Hollandsche Maatschappij van Landbouw DE MOORD te Rotterdam Japan tn Amerika moeten liet eens worden Bredanaar met kolenschop gedood Werklooze landarbeiders Onjnisfe dec'aratie wegens vordering op den Staat ANNA PAULOWNA De HEEREN VAN DER HAM GEHULDIGD. De heer C. Rezelman opende de Woens dagmiddag in Veerburg gehouden afd. ver gadering van de H. M. v. L. met een wel kom, dat in het bijzonder was gericht tot de heeren J. en A. van der Ham, die straks gehuldigd zouden worden, wegens 25-jarigen dienst, tot de familie van de jubilarissen, hun werkgever, den heer Gronenian, en oud-werkgever, den heer A. Waiboer uit den Groetpolder. Na goedkeuring der notulen volgde voor lezing van ecnige ingekomen stukken. Op de informatie naar aanleiding van een bij de rondvraag der vorige vergadering ge daan verzoek, kwam bericht van den halte chef te Anna Paulowna, waarin deze me dedeelde, dat de bestelling van goederen in den bestel kring kosteloos geschiedt en voor bezorging hier buiten geen tarief is vastge steld. Het gemeentebestuur vond goed, dat de kamer van B. en W. op het raadhuis beschik baar wordt gesteld voor den Landbouw- r- -us. De lesuren moeten in onderling !cg ge "f'd worden, maar mogen in geen geval op Zondag bepaald worden. Per keer zal f 1.50 betaald moeten w als vergoeding voor onkosten (toezicht geduren de dien tijd in het raadhuis en schoonma ken). Voorz. deelde nog mede, dat door onge steldheid van den heer Hazeloop thans slechts eenmaal per week les gegeven wordt Men hoopt natuurlijk dat de lieer H. zijn werk weer spoedig kan opvatten, maar mocht hij met Januari nog niet hersteld zijn, dan zal getracht, worden het daarheen te leiden, dat de tweede lesavond toch door kan gaan. Een sympathiek gebaar. Zonder eenigc discussie, zonder stemming zelfs, doch door een flink applaus, haar in stemming betuigend met 't voorstel, ver leende de vergadering machtiging aan het afdeelingsbestuur, om arbeiders, die gaarne een cursus op de Volkshoogeschool willen volgen, doch voor wie dit financieel moei lijkheden oplevert, uit de vereenigingskas bij te staan. Ontsmetting van grond en po ters. De heer Schouten van de D.E.F.A. ver kreeg hierna het woord en hield een lezing over het ontsmetten van den grond en po ters tegen schurft en rhizoctonia. In déze lezing, waarover we met het oog op de plaatsruimte, die we voor het volgende agendapunt vragen, niet zullen uitweiden, betoogde spr. dat men er met ontsmetting van de poters alleen niet .is. Ook de grond moet ontsmet worden. Heeft men in Aretan reeds een goed ont smettingsmiddel voor de poters, de D.E.F.A. meent nu ook voor het ontsmetten van den grond over een goed middel te beschikken, dat als poeder over het land gestrooid kan worden. Ter toelichting vertoonde de heer Schou ten een serie lantaarnplaatjes, gaf daarbij een toegiftje van mooie kleurenfoto's en be antwoordde hierna eenige vragen, die. naar aanleiding van het behandelde gesteld wer den. Huldiging J. en A. van der Ham. Het volgende agendapunt was de reeds hoven aangekondigde huldiging van de hee ren J. en A. van der Ham. De heer C. D. Rezelman sprak hun na mens de afdeeling toe en zei o.a.: Het ge denken van een onafgobroken, 25-jarigen dienst is op zichzelf al een zeldzaamheid, zoodat ik geloof, dat het wel bijna nooit zal voorkomen, dat men op dit gebied een dub bel zilveren feest mag vieren. In dezen tijd, waarin we als vanzelf in beslag worden ee- nompn door gedachten aan geweld, aan strijd, aan dingen die ons, mensehen. schei den en verdeden, is het een verkwikking, ons een oogenhlik bezig te mogen houden met een zaak, die geheel vrij staat van de verschrikkingen van 't tegenwoordige