DE VIOOLSPELER Nieuw Raadsel ïlziie jongzni tn meiljei.! De vorige week was ik, tot mijn grote spijt, niet in de gelegenheid om jullie te schrijven. Het waren (dat kan ik je ver zekeren) heel belangrijke redenen dat ik jullie zo maar in de steek moest laten. Nu, ik zal m'n best doen het van de week weer goed te maken en alle epistels, die liggen te wachten misschien kunnen beantwoorden. Nu, dat zijn er wat...!! Hte raadsel... is voor mij een raadsel. Precies de ene helft van jullie zegt: wat een makkelijk raadsel was dat en de andere helft zegt: wat een verschrikkelijk moeilijke puzzle geeft u op. Wat moet ik daér nu aan doen. Ik zit (heus!) met m'n handen in m'n haar. Daar kom ik niet uit. Ik zal nu eerst eens vertellen wie de gelukkige winnaar van het boek is. Dat is: BEP TIJSEN, Wierlngerwerf. En nu de briefjes: Corrie Keyzer, Schagen. Allereerst, beste Corrie, mijn hartelijke dank voor de tekening. Wat vond ik dat leuk! Ik heb 'm meegenomen naar huis en ook daar werd ze bewonderd. Je bent een prima tekenares hoor. Als je nog eens zoiets voor me hebt houd ik. me aanbevolen. Nogmaals: hartelijk dank! En dan lees ik... dat je tante bent geworden. En wat een mooie naam kreeg dat tantezeggertje van je: Marianne Willy. Dét klinkt, zeg! Fijn hoor. Hoe gaat het met je arm? Betert het al? Ik hoop het maar. En krijg ik misschien weer eens een brief van Miek Leguit? Ik zal opletten. Een fijne lange brief schreef je me Corrie! Arie Bakker, Itolhorn. Het boek ,,De verdwenen stad" ken ia niet. Maar ik weet zeker dat het mooi is. En spannend! De nieuwe meester van jullie meneer Schuit uit Alkmaar, ken ik ook niet. Is het een aardige meester? Dat moet je me volgende week maar eens schrijven. Afgesproken? Brechtje de Vries, Nieuwe Niedorp. Het boek „Kobus Wempe" ken ik niet. Ik lees heel veel boeken, maar allemaal kan ik ze toch ook niet lezen. Is het mooi? Hoe maakt Siets het? Gaat het al wat beter? Ik hoop het maar. Jucoba Sc.haafsma, Hoogwoud. Een nieuwe vriendin, welkom in ons midden Ja- coba! Dat we goede vrienden mogen wor den. Ben jij vriendin met Pietertje Kleimeer? Ja, die ken ik goed. Dat is een van m'n beste vriendinnen. En... 13 November ben je jarig lees ik. Reeds nu hartelijk gefelici teerd. En... een goede verjaardag ge- wenscht, (mèt laarzen!!). Siefcske Boomsma, Nieuwe Niedorp. En hier hebben we de zieke Sietske. Gaat het al weer wat beter, vriendin? Ik hoop het maar. Dat de brief niet zo mooi geschreven was als anders vind ik n u niet erg hoor. Van harte beterschap! Dag! Maartje van der Kommer, Nieuwe Nie dorp. Ook al een vriendin, die met een „slechte" pen heeft geschreven. Neem je de volgende keer een nieuwe Maartje? Want ik wed dat je keurig kunt schrijven. Laat eens zien wat je kunt...! Gerie Kossen. Is je postpapier nu hele maal op Gerie? Dat betekent toch niet dat ik nu tot Sinterklaas geen brief meer van je krijg? Dat zou ik verschrikkelijk jammer vinden. Waar ik woon... dat is een geheim. En een geheim, dat nog nooit iemand heeft opgelost. Raadt eens waar...? Tiets van de Cappelle, Schagen. Dank voor je vriendelijke brief, Tiets. Ik zal m'n vrouw de groeten natuurlijk overbrengen. Die vindt het altijd leuk als jullie haar niet vergeet. Tinie Prins ken ik niet. Waar woont ze? Dat moet je me maar eens