DE VIOOLSPELER
Nieuw Raadsel
ïlziie jongzni tn meiljei.!
De vorige week was ik, tot mijn grote
spijt, niet in de gelegenheid om jullie te
schrijven. Het waren (dat kan ik je ver
zekeren) heel belangrijke redenen dat ik
jullie zo maar in de steek moest laten. Nu,
ik zal m'n best doen het van de week weer
goed te maken en alle epistels, die liggen
te wachten misschien kunnen beantwoorden.
Nu, dat zijn er wat...!!
Hte raadsel... is voor mij een raadsel.
Precies de ene helft van jullie zegt: wat een
makkelijk raadsel was dat en de andere
helft zegt: wat een verschrikkelijk moeilijke
puzzle geeft u op. Wat moet ik daér nu aan
doen. Ik zit (heus!) met m'n handen in m'n
haar. Daar kom ik niet uit. Ik zal nu eerst
eens vertellen wie de gelukkige winnaar van
het boek is.
Dat is:
BEP TIJSEN,
Wierlngerwerf.
En nu de briefjes:
Corrie Keyzer, Schagen. Allereerst,
beste Corrie, mijn hartelijke dank voor de
tekening. Wat vond ik dat leuk! Ik heb 'm
meegenomen naar huis en ook daar werd ze
bewonderd. Je bent een prima tekenares
hoor. Als je nog eens zoiets voor me hebt
houd ik. me aanbevolen. Nogmaals: hartelijk
dank! En dan lees ik... dat je tante bent
geworden. En wat een mooie naam kreeg
dat tantezeggertje van je: Marianne Willy.
Dét klinkt, zeg! Fijn hoor. Hoe gaat het
met je arm? Betert het al? Ik hoop het
maar. En krijg ik misschien weer eens een
brief van Miek Leguit? Ik zal opletten. Een
fijne lange brief schreef je me Corrie!
Arie Bakker, Itolhorn. Het boek ,,De
verdwenen stad" ken ia niet. Maar ik weet
zeker dat het mooi is. En spannend! De
nieuwe meester van jullie meneer Schuit
uit Alkmaar, ken ik ook niet. Is het een
aardige meester? Dat moet je me volgende
week maar eens schrijven. Afgesproken?
Brechtje de Vries, Nieuwe Niedorp.
Het boek „Kobus Wempe" ken ik niet. Ik
lees heel veel boeken, maar allemaal kan ik
ze toch ook niet lezen. Is het mooi? Hoe
maakt Siets het? Gaat het al wat beter? Ik
hoop het maar.
Jucoba Sc.haafsma, Hoogwoud. Een
nieuwe vriendin, welkom in ons midden Ja-
coba! Dat we goede vrienden mogen wor
den. Ben jij vriendin met Pietertje Kleimeer?
Ja, die ken ik goed. Dat is een van m'n
beste vriendinnen. En... 13 November ben
je jarig lees ik. Reeds nu hartelijk gefelici
teerd. En... een goede verjaardag ge-
wenscht, (mèt laarzen!!).
Siefcske Boomsma, Nieuwe Niedorp. En
hier hebben we de zieke Sietske. Gaat het
al weer wat beter, vriendin? Ik hoop het
maar. Dat de brief niet zo mooi geschreven
was als anders vind ik n u niet erg hoor.
Van harte beterschap! Dag!
Maartje van der Kommer, Nieuwe Nie
dorp. Ook al een vriendin, die met een
„slechte" pen heeft geschreven. Neem je de
volgende keer een nieuwe Maartje? Want
ik wed dat je keurig kunt schrijven. Laat
eens zien wat je kunt...!
Gerie Kossen. Is je postpapier nu hele
maal op Gerie? Dat betekent toch niet dat
ik nu tot Sinterklaas geen brief meer van
je krijg? Dat zou ik verschrikkelijk jammer
vinden. Waar ik woon... dat is een geheim.
En een geheim, dat nog nooit iemand heeft
opgelost. Raadt eens waar...?
Tiets van de Cappelle, Schagen. Dank
voor je vriendelijke brief, Tiets. Ik zal m'n
vrouw de groeten natuurlijk overbrengen.
