Nederlandsch agrarisch front De catastrofale aardbeving in Roemenië Den Haag hoopt op de houtgasgenerator Haagsche straatmuzikanten De broodprijzen Steunverlening aan pluimveehouders Stichting van N.S.B. en „Landbouw en Maatschappij" De gevolgen van de aardbeving in Roe menië zijn rampspoediger geweest dan men gedacht had; nu van talrijke plaatsen be richten zijn binnengekomen kan men zich een oordeel vormen bij het bezien van bij gaande kaart, hoe de ramp zich heeft voor gedaan. Het epicentrum in het Vranca gebergte, steden in de onmiddellijke nabijheid van den hevingshaard werden met den grond gelijk gemaakt; deze lagen in den dikken zwarte kring op de kaart aangegeven. De beving plantte zich voort in twee richtingen, een naar de stad Husi en een tweede naai de Donau stad Giurgiu. Een negental steden werden zwaar ge teisterd welke in het primair stootgebied la gen, daarbij liep de beving dwars door het petroleumgebied. Ook in naburige landen werden de nabe- vingen gevoeld. Pijltjes geven de richting hiervan aan. Voor de lezers zal deze kaart van pas ko men. In een officiéél communiqué worden thans bijzonderheden medegedeeld over de gevol gen van de aardbeving. Te Galatz heeft men tot dusverre 34 dooden en veertig gewonden geteld. Onder de puinhoopen liggen waar schijnlijk nog meer slaochtoffers. Het raad huis, de prefectuur, het bisschoppelijke pa leis en verschillende scholen zijn onbruik baar geworden, de treinenloop naar Galatz is verbroken, doordat bruggen beschadigd zijn. De Duitschers hebben krachtigen steun" verleend bij de hulpactie en het opruimings- werk. Tweeduizend bedden uit het repatri- eeringskamp der Volksduitschers zijn ter beschikking van de dakloozen gesteld. Buitengewoon groot is de schade ook te Targovista, waar $illc huizen min of meer hebben geleden. De bekende kathedraal van Alexandria is ingestort. Ernstige schade is aangericht te Gampi- na, waar de gebouwen in het centrum en aan den rand der stad geheel ingestort en vrijwel alle huizen zwaar beschadigd zijn. Ook te Mizil, Jassy en Foksjan is de schade aanzienlijk. In al deze plaatsen zijn men- schen gedood en gewond, zoo zijn er te Foks jan twaalf dooden en meer dan twintig ge wonden. (Van onzen Haagschen correspondent.) De genomen proeven hebben uitgewezen, dat anthracietgeneratoren voor het stads- busverkeer minder geschikt zijn, zoodat de H.T.M.-directie hiervan heeft afgezien. Thans worden proeven genomen met hout- gasgeneratoren in afwachting van een flin ke toewijzing voor hout. Komt deze niet af. dan zal het verbouwen van 31 bussen, ten be drage van f91.000.—, niet kunnen doorgaan en zul de busdienst nog veel meer moeten worden ingekrompen. Lichtgas, zooals de Gemeentereiniging in Den Haag gebruikt, is voor busexploitatie niet geschikt. Van het in normalen tijd zeer uitgebreide busnet, zijn nog slechts drie lijnen over. waarvan 2 dan nog tot ongeveer de helft zijn ingekort. Met 31 bussen zal het nu mo gelijk zijn, deze drie lijnen te blijven exploi- teeren. Lijn T, de ecnige intact gebleven lijn, wel ke twee volkrijke wijken via de binnenstad verbindt, vervoert alleen op Zondag onge veer 11.000 passagiers en op werkdagen om streeks 7000. Op de beide, ingekorte, trajec ten van de lijnen P en R worden dagelijks gemiddeld 3000 passagiers vervoerd. Den Haag, met zijn groote afstanden, zou het zeker niet zonder deze busverbindingen