Belangrijke rede van
den Rijkscommissaris
Bommen op Nedeiland
De Mascotte
Londen en Liverpool
gebombardeerd
Schermutselingen
in Kenya
1 millioen kg. bommen
in 36 uur
Aspirin
Nederlandscbe cultuurkring
Te Den Haag kwam Zaterdagmiddag in
Pulchri studio de Nederlandsche Cultuur
kring bijeen onder leiding van Prof. Dr. S.
A. S. Snijder. De Rijkscommissaris, Rijks
minister Seyss Inquart, de commissarissen-
generaal en tal van andere Duitsche autori
teiten woonden als gasten de vergadering
bij.
Prof. Dr. Snijder begroette de aanwezigen
en in het bijzonder den Rijkscommissaris,
wiens tegenwoordigheid hij,zeer op prijs
stolde, omdat de cultuurkring daardoor de
gelegenheid had een begin te maken met
de verwerkelijking van een der belangrijk
ste punten, jvaarover alle medewerkers van
den cultuurkring het reeds eens geworden
zijn: de samenwerking met de Duitsche
overheid op het gebied def* vernieuwing van
de Nederlandsche cultuur.
Spr. begon met een kort overzicht te ge
ven van de wordingsgeschiedenis van den
kring en zeide dat velen daarvan, die het
nieuwe Duitschland, den nieuwen geest in
Duitschland hadden leeren kennen, reeds
sinds jaren wisten dat deze ontwikkeling
in Europa moest komen. Wij hadden al
len gehoopt., dat dit op vreedzame wijze zou
geschieden, maar nu het eenmaal zoo ver
was. waren wij terugblikkend, nauwelijks
meer verwonderd over den werkelijken gang
der gebeurtenissen*
Wij waren geen „politici" in den zin, dien
men met dit woord pleegt te verbinden.
Maar wij hadden ook niet „Weltfremd"
naast, het gebeuren gestaan. Wij hadden de
gedachten van het nationaal socialisme in
hun baanbrekende kracht zeer wel begrepen
en weten te waardeeren. Wq willen "niet
loochenen, dat het antwoord, dat. ons nog
in liet verleden bevangen volk gaf op de
grootc vragen van den tijd, ons vaak diep
teleurstelde en schokte. Niet slechts, omdat
de Nederlander daardoor de blijk gaf van
een verbluffende „Weltfremdheit", maar
meer nog. omdat uit deze pogingen een
geheel on-Ncderlandsche knechtenziel
spreekt, die slechts schijnbaar den „overwin
naar" tegemoet komt ep hem in waarheid
bedriegt. Dat is betreurenswaardig om der
wille van ons volk, het is het ook, omdat
daaruit een miskenning van de Duitsche
houding tegenover ons spreekt, waarvoor wij i
ons moeten schamen.
Want gij, aldus spreker, zich tot den
Rijkscommissaris persoonlijk wendend, gij
hebt ons. herhaaldelijk en eerlijk als vriend
de band geboden, gij hebt steeds weer on
derstreept, dat overwegingen en noodzaken,
die veel verder reiken dan de directe ver
houding tusschen onze landen, er helaas toe
-hebben geleid, dat onze volken met elkaar
in oorlog ziln gemakt. Gij hebt telkens weer
uw wil tot vriendschap en gemeenschappe
lijke!] arbeid geuit. Hier past geen halfheid.
Men dient de uitgestoken hand van een
vriend te aanvaarden of deze onvoorwaarde
lijk af te wijzen. Wij willen uw hand aan
vaarden. Wij reiken u de onze in volle over
tuiging. Wij weten, waarom wij dit doen
en wij zijn ons bewust van onze beweeg
gronden.
Ilct is om uw eigen woorden te gebruiken
aldus spr., zich tot den Rijkscommissaris
wendend de wensch van het Duitsche
volk, „dat wij aan den opbouw als gelijk
gerechtigde en tot zeer hooge prestaties in
staat zijnden partner medewerken".
De „gclijkgerechtiglieid" sluit echter in,
dat wij als twee volken elkaar begrijpen,
waardeeren en respecteeren. Bij alle bespre
kingen, die hij mocht voeren, heeft spreker
tot zijn groote vreugde volledig begrip op
dit punt bij de Duitsche autoriteiten kun-,
ncn vaststellen, zoodat het grondbeginsel
Aan den cultuurkring: De zorg voor een
zelfstandig Nederlandsch cultuurleven
voor ons een eerste voorwaarde voor de
samenwerking geen beletsel zal zijn.