Die vindt het altijd leuk als jullie haar niet
vergeet. Tinie Prins ken ik niet. Waar woont
ze? Dat moet je me maar eens precies
schrijven. Dag Tiets!
Jack v. d. Cappele, Schagen. Zo Jack,
ben jij nog altijd druk bezig met de konij
nen? Nu, dat kan ik me voorstellen. Dat is
een heel bezit tegenwoordig. Vooral nu de
Kerstdagen niet zo heel ver meer af zijn.
Lust jij konijnenbout met Kerstfeest? De
Kindervriend is er dol op!
Annie Speets, Warmenhuizen. Dat mag
natuurlijk Annie. Jij en Miek Mink kunnen
de brieven in een envelop sluten. De porto is
veel te duur tegenwoordig om niet te bezui
nigen. Dat was een aardig spel, waarover
je schreef, Annie.' Ik zal het onthouden.
Annie Keesman, Kolliorn. Alweer een
nieuwe vriendin. Welkom... net als de ande
ren Annie. Iza de Regt heeft het boek ge
wonnen. Ja, h?t was een mooi boek. Aardig
van haar dat jy het ook mag lezen. Nu, wie
weet hoe spoedig je zelf ook eens een boek
wint. Dag!
Sjaantje Zeeman, Schagerbrug. Ja, het
zyn ongezellige dagen Sjaantje... buiten.
Maar als je 's avonds binnen bent, als er
verduisterd is en de kachel snort... nu, dan
kan het daar in de kamer zo echt knus zijn.
Dat zijn van die fijne avonden, die met een
mooi boek of een handwerkje omvliegen!
Vind je ook niet?
Nellie Pauw, l.olhorn. Dank voor je
heel mooie ansichtkaart, Nellie. Ik ken Kol-
horn goed en weet op de kaart precies de
plekjes te vinden, waar ik dikwijls gelopen
en in het gras gelegen heb. Nogmaals: har
telijk dank.
Geri Kuyper, Moerbeek. Mooi brief
papier heb jij gekregen 'Jeri, weer er maar
zuinig op. „Kobus Wempe" ken ik niet. Is
dat zó mooi? Dan moet ik het toch eens
lezen. Maar hoe kom ik er aan? Wil jij het
mij soms eens ter leen sturen als je het uit
hebt? Maar nee... dat kan niet. Het is uit
de schoolbibliotheek. Daar dacht ik niet aan.
Trien Tysen, Wieringerwerf. Ik kan me
voorstellen dat jullie niet naar Medemblik
gegaan zijn met die harde wind. Ik denk, dat
je van de weg zou waaien. Is het niet zo?
Krijg ik volgende weer zo'n ouderwetse dikke
brief van je? Ja...? Ik hoop het!
Bets Tysen, Wieringerwerf. Ja, dat is
waar ook Bets. Ik had nog helemaal niet
er aan gedacht dat ze ook het papier wel
eens op de bon zouden kunnen zetten. Wat
zou ik dan een kleine brieven van jullie
krijgen. Laat ons hopen, dat dit niet ge
beurd! In Schagen hebben de kinderen geen
herfstvacantie. Maar... die krijgen een lange
Kerstvacantie. En die is ook niet te ver
smaden!
Bets Bierman, Heerhugowaard. Goed
Bets, stuur'de poëziealbum maar. Ook de
andere vriendinnen kunnen haar opzenden.
Ik zal er dan een gedichtje in plaatsen en
een plaatje bij plakken. Zo, zo, ben jij altijd
bezig met Pietertje Kleimeer aan het bok-
kie-springen En doet daar nu je rug pyn
van? Dat is dom!
Grietje Stapel, Sybekarspel. Ja, het is
net zoals je schrijft Grietje, het is op het
ogenblik moeilijk om de wol te krijgen met
de distributie. Maar als je kans ziet wanten
en een warme rok te breien dan bof je. Want
het zal wel een beste keftde winter worden.
We hebben er al een voorproefje van gehad.