precies schrijven. Dag Tiets! Jack v. d. Cappele, Schagen. Zo Jack, ben jij nog altijd druk bezig met de konij nen? Nu, dat kan ik me voorstellen. Dat is een heel bezit tegenwoordig. Vooral nu de Kerstdagen niet zo heel ver meer af zijn. Lust jij konijnenbout met Kerstfeest? De Kindervriend is er dol op! Annie Speets, Warmenhuizen. Dat mag natuurlijk Annie. Jij en Miek Mink kunnen de brieven in een envelop sluten. De porto is veel te duur tegenwoordig om niet te bezui nigen. Dat was een aardig spel, waarover je schreef, Annie.' Ik zal het onthouden. Annie Keesman, Kolliorn. Alweer een nieuwe vriendin. Welkom... net als de ande ren Annie. Iza de Regt heeft het boek ge wonnen. Ja, h?t was een mooi boek. Aardig van haar dat jy het ook mag lezen. Nu, wie weet hoe spoedig je zelf ook eens een boek wint. Dag! Sjaantje Zeeman, Schagerbrug. Ja, het zyn ongezellige dagen Sjaantje... buiten. Maar als je 's avonds binnen bent, als er verduisterd is en de kachel snort... nu, dan kan het daar in de kamer zo echt knus zijn. Dat zijn van die fijne avonden, die met een mooi boek of een handwerkje omvliegen! Vind je ook niet? Nellie Pauw, l.olhorn. Dank voor je heel mooie ansichtkaart, Nellie. Ik ken Kol- horn goed en weet op de kaart precies de plekjes te vinden, waar ik dikwijls gelopen en in het gras gelegen heb. Nogmaals: har telijk dank. Geri Kuyper, Moerbeek. Mooi brief papier heb jij gekregen 'Jeri, weer er maar zuinig op. „Kobus Wempe" ken ik niet. Is dat zó mooi? Dan moet ik het toch eens lezen. Maar hoe kom ik er aan? Wil jij het mij soms eens ter leen sturen als je het uit hebt? Maar nee... dat kan niet. Het is uit de schoolbibliotheek. Daar dacht ik niet aan. Trien Tysen, Wieringerwerf. Ik kan me voorstellen dat jullie niet naar Medemblik gegaan zijn met die harde wind. Ik denk, dat je van de weg zou waaien. Is het niet zo? Krijg ik volgende weer zo'n ouderwetse dikke brief van je? Ja...? Ik hoop het! Bets Tysen, Wieringerwerf. Ja, dat is waar ook Bets. Ik had nog helemaal niet er aan gedacht dat ze ook het papier wel eens op de bon zouden kunnen zetten. Wat zou ik dan een kleine brieven van jullie krijgen. Laat ons hopen, dat dit niet ge beurd! In Schagen hebben de kinderen geen herfstvacantie. Maar... die krijgen een lange Kerstvacantie. En die is ook niet te ver smaden! Bets Bierman, Heerhugowaard. Goed Bets, stuur'de poëziealbum maar. Ook de andere vriendinnen kunnen haar opzenden. Ik zal er dan een gedichtje in plaatsen en een plaatje bij plakken. Zo, zo, ben jij altijd bezig met Pietertje Kleimeer aan het bok- kie-springen En doet daar nu je rug pyn van? Dat is dom! Grietje Stapel, Sybekarspel. Ja, het is net zoals je schrijft Grietje, het is op het ogenblik moeilijk om de wol te krijgen met de distributie. Maar als je kans ziet wanten en een warme rok te breien dan bof je. Want het zal wel een beste keftde winter worden. We hebben er al een voorproefje van gehad. Jannie Timmerman, Kolhorn. Nee, van keuvelen komt niets terecht dit jaar. Maar... er zijn wel erger dingen, wat jij. Daarom: niet getreurd! Was moeder bly met haar bruine pantoffels; Heerlijk, zoiets te geven op een verjaardag. Rika Kroon, Kolhorn. Zo... zo... dus jy komt thuis, en vergeet moeder goedendag te zeggen om maar eerst in de Schager Cou rant te