kunnen stellen, zoodat algemeen gehoopt wordt, dat de houtgasgeneratoren in bedrijf zullen kunnen worden genomen. (Van onzen Haagschen correspondent). Onlangs is van officieele zijde de wensch uitgesproken, dat er voorloopig geen straat orkestjes zouden spelen, zoolang niet een regeling is tot stand gekomen voor licha melijk gebrekkigen en anderen, die door bepaalde omstandigheden niet voor anderen arbeid in aanmerking komen. In liet gehee- le land hoort men sedertdien op straat al leen nog maar draaiorgelmuziek. De be sprekingen over de nieuw te treffen rege ling zijn, naar wij nu vernemen, nog niet beëindigd, hetgeen voor tal van straat muzikanten dreigende armoede en gebrek betcekent. Alleen in Den Haag gaat het reeds om ongeveer 60 man; hier hadden n.I. 13 orkestjes van 4 of 5 man toestem ming om op straat muziek te maken. Voor het meerendeel zijn het jonge menschen. veelal geen beroepsmusici, doch werkloos gewordenen. die een of ander instrument niet onverdienstelijk konden bespelen, voor al viool en harmonica en verder trompet of saxofoon, waarbij zich dan nog enkele „drummers" en banjospelers hadden ge voegd. Zelfs trad er hier op straat een or kestje op, dat een pianist rijk was en de piano op een hiervoor ingerichte bakfiets meevoerde. De Gedupeerden hebben zich nu bij de Arbeidsbeurs en bij Maatschappelijk Hulpbetoon gemeld, maar zouden bet liefst „in de muziek" blijven. Vandaar dat reik halzend naar de nieuwe regeling wordt uit gezien. Maximumprijzen vastgesteld. Volgens een in de Ned. Staatscourant op genomen besluit van den secretaris-generaal van het departement van landbouw en vis- scherij, is het verhandelen of afleveren van tarwebrood, voor zoover het betreft witbrood, slechts toegestaan tggen een prijs, welke niet meer dan .een cent hooger is dan de prijs waartegen soortgelijk wittebrood voor 21 Oc- tober 1910 door denzei fden verkooper werd of moest worden verhandeld of afgeleverd. Van tarwebrood, voor zoover het betreft bruin brood, mag deze prijs niet meer dan tee cent hooger zijn dan die van voor 21 Octobcr lfliO. Naar het theoretisch bedrijfs- inkomen. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van her departement van landbouw en visscherij heeft aan de gemeentebesturen medegedeeld, dat zooals bekend zal zijn aan gemelde colleges, door gemelde sccrc- taris-gencraal maatregelen zijn genomen tot inkrimping van den pluimveestapel. In verband met deze maatregelen kunnen op pluimveehouders, die door de genomen maatregelen in nood zijn geraakt, de vol gende vcrgoedingsmaatregelen worden toe gepast: 1. Pluimveehouders, die overeenkomstig de opgave van de September-inventarisa- tie 1939: 300 of meer kippen en/of eenden hadden, zijn pluimveehouders in den zin \an deze regeling. 2. De berekening van het theoretisch be- drijfsinkomen geschiedt overeenkomstig de thans geldende bepalingen van de zooge naamde kleine boerenrcgeling door een ge meentelijke commissie, met dien verstan de, dat wor pluimveehouders 4% cent per kip of eend per week moet worden vastge steld van het werkelijk aantal kippen of eenden, dat een pluimveehouder volgens de inkrimpingsmaatregelen is toegewezen. Van deze norm mag door den directeur van den dienst voor de kleine boerenbe drijven op voorstel van genoemde gemeen telijke commissie in speciale gevallen worden afgeweken. Een speciaal geval is eerst dan