Reite jongen} en meUjeJ.!
Wel allemensen! Daar is het Woensdag
morgen alweer winter geworden. Toen ik
opstond dacht ik: Het lijkt wel kouder dan
gisteren. Ik «loeg m'n gordqnen voor de
ramen weg en wat zag ik? Sneeuw! Het
was een witte wenjid en toen ik mij aange
kleed had bemerktt ik, dat het weer vroor
ook. De sneeuv was droog en de grond
hard. Ja, daa»- had ik nu helemaal niet op
gerekend, jullie wel? Ik dacht, nu blijft het
wel dooien en de schaatspret is uit, voor
goed. Maar zo zie je alweer hoe verander
lik het weer is.
Jullie zult wel weer zo veel mogelijk ge
noten hebben van deze derde winter, is het
niet? Voor de mensen, die door de koude
moeten en de mensen die niet veel kolen
kunnen krijgen, was het anderj geen pret
tige gewaarwording.
Kom, ik zal eerst eens uitzoeken wie
ditmaal de prijs in de wacht sleept. Dat is:
AAGJE BORST,
Keins, Scha gen.
Wel gefeliciteerd hoor!
En nu zullen we de goed gevulde
brievenbus eens beginnen coor te worste
lt Allereerst is daar een briefje van:
Janni B(jpost, Valkoog. Dat is nog
van 4 Januari en ik denk dat Jannies pols,
die zjj bij het schaatsenrijden bezeerd heeft,
nu wel weer beter zal zijn. Heb je evengoed
fijn van het ijs geprofiteerd? Je moeder
kan zeker ook wel goed rij een? De hand
warmers heb je zeker al je fiets gedaan
Nu, Jannie tot volgende week.
Dieuwi Schouten, Breezand. Natuurlijk
mag jij met de briefjes 'meedoen, Dieuwi.
Ik zou haast zeggen: hoe meer hoe liever!
Wat een broertjes en zusjes heb jij, zeg.
Wees maar lief ■'■oor ze. Je raadsél was goed
hoor. Het moet „hout" zijn. Dag Dieuwi!
Jan-Piet, Nel, Trijntje en Betsie Hoenson.
Dus jullie hebt 7 Januari ook feest gehad.
En dat na al die andere feesten. Het kan
niet op, zeg. Nee, dat was niet leuk, dat
de kleine kinderen op het kerstfeest niets
kregen. Maar misschien waren er geen bon
nen genoeg er dan is er niet3 aan te doen,
hè? Wel gefeliciteerd met de vierde prijs
bij het schaatsen. Heel veel vriendjes en
vriendinnetjes hebben schaatswedstrijden
gehad. Dag allemaal.
Ja jullie brief van vorige week was ze
ker te laat gebracht door de post. Natuur
lijk wil ik in jullie poëziealbum schrijven.
Als je in Schagen komt geef je het maar
eens by de krant in de winkel af. Ja, die
Buyen is een hardrijder, hè. Zou je liever
Langendyk als kampioen gehad hebben?
Dag.
Nellie Pauw, Kolhorn. Dus is de taart
wel op, zeker? Het electrisch gemaal in
Kolhorn weet ik wel te vinden. Of dat het
zelfde is als wat jij noemt in de Waard-
polder weet ik niet. In Kolhorn staat het
achter de dijk, bij dat voetrtraatje waar je
niet fietsen mag. Juffrouw Jen9en ken ik
wel, hoor, maar meester Egberts niet. Dag,
Nellie.
Marian de Braaf, Wleringerwaard. Je
briefje is per ongeluk een beetje bescha
digd aangekomen, Marian en nu weet ik
niet, of ik je naam wel goed schreef. Ja,
hoor,? je mag ook met de club meedoen. Ik
wou, dat ik ook zo'n oude kous met duiten
had, zoals op je briefpapier staat! Dag
Marian!
Grietje Stapel, Sijbekarspel. Zoo, dus
Je bent in Hoorn geweest. En je hebt flink
van het ys genoten. Nu, daar heb ik niets
op tegen. Ik vind het fijn als m'n jonge
vriendjes en vriendinnetjes zoveel prettige
dingen medemaken. Je hebt je ook best
geweerd by de versiering thuis met de
Kerst. Dat was een lange brief, hé Grietje.
Die van jou bedoel ik. Ik kan niet zoveel
schrijven, want er is maar weinig ruimte.
Dag!
