen., die op geen enkele andere wijze hun woning kunen verlichten zullen spe ciale petroleumzegels beschikbaar worden gesteld. Deze zegels zullen in de eerste veertien dagen van de maand October on der de rechthebbenden wórden verdeeld. Zij kunnen dus uitsluitend .worden gebruikt voor de aanschaffing van petroleum, welke voor huishoudelijke verlichting bestemd is. Het rijksbureau voor aardolieproducten venvacht, dat thans de belanghebbenden voldoende zijn ingelicht. Indien men zijn huis ook zonder petroleum kan verlichten, doet men goed niet meer aan petroleum te denken. Men helpt aldus anderen en voor komt onnoodigen arbeid bij het rijksbureau. Westlandsche kweekers krijgen steun 7 VAN DEN OMZET. Zaterdag vond aan de Coöp. centrale Westlandsche snijbloemenveiling te Honse- lersdijk de gedeeltelijke uitkeering plaats Van de door de reeeering voor de bloemen- kweekers beschikbaar gestelde steun. Deze eerste steun uitkeering bedroeg voor de Bloc- menkweekers 7 van den omzet en in het totaal werd dus vandaag aan de C.C.W.S. ruim f 70,000,— aan steun uitgekeerd. In bloemisterijkringen is deze steun met groote vreugde ontvangen, daar vele bedrijven een aanmerkelijke financieele achterstand had den en met deze geldelijke steunuitkeering ten zeerste gebaat zijn.' ■Aoo&itt JuuS: Bedrijfscredieten voor oorlogsslachtoffers VOOR SCHADE DOOR OOR- LOGSMOLEST OF INUNDATIE. Sinds eenigen tijd is in de provincie Noord Holland evenals in de meeste andere provin cies een stichting werkzaam onder den naam „stichting Noordholland 1940', welke zich voornamelijk tot taak gesteld lieeft door mid del van de verstrekking van bedrijfscredie ten tegemoet te komen in de behoeften van personen, wier bedrijven als gevolg van oor- logsmolest of van maatregelen ingevolge de inundatiewet, de wet op den staat van oor log en beleg of de vorderingswclten ernstige schade hebben geleden, ten einde deze. be drijven, in afwachting van de uitkeering eéner van rijkswege te verstrekken tegemoet koming of schadeloosstelling, voorloopig we der op gang te brengen. Een belangrijk deel van deze bedrijfscre dieten zal naar verwachting gevormd wor den door de crcdieten, te verstrekken aan landbouw-, veeteelt- en tuindersbedrijven, welke tengevolge van inundatie maatregelen of ook wel van vorderingen of inbezitnemin gen krachtens de wet op den staat van oor log en beleg of de vorderingswetten schade hebben opgcloopen en uit dien hoofde tegen over den staat weliswaar een wettelijk gere gelde aanspraak of schadeloosstelling kun nen doen gelden, •doch als gevolg van het feit dat de uitbetaling daarvan nog wel eeni gen tijd op zich zal laten wachten, thans in financieele moeilijkheden dreigen te komen. Voor laatst bedoelde categorie van gedu peerden is in 'n speciale procedure voorzien, die een zoo snel mogelijke verstrekking aan hen van de hoogst, nöodige bedrijfsgelden be oogt te bevorderen. Daarbij kan worden vol staan met de invulling van een formulier, verkrijgbaar bij den provincialen voedsel- commissaris of een van diens vertegenwoor digers in de provincie. De overige aanvragen om crediet moeten worden ingediend bij het bureau van de stich ting, p.a. provinciehuis, Dreef 3, Haarlem. Dit laatste geldt ook voor aanvragen om een bouwcrediet, een anderen vorm van cre diet verstrekking, waarmede de stichting zich heeft belast. Deze 'bouwcredieten kun nen onder zekere voorwaarden worden ver leend voor herstel of herhouw van door oor- logsmolest, getroffen gebouwde eigendom men, met uitzondering echter zoowel van boerderijen, als van woningen met een in houd van minder dan 450 M3 bedrijfsruimte niet medegerekend. Voor herstel of herbouw van de laatst be doelde categorie van woningen dienen be langhebbenden