aanwe zig. indien de volgens no. 3 berekende fei telijke vergoeding minder zou bedragen, dan het verschil tusschen de opbrengst van het oorspronkelijke aantal kippen te gen iy2 cent en de opbrengst van het toe gewezen aantal kippen tegen 4% cent. De feitelijke vergoeding mag in dat geval ech ter nooit meer bedragen dan genoemd ver schil. De aanvragen om normverlaging mpeten den directeur van den dienst der kleine boerenbedrijven. Bezuidenhoutscheweg 83 te 's-Gravenhage. worden toegezonden en vergezeld zijn van de desbetreffende for mulieren. Bedoelde gemeentelijke commissie is op dezelfde wijze samengesteld als de gemeen telijke comissie noodig voor de uitvoering van de zoogenaamde kleine bocrenregeling met dien verstande: 1. dat in de plaats van den disfrictleider van den Rijkscontröledienst voor de steun- verlecning van het departement van So ciale Zaken een vertegenwoordiger van den Riiksnluimveeteeltconsulent treedt; 2. dat de commissie zoo noodig met pen plaatselijken deskundige kan worden uitgebreid. De feitelijke vergoeding wordt verkregen door het theoretisch bcdrijfsinkomen van het basisbedrag, berekend volgens de bepa lingen van de zoogenaamde kleine bocren regeling. af fe trekken. De vaststelling van dé vergoeding moet gedurende de maanden October, November en Decemher 1940 geschieden. De uitkeering van de vastgestelde ver goeding geschiedt, maandelijks door den dienst voor de kleine boerenbedrijven. De eerste uitkeering zal plaats hebben op 1 December 1940 voor de maand November 1940. Oud-minister POSTHUMA. Eigen foto-archief). OUD-MINISTER POSTHUMA ALS BEMIDDELAAR BIJ DE OPRICHTING. Elders in dit blad meldden wij reeds de voorgenomen samensmelting van het Ne- derlandsche Bocrenfront der N.S.B. met „Landbouw en Maatschappij" onder den naam Nederlandsch Agrarisch front. Het is ons bekend, dat oud-minister Pos- thuma dit samengaan sterk heeft bevor derd en wij mogen daarom veilig aanne men, dat de beweegredenen daartoe zijn neergelegd in een enkele dagen geleden van da hand van Dr. Posthuma verschenen brochure, getiteld ..Een agrarisch front als landbouworganisatie. Allereerst stelt de schrijver daarin vast, dat Nederland bezet gebied is en dat zijn wil voorloopig is lamgelegd, terwijl het niet meer beschikt over de organen en in stanties van vóór 10 Mei. Hij behandelt daarna, volgens het ITsbl., de vraag, of de gebreken en fouten van vóór 10 Mei thans zijn weggenomen en niet meer gemaakt worden. „Er bestonden en be staan" zoo zegt hij vele land- en tuinbomvvereenigingen: zij hebben steeds alle het gopde gewild. Verschillende vereeni- gingen spraken met elkander over techni sche vraagstukken, ook wel eens over nict- technische, maar zij hieven gescheiden hun weg volgen en elk trachtte al of niet in sa menwerking met één of meer anderen, haar doel te hereiken. Als dat doel langs politieken weg moest worden bereikt, deden zij dat óók, de één ac tiever dan de ander. Van sommige harer kon men zelfs zeggen, dat zij in de wetgevende deelen onzer regeering, waar dat mogelijk was, vertegenwoordigd waren. Wat is van deze middelen en wegen thans nog bruik baar? „Zeker", zoo gaat sehr. voort, „men kan ook thans nog met elkander spreken, maar heeft men nu méér kans, om het met elkander eens te worden dan vroeger? Misschien wel, want nood leert bidden. Of men dien nood zóódanig zal aanvoelen, dat de scheidsmu