Jannie Timmerman, Kolhorn. Nee, van
keuvelen komt niets terecht dit jaar. Maar...
er zijn wel erger dingen, wat jij. Daarom:
niet getreurd! Was moeder bly met haar
bruine pantoffels; Heerlijk, zoiets te geven
op een verjaardag.
Rika Kroon, Kolhorn. Zo... zo... dus jy
komt thuis, en vergeet moeder goedendag te
zeggen om maar eerst in de Schager Cou
rant te zien of je wat gewonnen hebt... Nu,
dat zal moeder wel niet bevallen, denk ik.
Of... neemt ze het n;et zo nauw? Vond je
het raadsel zo moeilijk? Kom, kom, het viel
best mee! Dag!
Iza de Regt, Kolhorn. Als dat broertje
van jou zo'n bijdehandje is, Iza, dan zal het
wel niet zo lang meer duren of ik zal hem
welkom mogen heten als vriend van onze
puzzleclub. Denk je ook niet? Dat zou wel
leuk zyn. Hoe heet die broer van je? Hoor
ik dat eens?
Mientje Vriendjes. Toen ik klein was
heb ik van m'n moeder ook eens een trom
mel gehad. Maar wat had ze daar een spijt
van. Heel de buurt kwam klagen dat ik de
boel op stelten zette. En... weg was de
trommel. Zo gaat dat. Laat dus je broer
maar oppassen!
Henk Stammes, Anna Paulowna. Kijk,
daar hebben we Henk ook weer. Die is een
tijd „zoek" geweest tussen de briefjes, maar
ik ben blij dat hij de weg terug weer heeft
weten te vinden. Dosco heeft gewonnen. Ik
vond het een mooie wedstrijd, Henk. Laat
ze maar volho.uden!
Jan, Piet, Nel, Tryntje en Betsie Hoenson,
Barsingerhorn. De hele familie doet dus
mee met de raadsels? Dat vind ik leuk. Wat
zullen jullie met z'n allen gauw de raadsels
opgelost hebben Of doet Betsie dat alleen
Ja, in Den Helder hebben de menschen ver
schrikkelijke dagen meegemaakt. Je kunt
daar nu beter ver van af wonen.
Sienie Kapitein, Schagen. Hartelijk
dank Sienie voor de mooie tekening. Wat
heb je dat kasteel keurig getekend, zeg. Heb
je een hoog cijfer voor tekenen? Ja, die
oorlog is iets monsterachtigs. Laat ons ho
pen, dat hij zo snel mogelijk tot het ver
leden behoort, hè!
Willem Boontjes, Stolpen. Ik denk Wil
lem. dat Nipper wel weer beter wordt. Zulke
sterke kerels blijvqn nooit lang ziek. Net
dus als Tarzan. Weet je nog hoe spannend
dat verhaal was...! Misschien komt er wel
weer eens een Tarzan-verhaal. Maar voor
lopig nog niet.
Pieternella van der Vaart. Een nieuwe
vriendin. Er zijn er weer heel wat vandaag.
Alleen... waar woon je nieuwe vriendin?
Dat wil ik wel graag eens weten. Schrijf het
volgende keer maar.
Piet Schoehuys, Schoorl. En... het
houdt niet op vandaag... alweer een nieu
wen vriend. Het is Piet Schoehuys. Hij kan
nog wel geen hoofdletters schrijven, maar
dat komt wel. Welkom in ons midden, Piet.
Dat we maar beste vrienden mogen worden.
Wlm Schoehuys, Schoorl. Morgen is
Wim jarig en dus beste kerel... vast mijn
hartelijke gelukwensen. 9 Jaardat
wordt al wat. Hoor ik volgende week wat
je allemaal gekregen hebt? Ik ben benieuwd!
Piet Boonacker, Schagen. Dat was
jammer. Piet was net va- plan om mij een
grote brief te schrijven en..., daar krygt hij
een gezwel aan z'n arm. Dat goede plan
ging dus over. Maar... wie weet is het ge
zwel volgende week niet gebeterd en kryg
ik dan de beloofde dikke brief.
Wim Schroevers, Schagen. Dat was
een heel verslag van je tocht met Klaas Rol,
Wim. Ik heb er van genoten hoor. Je bent
een echt gezellige briefschrijver. Ik houd
me aanbevolen voor zulke dikke brieven.