Koosje Bregman, Schagen. Koosje
heeft ook al een jarige moeder gehad en
binnenkort is Vader jarig. Fyn zeg, al die
feesten. Zo, dus het schaatsen beviel je
best? Dat kan ik me indenken. Als je dit
leest is er misschien alweer ys om te rijden.
Dag Koosje.
Willy Roeffel, 't Zand. .Dank je wel
voor je goede wensen. Wat zyn er veel
mensen ziek op 't oogenblilAllemaal ver
kouden... verkouden... verkouden! Heb jij
nog steeds den dokter kunnen ontloopen
Tinie Halman, Schagen. Dat is niet zo
plezierig wat je- me daar van je vader ver
telt, Tinie. Heeft vader z'n been gebroken?
Dat zou niet zo mooi zijn en we zullen
maar hopen, dat het gauw weer geneest.
Dag Tinie.
Arie Bakker, Kolhorn. Dat begrijp ik
niet goed Arie. Je hebt tweemaal een brief
kaart met de raadseloplossingen gestuurd
en toch stond je niet in de krant? Dat is
jammer en ik kan me begrijpen, dat je
daar een beetje boos om ent. Ik zal het
eens nazien hoor, maar het is best mogelijk,
dat ik het niet meer zal kunnen vinden.
Vandaag sta je er in ieder geval wel in.
Tot volgende week. Arie.
Rikus Hagenaar, Dirltshorn. Rikus, in
de eerste paats hartelijk gefeliciteerd met
je verjaardag. Je wordt al groot zeg, negen
jaar. Ik hoop maar, dat je nog heel dikwijls
je verjaardag zult mogen vieren. Dat was
jammer, dat dat touw uit je handen glipte.
Anders had je misschien een prys gewon
nen.
AH Groot, Valkoog. Alweer een ni< uw
raadselvriendinnetje. Dat gaat goed zo.
Welkom hoor Ali. Ben je zo ziek geweest?
Akelig was dat zeg. Gelukkig dat je nu
weer thuis bent. Eet maar veel en pas maar
goed op, dan wordt je vast weer helemaal
beter. Dag Ali.
Beppie Kole, Anna Paulowna. Ja in
Anna Paulowna zijn heel veel mensen, die
Helderse vluchtelingen in huis hebben. Jul
lie hebt er zeven. Dat is heel wat, zeg. Dus
jy hebt ook zo geweldig vr.i de schaatsen
genoten? Ja, het is een prachtige, gezonde
sport.
Trijntje Schoehuijs, Schagen. Zoo, ben
jy op 1 Maart jarig. Nu, wanneer ik jarig
ben, weet je nu zeker al, want het staat in
een van de briefjes. Ja het lijkt nog ver
weg, 1 Maart, maar de tijd gaat zo hard
en ongemerkt is het al zo ver. Dag Trijntje.
Wies je Schoehuijs, Schage.i. Je zusje
schreef al, dat je mee zou doen aan de
schaatswedstrijden, maar dat deze door de
dooi niet doorgingen. Dat vond je wel jam
mer zeker? Of Elly Kweldam dichteres
wordt weet ik niet, maar ik heb zo'n idee
van wel. Dag Wiesje.
Nelly Böttger. Kijk, dat is ook al een
nieuw vriendinnetje van me. Nu, dat kan
hoor. Ik kan nog veel meer vriendinnetjes
en vriendjes gebruiken, iet als tegenwoor
dig de bonnen. Hoe meer bonnen, hoe beter.
B.v. vet, boter, eieren. Ik kryg wel eens
meer bonnen. En die ik over heb geef ik
natuurlijk weer aan andere mensen, die
ze goed kunnen gebruiken. Zo helpen we
elkaar. Tot volgende keer Nelly.
Fancy Vergaay, Breezand. Daar vind
ik geen briefje van op mijn tafel, maar wel
een keurig getekend gansje en haar raad
sel-oplossing. Ik hoop maar, dat ik het
briefje niet per abuis weggemaakt heb.
Dat zou jammer wezen. Dank je wel voor
je tekeningetje, hoor. Dag Fancy.
Gerrit Blom, Petten. Geweldig Gerrit,
dat tante Zus jou bedacht heeft met een
nieuwe broek. Die kon je hebben, zeg! Of
ze ook mal met jou is, die tante Zus. De
foto hebben we thuis met z'n tweeën een
hele tijd zitten te bekijken. We vonden het
geweldig leuk van jullie om ons daarmee
te verrassen. En dat nog wel met zo'n
mooie foto. Kim je die wel goed missen?
We vonden allebei dat jullie er even aar
dig opstonden (was moeder niet trots op
de foto??).