ren zullen wegvallen? Laat ik rustig, maar duidelijk zeggen, dat ik daaraan n i e t ge loof. Maar als verscheidene iandbouwver- cenigingcn dat deden, waren we er dan? Naar mijn volle overtuiging: neen!" Schr. betoogt dan, dat het niet meer gaat om vereenvoudiging van het vcreenigingsle- ven ter bereiking van nog betere technische uitkomsten, want men moet toegeven, dat technisch véél is bereikt. Als men op dat ge bied had willen vereenvoudigen, waarom deed men dit ddn niet vroeger, d.w.z. vóór 10 Mei? Niet alleen echter, dat dr. P. niet gelooft aan het willen slechten der schei dingsmuren, doch hij meent, dat ook al zou dit nog gebeuren, het te laót zou zijn. Vervolgens wijst schr. er op, dat één der landbouworganisaties, n.1. Land bouw en Maatschappij, een andere en betere opvatting had dan de overige, omdat zij den mensch op den voor grond plaatste en niet de techniek van het bedrijf, terwijl zij bovendien - niet zag naar het belang van den boer alléén doch naar dat van het gcheele platteland, waardoor de geestelijke waarden boven de mate- rieele kwamen te liggen. Echter bleef L. en M., naar het oordeel van dr. P., in twee opzichten ten achter: zij bracht het echte hoeren vraagstuk (de boer gebonden aan den grond „boerenland in boe renhand") niet voldoende naar voren cn vocht niet zonder naar links of rechts te zien onvermoeid voor dit eerste en voornaamste recht van den echten boer. En in de tweede plaats faalde L. en M., naar schr. oordeel, op politiek gebied. „Daar zag zij" aldus dr. P. „wel links én rechts en geloofde met kin derlijke naïveteit, dat alle politieke partijen wel van de L. en M.-inzichten zouden zijn te doordringen, 't Bezwaar, om hier een kep ze te doen, lag in de belofte, bij hare geboor te afgelegd, n.1. niet aan politiek te zullen doen en misschien lag dit bezwaar nóg meer in het feit, dat als zij een keuze had moeten doen, zij die had moeten doen vallen op de Nat. Socialistische Beweging." Schr. behandelt dan de vraag, waarom L. en M. die keuze niet deed en hij antwoordt, dat de leden dan bij hoopen zouden zijn gaan loopen. Zoolang L. en M. zich tegen het meedoen aan politiek bleef verkla ren, mocht zij voor het behartigen der landbouwbelangen ijveren op een wijze, die voor een goed deel samen viel met die, waarop de N.S.B. dit deed. Zoodra zij zich echter zou heb ben nitgespoken als medestander van de N.S.B., zon hij als sneeuw voor de zon zijn verdwenen, hoewel in de vertegenwoordigende lichamen de N.S.B.'ers de eenigen waren, die voor de wenschen van L. en M. op kwamen." Ter verklaring biervan wijst schr. er op. „dat die tegenzin tegen de N.S.B. niet alléén bestond en bestaat bij leden van L. en M.. doch bij het overgroote deel van het Neder- landsche volk en vraagt men naar een ver klaring. dan is er geen andere dan: „zij wis ten en weten niet beter, want nooit hoorde men wat anders, dan dat de N.S.B. een na- aperij was van Duitschland en dat zij niet deugde en staatsgevaarlijk was." En dr. P. voegt er aan toe: „Er kwam nog iets bij: El ke nieuwe strooming op politiek terrein be zit een groote aantrekkingskracht voor onte vredenen. Dit was ook thans het geval en de N.S.B. kreeg nieeloopcrs, die géén aanspo ring konden zijn voor anderen, om óók mee te doen en zeker bij de boeren niet. Geschol den en geschimpl, verdacht gemaakt en ge lasterd, was de N.S.B. zeker niet een bewe ging, waarvan de L. en M.