RADIO NIPPER EN PELLE De Mascotte Rijwieldiev&n en beruchte opkooper geknipt Oneervol ontslag van onderwijzeres Inkrimping van den opbouwdienst PROGRAMMA De afdeling van den Raad van State voor de geschillen van bestuur behandelde gister ochtend het beroep tegen een besluit van Ge deputeerde Staten van Drenthe, ingesteld door mej. H. B-, gewezen onderwijzeres aan de O.L. School te Sticltjeskanaal, gemeente Dalen, bij welk besluit is ongegrond ver klaard haar beroep op dat college tegen hel besluit van den Raad der gemeente Dalen, waarbij aan haar met ingang van 1 Maart van dit jaar niet-eervol ontslag is verleend als onderwijzeres. Dc Raad overwoog hij dit ontslag, dat genoemde onderwijzeres le bij vonnis van den rechtbank te Groningen is veroordeeld tot 10 weken gevangenisstraf, met aftrek van de preventieve hechtenis en ter beschikkingstelling van de regeering, we gons het uitdeden van waren, wetende, dat zij voor de gezondheid schadelijk zijn en dat schadelijke karakter verzwijgend; 2e Bij von nis van de rechtbank te Zutphen"is veroor deeld tot vijftien gulden boete subs. tien da gen hechtenis wegens het plegen van huis vredebreuk en mishandeling. Tegen het besluit van Gedeputeerde Staten voert mej. B. aan, dat er ten deze geen aan leiding was voor het verleen en' van ontslag laat staan voor niet-eervol ontslag. Dat zij haar functie als onderwijzeres getrouw en naar beste krachten heeft uitgeoefend en haar taak goed heeft vervuld; Dat de feiten, die den Raad van de gemeente Dalen aan leiding hebben gegeven haar tc ontslaan, geen verband houden met haar werkzaam heid als onderwijzeres en bovendien niet aan haar kunnen worden toegerekend. Gedeputeorde Staten, op het beroep ge hoord, hebben het rijksschooltoezioht geraad pleegd. De inspecteur van het lager onder wijs in de inspectie Emmcn* schrijft, dat het onder de gegeven omstandigheden noodzake lijk was, dat aan mej. B. ontslag werd ver leend, daar zij het vertrouwen van het ge meentebestuur en van dc ouders volkomen heeft verloren; Dat het echter z.i. aanvecht baar is, of het ontslag «heervol had bchooren te zijn verleend. De hoofdinspecteur van het lager onderwijs in de derde hoofdinspec tie schrijft, dat voorkomen moet wor den, dat iemand, die een gezin tracht te vergiftigen door het ten geschen ke geven van vergiftigde bonbons en die zich bovendien zoodanig mis draagt, dat zij veroordeeld moet wor den wegens huisvredebreuk, ooit meer als opvoedster van de jeugd in de school terugkomt, dat hij niet kan beoordeelen, in hoeverre deze feiten aan haar kunnen worden toegere kénd, doch dat een onderwijzeres, die niet toerekeningsvatbaar geacht kan worden voor haar daden, evenmin in de school thuis behoort. De gebachtigde van mej. B., Mr. H. Land- berg uit Zwolle, lichtte het beroep nader toe. Naar zijn oordeel moet het prcdicaat niet-eervol worden beoordeeld naar bepaal de feiten in de uitoefening van de'functie. In dit geval is niets gebleken van feiten in de uitoefening der functie, die een niet-eervol ontslag rechtvaardigen. Spr. legde een schrij ven over den geneesheer der Rekkensche In richtingen, waar mej. B. verpleegd wordt, waarin deze mededeelt, dat zij in die inrich tingen de functie van onderwijzeres vervult en onderwijs geeft aan achterlijke kinderen. Deze medicus schrijft voorts, dat de zieke Feuilleton Door H» de Vere Stacpoole 16. In een oud sigarenkistje bewaarde de jon gen nog een paar van