we reldgebeuren; met iets, dat juist ontstaan is door datgene wat ons vereenigt pn waar aan de wereld in het algemeen zoo'n behoef te heeft, n.1. onderling vertrouwen en wc- derzijdsche waardeering! Deze 25-jarige dienstbetrekkingen zijn het resultaat van een harmonisch samengaan van werknemer en werkgever. Om tot deze harmonie te ko men zijn noodig een goed arbeider en een goed werkgever. .Ta, m i. viert de heer Groneman vandaag ook een juhilé! Tntus- sehen moeten we toegeven, dat de arbeider hier is de hoofdpersoon, de eigenlijke jubi laris! Tk heb gezegd, het is een goed arbei der. die een juhilé viert als dit pn men zegt ook: een goed arheider is zijn loon waard. Hiermee is echter niet alles gezegd Fen goed arheider maakt aanspraak op ons aller achting en een arheider, die z'n 25-ia- rig juhilé viert, heeft z'n werk goed gedaan! Waarom? Omdat er hij hem lust tot arbeid was. Omdat door dien arheider het werk niet werd beschouwd als een offer, als een noodzakelijk kwaad, maar gevoeld werd als een zegen! Omdat de arbeid ziin liefde had' En hiprmee is zooveel gezegd, want wie z.'n werk met liefde doet, vindt in dien arbeid ook een groot deel van zijn levensgeluk. Tk weet zeker jubilarissen, dat jullie in de afgeloopen 25 jaar geluk hebben gevon den in het verrichten van den landarbeid die meestal zwaar, soms minder aangpnaam maar dooreen genomen, om z'n groote ver sche'denheid. toch zoo heel mooi is. Ooi- mooi Is. omdat de landarbeider in z'n arbeid zoo dicht hii de natuur staat Tk heb veron darstel d. dat de afgeloopen 25 Ta ren U hei den geluk hebben gebracht. Hef terugden ken aan dien tijd zal Te in de toekomst ge voelens van bevrediging en geluk blijven geven. Spr. overhandigde hierna het diploma van het hoofdbestuur der H. M. v. L., aan den heer J. van der Ham. (Door een mis verstand, was het hoofdbestuur niet tijdig op de boogie gesteld van het tweede juhilé, maar het diploma voor den heer A. v. d. Ham volgt spoedig. Deze diploma's zei spr.. zijn niet bedoeld als belooning, maar als herinnering aan dit oogenhlik en houden in een gelukwensch van Hoofdbestuur en Af deeling en geven uitdrukking aan onze dankbaarheid voor het voorbeeld, dat U beiden door Uw 25-jarige- trouwe plichtsbe trachting hebt gegeven aan werknemers en werkgevers beiden! De heer Groneman sprak. T)e heer Groneman, die als werkgever van de jubilarissen het woord voerde, her innerde aan het in dienst lieden van den heer Jan van der Ham in 1915. Hij stond voor een moeilijke taak, niet alleen omdat aan een bedrijfsboer zulke hooge eischen worden gesteld, maar ook omdat hij in de heeren Vogelenzang en Klare zulke uitmun tende voorgangers had gehad. Een bedrijfs boer moet van alle onderdeden van het be drijf volkomen op de hoogte zijn, zelfstan dig kunnen werken, eigen inzicht hebben en toch ook rekening houden met de wen- schen van den werkgever, al zijn die naar zijn eigen meening, ook verkeerd. Hij moet oen man van karakter zijn, door en door eerlijk, gezag hebben over de arbeiders, die op hun beurt moeten weteen, dat goed werk van hen geëischt wordt, maar ook dat hij ze een goed hart toedraagt, dat hij ze wat gunt, als ze 't verdienen. De heer Groneman vond in Jan van der Ham zulk een man. Kort. voor de overstroo ming kwam hij in z'n dienst en toonde al dadelijk z'n bekwaamheid, toen het bedrijf onder water kwam. Z'n nieuwe werkkring bracht hem in 't begin niet veel vreugde, wartt in 1916, na de overstrooming was er niets te oogsten! Maar toen weer gez.aaid, gewerkt en geoogst kon worden leerde spr. de kunde van Jan van der Ham in het land bouwbedrijf kennen. Steeds, zei spr, heb ik groote bewondering gehad voor zijn