zien of je wat gewonnen hebt... Nu, dat zal moeder wel niet bevallen, denk ik. Of... neemt ze het n;et zo nauw? Vond je het raadsel zo moeilijk? Kom, kom, het viel best mee! Dag! Iza de Regt, Kolhorn. Als dat broertje van jou zo'n bijdehandje is, Iza, dan zal het wel niet zo lang meer duren of ik zal hem welkom mogen heten als vriend van onze puzzleclub. Denk je ook niet? Dat zou wel leuk zyn. Hoe heet die broer van je? Hoor ik dat eens? Mientje Vriendjes. Toen ik klein was heb ik van m'n moeder ook eens een trom mel gehad. Maar wat had ze daar een spijt van. Heel de buurt kwam klagen dat ik de boel op stelten zette. En... weg was de trommel. Zo gaat dat. Laat dus je broer maar oppassen! Henk Stammes, Anna Paulowna. Kijk, daar hebben we Henk ook weer. Die is een tijd „zoek" geweest tussen de briefjes, maar ik ben blij dat hij de weg terug weer heeft weten te vinden. Dosco heeft gewonnen. Ik vond het een mooie wedstrijd, Henk. Laat ze maar volho.uden! Jan, Piet, Nel, Tryntje en Betsie Hoenson, Barsingerhorn. De hele familie doet dus mee met de raadsels? Dat vind ik leuk. Wat zullen jullie met z'n allen gauw de raadsels opgelost hebben Of doet Betsie dat alleen Ja, in Den Helder hebben de menschen ver schrikkelijke dagen meegemaakt. Je kunt daar nu beter ver van af wonen. Sienie Kapitein, Schagen. Hartelijk dank Sienie voor de mooie tekening. Wat heb je dat kasteel keurig getekend, zeg. Heb je een hoog cijfer voor tekenen? Ja, die oorlog is iets monsterachtigs. Laat ons ho pen, dat hij zo snel mogelijk tot het ver leden behoort, hè! Willem Boontjes, Stolpen. Ik denk Wil lem. dat Nipper wel weer beter wordt. Zulke sterke kerels blijvqn nooit lang ziek. Net dus als Tarzan. Weet je nog hoe spannend dat verhaal was...! Misschien komt er wel weer eens een Tarzan-verhaal. Maar voor lopig nog niet. Pieternella van der Vaart. Een nieuwe vriendin. Er zijn er weer heel wat vandaag. Alleen... waar woon je nieuwe vriendin? Dat wil ik wel graag eens weten. Schrijf het volgende keer maar. Piet Schoehuys, Schoorl. En... het houdt niet op vandaag... alweer een nieu wen vriend. Het is Piet Schoehuys. Hij kan nog wel geen hoofdletters schrijven, maar dat komt wel. Welkom in ons midden, Piet. Dat we maar beste vrienden mogen worden. Wlm Schoehuys, Schoorl. Morgen is Wim jarig en dus beste kerel... vast mijn hartelijke gelukwensen. 9 Jaardat wordt al wat. Hoor ik volgende week wat je allemaal gekregen hebt? Ik ben benieuwd! Piet Boonacker, Schagen. Dat was jammer. Piet was net va- plan om mij een grote brief te schrijven en..., daar krygt hij een gezwel aan z'n arm. Dat goede plan ging dus over. Maar... wie weet is het ge zwel volgende week niet gebeterd en kryg ik dan de beloofde dikke brief. Wim Schroevers, Schagen. Dat was een heel verslag van je tocht met Klaas Rol, Wim. Ik heb er van genoten hoor. Je bent een echt gezellige briefschrijver. Ik houd me aanbevolen voor zulke dikke brieven. Komt er volgende week zo een? Piet Schroevers, Schagen. Ja, dat boek van Baron van Münchhausen heb ik wel 10 maal gelezen toen ik jong was, Piet. Wat een verschrikkelijke opsnijder was die baron. De koning der opscheppers. Maar... de ver halen rijn leuk, wat jij Piet! Agatha Swager, Noord-Scharwoude. Meester Mallekote is soms wel eens wat streng, schrijf