zijn simpele schatten; eenige schelpen, een stukje bloedkoraal, een ring met een imitatie robijn, een prachtig ge kleurde veer van een Paradijsvogel, allemaal dingen met felle kleuren en daartusschen een klein, bruin doosje waarin hij de gele, .gelei achtige substantie bewaarde, waarmede hij zijn .speerpunt insmeerde wanneer hij op jacht ging. Deze substantie was een doodelijk gif, maar het doodde'niet onmiddellijk. Het maakte het dier, dat geraakt was wel krachteloos, doch het hart bleef nog minuten lang kloppen. Over het algemeen maakte Pirolï met zijn mes een einde aan den doodstrijd 'van het gevangen dier. Hij deed dit echter niet uit medelijden. Piroli was niet humaan, ondanks zijn bijna kinderlijken eenvoud, zijn trouw en géhechtheid aan zgn meester. Piroli was een Javaan, maar hij was ook een Maleier. En op sommige momenten kwam de moorddadige aard van den Maleier in den jongen boven en verdreef v alle zachte gevoelens uit zijn hart. Piroli had het goed en het kwaad van beide rassen in zijn natuur vereenigd, het geloof en het bijgeloof, de woestheid en de zachtheid, de wraakzuchten de trouw, de geslepenheid en de naïviteit. Hij had slechts één verlangen in zijn hart, één wensch in zijn leven: Maya. Zijn God wa« een Godin, 'de dochter var zijn meester. Hij was nu reeds twee jaar bij Carnahan. Deze, weer op een of ander avontuur uit zijnde, had den jongen in Tandjong Priok in dienst genomen. rarnahan mocht wezen wat hjj was, hij bezat de macht om sommige menschen tot zijn verslaafde volgelingen te maken en dit was ook met Piroli het geval. Piroli wa9 niet anders dan zijn meesters on derworpen slaaf. Doch op een dag, ongeveer een jaar geleden, werd er iets in den jongen wakker. Het overviel hem plotseling, zooals een sluipmoordenaar zijn prooi overvalt. Hij beminde! Beminde de dochter van zijn mees ter. Dat het meisje van hem verschilde in ras en stand, maakte voor hem geen verschil. Het geheimzinnige omtrent Kurrlti wordt ontdekt. 1. „Nu, dan zetten we onze reis naar huis maar voort. Dit was net een nummer uit een circus." 2. „Zo, nu zijn we weer thuis." 3. „Pelle, heb je dat getatou- eerde hart met die ster op de rug van Kurrki gezien? - Weet je nog, wat kapitein Knacks ons van zijn kleinen jongen verteld heeft, dien ze in de Rimboe verloren hebben." „Je hebt gelijk, Nipper, het spreekt vanzelf, dat Kurr ki de zoon van den kapitein is. Wat een geluk, dat ze hem hadden laten tatouee- ren, voor hij verdween!" Do uitzending wordt niet gehoord. 1. „Ik ga 't direct naar Kapi tein Knacks seinen. Als die „Lily Dale" nu maar niet zo ver weg is, dat hij ons niet meer horen kan." 2. Bom, bom, kapitein Knacks keer direct om, bom, bom, wij hebben je zoon gevon den, bom, bom!!" 3. Juist ">arstt<- er een onweer los boven de „Lily Dale", zodat het bericht niet ge hoord werd. 4. Weet je 't nog, Cooky,.'t was precies zo'n storm als vandaag, toen mijn kleine jonden in de rimboe ver dween. lijke toestand van mej. B. hoogstens aanlei ding kan geven.tot eervol ontslag. Het is niet uitgesloten, dat zij op den duur herstelt en dan zou haar niet-eervolle ontslag een belem mering zijn voor een terugkeer in de maat schappij. Ten slot 1 e vroeg spreker, als be sloten werd tot handhaving- van 't ontslag het prcdicaat niet-eervol te schrappen. 