Coba Blom, Petten. Die tante Zus is
een gulle. Want die heeft jou, als extra-
Sinterklaasgesohenk, nog verblijd met een
mantel. En... dat in deze tijd. Ik denk, dat
je er wel bijzonder zuinig op zal zijn, Coba.
Wat stond je leuk op de foto. Je lijkt op
je broer, zeg! En jij hartelijk bedankt voor
die verrassing, Coba!
Geertje Beens, Kolhorn. Mag ik jou
vriendelijk bedanken voor de gestuurde bon
nen, Geertje? Ik behoef je zeker wel niet
te vertellen, dat we die gebruiken konden.
M'n vrouw vloog me zowat om de hals toen
ik er mee thuiskwam. Ook moeder hartelijk
dank er voor.
Wat een gezellige brief had ja geschre
ven. Jij kent het! Bravo!
Grietje Stapel, Sijbekarspel. Nog een
vriendin, dieme bonnen stuurt en die ik
dus eveneens moet bedanken. Fijn hoor!
Nee Grietje, de briefjes gooi ik nooit onge
lezen weg. Ik weet hoeveel werk jullie er
aan hebben en zoiets gooi je dan niet weg,
zonder er kennis van genomen te hebben.
Krijg ik volgende week weer een grote
brief van je...?
Gerri Kuyper, Moerbeek. Vind je de
winter niet fijn? Alle kinderen vinden de
winter toch rijn? Da kun je schaatsen en
sleetje rijden. Ben je nu weer helemaal
beter? Heb je nog wat van Sjors gewon
nen, Gerri. Wat een bij-de-handje is dat, hè.
Ja, in de winter is het buiten soms erg
mooi. Dus Gerda- Bronder is je nichtje Ze
wordt wel wat geholpen, denk ik. Dag
Gerri.
Corrie Bakker, Julianadorp. Wanneer
ik jarig ben? Ja, eigenlijk moest ik dat niet
verklappen, hè. Wel Nou vooruit dan
maar: 28 Augustus. Dat duurt nog lang, hè.
En m'n vrouw 26 April. Wat een mooi
rapport was dat, zeg. Als je zoo door gaat,
ga je vast over. Eierenbonnen wil ik heel
graag van je hebben. Kijk maar eens wat
je moder missen kan. Wat lèuk
Corrie, dat je me die kaart hebt gestuurd
van „De Kaap". Ik vond het een bijzonder
mooie prentbiefkaart. Als gewoonlijk komt
ze bij de andere verzameling. Nogmaals:
bedankt hoor.
Grietje Maigret, Schagen. Zo, was jij
dat, die haar naam vergeten had op t?
schrijven? Nu, nooit meer zo onoplettend
zijn hoor. In je rapport lees ik, dat je e: i
8 hebt voor vlijt en gedrag. Dat is mooi. II: i
zal dus maar aannemen, dat je vorige keer
een beetje in de war was. Je rekenen moet
je nog maar eens goed oefenen, Grietje.
Dag.
Tjeerd var de Woude wil het nieuwe jaar
goed beginnen en ga&t aan de kinder
rubriek meeaoen. Dat kan hoor, Tjeerd.
geiten hou ik er niet op na., wel een... hond
Dag Tjeerd.
Jack d. Cappelle, Schagen. Ook ge
lukkig nieuwj-1: Jack, al is het wat laat.
Je begrijpt 'vel, dat ik al mijn vriendjes en
vriendinnetjes e^n heel gelukkig jaar toe
wens en dat het maar gauw vrede mag
worden. Dus jij hebt schapen geteld? Wat
grappig. Fijn, dat het met je konijnen zoo
goed gaat. Het is wel mooi om dieren te
verzorgen. Het beste hoor, Jack.
Tl*"* van de Cappelle. Ook een mooi
rapport, 'De s. Wel gefeliciteerd. Dus jij
heH ook f ;n ~eschaatst. Ja, dat lammetje
wad er vr^eg bij. Zeker een beetje in de war.
Het is noj nuts geen weer voor zulke dier
tjes. Dag Tiets!
Bep T^aen, Wleringerwerf. Natuurlijk
gaat het op een briefkaart ook, maar net
zo, als ik je zeg, er kan niet te veel op. De
eierenbonnen waren best, hoor. Dank je
wel. Ik mopper niet zo erg gauw, hoor en
dus ook niet op jou toen er geen twee
briefjes in de envelop zaten. Dat kan wel
eens gebeuren, dacht ik. Tot volgende week
Bep.