je Agatha. Nu ja, stel je voor dat meesters dat op z'n tijd niet waren. Dan zouden jullie waarschijnlijk over de banken krijgertje spelen, denk ik. Dat kan nu eenmaal niet op school. Wel bedankt voor je gezellig verslag van de schooldagen Agatha. Ik heb het met genoegen gelezen! Elly Kweldam, Schagen. Daar krijg ik een fijne lange brief van Elly. Jy kunt brie venschrijven zeg, allemensen nog aan toe. Twee kantjes volgeschreven of het maar niets is. Dat je het boek mooi vond wist ik wel. Het was dan ook een mooi boek. Dat je de kamer rondgesprogen bent en aldoor riep „Hoera voor den Kindervriend" vind ik ook al leuk. Ik had aat wel eens willen horen! Lienke Ferwerda en zusje. Ja, Lienke, het is nu echt winter en ik denk dat Bep Tijsen ook wel liever met een auto dan op de fiets naar school zou gaan. Maar dat kan nu eenmaal niet. Dat zusje nog te klein is om te schrijven begrijp ik. Maar die komt later wel in de club. Ja, wat een massa vrienden en vriendinnen komen er by hè? Het houdt niet op. Aagje Borst, Schagen. Zo, is Klaas te groot geworden voor onze club? Hoe oud is hij nu Toch jammer, we hebben elkaar zo lang geschreven. Doe hem in ieder geval m'n groeten. Onze aardappelen rijn niet zo best. Bij jullie wel? Dan ben je een boffer! Gerritt Blom, Petten. Zooooooo... was dat jouw zusje, die haar naam vergeten is? Foei... nu, trek haar maar eens aan haar linkeroor. Maar... niet te hard hoor. Krijg ik nu van haar weer een brief? Ik hoop het, want ze schreef zo aardig. Coba Blom, Petten. En hier hebben we Coba. Nu begryp ik het. Het was kermis schrijft Coba en daardoor was ze vergeten de naam onder de brief te zetten. Ja. dat is ook te begrijpen. Maar nu stond hij er onder. Heeft Gerrit je nog aan je oor getrokken Coba... Annie Bijpost, Valk«oog. Leuk dat je vriendin ook gaat schrijven Annie. Wie is het? En krijg ik volgende week haar eerste brief? Ik zie er met belangstelling naar uit. Jannie Bypost, Valkkoog.oZo komt je Tante uit Texel over Jannie? Dat is anders een gevaarlijke reisje, Jannie. Daar moet je niet te licht over denken. Wat tussen Texel en het vaste land ligt de zee en de zee is nu allesbehalve veilig. Annie Speets, Warmenhuizen. Hoe dat zit met jouw briéf begrijp ik eerlijk niet, Annie. Maar de laatste is wel aangekomen en ik vind het leuk, dat je evengoed geschre ven hebt Dat vind ik heel aardig van je. Los je volgende week het raadsel weer op? Ja...?? Grietje Stapel, Sijbekarspel. Dat was een klein briefje, Grietje, maar ik denk, dat het volgende week wel groter zal zijn. Wor den het drie kantjes? M'ekje Mink, Warmenhuizen. -En hier hebben we de laatste brief: die is van vriendin Miekje Mink. Die heeft altijd veel te vertellen. De doet dan ook al een gewel dige tijd mee. Hoe lang is dat al Miekje? Weet je het nog? Beste jongens en meisjes, ik ga er een punt achter zetten, want alle brieven en briefjes rijn beantwoord. Volgende week verwacht ik weer een geweldige stapel epistels. Doen jullie je best...?? Oplossing raadsel vorige week p r u i m Goede oplossingen ontvangen vant Annie S., Kolhorn; Piet S.. Schagen; Wim S., Schagen; Minke v. d. B., Edam; Bep T., Wieringerwerf; Trien T., Wieringerwerf; Grietje S., Sijbekarspel; Wim B., Schager brug; Corrie K., Schagen; Tiets v. d. C., Schagen; Jack v. d. C. Schagen. Het geheel bestaat uit 9 letters en is een woord, dat vooral in Den Helder in de laat ste tijd veel gehoord wordt. 