1 Kern wordt gevormd voor een Ne derlandsche arbeidsdienst. In de komende dagen zal een reorganisa tie van den opbouwdienst ten uitvoer worden gelegd, welke en aanzienlijke vermindering van dc pcrsoneelsterkte zal medebrengen. In do periode van 8 tot 15 October zullen .geleidelijk uit den opbouwdienst ontslagen worden allo korporaals en jVian^ehappgn run der dan 25 jaar en onderofficieren ouder dan 35 jaar. In overeenstemming met deze verminde ring van de sterkte zal ook een aantal offi cieren den opbouwdienst verlaten. Van het ontslagen personeel zal ruim de helft werjezam gesteld kunnen wórden hij de luchtbescherming; en wel op oen arbeidsroii tract in een-normale burgerlijke, verhouding Voorts zullen nog ongeveer 1500 man, hoofdzakelijk onderofficieren, plaatsing kun non vinden bij politie en brandweer. De aanmelding voor werk in Duitschlanrl blijft verder onbeperkt opengesteld. Bij dè z.g. organisatie Todt voor den aanleg van wegen kunnen ongeveer 5000 man in den leef lijd van 2535 jaar werk vinden. Bij genoegzame animo hiervoor bestaat het plan allen samen te brengen in Nederland scho korpsen onder Nfederlandsche officieren en onderofficieren. Werkkrachten in den landbouw zullen in aanmerking kunnen komen voor kolonisa tie in Frankrijk onder leiding van Nederland sche deskundigen.' Het resterende deel van de opbouwdienst, dat in 18 korpsen zal worden ingedeeld, elk ter sterkte van circa 1000 man, za! tevens de encadreering èn de kern van vast personeel vormen voor een, Nederlan,dschen arbeids dienst, waarvan de instelling door den com mandant van den opbouwdienst, majoor J. N. Breunesse, in óns land zal worden voor bereid. GOEDE VANGST VAN DE HAAGSCHE POLITIE. VOOR ELKE DRIE FIETSEN BETAALDE DE OPKOOPER f 7.50. De 'Haagsche politie is er dezer dagon in gosiaagd eenige rij wie klieven en een gevaar lijken opkooper te arre-steeren. Verleden weck Donderdag surveilleerden een paar rechercheurs van den cent ral en op sporingsdienst van dc Ilaugsche politie des' avonds in de Frans Halsstraat. Bij êen rij- wielopkoopcr zagen zij iemand naar buiten komen met een rijwiel aan de hand, die la ter in gezelschap van een anderen jongeman verdween. Dc rechercheurs kregen argwaan en hielden,de beide mannen aan. Zij wer den overaebrach* naar het hoofdbureau van politie, en 'bleker? te zijn dc 17-jarige banket bakker' B. F. en dc 22-jarige" slager A. S. Men vermoedde, /Jat het rijwiel van diefstal af komstig was en na een onderzoek, dat eenige dagen in beslag nam, bleek dat F. in de laat ste zes weken 13 rijwielen in Den Haag had onl vreemd. S. was in zooverre medeplichtig, dat hij eenige malen óp den uitkijk had gestaan. Bij liet verdere verhoor bleek, dat zij zeven rijwielen verkocht hadden aan den 38-jari- gen opkooper N. J. S„ wonende in dc Maas straat. De prijzen, welke zij voor de rijwie len ontvingen, waren betrekkelijk gering en varieerden tusschen fö.50 en f fi.50. Dc opkoo per, die wel bemerkte, dat hij nog mot be ginnelingen in het vak te doen had, beloof de hen voor elk drietal fietsen, dat zij bij hem brachten voortaan f 7.50 te betalen. Na deze verklaringen is dc politie Maan dag j.1. overgegaan tot de arrestatie van den opkooper, die aanvankelijk ontkende iets met deze zaak uitstaande-tc hebben. Bij een onderzoek in zijn winkel echter, vond. men een splinternieuw heerenrijwiel. Op de vraag hoe hij hieraan kwam. antwoordde de op kooper, dat dit rijwiel bij hem door een on bekende was gestald. De politic geloofde hier echter niet veel van en nam het rijwiel in beslag. Al spoedig bleek, dat ook