per soon, om z'n open, eerlijk karakter, om z'n plichtsbetrachting, z'n liefde voor zijn werk Van der Ham is een man van 't oerdege lijke type, van innerlijke beschaving, die an deren tot voorbeeld kan dienen en door ieder wordt geacht. En hoewel hij nu op een leeftijd is, waarop de meesten gedwon gen zijn tot en Verlangen naar rust, is hij Over den moord op den Bredaschen koop man P. van Aart, die sedert 12 November j.1. vermist werd en wiens lijk men in den kelder van een woning aan de Franschelaan te Rotterdam hoeft teruggevonden vernemen wij van de zijde der politie nog nader: Van Aart jvas, naar bekend. Dinsdagmor gen 12 November naar den Haag gegaan om een partij textielgoederen, welke buiten de distributie om werd aangeboden, te koopen. Toen hij des avonds niet terugkeerde stel de de familie de Bredasche politie van de verdwijning in kennis en toen men na en kele dagen vermoedde dat er misdrijf in liet spel was, werd een uitvoerig onderzoek ingesteld. Uit de verklaringen van familieleden bleek dat de koopman dien morgen naar Den Haag was vertrokken in gezelschap van den lieer J. van de B. uit Bussum. Deze had van Aart medegedeeld, dat de goederen in Den Haag waren opgeslagen en dat men daar twee mannen zou ontmoeten. Inderdaad maakte men in Den Haag ken nis met J. F. J. D., een man die bij de po litie als misdadiger bekend staat en een man, die wel werd voorgesteld, maar wiens naam de Bussumcr, die de politic later deze bijzonderheden verstrekte, vergeten was. Deze onbekende deed zich voor als eige naar van de goedegen en na langdurige besprekingen deelde hij mede, dat de goe deren in Rotterdam lagen. De vier mannen begaven zich nu naa^ Rotterdam, om de goederen te bekijken. In een café op de Westkruiskade werd koffie gedronken en tijdens de onderhandelingen kreeg de Bussumcr den indruk, dat hij te veel was en dat de mannen het verder lie ver zonder zijn aanwezigheid zouden stel len. Toen de anderen dan ook weggingen, bleef hij in het café achter met de afspraak dat hij zou wachten. Toen de man echter den geheelen middag in het café bad gezeten en de anderen om 7 uur des avonds nog niet terug waren, gaf hij het op en vertrok naar Bussum. Na dien tijd hoorde men van den koop man Aart niets meer. De politie nam de zaak in onderzoek en vroeg aan den Bus- sumschen koopman v. d. B. bijzonderheden De eenige naam, dien hij kon noemen was die van den beruchten J. F. J. D., die in Amsterdam moest wonen en de Amster- damschc politie deed moeite om achter de verblijfplaats van D. te komen, tot dusver re is dit echter niet gehikt. Hoewel men er zeker van is, dat D. ergens in Amsterdam is heeft men hem niet kunnen opsporen. Van de Amsterdamschc politie kreeg de Rotterdamsche recherche, die het onderzoek nu had overgenomen, aanwijzingen dat de onvindbare D. vroeger wel omeane had gehad met den 35-jarigen T. A. F. S.. dip in de Fransehe'aan te Rotterdam woond" Deze S. was in dienst geweest van eee woningbureau, waar men hem echter ont- fot mijn genoegen nog bereid en in staat mijn bedrijf te blijven leiden. Spr. dankte den heer Van der Ham voor 't voorrecht met hem te hebben mogen sa menwerken, te mogen prpfiteeron van zijn ijver, kunde en strijd voor het bedrijf, als of 't van hem zelf was, dankte ook voor het medeleven met hem en z'n familie en wenschte hem geluk met dezen dag. f Stof felijke bewijzen van erkentelijkheid had de jubilaris reeds thuis ontvangen). De heer Groneman richtte zich vervolgens tot. den zoon. den heer A. v. d. Ham, die gedurende de afgeloopen 25 jaar onder diens vader op bet bedrijf heeft gewerkt en over wiens arbeid en bekwaamheid hij eveneens z'n waardeering uitsprak. Welk •werk het ook gold, steeds had spr. liet vertrouwen, dat het goed zou gaan. Voor den'Vader is hij een groote steun. De heer Waiboer leverde reeds alleen door z'n aanwezigheid wel het beste bewijs, dat het vele goede, dat van de jubilarissen was gezegd, zeker ver diend was. Maar deze oud-werkgever, die den heer Jan van der Ham op z'n bedrijf in den Beemster leerde waardeeren en daar oiok Arie's eerste schreden in den landbouw volgde, en nu uit den Go rel polder kwam om deze huldiging bij te wonen, wenschte ook uiting te geven aan z'n dankbare her innering aan de 10-,jarige samenwerking en deed dit- in zeer sympathieke bewoordingen. rilm en dank van jubilarissen. De heer Raap had met veel moeite een filmpje van lantaarnplaatjes kunnen samen stellen uit het leven van den heer J. v. d. Ham en nadat dit vertoond was, dankte een der zoons het bestuur dér afd. voor het geen het voor zijn vader gedaan had. de heeren Gronenian en Waiboer voor het ver trouwen dat zij hem schonken en den eer ste nog bovendien voor zijn cadeau. Rondvraag. Feest in 't verschiet. Classificatie v. aardappelen. Van de rondvraag noteeren we nog: De heer Raap vroeg namens een meerder heid van het bestuur aandacht voor het volgende. De penningmeester zal het volgende jaar een kwart eeuw z'n functie hebben vervuld en men zal in dat jaar ook afscheid moeten nemen van den voorzitter, die dan 15 jaar den hamer heeft gehanteerd. Spr. vroeg een blanco crediet om 't behoorlijk te kunnen vieren, hetgeen met aller instemming ver leend werd. Na een opmerking van den heer Jb. van Duin over de» classificatie van de aardap pelen, beaamde de heer Van Blanken, dat deze inderdaad niet juist is. Op 't oogen hlik is er niets aan te doen, maar er wordt aan gewerkt om er verandering in te krij gen. De secretaris zal er namens de afd. ook aan het hoofdbestuur over schrijven. Hiernrf volgde sluiting. slagen had. Hij was nu verzekeringsagent en woonde alleen in het benedenhuis in de Franschelaan te Rotterdam. Wel had hij een tijdje samen gewoond met een vrouw, in het geheel geen argwaan koesterde, pro- trokken. De Rotterdamsche politie, die tegen S. in het geheel geen argwaan kosterde, pro beerde zich niet hem in verbinding te stellen in de hoop dat S. iets zou weten van dn verblijfplaats van D. die men eerder ver dacht. S. was echter vrijwel nooit thuis en ten slotte werd hij schriftelijk op het hoofdbu reau van politie ontboden. Dinsdagmorgen 18 December verscheen S. prompt op tijd in het hoofdbureau, waar inspecteur Molles hem verschillend bijzonderheden over D. vroeg. Om den man in te lichten omtrent de zaak waarvoor men zijn inlichtingen noo dig had, werd hem verteld, dat de koopman P. van Aart verdwenen was en het laatst in gezelschap van D. en enkele anderen was gezien. Toen de inspecteur den naam van Aart noemde, schrok de onder vraagde zichtbaar en hij werd zoo zenuwachtig, dat de inspecteur arg waan kreeg. Hij informeerde even verder en plotseling deelde S. mede dat hij ook in dat gezelschap was geweest. Hij was de onbekende, die in Den Haag den koopman en den Bussemer had opgewacht in gezelschap van D. Hoewel ook toen de politie tiog geen zware verdenking tegen S. koesterde, legde deze een volledi ge bekentenis af en verklaarde dat hij den koopman had vermoord. Nadat men van de B. in het café had ach tergelaten, waren de mannen op weg ge gaan naar de Franschelaan, waar volgens S. de goederen lagen. Onderweg had men D. weggezonden, zoo dat S. mei den koopman alleen was. Volgens den moordenaar heeft hij in zijn woning met van Aart ruzie gekregen. S. had den koopman meegetroond naar zijn woning onder het voorwendsel, dat de goede ren daar