9, 2. 3 de eerste vrouw. 6, 4. 7, 8, 1, een vreemd woord voor handeling. 5, 8 een eetbaar bolgewas. 2, 6, 7 ton. Hoe verzorg ik mijn fiets We gebruiken onze fiets nu meer dan ooit. Daarom moeten we meer dan ooil proberen onze fiets in zo goed mogelijke conditie te houden, zodat hij lang „mee kan gaan Ten eerste moeten we onze fiets uiter lijk goed schoon houden. Het kost zo wei nig moeite, om na elke fietstocht, een doek te nemen en je fiets van onder tot boven af te wrijven. Als je in de regen hebt ge reden, is dit vooral nodig. Als het nodig is, gebni'k ie er een borstel bii. Daarmee ga je in de kleine hoekjes, want je fiets mag nergens gaan roesten, omdat dit de eerste schrede op de weg naar verval is. Als we een grote tocht gaan maken, kijken we alle schroeven en moeren nog eens na. Soms moeten de naven van het voor- en achter wiel en de trapners geolied worden. Ook de ketting moet goed verzorgd worden. Je kunt hem heel goed met een borstel schoonmaken. Van tijd tot ti.id nemen we de ketting er af en maken hem grondig s-hoon. Hii moet geregeld geolied worden. Je weet zelf- niet, hoveel lichter je fiets rijdt, als je al!e onderdelen op deze manier verzorgt. Belangrijk is vooral de zorg voor de ban den. Ten eerste moeten ze steeds goed op gepompt zijn. Je moet ondanks goed opge- jiomote banden steeds oppassen dat je niet over allerlei stenen, scherne voorwerpen en glas riidt. en niet te hard remt. Verder moet je lamp altijd in orde zijn. Tegenwoordig moet je zorgen dat hij op de goede manier is afgeschermd. Ook het ach terlichtje moet steeds schoon gemaakt wor den. Wie een electrische lamo heeft, moet de dynamo zo nu en dan een droppeltje olie gunnen. Het is vanzelfsprekend dat je de remmen gerege'd nakijkt. Ook de stand van het zadel is belangrijk, vooral als je een grote tocht gaat maken. Het zadel staat op de goede hoogte, als het gestrekte been van het zadel tot aan het pedaal, eventjes gebogen is. Dan zul je niet zo •gauw moe worden als bij een lagere stand van het zadel. Een sprookje door Gerrie Koenraads. De oude houtvester was gestorven. Het enige wat hij aan zijn zoon had nagelaten, waren een paar oude meubels en een oude viool. Die viool had jarenlang werkeloos aan de muur gehangen. Vroeger was hij de beste vriend van den houtvester ge weest, maar het was den houtvester nooit gelukt om zo mooi te spelen, als hij wel wilde en daarom was hij er maar mee op gehouden. Toen zijn vrouw stierf had hij het instrument in een hoek gehangen, waar het onder het stof gekomen was. Maar de houtvester hd altijd één grote wens ge had: hij wilde dat zijn zoon eens zou spelen, zoals hii vroeger gedroomd had te kunnen spelen. Toch was hij er nooit toe gekomen zijn zoontje viool te leren spelen en toen hij eindelijk wilde beginnen., was het te laat. De eerste avond dat de zoon nu heel al leen thuis was, vond hij de oude viool aan de muur. Heel voorzichtig haalde hij hem van de muur en blies het stof er af. Zo ge makkelijk ging dat niet, want de stof zat centimeters dik en hij moest er een stof doek bij nemen om de viool schoon te krijgen. Nu, hij had eer van zijn werk, want eindelijk lag het