deze- fiets ontvreemd was Bij fouilleering van N. .J S., kwamen eenige bolastingmerken te voorschijn en op een van deze plaatjes was flauw een naam te onderscheiden, welke was uitgeveild. F; bekende dit rijwielmerk te hebben gestolen uit een stuurtasch van een damosrijwiel en dit vóór f 0.50 aan den opkooper verkocht te hebben. Dit laatste was zoo bezwarend voor S., dat hij door de mand viel. Voorts vertelde F. nog, dat S. voor elk opgekocht, rijwiel een streep op"de muur zette in zijn werkplaats. Dit bleken er veel meer dan 13 te zijnDe politic vond voorts nog een collectie sleuteltjes in de werkplaats van S. voor het openen van rijwielsloton. Deze sleuteltjes waren zeer vernuftig gefabriceerd en pasten bijna'op elk rijwielslot. Hij leende deze„loopers" ook wel aan zijn „diepten", indien zij moeite hadden met het openen van sloten. De rijwieldieven en den opkooper zijn voorgeleid en ingesloten. CONTROLE VAN DE LEGITIMATIE BEWIJZEN Nu de termijn verloopen is waarin ieder zich moest voorzien van een geldig legitima tiebewijs, heeft de Haagsche politie hier en daar in de stad eenige steekproeven geno men. Hierbij bleek, dat er nog tien inwo ners waren, die om een of andere réden niet in het bezit waren van zulk een,bewijs. In al deze gevallen is procesverbaal opgemaakt. VRIJDAG 4 OCTOBER 1940. Jaarsveld, 414,8 m. KRC uitzending. 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.15 Wij beginnen den dag. 8.30 Gramofoonmuziek. 11.30 Godsdienstige causerie. 12.00 Berichten. 12.05 Gramofoonmuziek. 12.15 Musiquette. 12.45 Nieuws- en économische berichten ANP en gramofoonmuziek. 1.15 KRO-orkest. 2.00 Orgelconcert en zang. 2.45 KRO-orkest. 3.30 Gramofoonmu dek. 4.45 KRO-Melodisten en solist. 5.15 Nieuws- en economische berichten ANP. 5.30 Ziekenpraatje. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.15 Cyclus „Uitingen van nationale cultuur". 6.30 VPRO: Cyclus „Bij de herdenking van Geert Groote". 3.45 """erichten. Het was integendeel olie o*i het vuur, dat brandde in zijn hart als een felle vlam. En nu had hij haar gezien in de armen van een blanke! Deze plotselinge ontdekking verdoofde hem zoodanig, dat hij langer dan een uur als versuft op zijn slaapbank bleef zitten, steeds voor zich uitstarend, dgnkënd aan dat ééne vreeselijke! Het was reeds middernacht toén hij ein delijk overeind kwam. Als een slaapwande laar greep hij met hah gesloten oogen het sigarenkistje en opende het. De "chelpen, het stukje koraal,, de ring en de veer, alles was compleet. En daar lag ook het kleine, bruine doosje, dat het gele vergif bevatte, het zekerste en "onbarmhartigste van alle vergiften, welke in het geheimzinnige Oosten werden gemaakt. HOOFDSTUK X?- Maya. Toen Cray den volgenden ochtend ont waakte Was zijn eerste gedachten aan Maya. Norman Cray had een tamelijk nuchteren aard. Hg' had zich slechts zelden in romanti sche avonturen begeven en echt bemind had hi nimmer. Tot nu toe, ten minste. Thans wist hij- dat hij 'beminde. Als een openbaring was deze wetenschap plotseling tot hem door gedrongen. Niets bijzonders was er gebeurd, geen woord was er tusschen hen gewisseld, dat hem had doen begrijpen wat er met hem gaande was. Plotseling, zonder eenige aanleiding, hadden zij elkander gevonden, wisten zij zich één van ziel, tezamen verbon den voor altijd. Hij herinnerde zich hoe hg zich tot haar aangetrokken had gevoeld, dien eersten och tend reeds dat hij haar op het strand te