zich door bemiddeling van het gemeentebestuur te wenden tot den re- goeringscommissaris voor den wederopbouw, terwijl met, het herstel of den herbouw van boerderijen, onder toezicht van den rijkscom missaris voor den wederopbouw, liet bureau ophouw boerderijen te Utréeht is belast. De rente van fe verstrekken credieten be draagt 2% voor het eerste en 5% voor volgen de jaren. Bii.de gemeentebesturen zijn na dere inlichtingen omtrent*een en ander te verkrijgen, evenals hij het bureau der stich ting. Het bestuur der stichting wordt gevormd door het college van gedeputeerde staten on der voorzitterschap van den commissaris dor provincie. Voorzitter van het bureau der stichting is Mr. M. A. Stufkens, griffier der staten en secretaris, Mr. M. A. van Manen, referendaris ter provinciale griffie. Feuilleton Door H* dc Vere Stacpoolc 13. Dat is een verduiveld listig aangebrachte valstrik! riep Carnahan kuchend en proes tend door den kruitdamp, die langzaam om hoog steeg. Kijk, daar heb je den loop van het geweer. Hij hield de lamp dicht bij de opening en nu zagen zij in den reeds dunner wordenden damp den koperen mond van een donderbus. De trekker was met een stuk koperdraad verbonden aan een dwarsbalk. Zonder te bedenken wat er nog meer zou gebeuren, trok Carnahan met een ruk den dwarsbalk los, waardoor het geweer vrjj kwam, hetwelk hij op de planken naast zich neerwierp. Op hetzelfde oogenblik vervulde een fijne rozengeur de thans weer gezuiverde lucht. Het was alsof de poort van een rozen tuin was geopend, in plaats van een luik in een scheepskajuit. Carnahan stak zijn arm in de opening en haalde een kleinen, wit wollen bundel té voor schijn,welke met gekleurde draden was om wonden. Hij trok de draden stuk en wikkelde het baaltje los. Een twintigtal kleine fleschjes, niet langer dan een vinger, kwamen te voor schijn; fleschjes van wit glas met hier en daar wat verguldsel als versiering aange bracht. Rozenolie! riep Carnahan uit, terwijl hij een der fleschjes tegen het licht hield. Dat Is een gulnea per druppel waard! ver volgde hij opgewonden. Nogmaals stak hy zijn arm in de*opening en haalde nog een zelfde baaltje te voorschijn. Dit opende hij niet, ver moedende dat het wel hetzelfde zou bevatten als het andere baaltje. 'Verder bevatte de ruimte nog een met metaal beslagen, zwaar kistje, hetwelk Carnahan met veel moeite naar boven haalde. Hy zette het by de baaltjes op den vleor en belichtte daarna de opening, om grondig te onderzoeken of er zich nog meer dingen in bevonden. Dit bleek niet het geval te zyn. Slechts een zachte parfumlucht bleef hangen in deze in den vloer verborgen safe. Een oogenblik waren de beide mannen sprakeloos. Zy hadden dus den schat inderdaad gevonden. De baaltjes met fleschjes rozen olie mochten een belangryke waarde hebben, de werkeiyke schat lag geborgen in dat met yzer beslagen stevig gesloten kistje. Carnahan was de eerste die weer tot zich zelf kwam. Hy sprong op en liet nog eens het licht van zijn lamp in de safe schynen, alsof hg zich nogmaals wilde overtuigen, dat er werkelijk niets meer in te vinden was. Ver volgens pakte hij, geholpen door Cray, de fleschjes weer in het baaltje ->*1 knoopte er de gekleurde banden weer omheen. Kom, laten we naar de Itang terug gaan, zei hij en vervolgde: Ik zal het kistje dragen, neem jq de baaltjes, Cray, dan kan Maya ons bijlichten met de electrische lamp. De acetyleenlamp?... Die laten we hier, laat die maar branden, tot in eeuwigheid. Toen ze weer in het felle zonlicht kwamen scheen Carnahan in die paar uren jaren ouder te zyn geworden. Met verwilderde oogen en een vertrokken mond zat hy aan het stuur. Hq zag er uit alsof hy zwaar ziek was. Cray roeide mechanisch. Hij kon bijna