ding glanzend op z'n arm. alleen de snaren waren allemaal gesprongen. Voorzichtig streelde de jon gen het instrument. Kon hij de viool maar weer levend maken! Hij ging bij het raat zitten en probeerde de snaren weer heel te maken. Maar omdat hij niet wist hoe dat moest, lukte het hem niet. Treurig legde Han, zo heette hij, de viool op tafel en ging naar bed. Even later sliep hij als een roos. Opeens hoorde hij een zacht geritsel of geschuifel bij de deur. Direct daarna ging de deur open en zweefde er een J nge witte gedaante binnen. Ze droeg een lange sluier, die op haar voorhoofd door glinste rende brillianten werd vastgehouden. Zachtjes sloop ze naar het armoedige bed van Han, boog zich over hem heen en kuste hem op z'n voorhoofd. Toen liep ze naar de tafel, nam de viool op, spande de snaren en begon te spelen. Wat speelde ze prachtig! Uit de viool klonken juichende tonen, tonen van vreugde en blijdschap. Plotseling hield ze op met spelen. Even was het doodstil. Toen klonken er andere tonen, nu geen juichende, maar klagende, weemoedige tonen, tonen van zorgen en verdriet. Daarna liep de vrouw weer naar het bed van Han, legde de viool naast hem neer en zei: ,.Ik ben de muziek. Wie van mij houdt, geef ik het allermooiste wat er in de wereld bestaat. Dien geef ik het ver mogen om te kunnen spelen. Niet gewoon spelen, maar snelen van alles wat er in het leven is, lachen, zingen, huilen en ver driet. Dien geef ik de gave dat hii de men sen kan laten lachen of huilen. Maar om van mij te houden, moet een mens een rein hart hebben en van goede wil zijn. Als hy deze dingen niet heeft, of verliest, ver liest hij mij ook .Dan zal hij nog wel kun nen spelen, maar heel anders dan eerst en hij zal er geen plezier meer in hebben ook." Toen zweefde de witte gestalte de deur uit. Toen Han de volgende morgen wakker werd. vond hij de viool, in zijn bed. „Heb ik gedroomd?" dacht hij. „Is het waar dat er een witte vrouw by mijn bed was en dat zy de muziek was? Zou het waar zijn dat ik spelen kan'" Toen hij zich aangekleed had, gunde hij zich niet eens tijd om een boterham te eten, mar greep direct de viool. Ineens voel de hij dat het kleine huisje, waar hij woon de. te klein voor hem was en dat hij het bos in moest. Dat deed hij en zocht een mooi plekje uit, waar hij zou kunnen spe len. Het was er heel stil. Alleen hoorde je in de verte een specht. Han probeerde te spelen. Het 'ukte! Het leek wel of de klanken uit het instrument gleden. In Han's hart scheen opeens de zon. Hij speelde en speelde., urenlang, hy wist het zelf niet. Toen hij eventjes moest gaan zit ten om uit te rusten, dacht hij over alles na. Nu zou hij nooit meer alleen zijn, hij had immers zijn viool. Toen hij weer in z'n huisje was en zijn karig middagmaal klaar maakte, nam hij het besluit om de wijde wereld in te gaan. Diezelfde middag ging hij op weg. Toen hij een eindje van huis was, kwam hij een bruiloftstoet tegen. De mensen zagen dat hij een viool bij zich had en vroegen hem of hij iets voor hen wilde snelen. Nu ging Han aan het hoofd van de stoet lopen en de mensen danste op de maat van de vrolijke wijsjes die Han speelde, achter hem aan. „Jij bent een tovenaar, vioolspeler!" zei den ze tegen hem. Het duurde niet lang of het regende goudstukken in Han's schame