Komt er volgende week zo een?
Piet Schroevers, Schagen. Ja, dat boek
van Baron van Münchhausen heb ik wel 10
maal gelezen toen ik jong was, Piet. Wat
een verschrikkelijke opsnijder was die baron.
De koning der opscheppers. Maar... de ver
halen rijn leuk, wat jij Piet!
Agatha Swager, Noord-Scharwoude.
Meester Mallekote is soms wel eens wat
streng, schrijf je Agatha. Nu ja, stel je voor
dat meesters dat op z'n tijd niet waren.
Dan zouden jullie waarschijnlijk over de
banken krijgertje spelen, denk ik. Dat kan
nu eenmaal niet op school. Wel bedankt voor
je gezellig verslag van de schooldagen
Agatha. Ik heb het met genoegen gelezen!
Elly Kweldam, Schagen. Daar krijg ik
een fijne lange brief van Elly. Jy kunt brie
venschrijven zeg, allemensen nog aan toe.
Twee kantjes volgeschreven of het maar
niets is. Dat je het boek mooi vond wist ik
wel. Het was dan ook een mooi boek. Dat
je de kamer rondgesprogen bent en aldoor
riep „Hoera voor den Kindervriend" vind ik
ook al leuk. Ik had aat wel eens willen
horen!
Lienke Ferwerda en zusje. Ja, Lienke,
het is nu echt winter en ik denk dat Bep
Tijsen ook wel liever met een auto dan op de
fiets naar school zou gaan. Maar dat kan
nu eenmaal niet. Dat zusje nog te klein is
om te schrijven begrijp ik. Maar die komt
later wel in de club. Ja, wat een massa
vrienden en vriendinnen komen er by hè?
Het houdt niet op.
Aagje Borst, Schagen. Zo, is Klaas te
groot geworden voor onze club? Hoe oud is
hij nu Toch jammer, we hebben elkaar zo
lang geschreven. Doe hem in ieder geval
m'n groeten. Onze aardappelen rijn niet zo
best. Bij jullie wel? Dan ben je een boffer!
Gerritt Blom, Petten. Zooooooo... was
dat jouw zusje, die haar naam vergeten is?
Foei... nu, trek haar maar eens aan haar
linkeroor. Maar... niet te hard hoor. Krijg
ik nu van haar weer een brief? Ik hoop het,
want ze schreef zo aardig.
Coba Blom, Petten. En hier hebben we
Coba. Nu begryp ik het. Het was kermis
schrijft Coba en daardoor was ze vergeten
de naam onder de brief te zetten. Ja. dat is
ook te begrijpen. Maar nu stond hij er onder.
Heeft Gerrit je nog aan je oor getrokken
Coba...
Annie Bijpost, Valk«oog. Leuk dat je
vriendin ook gaat schrijven Annie. Wie is
het? En krijg ik volgende week haar eerste
brief? Ik zie er met belangstelling naar uit.
Jannie Bypost, Valkkoog.oZo komt je
Tante uit Texel over Jannie? Dat is anders
een gevaarlijke reisje, Jannie. Daar moet je
niet te licht over denken. Wat tussen
Texel en het vaste land ligt de zee en de
zee is nu allesbehalve veilig.
Annie Speets, Warmenhuizen. Hoe dat
zit met jouw briéf begrijp ik eerlijk niet,
Annie. Maar de laatste is wel aangekomen
en ik vind het leuk, dat je evengoed geschre
ven hebt Dat vind ik heel aardig van je.
Los je volgende week het raadsel weer op?
Ja...??
Grietje Stapel, Sijbekarspel. Dat was
een klein briefje, Grietje, maar ik denk, dat
het volgende week wel groter zal zijn. Wor
den het drie kantjes?
M'ekje Mink, Warmenhuizen. -En
hier hebben we de laatste brief: die is van
vriendin Miekje Mink. Die heeft altijd veel
te vertellen. De doet dan ook al een gewel
dige tijd mee. Hoe lang is dat al Miekje?
Weet je het nog?