lagen. Toen van Aart hier eenmaal was, moesl hij bekennen, dat hij de goederen niet had en or zelfs geen eigenaar van was. Van Aart gevoelde zich bedrogen -n er volgde ruzie welke zoo hoog liep, dat S. dm koopman met een kolenschop dood sloeg. Hij moest nu het lijk verbergen en omdat hij een benedenhuis bewoonde, kwam hij op het idee het lijk in den kelder te be graven. De woningen aan de Franschelaan heb ben echter geen echten kelder, maar een 'trn kruipkelder, een kelder met een hoogte van slechts ongeveer 80 cm. met een cemen ten vloer. MOELIJKHEDEN BIJ DE W.K.-UITKEERINGEN. De voorgaande week hebben wij mede gedeeld. dat in verschillende gemeenten moeilijkheden waren gerezen inzake de utikeeringen uit de werkloozenkassen van de landarbeidershonden aan werkloos ge worden landarbeiders. Slechts die werk looze arbeiders, die zich bereid verklaarden arbeid in Duitschland te aanvaarden, mochten z.e stempelen en kwamen voor uitkeering in aanmerking. Zeer' vele ar beiders. die niet naar Duitschland kunnen gaan omdat ze in het vroege voorjaar van 1911 weer naar hun landbouwers moeten of kunnen têrugkeeren, maakten bezwaar tegen de gevraagde bereidverklaring. Tn verband met bovenstaande moei lijkheden heeft het departement van sociale zaken thans aan de gemeentebesturen medegedeeld, dat de meening niet juist is dat leden van werkloozcnkassen van land- arbeidersbonden geen uitkeering imogcn ontvangen en zelfs geen aanimeldingslijstcn mogen teeke nen, voordat ze zich bereid ver klaard hebben arbeid in Duitsch land te aanvaarden, welke hun eventueel zal worden aangeboden. Die bereidverklaring geldt slechts ten aanzien van de plaatsing bij cultuur-technische werken of an dere werkverruimingsobjecten. Ten aanzien van de werkloosheidsverze kering gelden de bepalingen van de regle menten van de werkloozenkassen. Indien volgens de reglementaire bepalingen aan spraak oo uitkeering bestaat, mogen de le den uitkeering ontvangen zoolang het nog niet vast staat, dat ze in Duitsdhland kun nen gaan werken en hun dienovereenkom stig persoonlijk arbeid in Duitschland on der daabbij medegedeelde arbeidsvoorwaar den is aangeboden en zij dien arbeid heb ben geweigerd. Na deze aanvullende circulaire mag zeker verwacht worden dat de ontstane moeilijk heden zullen zijn opgeheven. In aansluiting met het bovenstaande kan nog worden medegedeeld, dat aan de ge meentebesturen is verzocht er op toe te zien, dat de werklooze landarbeiders, waaronder ook te verstaan ziin zuivelarbeiders, tuin- bonwarbeiders. niet in een ander beroep, hetzii In Dnitsehland, hetzij hier te lande worden geplaatst. Voor de Haagsche rechtbank heeft zich te verantwoorden gehad de 35-jarige land bouwkundige en zaadhandelaar J. J. A., die verdacht werd van poging tot oplich ting. Hem was ten laste gelegd, dat hij in Juni jl., om den bevoegden ambtenaar te bewe gen hem geld uit te betalen, een brief ge schreven heeft aan den opperbevelhebber, bestemd voor de „adviescommissie vorde ringen", waarin hij voorwendde, dat hem, terwijl hij op 5 Mei van dit jaar was ge arresteerd en nadien geïnterneerd te Oolt- gensplaat, bij zijn arrestatie waren afgeno men gelden en goederen (nl. een 1000-mark- biljet, een zilveren sigarettenkoker en een sigarenaansteker) met opgave van de be weerde waarde en dat hem een koffer was toegezonden, inhoudende goedpren, met op gave van de beweerde waarde, een en an der tot een totaal bedrag van 1122,85. Verd. beweerde, dat een en ander niet weer in zijn bezit was gekomen en als verloren moest worden beschouwd, waarom hij scha deloosstelling verzocht tot bovengenoemd bedrag. Aan dit verzoek is echter geen ge volg gegeven. De