Wij Nederlanders zijn geenszins Duit-
schers, ook geen „halve Duitschèrs", en wij
willen dat ook niet worden. Wij willen Ne
derlanders blijven, want wij hebben door de
eeuwen heen een eigen aard ontwikkeld in
onze cultuur, die geenszins een gewestelijke
variant, maar een zelfstandige hoogstaande
prestatie is. zij het ook op Germaanschen
grondslag en wij meencn juist
aan onzen eigen cultuur het recht op een
zelfstandig volksbestaan te mogen ontlee-
ncn. Daarom hechten wij zoozeer aan de in
standhouding en hernieuwing van hot Ne
derlandsche cultuurleven, juist daarom ligt
ons de moedertaal zoo na aan het hart.
Spreker zcide tenslotte nog. dat de grond
slagen van den cultuurkring in de eerste
plaats veronderstellen een nauwlettende ver
zorging van de moedertaal, waaraan bij het
onderwijs veel grootere zorg moet worden
gewijd.
In de tweede plaats is het duidelijk, dat
wij in de toekomst in veel nauwer aanra
king met het Duitsclie volk zullen komen
dan voorheen. Om een behoorlijk verkeer
mogelijk te maken, dient ons volk dus
Duitsch te leeren. Met nadruk zij gezegd:
niet. om ons volk te „verduitschcn", maar
omdat zoo, en alleen maar 7.00, wij ons ei
gen cultuurleven kunnen redden en behou
den.
Rede van den Rijkscommissaris.
Met ware voldoening, aldus de Rijkscom
missaris in zijn antwoordrede, hoorde ik u
constateerep, dat u de door mij uitgestoken
vriendenhand wilt zien en wilt begrijpen.'
Vriendschap kan slechts., tusschen zelfstan
dige, vrije, volkomen verantwoordelijke men-
schen bestaan. En wat het culturèéie leven
betreft, zoo Ifan ik u slechts de verzekering
geven, dat jiiist wij een echt volksch Neder
landsch cultureel leven willen, ja er direct
naar verlangen en er zeker van zijn, dat
evenals het eigen karakter van de Duitsche
stammen, die toch heden een door één ge
loof en één wil bezield volk vormen, niej
tot splitsing, maar tot verrijking van het ge-
heele Duitsche cultureele leven strekt, even
zeer de verscheidenheid van het Nederland
sche en Duitsche cultureele leven geen split
sing beteekent, maar slechts een verrijking
van beide kanten.
U sprak over het Nederlandsche en het
Duitsche volk als over twee broeders en
daarmee raakt u aan den grondslag van onze
gemeenschappelijke Germaansclie afstam
ming. Ik wil bovendien nog wijzen op de ka
meraadschap, die deze beide volken moet
omsluiten. Kameraadschap der volken betee
kent evenzeer als bij kameraadschap der en
kelingen het vaste besluit elJcaars lot te dee-
len en voor elkaar in te staan. Het Duitsche
volk is tot deze kameraadschap volkomen
bereid en zal voor deze kameraadschap alles
in het werk stellen, wanneer het om het be
staan van den ander mocht gaan. Het mag
dan op het oogenblik schijnen, alsof van het
Nederlandsche volk op het oogenblik meer
gevergd wordt. Dóch dit houdt alleen ver
hand met de uiterlijke levensomstandighe
den, die juist tengevolge van de gemeenschap
van het lot aan dezelfde beperkingen onder
hevig zijn, in welke het Duitsche volk zich
op het oogenblik schikt. Doch Nederlanders,
die een ruimeren kijk op de dingen hebben,
zullen begrijpen, wat het heteekencn kan,
wanneer de gansche reëele macht van het
Duitsche 85-millioene'n volk en het Groot-
Duitsche rijk, als het er op aan komt, bereid
is op de bres te staan voor het bestond van
het Nederlandsche volk en den Nederland-
schen staat, want hierin schuilt juist de
kern van het lot van dezen staat, dat zijn
reëelé machtsbasis verre ten achter bleef bij
zijn uitgestrektheid. En zonder mij nu bij de
ze gelegenheid met politiek of zelfs proble
men der buitenlandsche politiek te willen be
zig houden, zoo dient u toch te weten, dat
onder alle omstandigheden de gansche uitge--
strektheid van het toekomstig gebied, waar
over de invloed van het Duitsche rijk en het
nieuwe Europa zich uitstrekt, te uwer be
schikking zal staan en wel ter beschikking
van vrije Nederlanders, onze kameraden.