Beste jongens en meisjes, ik ga er een
punt achter zetten, want alle brieven en
briefjes rijn beantwoord. Volgende week
verwacht ik weer een geweldige stapel
epistels. Doen jullie je best...??
Oplossing raadsel vorige week
p r u i m
Goede oplossingen ontvangen vant
Annie S., Kolhorn; Piet S.. Schagen; Wim
S., Schagen; Minke v. d. B., Edam; Bep T.,
Wieringerwerf; Trien T., Wieringerwerf;
Grietje S., Sijbekarspel; Wim B., Schager
brug; Corrie K., Schagen; Tiets v. d. C.,
Schagen; Jack v. d. C. Schagen.
Het geheel bestaat uit 9 letters en is een
woord, dat vooral in Den Helder in de laat
ste tijd veel gehoord wordt.
9, 2. 3 de eerste vrouw.
6, 4. 7, 8, 1, een vreemd woord voor
handeling.
5, 8 een eetbaar bolgewas.
2, 6, 7 ton.
Hoe verzorg ik mijn fiets
We gebruiken onze fiets nu meer dan
ooit. Daarom moeten we meer dan ooil
proberen onze fiets in zo goed mogelijke
conditie te houden, zodat hij lang „mee
kan gaan
Ten eerste moeten we onze fiets uiter
lijk goed schoon houden. Het kost zo wei
nig moeite, om na elke fietstocht, een doek
te nemen en je fiets van onder tot boven
af te wrijven. Als je in de regen hebt ge
reden, is dit vooral nodig. Als het nodig is,
gebni'k ie er een borstel bii. Daarmee ga
je in de kleine hoekjes, want je fiets mag
nergens gaan roesten, omdat dit de eerste
schrede op de weg naar verval is. Als we
een grote tocht gaan maken, kijken we alle
schroeven en moeren nog eens na. Soms
moeten de naven van het voor- en achter
wiel en de trapners geolied worden. Ook de
ketting moet goed verzorgd worden. Je
kunt hem heel goed met een borstel
schoonmaken. Van tijd tot ti.id nemen we
de ketting er af en maken hem grondig
s-hoon. Hii moet geregeld geolied worden.
Je weet zelf- niet, hoveel lichter je fiets
rijdt, als je al!e onderdelen op deze manier
verzorgt.
Belangrijk is vooral de zorg voor de ban
den. Ten eerste moeten ze steeds goed op
gepompt zijn. Je moet ondanks goed opge-
jiomote banden steeds oppassen dat je niet
over allerlei stenen, scherne voorwerpen en
glas riidt. en niet te hard remt.
Verder moet je lamp altijd in orde zijn.
Tegenwoordig moet je zorgen dat hij op de
goede manier is afgeschermd. Ook het ach
terlichtje moet steeds schoon gemaakt wor
den. Wie een electrische lamo heeft, moet
de dynamo zo nu en dan een droppeltje
olie gunnen. Het is vanzelfsprekend dat je
de remmen gerege'd nakijkt. Ook de stand
van het zadel is belangrijk, vooral als je
een grote tocht gaat maken. Het zadel
staat op de goede hoogte, als het gestrekte
been van het zadel tot aan het pedaal,
eventjes gebogen is. Dan zul je niet zo
•gauw moe worden als bij een lagere stand
van het zadel.
Een sprookje door Gerrie Koenraads.
De oude houtvester was gestorven. Het
enige wat hij aan zijn zoon had nagelaten,
waren een paar oude meubels en een oude
viool. Die viool had jarenlang werkeloos
aan de muur gehangen. Vroeger was hij
de beste vriend van den houtvester ge
weest, maar het was den houtvester nooit
gelukt om zo mooi te spelen, als hij wel
wilde en daarom was hij er maar mee op
gehouden. Toen zijn vrouw stierf had hij
het instrument in een hoek gehangen, waar
het onder het stof gekomen was. Maar de
houtvester hd altijd één grote wens ge
had: hij wilde dat zijn zoon eens zou spelen,
zoals hii vroeger gedroomd had te kunnen
spelen. Toch was hij er nooit toe gekomen
zijn zoontje viool te leren spelen en toen
hij eindelijk wilde beginnen., was het te
laat.