rechtbank heeft hem gisteren over- eenkomstig den eisch van den officier van justitie veroordeeld tot negen maanden ge vangenisstraf. De moordenaar brak np den vloer van de voorkamer op en bikte daarna den vloer van den kelder niet een houweel open. Dit was een uiterst vermoeiend karwei, onrdat hij op zijn knieën moest liggen en zelfs in die houding het hoofd niet recht op kon houden, daar de kelder te laag was. Iu zijn angst zag hij kans, niet alleen het cement weg te bikken, maar ook een flinke diepe kuil te graven, waarvoor hij ongeveer een kubieke nieter grond moest verzetten. Na zorgvuldig het lijk beroofd te hebben van alles wat waarde had en wat de iden titeit zou kunnen vaststellen, schoof hij het lichaam in den kuil en wierp er zand op. Vervo'gens metselde hij den cementen vloer dicht, zoodal van het misdrijf geen spoor meer te bekennen was. De ringen, liet horloge en alle andere voorwerpen, die niet te verbranden waren, wierp hij naar hij beweerde, in het water. De portefeuille, waarin zich tusschen de f 600 cri f 700 aan bankpapier bevond, zegt hij verbrand Ie hebben. De politie heeft deze voorwerpen nog niet teruggevonden. Nadat S. gearresteerd was, heeft men het nieuw gemetselde beton ten tweede male opengehakt. Op 80 c.m. diepte werd het lijk gevonden. De politie onderzoekt thans in hoeverre er sprake is van roofmoord. S. ontkent dat het plan om den koopman te vermoorden, reeds eerder bestaan had. Ook ontkent hij. dat hij de textielgoederen slechts als lokmiddel- heeft gebruikt,.om het slachtoffer in zijn woning te krijgen." De politie onderzoekt de mogelijkheid of deze moord iets te maken kan hebben met den moord op den Amsterdamschen koop man Nebig. wiens lijk men dezer dagen in Amsterdam gevonden heeft. Eigenaardig is dat ook deze koopman on der voorwendsel van handel te kunnen doen was meegelokt, terwijl J. F. J. D. omtrent wiens verblijfplaats men nog in het duis ter tast, een Amsterdammer is. Collectieve arbeidsovereenkomst in het Bloembollenbedrijf Haarlem. De besturen van de orga nisaties van patroons en arbeiders in het bloem'bollénbedrijf zijn na gehouden be spreking, behoudens goedkeuring van het college van rijksbemiddelaars, tot overeen- stomiming gekomen inzake de collectieve arbeidsovereenkomst voor het bloembollen- bedrijf voor 1941-'42 Het. bestaand collectief contract zal vrijwel ongewijzigd worden verlengd behoudens voorloopig de toeken ning van een duurt ©bijslag van f 1.50 per week op de loonen van alle volwassen ar beiders gedurende liet tijifvak 9 Mei 19J0 lot en rrf\ 17 Mei 1941. Over een na 17 Mei 1911 toe te kennen duurtebijslag zullen partijen vooraf opnieuw bijeenk omen. Het voor liet bloembollenbedrijf bestaande kin- derbijslagfonds zal per 28 Februari 1941 worden opgeheven. Brand te Groningen In den vorigen nacht is de Groninger brandweer gealarmeerd voor een feilen brand aan de Helperweststraat te Gronin gen. Het vuur woedde in een pakhuis, ge huurd door de firma E. Zwarte veen, die er een groote hoeveelheid asphaltpapier had opgeslagen. De brandweer rukte onder lei ding van den commandant met groot ma teriaal uit. Zij bestreed de vuurzee met vier slangen op de motorspuit, doch kon niet verhinderen, dat de voorraad asphalt papier geheel verloren ging. De bovenver dieping van het pakhuis brandde geheel uit. De oorzaak van den brand is onbekend. Een botsing in den Stillen Oceaan beteekent het einde der bechaving De Japansche minister van buitenland- sche zaken, Matsoeoka. heeft op den feeste- lijken afscheidsmaaltijd, welken de Ameri- kaansch-Japansche vereeniging den nieu wen Japanschen ambassadeur te Washing ton, admiraal Nomoera, die binnenkort