Hét gaat dus niet om vrijheid, zelfstandig
heid en onafhankelijkheid. En het verwijt
van heulen met den tegenstander of zelfs
verraad, treft volkomen ten onrechte de man
nen die voor het Nederlandsche volk een weg
aan de zijde van het Duitsche volk zoeken.
Ik kan u verzekeren, dat juist die
Nederlandsche mannen, die men
boosaardig of onnadenkend verra
der noemen wil, bij de opperste lei
ding van het Rijk heel goede en waar
dige vertegenwoordigers van de Ne
derlandsche zaak en de Nederland
sche vrijheid waren over welk laat
ste punt door het Rijk nooit eenige
twijfel was gelaten.
U verzocht mij. u of wel het Nederland
sche volk tijd te laten. Wij haasten u niet.
Want de beslissingen vallen hier niet voor
ons. Onze beslissingen, die bevechten wij-
in de overige wereld. Maar juist voor deze
beslissing is het van het grootste belnag.
dat het Duitsche volk het Nederlandsche
volk als zijn' kameraad hesthouwt. De
richting van den weg moet bij het begin
van den marsch worden gekozen. De houw
van den weg kan dan met uiterste
zorgvuldigheid en overleg geschieden. In de
zen zin is uw redevoering een daad en wij
zijn getuigen, dat mannen in Nederland, die
zich bewust zijn van hun verantwoordelijk
heid, reeds nu op het oogenblik, de kame
raadschap van het Nederlandsche met het
Duitsche volk gekozen hebben, in hét bewust
zijn, dat deze ineenvlechting van ons beider
lot ons groot maakt en heiden ten goede
komt. Daarvoor dank ik U.
Op de rede van den Rijkscommissaris,
Rijksminister Seyss-Inquart volgde, evenals
op die van den voorzitter, een langdurig ap
plaus. De voorzitter verklaarde daarna de of-
ficieele vergadering gesloten.
Duifsch weermachtbericht
Het opperbevel van de Duitsche weer
macht maakt hekend:
De yergelaingsaan vallen van het Duitsche
luchtwapen waren gisteren en in den nacht
van 28 op 29 September met het zwaarte
punt tegen Londen en bovendien tegen Li
verpool en andQrc havendoelen in het zui
den van Engeland gericht. Ernstige schade
werd in Londen aan de Silverton-Docks, in
Gravesend, hij de Tilbury-Docks alsmede in
de bocht van de Theems en bij de East-India-
Docks aangericht. Voor de oostkust van
Schotland gekikle het door aanvallen uit de
lucht uit een krachtig beveiligd konvooi twee
koopvaardijschepen van elk ongeveer 6.000
br.t. door voltreffers tot zinken te brengen.
In liet verloop van de aanvallen overdag
ontwikkelden zich boven Londen op eenige
plaatsen heftige voor Duitschland zeer suc
cesvolle luchtgevechten.
Het Britsche luchtwapen ondernam nach
telijke aanvallen, vooral op het westelijke
én zuidwestelijke Duitsche grensgebied.
Eenige Britsche bommenwerpers, die tot
dicht bij Berlijn doordrongen, werden door
het afweergeschut van de luchtdoelariillerie
gedwongen een andere richting te kiezen,
zonder tot de kern van de rijkshoofdstad te
zijn doorgedrongen. In West- en Zuidwest-
Duitschland wierp de vijand verscheidene
bommen, zonder schade van heteekenis aan
fe richten. In een West-Duitsche stad wer
den opnieuw woonwijken aangevallen en
verscheidene personen, die zich niet in schuil
gelegenheden bevonden, gedood of gewond.
De vijand verloor gisteren hij elkaar 2S
vliegtuigen, waarvan drie door luchtdoelar
tillerie. Slechts één Duitsch vliegtuig wordt
vermist.
Ifaliaansch weermachtbericht
Het hoofdkwartier van de Italiaansche
weermacht maakt békend:
In Noord-Afrika is hij de gebruikelijke ver
kenningsvluchten een bestuurder vdn een
der vliegtuigen, die in het weermachtsbe-
richt van Zaterdag als neergeschoten ver
meld waren, gevonden en gevangen geno
men.