San- dabar zag. Hoe zijn belangstelling^ in naar gedurende Je eerste dagen van hun reis was verflauwd door haar teruggetrokkenheid. Toen k*vam het moment, waarop hij haar ge zegd had blij te zijn, dat ze niet mee naar beneden was gegaan in het ruim, waar de ge raamten lagèn. Op dit moment waren zij elkaar nader gekomen. De blik, die toen in haar oogen lag, had hem verast en tot na denken gebracht. Maar had zg hem toen reeds liefgehad, zonder dat te laten blijken? Dat wist hg niet en hij wenschte het ook niet te weten. Zij had hem thans lief en deze weten schap deed zijn hart trillen van een ongekend geluksgevoel. Zijn kleine liefste, dacht hg teeder. Wat was ze lief geweest, den.vorigen avond! Hij strekte zgn hand uit naar zgn kleeren en zocht er vond in rijn broekzak de chank. Tot nu toe had hij niet veel waarde gehecht aan het bezit van de mascotte. Carnahan, met al zijn cynisme, had meer in de chank geloofd dan hij. Hij zelf, had weliswaar vaag gevoeld, da~ de mascotte hun geluk aanbracht, maar het was.slechts bij die vage gedachte gebleven. Doch nu onderzocht bij niet alleen of de mas cotte* nog veilig in zijn zak zat, hij hield haar zelfs een tijdlang p^nzend in zijn hand, voor hg haar weer zorgvuldig wegstopte. Toen hg aan dek kwam, zag hij Jat Carna han en Piroli iets f an de sloep, welke aan boord was getrokken en omgekeerd op het dek lag. repareerden. Even na Cray kwam het meisje boven en liep naar haar vader om hem bij dat werk te helpen. Zij keek ternauwernood naar Cray toen ze hem voorbijging en hij zou bijna ge dacht hebben, dat alles den vorigen avond slechts een droom was geweest, wanneer zg niet even later van haar werk opkgkend, hem aanzag met een veelzeggenden ^blik, terwijl een "acht glimlachje om haar lippen speelde. Kort na het ontbijt was de reparatie aan de sloep gereed en werden de watertonnen, vier in totaal, er in gezet. De tonnen waren voorzien, van draagbanden, zoodat twee man nen ze gemakkelijK zopden kunnen dragen, wanneer ze gevuld waren. Piroli kwam uit het vooronder te voor schijn, gewapend met zijn speer. De mannen lieten zich in de sloep neer, Cray en Piroli roeiden,- terwijl Carnahan in den stuurstoel plaats nam.Maya bleef ^tan boord van de Itang. Peinzend keek het meisje naar de weg- roeiende mannen. Zij zag hoe rij de boot op het smalle strand trokken, de tonnen er uit haalden en in de schaduw der boomen neer zetten. Zij zag dit alles en toch dacht, zij slechts aan één van die drie mannen, aan Cray. Wanneer er plotseling een ongeluk met de sloep gebeurd zou zgn, zou ze alleen aan Cray gedacht hébben, hém alleen te hulp zgn ge sneld. Toch was zg Carnahan's dochter en Piroli was haar gedurende twee jaren een trouwe kameraad geweest. Haar vader be schouwde Zi als een deel van haar leven. Hij behoorde bij haar zooals de Itang bij haai- behoorde Zij hield niet buitengewoon veel van hem, maar ze had ook geen afkeer van hem. Zij zou, indien het noodig was, voor hem heb ben gevochten, doch zou dit jok hebben ge daan voor Piroli of om de Itang te behouden. Deze drie, haar vader. Piroli en de Itang, wa ren eenvoudig verbonden aan haar bestaan. Doch haar gevoelens voor Cray waren van geheel anderen aard. Ook rij had zich van 6.50 Rococo-octet (7.007.15 Vragen van den dag ANP). 7.40 KRO-orkest. 8.00 Nieuwsberichten ANP. 8.10 Gramofoonmuziek. 8.25 KRO-symphonie-orkest, KRO-koor, solis ten en spreker. 