De eerste avond dat de zoon nu heel al
leen thuis was, vond hij de oude viool aan
de muur. Heel voorzichtig haalde hij hem
van de muur en blies het stof er af. Zo ge
makkelijk ging dat niet, want de stof zat
centimeters dik en hij moest er een stof
doek bij nemen om de viool schoon te
krijgen. Nu, hij had eer van zijn werk,
want eindelijk lag het ding glanzend op
z'n arm. alleen de snaren waren allemaal
gesprongen. Voorzichtig streelde de jon
gen het instrument. Kon hij de viool maar
weer levend maken!
Hij ging bij het raat zitten en probeerde
de snaren weer heel te maken. Maar omdat
hij niet wist hoe dat moest, lukte het hem
niet. Treurig legde Han, zo heette hij, de
viool op tafel en ging naar bed. Even later
sliep hij als een roos.
Opeens hoorde hij een zacht geritsel of
geschuifel bij de deur. Direct daarna ging
de deur open en zweefde er een J nge
witte gedaante binnen. Ze droeg een lange
sluier, die op haar voorhoofd door glinste
rende brillianten werd vastgehouden.
Zachtjes sloop ze naar het armoedige bed
van Han, boog zich over hem heen en
kuste hem op z'n voorhoofd. Toen liep ze
naar de tafel, nam de viool op, spande de
snaren en begon te spelen.
Wat speelde ze prachtig! Uit de viool
klonken juichende tonen, tonen van
vreugde en blijdschap.
Plotseling hield ze op met spelen. Even
was het doodstil. Toen klonken er andere
tonen, nu geen juichende, maar klagende,
weemoedige tonen, tonen van zorgen en
verdriet.
Daarna liep de vrouw weer naar het
bed van Han, legde de viool naast hem
neer en zei: ,.Ik ben de muziek. Wie van
mij houdt, geef ik het allermooiste wat er
in de wereld bestaat. Dien geef ik het ver
mogen om te kunnen spelen. Niet gewoon
spelen, maar snelen van alles wat er in
het leven is, lachen, zingen, huilen en ver
driet. Dien geef ik de gave dat hii de men
sen kan laten lachen of huilen. Maar om
van mij te houden, moet een mens een rein
hart hebben en van goede wil zijn. Als hy
deze dingen niet heeft, of verliest, ver
liest hij mij ook .Dan zal hij nog wel kun
nen spelen, maar heel anders dan eerst
en hij zal er geen plezier meer in hebben
ook."
Toen zweefde de witte gestalte de deur
uit.
Toen Han de volgende morgen wakker
werd. vond hij de viool, in zijn bed. „Heb
ik gedroomd?" dacht hij. „Is het waar dat
er een witte vrouw by mijn bed was en
dat zy de muziek was? Zou het waar zijn
dat ik spelen kan'"
Toen hij zich aangekleed had, gunde hij
zich niet eens tijd om een boterham te
eten, mar greep direct de viool. Ineens voel
de hij dat het kleine huisje, waar hij woon
de. te klein voor hem was en dat hij het
bos in moest. Dat deed hij en zocht een
mooi plekje uit, waar hij zou kunnen spe
len. Het was er heel stil. Alleen hoorde je
in de verte een specht.
Han probeerde te spelen. Het 'ukte! Het
leek wel of de klanken uit het instrument
gleden.
In Han's hart scheen opeens de zon. Hij
speelde en speelde., urenlang, hy wist het
zelf niet. Toen hij eventjes moest gaan zit
ten om uit te rusten, dacht hij over alles
na. Nu zou hij nooit meer alleen zijn, hij
had immers zijn viool. Toen hij weer in
z'n huisje was en zijn karig middagmaal
klaar maakte, nam hij het besluit om de
wijde wereld in te gaan. Diezelfde middag
ging hij op weg.
Toen hij een eindje van huis was, kwam
hij een bruiloftstoet tegen.
De mensen zagen dat hij een viool bij
zich had en vroegen hem of hij iets voor
hen wilde snelen. Nu ging Han aan het
hoofd van de stoet lopen en de mensen
danste op de maat van de vrolijke wijsjes
die Han speelde, achter hem aan.