De vijand heeft zijn luchtaanvallen op
Bardia, Dema en op het gebied van Solloem
en Giarabub zonder succes hervat. De ver
liezen bleven beperkt tot een gewonden per
soon en een beschadigde auto.
In Oost-Afrika zijn eenige botsingen tus
schen patrouilles aan de grens van Kenia
(bij G'.erilli ten oosten van Wajir en bij
Todignac ïn het gqbied van het Rudolfmcer)
voor ons gunstig verloopen. De vijand is
overal op de vlucht geslagen en heeft bij el
kaar. zes dooden, onder wie een onderoffi
cier, alsmede talrijke gewonden op het slag
veld achtergelaten. Aan onze zijde werden
vier koloniale soldaten gewond.
Onze luchtmacht heeft het radiostation van
Uadi Jus'uf ((ten noordwesten van Gallabat)
gebombardeerd, een autocolonne en afdeelin-
gen luchtdoelgeschut met machinegeweren
van geringe hoogte, beschoten en uiteen ge
dreven, en is daarna tot haar steunpunten
teruggekeerd.
Het vijandelijke luchtwapen heeft Assab,
Dessie en Combolcia zonder schade aan te
richten, gebombardeerd. Voorts werd Uesea,
ten zuiden van Magi, zonder verliezen of
noemenswaardige schade aan te richten, ge
bombardeerd.
De Duitsche bommenwerpers hebben de
laatste 36 uur meer dan een millioen Kg.
bommen van ieder kaliber bóven Zuid- en
Midden-Em&land laten vallen.
ALLEN MATERIEELE SCHADE.
Gistermiddag om half drie zijn te Oostel-
beers vijf brisantbommen in een weiland
neergeworpen. Vier kwamen tot ontplof
fing. De vijfde is een tijdbom.
Er deden zich geen persoonlijke ongeluk
ken voor en er werd geen materieele scha
de aangericht.
Gistermorgen zijn op de grens van de ge
meente Dalfsen en Heino, in de buurtschap
Stolvenghe, een drietal bommen geworpen,
die tot ontploffing kwamen in een weiland.
Vermoedelijk ligt er ook nog een tijdbom.
Persoonlijke ongelukken deden zich niet
voor, evenmin is veel schade öangex-icht.
Gisternacht omstreeks half drie zijn te S't.
Jacobi Parochie door Engelsche vliegtuigen
vóór zoo ver bekend, zeven brisantbommen
uitgeworpen, waarvan twee nog niet zijn
geëxplodeerd. Daar deze bommen midden in
het veld zijn terecht gekomen, werd ge
lukkig geen schade van heteekenis aange
richt, tenvijl zich' evenmin persoonlijke on
gelukken voordeden.
Vergaderingen met
godsdienstig karakter vrij
Maar dan ook uitsluitend kerke
lijke aangelegenheden behande
len!
De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het
departement van justitie, heeft een aan
schrijving gericht tot de procureurs-generaal
fungoerende directeuren van politie en de
hoofdcommissarissen en commissarissen vaq
politie, waarin hij mededeelt, van de zijde
van den commissaris-generaal voor bestuur
en justitie bericht te hebben ontvangen, dat
er geen bezwaar tegen bestaat, het begrip
„vergaderingen mét een zuiver godsdienstig
karakter" (waarvoor niet vereischt is ken
nisgeving aan den bevoegden procureur-
generaal) zoo ruim te interpreteeren, dat
daaronder ook vallen, classicale, provin
ciale, algemeene en synodale vergaderingen
van erkende kerkgenootschappen, zulks
evenwel onder de uitdrukkelijke voorwaar
de, dat in deze vergaderingen uitsluitend
kerkelijke aangelegenheden worden behan
deld. In andere gevallen is kennisgeving
vereischt.
Petroleum voor verlichting
Verdeeld onder de rechthebbenden.
Het rijksbureau voor aardolieproducten
(sectie petroleum) te 's-Gravenhage wordt
overstroomd met aanvragen voor petroleum
voor verlichting. In verband hiermede deelt
het rijksbureau het volgende mede. Alleen
voor hen., die op geen enkele andere wijze
hun woning kunen verlichten zullen spe
ciale petroleumzegels beschikbaar worden
gesteld. Deze zegels zullen in de eerste
veertien dagen van de maand October on
der de rechthebbenden wórden verdeeld.