-leiding hare leden het lidmaatschap kon aanbevelen, zonder zelfmoord te plegen," aldus dr. P. Velen denken, dat Duitschland uiteinde lijk den oorlog zal verliezen, doch aan wat er dan zal gebeuren hebben zij nog nooit één ernstige gedachte gewijd." De vraag, of onze boerenorganisa- ties tot 't besef komen, dat er zich een wereldrevolutie voltrekt, die ook Nederland zal veranderen, kan dr. P. niet kort en bondig met neen be antwoorden, want in die kringen ziet althans gevoelt men wel. dat er iets veranderd is en eveneens begrijpt men wel. iets te moeten doen. maar wat? Wat minder bestrijding, wat toenadering is wel goed, maar vormt geen middel voor dezen tijd. Land en tuinbouw komen door deze revo lutie op een bepaalde plaóts in de maatschappij te staan. Tegenover den plicht der voedselproductie komt het recht der bestaanszekerheid. En daarmee hangen samen het verwer ken en verhandelen der producten. Al deze betrokkenen moeten worden georganiseerd, tot groepen, diq tenslote één front zullen vormen! Geen eenvoudige, doch een noodza kelijke taak, die moet worden uitgevoerd, wil het Nederlandsche volk aan den plicht èn het recht kunnen worden voldaan. En die organisatie zal volgens dr. P. nieuw moeten worden opgebouwd; hoe men haar wil noemen, is hem om het even. Doch de vraag, van wien die (nieuwe) organisatie moet uitgaan, moet. men vol gens schr. óók naar de politieke zijde van liet vraagstuk zien. Dr. Seyss Inquart heeft duidelijk verklaard, dat Nederland Neder land kan blijven „doch" zegt dr. P. „wie nog eenig gezond denkvermogen be zit en zich niet overgeeft aan illusies of waanvoorstellingen, zal terstond begrijpen, dat Nederland niet onder alle denkbare om stnndiglieden Nederland kan blijven." En hij wijst er in dit verband op, dat het vas teland, met Duitschland en Italië als spil, ons land „niet zélf maar zal kunnen laten haspelen." „Ook in Nederland zal orde en rust moeten heerschen en in levensbeschou wing zal het, niet gelijk aan, maar wel ge lijkend op Duitschland moeten zijn. Zuiver materieel bekeken, is dit ook het belang van Nederland en of we het willen of niet is minder de vraag, want we zullen het moeten. Men trachte ernstig, zich aan te passen, in het belang van volk èn staat heide." Doorredeneercnde komt dr. Posthuma dan tot de conclusie, dat het alleen de N.S.B. kan en dus ook móet zijn. die de politieke rol zal vervullen, bij de poging, om Neder land met Duitschland in de toekomst te doen samenwer-ken. Dus zal óók het Boeren front van deze beweging moeten uitgaan, doch hij knoopt daaraan vast de vraag, of dit ook technisch te verantwoorden is; be schikt die beweging b.v. over voldoende technische krachten, om zoo'n boerenoren- nisatie te kunnen opbouwen? Aannemende, dat dit niet zoo is, wat belet dan den velen, die hot wel kunnen, om hun gaven beschik baar te stellen? aldus schr., want men kan aan het hoerenfront .meewerken, zonder lid te zijn van de N.S.B., zoodat allen, die in. zien dat door de zich voltrekkende wereld revolutie de toestanden óók bij ons. geheel veranderd zijn, en liet niet bij woorden wil len laten, thans hun kunnen en kennen in daden kunnen omzetten. Amsterdamsche effectenbeurs Flinke affaire. Na gedrukte opening krachtig herstel. - Amerikanen ongeveer prijshou dend. Nederlandsche beleg, gingen vaster. OBLIGATIES STAATSLEENINGEN. Nederland 1910 I 4 Nederland 1940 II 4 Idem met bel fac. Nederland 1938 3.3% Oost-Indië 1937 3 Oost. Indië 1937 A 3 Duitschland 1930 5% V.K. L-K. 101% ioiy4. 