niet gelooven, dat zy werkelqk een fortuin hadden gevonden: dat de onderneming dus inderdaad was geslaagd. Weer terug op.de Itang, liep Carnahan, het kistje krampachtig onder den arm gekneld, onmiddellijk naar zijn kajuit. Cray, die de baaltjes droeg, volgde hem op den voet. HOOFDSTUK XVI. Carnahan. Carnahan zette het kistje op de tafel eü liep naar een kastje boven z{jn slaapbank, waaruit hij een hamer en een beitel te voor- schyn haalde. Het kistje, dat van ebbenhout was ver vaardigd, was afgesloten met een antiek hang slot van zwart geworden zilver. De banden om het kistje alsmede de hoeken waren van hetzelfde metaal. Carnahan zete zijn beitel tusschen het plaatje met den ring, waardoor de beugel van bet slot liep en tikte met zijn hamer voor zichtig het plaatje weg. Vervolgens maakte hy de banden los op de plaats waar zich de rand van het deksel bevond en toen ook dit was geschied, sloeg hij het deksel open. Het eerste wat (e zien kwam was een stuk gele ruwe zqde. Toen dit verwijderd was, trof een felle schittering van allerlei juweelen de oogen van de beide mannen. Edelsteenen van allerlei kleur en grootte, gezet en ongezet. Ringen, oorhangers, braceletten en halskettingen, alles bezet met de prachtigste steenen, welke daar voor hun oogen lagen te fonkelen. Er waren geslepen saffieren, een half dozijn prachtige smaragden, de kleinste er van zoo groot als een vingernagel, drie bloedroode robijnen, ver scheidene opalen en vier groote diamanten, die schitterden als zonnestralen op de'zee. Wat een pracht! mompelde' Carnahan heesch. Zijn handen trilden zoo hevig, dat hij ze op de tafel moest steunen. Het meisje, dat de mannen gevolgd was toen die de kajuit binnen gingen, stond onbe wogen toe te kijken. Cray sprak niet, doch staarde nadenkend naar de weelde van schit tering en kleuren. De gedachte, dat hij voor de helft bezitter was geworden van den schat, was voor een oogenblik achtergesteld bij de gedachte aan de rechtmatige eigenaars, die de edelsteenen zoo zorgvuldig hadden verpakt en verborgen. Maar de rechtmatige eigenaars waren eeuwen geleden reeds verdwenen, ver moord waarschijnlijk door de Spanjaarden... .Ta zeker. Carnahan en hy kvyamen thans den rechtmatigen eigenaars van dezen schat, welke geld beteekende en derhalve een verzekerde toekomst en een gemakkelijk bestaan garan deerden. Hij slaakte een diepen zucht toen Carnahan, nadat hy de sieraden en steenen voorzichtig een voor een uit het kistje had genomen en op de tafel gelegd, wederom een dekentje van ruwe zijde oplichtte en een snoer Soeloe-parels te voorschijn haalde. Parels, groot en rond, wit met een matrose weerschijn, zoo zuiver en prachtig van tint als Cray nog nimmer had gezien. Parels, bestemd voor wie weet, welke schoone Sultane of favoriete, parels, die overal minstens dertig duizend pond zou den opbrengen. Met van emotie trillende handen legde Car nahan het snoer op de tafel, waarna hij het kistje opnam én het ondersteboven keerde. Er viel slechts nog een geelzijden dekentje uit, verder bevatte het kistje dus geen din gen van waarde. Hij legde het dekentje weer in het kistje, met het doel het parelsnoer er weer op te vlijen, toen plotseling een schelle kreet, van buiten komend, hem deed verstar ren. Het volgende moment verliet hij de kajuit en liep het trapje op naar het dek. Een groote fregat-vogel cirkelde eenige malen boven het schip en vloog toen lang zaam weg in de richting van de riffen. Een vluggen blik werpend op Piroli, die, geen be lang stellend in de voorwerpen, welke zqn meester van het geheimzinnige schip had meegebracht, ijverig bezig was een oude kan blinkend te poetsen, ging Carnahan weer naar beneden. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 2