Zij kunnen dus uitsluitend .worden gebruikt
voor de aanschaffing van petroleum, welke
voor huishoudelijke verlichting bestemd is.
Het rijksbureau voor aardolieproducten
venvacht, dat thans de belanghebbenden
voldoende zijn ingelicht. Indien men zijn
huis ook zonder petroleum kan verlichten,
doet men goed niet meer aan petroleum te
denken. Men helpt aldus anderen en voor
komt onnoodigen arbeid bij het rijksbureau.
Westlandsche kweekers
krijgen steun
7 VAN DEN OMZET.
Zaterdag vond aan de Coöp. centrale
Westlandsche snijbloemenveiling te Honse-
lersdijk de gedeeltelijke uitkeering plaats
Van de door de reeeering voor de bloemen-
kweekers beschikbaar gestelde steun. Deze
eerste steun uitkeering bedroeg voor de Bloc-
menkweekers 7 van den omzet en in het
totaal werd dus vandaag aan de C.C.W.S.
ruim f 70,000,— aan steun uitgekeerd. In
bloemisterijkringen is deze steun met groote
vreugde ontvangen, daar vele bedrijven een
aanmerkelijke financieele achterstand had
den en met deze geldelijke steunuitkeering
ten zeerste gebaat zijn.'
■Aoo&itt JuuS:
Bedrijfscredieten voor
oorlogsslachtoffers
VOOR SCHADE DOOR OOR-
LOGSMOLEST OF INUNDATIE.
Sinds eenigen tijd is in de provincie Noord
Holland evenals in de meeste andere provin
cies een stichting werkzaam onder den naam
„stichting Noordholland 1940', welke zich
voornamelijk tot taak gesteld lieeft door mid
del van de verstrekking van bedrijfscredie
ten tegemoet te komen in de behoeften van
personen, wier bedrijven als gevolg van oor-
logsmolest of van maatregelen ingevolge de
inundatiewet, de wet op den staat van oor
log en beleg of de vorderingswclten ernstige
schade hebben geleden, ten einde deze. be
drijven, in afwachting van de uitkeering
eéner van rijkswege te verstrekken tegemoet
koming of schadeloosstelling, voorloopig we
der op gang te brengen.
Een belangrijk deel van deze bedrijfscre
dieten zal naar verwachting gevormd wor
den door de crcdieten, te verstrekken aan
landbouw-, veeteelt- en tuindersbedrijven,
welke tengevolge van inundatie maatregelen
of ook wel van vorderingen of inbezitnemin
gen krachtens de wet op den staat van oor
log en beleg of de vorderingswetten schade
hebben opgcloopen en uit dien hoofde tegen
over den staat weliswaar een wettelijk gere
gelde aanspraak of schadeloosstelling kun
nen doen gelden, •doch als gevolg van het
feit dat de uitbetaling daarvan nog wel eeni
gen tijd op zich zal laten wachten, thans in
financieele moeilijkheden dreigen te komen.
Voor laatst bedoelde categorie van gedu
peerden is in 'n speciale procedure voorzien,
die een zoo snel mogelijke verstrekking aan
hen van de hoogst, nöodige bedrijfsgelden be
oogt te bevorderen. Daarbij kan worden vol
staan met de invulling van een formulier,
verkrijgbaar bij den provincialen voedsel-
commissaris of een van diens vertegenwoor
digers in de provincie.
De overige aanvragen om crediet moeten
worden ingediend bij het bureau van de stich
ting, p.a. provinciehuis, Dreef 3, Haarlem.
Dit laatste geldt ook voor aanvragen om
een bouwcrediet, een anderen vorm van cre
diet verstrekking, waarmede de stichting
zich heeft belast. Deze 'bouwcredieten kun
nen onder zekere voorwaarden worden ver
leend voor herstel of herhouw van door oor-
logsmolest, getroffen gebouwde eigendom
men, met uitzondering echter zoowel van
boerderijen, als van woningen met een in
houd van minder dan 450 M3 bedrijfsruimte
niet medegerekend.