le hoedje. In dc stad aangekomen, speelde Han nog voor andere bruiloften en ver diende op deze manier heel veel geld. Toch bleef zijn hart even rein als tevoren en hij zelf bleef de eenvoudige jongen van de boshut. Tot hij op een kwade dag slechte vrien den leerde kennen. Van af die tijd, deed Han niets anders dan feestvieren en drin ken en aan de fee dacht hij nooit meer. Ook niet aan de waarschuwing die ze h?m toen gegeven had. En hii merkte niet eens, dat de klank van zijn viool plotseling min der mooi werd. Totdat de viool op zekere dag helemaal niets meer zei. Hoe hij ook probeerde, er kwamen niets anders dan een paar doffe slagen uit het instrument. Toen begreep Han alles. Hij nam de vi ool, vluchtte naar zijn kamer en gooide zich op z'n bed. waar hij huilde van berouw. Toen kwam de fee weer binnen. Net als toen, boog ze zich over hem heen en zei: „Ik zal je nog één kans geven en zorgen dat je hart weer goed en rein wordt. Als je goed oppast zul je weer kunnen spelen als eerst." De fee verdween en liet Han. die nu huil de van berouw en vreugde tegelijk-, achter. Maar hij had zijn besluit genomen. De volgende morgen pakte hij zijn ransel, klemde de viool onder zijn arm en ging, de weg die hij gekomen was, weer terug. Hij ruste niet voor hij bij z'n huisje geko men was. Daar zette hij alle ramen open, om de zonnestralen te laten binnenkomen en hield grote schoonmaak, want het zag er aardig vuil uit. Toen hij 's avonds in zijn huisje zat en weer even mooi speelde als vroeger, dacht Han bij zichzelf: „Ik ben de gelukkigste jongen van de wereld." Een figuurzaagwerkje voor jongens en meisjes Een practisch cadeautje voor moeder, is dit aardige eierbankje voor de voorraads- kelder. Je hebt er hout van 4 m.m. dikte voor noodig. Kijk eerst goed naar de verde ling. die je op de afbeelding ziet. De getallen geven de maten in centimeters aan. Deze verdeling breng je op het hout over en zaagt dan alles netjes uit. Op de vier hoe ken zaag je 'n t/2 c.m. van de kant af, op de manier van een rechte hoek, waarvan de zijden jy2 c.m. lang zijn, 'n gleuf van 4 m.m. breed. Hierdoor steek je 1 y'o c.m. bre de en 51/2 c.m. lange latjes, die je aan de kant, waar ze tegen elkaar komen, zo hebt afgevijld dat ze rechthoekig in elkaar pas sen. en lijmt ze aan elkaar vast. Ze steken 1 c.m. boven de rand van het bankje uit. Nu zaag je twee U/2 c.m. brede en 3G c.m. lange latten en lijmt deze onder de boven kant van het bankje en aan de binnenkant van de pootjes vast. De pootjes worden nu aan de onderkant van het bankje vierkant gemaakt, door de ruimte eerst met 2V2 c.m. lange en 1 c.m. brede latjes, en daarna met een 4 c.m. lang en 1 c.m. breed latje, waarin je een opening hebt gezaagd voor de lat die er omheen loopt, opvult. Het enige wat je nu nog hebt te doen is alles mooi glad te vijlen. Moeder zal heel blij zijn met dit origine le cadeautje. UIT DE DIERENWERELD. Er bestaat een hagedis die zijn staart af <an breken, als je hem wilt pakken. Als de staart afgevallen is, gaat 'de hagedis rustig verder en kan zich in veiligheid brengen, omdat hy zijn vijanden heeft af geleid. Als een vijand hem in zijn staart bijt laat hij die afvallen en wacht tot er een nieuwe staart is aangegroeid.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 8