naar zijn post vertrekt, te Tokio heeft aan geboden, in een opvallend uitvoerig betoog de betrekkingon tusschen Japan en de Ver- ecnigde Staten behandeld. Matsoeoka begon met de hoop uit te spreken, dat het Nomoera gelukken moge, alle eventueeie mogelijkheden voor een botsing in den Stillen Oceaan Ie verhinde ren. De oorzaken, die ongelukkigerwijze tot de verscherping in de betrekkingen tus schen heide landen geleid hebben, aldus Matsoeoka, zijn van veelvuldigen aard. De voornaamste oorzaak is evenwel, dat de Vereenigde Staten geen begrip toonen voor de Japansche eischen en doelstellingen. In tegenstelling tot de indrukken, die in Amerika en elders daarover bestaan, voert Japan tegenover China geen imperialisti- schen oorlog van agressie. Japan vecht niet voor de vernietiging, maar voor den op bouw van een blijvenden vrede en voor het welzijn van een op gerechtigheid en gelijkheid berustend Oost-Azië. Elke na tie, die aan de voltooiing van deze groote taak wil medewerken, is welkom. Japan zal zich van dezen ingeslagen weg niet la ten afhouden, hoe sterk de druk ook is die op het land wordt uitgeoefend, en wie de zen druk ook probeert uit te oefenen. Vervolgens wees de minister er op, dat een volkomen wereldvrede mogelijk zal zijn, wanneer eerst door regionale overeenstemming een regionale overeenstemming is gewaarborgd. Wat het driemogendhedenpact betreft, hierin heeft een deel van het Amerikaan- sche volk de doeleinden van Japan mis verstaan. Het beschuldigt Japan ervan, dat het vijandige bedoelingen jegens de Vereenigde Staten zou koesteren. Niets is echter chvazer en meer bezijden de waar heid. Japan wil de Vereenigde, Staten of een land niet, uitdagen. Het wenscht eener- zijds slechts Alleen gelaten ten worden om ongehinderd zijn ophouwend werk te kun nen verrichten en anderzijds wenscht het dat er een einde komt aan den oorlog in China en Europa zonder dat andere lan den, en vooral niet een zoo machtig land als de Vereenigde Staten, daaraan deelne men. Een deelneming van de Vereenig de Staten aan den Europeeschen oorlog of een hotsing tusschen de Vereenigde Staten en Japan in dén Stillen Oceaan zoo meende Mat soeoka verder, zou tot een volledige ineenstorting der beschaving leiden. In dit verband zeide hij allen Amerika nen geen twijfel te willen laten bestaan over het feit. dat Japan trouw is jegens zijn bondgenooten en trouw wil blijven en dat de Japansche buitenlandsche politiek in de toekomst het driemogendhedenpact tot kernpunt zal hebben. Dit beteekent geen dreigement, maar is eenvoudig een constateering om mogelijke misverstanden te vermijden. Wat de Chineesche kwestie betreft, ver klaarde Matsoeoka, dat dit voor de Ame rikanen een gevoelsvraagstuk en voor Ja pan een levensvraagstuk is. dat het bestaan van het Japansche rijk raakt. Japan blijft hoop koesteren ten aanzien van de mogelijkheid om tot een spoedig herstel van den vrede in China te geraken. De regeering te Nanking kan beschouwd worden als epn voorbode voor betere tij den. Tenslotte betoogde de minister, dat Japan en de Vereenigde Staten het aan de menschheid verschuldigd zijn, hun po gingen te verecnigcn en alles in het werk te stellen, om het verschrikkelijke onge luk van een conflict in den Stillen Oceaan te vermijden. Matsoeoka besloot zijn betoog met een dringend beroep op het gezonde verstand van beide volkeren om ten aan zien van de ongewone wereldsituatie een rustig oordeel en koel hoofd te bewaren. De minister werd ingeleid door den am bassadeur. der Vereenigde Statcp en eere» vorzitter van de Japansch-Amerikaan- sche vereeniging, Joseph Grew.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1940 | | pagina 8