Voor herstel of herbouw van de laatst be
doelde categorie van woningen dienen be
langhebbenden zich door bemiddeling van
het gemeentebestuur te wenden tot den re-
goeringscommissaris voor den wederopbouw,
terwijl met, het herstel of den herbouw van
boerderijen, onder toezicht van den rijkscom
missaris voor den wederopbouw, liet bureau
ophouw boerderijen te Utréeht is belast.
De rente van fe verstrekken credieten be
draagt 2% voor het eerste en 5% voor volgen
de jaren. Bii.de gemeentebesturen zijn na
dere inlichtingen omtrent*een en ander te
verkrijgen, evenals hij het bureau der stich
ting.
Het bestuur der stichting wordt gevormd
door het college van gedeputeerde staten on
der voorzitterschap van den commissaris dor
provincie. Voorzitter van het bureau der
stichting is Mr. M. A. Stufkens, griffier der
staten en secretaris, Mr. M. A. van Manen,
referendaris ter provinciale griffie.
Feuilleton
Door
H* dc Vere Stacpoolc
13.
Dat is een verduiveld listig aangebrachte
valstrik! riep Carnahan kuchend en proes
tend door den kruitdamp, die langzaam om
hoog steeg. Kijk, daar heb je den loop van
het geweer. Hij hield de lamp dicht bij de
opening en nu zagen zij in den reeds dunner
wordenden damp den koperen mond van een
donderbus. De trekker was met een stuk
koperdraad verbonden aan een dwarsbalk.
Zonder te bedenken wat er nog meer zou
gebeuren, trok Carnahan met een ruk den
dwarsbalk los, waardoor het geweer vrjj
kwam, hetwelk hij op de planken naast zich
neerwierp. Op hetzelfde oogenblik vervulde
een fijne rozengeur de thans weer gezuiverde
lucht. Het was alsof de poort van een rozen
tuin was geopend, in plaats van een luik in
een scheepskajuit.
Carnahan stak zijn arm in de opening en
haalde een kleinen, wit wollen bundel té voor
schijn,welke met gekleurde draden was om
wonden. Hij trok de draden stuk en wikkelde
het baaltje los. Een twintigtal kleine fleschjes,
niet langer dan een vinger, kwamen te voor
schijn; fleschjes van wit glas met hier en
daar wat verguldsel als versiering aange
bracht.
Rozenolie! riep Carnahan uit, terwijl
hij een der fleschjes tegen het licht hield.
Dat Is een gulnea per druppel waard! ver
volgde hij opgewonden. Nogmaals stak hy zijn
arm in de*opening en haalde nog een zelfde
baaltje te voorschijn. Dit opende hij niet, ver
moedende dat het wel hetzelfde zou bevatten
als het andere baaltje. 'Verder bevatte de
ruimte nog een met metaal beslagen, zwaar
kistje, hetwelk Carnahan met veel moeite
naar boven haalde. Hy zette het by de baaltjes
op den vleor en belichtte daarna de opening,
om grondig te onderzoeken of er zich nog
meer dingen in bevonden. Dit bleek niet het
geval te zyn. Slechts een zachte parfumlucht
bleef hangen in deze in den vloer verborgen
safe.
Een oogenblik waren de beide mannen
sprakeloos. Zy hadden dus den schat inderdaad
gevonden. De baaltjes met fleschjes rozen
olie mochten een belangryke waarde hebben,
de werkeiyke schat lag geborgen in dat met
yzer beslagen stevig gesloten kistje.
Carnahan was de eerste die weer tot zich
zelf kwam. Hy sprong op en liet nog eens
het licht van zijn lamp in de safe schynen,
alsof hg zich nogmaals wilde overtuigen, dat
er werkelijk niets meer in te vinden was. Ver
volgens pakte hij, geholpen door Cray, de
fleschjes weer in het baaltje ->*1 knoopte er de
gekleurde banden weer omheen.
Kom, laten we naar de Itang terug gaan,
zei hij en vervolgde: Ik zal het kistje
dragen, neem jq de baaltjes, Cray, dan kan
Maya ons bijlichten met de electrische lamp.
De acetyleenlamp?... Die laten we hier, laat
die maar branden, tot in eeuwigheid.
Toen ze weer in het felle zonlicht kwamen
scheen Carnahan in die paar uren jaren ouder
te zyn geworden. Met verwilderde oogen en
een vertrokken mond zat hy aan het stuur.
Hq zag er uit alsof hy zwaar ziek was.