„Jij bent een tovenaar, vioolspeler!" zei
den ze tegen hem. Het duurde niet lang of
het regende goudstukken in Han's schame
le hoedje. In dc stad aangekomen, speelde
Han nog voor andere bruiloften en ver
diende op deze manier heel veel geld. Toch
bleef zijn hart even rein als tevoren en
hij zelf bleef de eenvoudige jongen van
de boshut.
Tot hij op een kwade dag slechte vrien
den leerde kennen. Van af die tijd, deed
Han niets anders dan feestvieren en drin
ken en aan de fee dacht hij nooit meer.
Ook niet aan de waarschuwing die ze h?m
toen gegeven had. En hii merkte niet eens,
dat de klank van zijn viool plotseling min
der mooi werd.
Totdat de viool op zekere dag helemaal
niets meer zei. Hoe hij ook probeerde, er
kwamen niets anders dan een paar doffe
slagen uit het instrument.
Toen begreep Han alles. Hij nam de vi
ool, vluchtte naar zijn kamer en gooide zich
op z'n bed. waar hij huilde van berouw.
Toen kwam de fee weer binnen. Net als
toen, boog ze zich over hem heen en zei:
„Ik zal je nog één kans geven en zorgen
dat je hart weer goed en rein wordt. Als
je goed oppast zul je weer kunnen spelen
als eerst."
De fee verdween en liet Han. die nu huil
de van berouw en vreugde tegelijk-, achter.
Maar hij had zijn besluit genomen. De
volgende morgen pakte hij zijn ransel,
klemde de viool onder zijn arm en ging,
de weg die hij gekomen was, weer terug.
Hij ruste niet voor hij bij z'n huisje geko
men was. Daar zette hij alle ramen open,
om de zonnestralen te laten binnenkomen
en hield grote schoonmaak, want het zag
er aardig vuil uit.
Toen hij 's avonds in zijn huisje zat en
weer even mooi speelde als vroeger, dacht
Han bij zichzelf: „Ik ben de gelukkigste
jongen van de wereld."
Een figuurzaagwerkje
voor jongens en meisjes
Een practisch cadeautje voor moeder, is
dit aardige eierbankje voor de voorraads-
kelder. Je hebt er hout van 4 m.m. dikte
voor noodig. Kijk eerst goed naar de verde
ling. die je op de afbeelding ziet. De getallen
geven de maten in centimeters aan. Deze
verdeling breng je op het hout over en
zaagt dan alles netjes uit. Op de vier hoe
ken zaag je 'n t/2 c.m. van de kant af, op
de manier van een rechte hoek, waarvan
de zijden jy2 c.m. lang zijn, 'n gleuf van 4
m.m. breed. Hierdoor steek je 1 y'o c.m. bre
de en 51/2 c.m. lange latjes, die je aan de
kant, waar ze tegen elkaar komen, zo hebt
afgevijld dat ze rechthoekig in elkaar pas
sen. en lijmt ze aan elkaar vast. Ze steken
1 c.m. boven de rand van het bankje uit.
Nu zaag je twee U/2 c.m. brede en 3G c.m.
lange latten en lijmt deze onder de boven
kant van het bankje en aan de binnenkant
van de pootjes vast.
De pootjes worden nu aan de onderkant
van het bankje vierkant gemaakt, door de
ruimte eerst met 2V2 c.m. lange en 1 c.m.
brede latjes, en daarna met een 4 c.m. lang
en 1 c.m. breed latje, waarin je een opening
hebt gezaagd voor de lat die er omheen
loopt, opvult.
Het enige wat je nu nog hebt te doen
is alles mooi glad te vijlen.
Moeder zal heel blij zijn met dit origine
le cadeautje.
UIT DE DIERENWERELD.
Er bestaat een hagedis die zijn staart af
<an breken, als je hem wilt pakken. Als
de staart afgevallen is, gaat 'de hagedis
rustig verder en kan zich in veiligheid
brengen, omdat hy zijn vijanden heeft af
geleid. Als een vijand hem in zijn staart
bijt laat hij die afvallen en wacht tot er
een nieuwe staart is aangegroeid.