94%-95 5/16 951/2-953; 101% 101% 81.34-851/2 S53/4-86 85 851/4 82 82% 253,4-233/4 231/2-25)5: DUITSCHLAND D. Gr. b *40 Ct. 6 Ivonv Kas (m.v.) 4 72% PROVINCIALE EN GEM. LEENINGEN. A'dam '37 I 3% 's Grav. "37 1 3% N.-Holl. '38 3 N.-Hoil. '38 II (3%) R'dam '37 I. III 3% Z.-Holland 1937 3 913/10 82% 84 83% 84 85% 91% 83 84% 84 84% hypotheekbanken. Ned. Hyp.b. Veen dam 3% 90 91% industieele ondernemingen. Buitenland. Farbenind, I. G. 7 Gelsenk. Bergw. 5 bank- en cred.-inst. Binnenland. Koloniale Bank A 188 185 Ned. Ind. Handelsb. A 133% 130% Ned. Handel Mij. c. v. A 121 aandeele'n. 118 industrieele ondernemingen. Binnenland. A.K.U. 1153,4-114 113%-1U Calvé Delft c.v. A. 85 85 Centr. Suiker Mij. 185 185% Fokker g. A. 180 Lever Bros en Unilever cv.A139%-137 137%-135 Ned. Ford 335 333 Philips G B.v.A. 215-217 208-211 Philips pref. A 142% 140 Buitenland. Anaconda coppcr c.v. A. 34-32% 31%-32% Am. Sm. en Ref. c.A. 51% 50% Beth Steel c.v. A 86-91 88%-90% Gen. Motors c.v. A. 56 54 5/16 Kennecot Copper c.v. A. 4t%-40% 3S-39% North. Am. Aviation c.v.A, 23% 20 Rep. Steel c.v. A. 30-28% 27%-285/U U. S. Steel c.v. A. 79%-75% 76%-7S)f petroleumondernemingen. Binnenland. Dordtsche Petr. g. A. 274% 268 Kon. Petr. Buitenland. Shell Union c.v. A. Tide Water c.v. A. 312-299 292-297 133/1-13% 12%-13 123/*-12 115/16-11% scheepvaart maatschappijen. Holland Amerikalijn A 112-115 111 Va-Ho Java China-Japanlijn A. 146-140% 138-140 Kon. Ned. Stoom b. Mij. nat. bez. v. A. 157-150 1 47-150 Kon. Paketvaart A. 223 214 Ned. Scheepv. Unie A. 109-164 159-162$ Rott. Llovd A. 137% 131% Stoomv. Mij. Nederland A. 140 137 suiker-ondernemingen. H.V.A. 465-440 428-437 Javasche Cultuur 265-256 252 N.I.SU. 267-258 Ver. Vorstenl. Cult. 130-126 123-125 tabaksondernemingen. Deli Batavia Mij. 209%-19S 193-1S8 Deli Mij c. v. A. 179%-267 152-159 Senembah 224-213 190-200 rubber-ondernemingen. Amsterd. Rubber 274-264 256-260% Bandar Rubber Mij. A. 191-183 184-185 Deli Batavia Mij. A. 210-200 193-196 Koersen Nederlandsch clearinginstituut Koersen voor stortingen op 13 November '40: Reichsmarken 75.36; Belga's 30.1432; Zwit sersche Francs 43.56; Lires 9.87; Deensche Kronen 36.40: Zweedsche Kronen 44,85 Tsjechische Kronen (oude schulden) 6.42; Tsjechische Kronen (nieuwe schulden) 7.51 Het doelenhuis te Middelburg vernield Onder de panden die op 17 Mei te Middel burg werden verwoest, behoort ook het be kende Doelenhuis van de sehuttcrb van St Joris aan de Balans. Van den gevel van dit in 15S2 in Vlaamschen stijl opgetrokken pand was het bovenste gedeelte met als afsluiting St. Joris met den draak, verloren gegaan, doch het onderste deel was blijven staan, Gisteren zou men dit gaan stutten, doch jn den vorigen nacht heeft cle storm ook dit ge deelte geheel vernield. walvisch aangespoeld In de Gullmarsfjord aan de Zuidwest kust van Zweden is verleden week een ge weldige walvisch aangespoeld. Het dier had geen kop meer en was vreeselljk ver minkt. Het onderzoek heeft uitgewezen dat, de walvisch naar alle waarschijnlijk heid een oorlogsslachtoffer is, hij moet al- tegen een mijn zijn aangezwommen, die daardoor tot ontploffing kwam cn het dief den goheelen kop afrukte. fr

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 2