Cray roeide mechanisch. Hij kon bijna niet
gelooven, dat zy werkelqk een fortuin hadden
gevonden: dat de onderneming dus inderdaad
was geslaagd.
Weer terug op.de Itang, liep Carnahan, het
kistje krampachtig onder den arm gekneld,
onmiddellijk naar zijn kajuit. Cray, die de
baaltjes droeg, volgde hem op den voet.
HOOFDSTUK XVI.
Carnahan.
Carnahan zette het kistje op de tafel eü
liep naar een kastje boven z{jn slaapbank,
waaruit hij een hamer en een beitel te voor-
schyn haalde.
Het kistje, dat van ebbenhout was ver
vaardigd, was afgesloten met een antiek hang
slot van zwart geworden zilver. De banden
om het kistje alsmede de hoeken waren van
hetzelfde metaal.
Carnahan zete zijn beitel tusschen het
plaatje met den ring, waardoor de beugel van
bet slot liep en tikte met zijn hamer voor
zichtig het plaatje weg. Vervolgens maakte
hy de banden los op de plaats waar zich de
rand van het deksel bevond en toen ook dit
was geschied, sloeg hij het deksel open. Het
eerste wat (e zien kwam was een stuk gele
ruwe zqde. Toen dit verwijderd was, trof een
felle schittering van allerlei juweelen de oogen
van de beide mannen. Edelsteenen van allerlei
kleur en grootte, gezet en ongezet. Ringen,
oorhangers, braceletten en halskettingen, alles
bezet met de prachtigste steenen, welke daar
voor hun oogen lagen te fonkelen. Er waren
geslepen saffieren, een half dozijn prachtige
smaragden, de kleinste er van zoo groot als
een vingernagel, drie bloedroode robijnen, ver
scheidene opalen en vier groote diamanten,
die schitterden als zonnestralen op de'zee.
Wat een pracht! mompelde' Carnahan
heesch. Zijn handen trilden zoo hevig, dat hij
ze op de tafel moest steunen.
Het meisje, dat de mannen gevolgd was
toen die de kajuit binnen gingen, stond onbe
wogen toe te kijken. Cray sprak niet, doch
staarde nadenkend naar de weelde van schit
tering en kleuren. De gedachte, dat hij voor
de helft bezitter was geworden van den schat,
was voor een oogenblik achtergesteld bij de
gedachte aan de rechtmatige eigenaars, die de
edelsteenen zoo zorgvuldig hadden verpakt en
verborgen. Maar de rechtmatige eigenaars
waren eeuwen geleden reeds verdwenen, ver
moord waarschijnlijk door de Spanjaarden...
.Ta zeker. Carnahan en hy kvyamen thans den
rechtmatigen eigenaars van dezen schat, welke
geld beteekende en derhalve een verzekerde
toekomst en een gemakkelijk bestaan garan
deerden.
Hij slaakte een diepen zucht toen Carnahan,
nadat hy de sieraden en steenen voorzichtig
een voor een uit het kistje had genomen en
op de tafel gelegd, wederom een dekentje van
ruwe zijde oplichtte en een snoer Soeloe-parels
te voorschijn haalde. Parels, groot en rond,
wit met een matrose weerschijn, zoo zuiver
en prachtig van tint als Cray nog nimmer
had gezien. Parels, bestemd voor wie weet,
welke schoone Sultane of favoriete, parels,
die overal minstens dertig duizend pond zou
den opbrengen.
Met van emotie trillende handen legde Car
nahan het snoer op de tafel, waarna hij het
kistje opnam én het ondersteboven keerde.
Er viel slechts nog een geelzijden dekentje
uit, verder bevatte het kistje dus geen din
gen van waarde. Hij legde het dekentje weer
in het kistje, met het doel het parelsnoer er
weer op te vlijen, toen plotseling een schelle
kreet, van buiten komend, hem deed verstar
ren. Het volgende moment verliet hij de
kajuit en liep het trapje op naar het dek.
Een groote fregat-vogel cirkelde eenige
malen boven het schip en vloog toen lang
zaam weg in de richting van de riffen. Een
vluggen blik werpend op Piroli, die, geen be
lang stellend in de voorwerpen, welke zqn
meester van het geheimzinnige schip had
meegebracht, ijverig bezig was een oude kan
blinkend te poetsen, ging Carnahan weer
naar beneden.
(Wordt vervolgd.)