8.50 Wij.sluiten den dag. 8.559.00 Nieuwsberichten ANP. AVRO-uitzending. Kootwijk, 1875 m. 7.00 Berich en (Duitsch). 7.15 Berichten (Engelsch). 7.30 Gramofoonmuziek (Om 8.00 Nieuwsbe richten ANP). 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Kinderzang (opn.). 10.55 Orgelspel. 11.15 Berichten (Engelsch). 11.30 Ensemble Amende. 12.30 Berichten (Duitsch). 12.45 Nieuws- en economische berichten ANP. 1.00 De Jonge Acht en solist. 1.30 Omroeporkest (2.00—2.15 Berichten Duitsch). 2.45 Philharmonisch kwartet. 3.30 Berichten (Engelsch). 3.45 Gramofoonmuziek. 4.15 AVRO-Amusementsorkest. 5.00 Berichten (Duitsch). 5.15 Nieuws- en econom sche berichten ANP. 5.30 AVRO-Aeolianorkest. 6.15 Berichten (Engelsch). 6.30 Gramofoonmuziek. 7.00 Vragen van den dag (ANP). 7.15 Zang; en piano (7.30—7.40 Berichten Engelsch). 8.00 Berichten (Duitsch). 8.15 Nieuwsberichten ANP. 8.25 Gramofoonmuziek. 8.30 Berichten (Engelsch). 8.45 Gramofoonmuziek. 8.55—9.00 Nieuwsberichten ANP en sluiting. het eerste oogenblik af, dat zij hem gezien had, tot hem aangetrokken gevoeld, evenals dat met Cray het geval was geweest tegen- ov r haar. Haar fijnvoelende geest had onbe wust onmiddellijk het edele in zijn karakter aangevoeld. Doch niet zooals bij Cray was bfl haar de liefde plotseling gekomen. Deze was gegroeid tijdens hun reis. Van nature was rij teruggetrokken en omdat zij den waren aard van haai gevoelens voor den jongen man niet geheel en al begreep, had rij zich zoo zeer op een afstand gehouden. Maar al dien tijd slui merde die liefde in haar hart, tot eindelijk de paar woorden, docr den jongen n\an gespro ken aan boord van het geheimzinnige schip, haar den waren aard van haar gevoelens had duidelijk gtmaak. En toen was er slechts een blik uit zijn- oogen noodig geweest om hen tot eikander te brengen, haar voorgoed tot de zgne te maken. Zij ging op het dek zitten en nam het vlechtwerk ter hand, waar rij den vorigen dag mee bezig was geweest. Maar haar vin gers bleven rusten zij bleef kijken naar de mannen op het strand. Zg' zag Piroli en Cray een- der tonnen opnemen en ermede tusschen de boomen verdwgneA. Haar vader strekte zich op het strand uit en stak een sigaret aan, Een minuut of tien later kwamen de beide mannen met de gevulde waterton tus schen hen in uit het bosch te voorschijn. Zg wierpen zich naast Carnahan op het strand, O) even te rusten en een sigaret te rooken. Na een poosje gerust te hebben stond Cray weer op en ging. thans met Carnahan in plaats van'Piroli, met de tweede ton het bosch in. Dit herhaalde zich tot alle vier de tonnen gevuld waren, afwisselend bleef een van de drie achter om uit te rusten en op de tonnen te passen. Toen het werk was verricht en de tonnen weer in de schaduw der boomen waren o-e- plaatst. bleven zij nog eenigen tijd op het strand zitten rooken en praten. Het meisje, dat meende dat zg nu wel spoedig zouden terugkeeren, nam haar knoop- werk weer op en werkte eenigen tgd rustig door, nu en dan haar blikken naar het strand richtqnd. In een van die oogenblikken zag'ztt, dat haar vader was opgestaan en, eenige woorden tot Cray richtend, met uitgestrekten arm naar iets wees. dat zich in het bosch moest bevinden. En opeens herinnerde zij zich, wat hij, kort voor hun vertrek dien ochtend, tot Cray had gezegd over een ouden tempel die zich op het eiland moest bevinden. Als we tijd hebben. had hij gezegd, zullen we »yen gaan bekijken. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 7