Willem Boontjes, Schagen. Dat is wel
interessant Willem, die brief over al die
schaatswedstrijden. Ja, er is heel wat ge
reden in de afgeloopen weken. Er zyn toch
reuze veel mensen, die daarvan genieten en
ik kan me best indenken, dat ze het jam
mer vinden als het dooien gaat. Ik kon er
door mijn pijnlijke rug jammer genoeg niet
aan meedoen. Maar wie weet, misschien vol
gend jaar weer. Dag Willem.
Gerrie van 't Oever. Breezand. Natuur
lijk, jij mag ook meedoen, Gerrie. Wat 'n
mooie zin is dat van: Uw antwoord tege
moet ziende, teken ik... Heb je dat op school
geleerd? Dus voortaan krijg ik van jou ook
'n briefje. Ik mag m'n brievenbus wel groter
maken. Dag Gerrie.
Ato Vader, Callant&oog. Ja, dat is
waar, daar had ik me vergist. Natuurlijk
ben je een vriendinnetje en geen vriend. Nee
hoe ik heet verklap ik lekker niet. Van St.
Nicolaas weet je ook de achternaam niet en
toch vind je dat een reuze man. Mij vind je
natuurlijk nu een rare man, maar, dat gaat
wel over, niet Ato? Er worden veel bomen
omgehakt, nu er weinig kolen zijn. Als je
gedichtje goed is, komt het wel in de krant.
Dag vriendin Ato.
Trien T(jsen, Wieringerwerf. Dat viel
mee, dat de vacantie verlengd was, zeg.
Cees en Bep boften maar weer. Bedank jé
moeder maar voor de eierbonnen. Ook na
mens mijn vrouw de groeten, Trien.
Alian Ronselaar, Bergen. Wat een
leuke naam heb je. Ik krijg er heel wat
vriendjes en vriendinnetjes bij deze week.
Ja. In Bergen is het nu mooi. De winter
tovert in de natuur allerlei prachtige dingen
en het is een genot om er naar te kijken, al
is het dan aan de andere kant voor veel
mensen geen prettige tijd.
Tinl Koorn en Nelly van der Oord, Nw.
Niedorp. Als je de raadseloplossing ziet,
zul je wel merken, dat het niet zoo moeilijk
is, hè. In dromen gebeuren soms wonderlijke
dingen, is het waar of niet? Dat is best
hoor, dat Nelly ook meedoet zo. Allebei de
groeten; tot volgende week.
C. Oudkerk, Schagen. Ook jou raadsel
was niet helemaal in orde, hè. Maar enfin
volgende keer beter. De oplossing was wel
goed overigens.'
Tine de Vries, Barsingerhorn. Dat is
een prachtig rapport, Tine. Ik geloof, dat
ik vroeger maar éénmaal zo'n mooi rapport
gehad heb. Nee, ik heb niet geschaatst. Je
briefje was netjes genoeg, hoor. Dag Tine.
J. Ondkerk, Schagen. Kon Je het ook
niet verder brengen met het raadsel. Ja,
dat is maar net of het in je gdachten komt,
hè.
Wim Schroevers, Schagen. Dat was 'n
spannend verhaal over die schaatsenrydery,
Wim. Ja, zo geniet ieder er op zyn manier
van. Zou het rijden nu afgelopen zijn of
nog niet Ik denk, dat je er nog niet genoeg
van hebt.
Aagje Borst, Schagen. Dat koekhap-
pen lykt me verbazend aardig zeg. Stel je
voor, dat je uit een schaal meel een ver
borgen koekje met je mond op moet zoe
ken. Je heele gezicht zat zeker vol meel?
Is het er nu af? Of zie je er nog bleek
van? Dag Aagje.
Tinl Ellen, Schagerwaard. Dat is een
mooie kerstboom, die jy getekend hebt.
Nu ik dacht al, Tini heeft me zeker verge
ten vorige week. Ja, je moet dikwijls aan
zoveel dingen denken, hé. En als er dan
Üs is, komt de kindervriend in 't gedrang.
Nu, dat is voor een keertje niet erg, Tini.
Piet Schroevers, Schagen. Zo, dus jij
hebt als ik het goed begrijp, ook je been of
voet bezeerd bij het schaatsen. Ja, als je
niet voorzichtig bent heb je op het ijs gauw
een ongelukje. Maar ja, je wilt wel eens
wat kunstjes maken, hè en dan lig je vooi
je het weet. Of je raakt in een scheur. Dat
-.aat zo. Maar toch is schaatsenrijden heel
;n en *t volgend jaar hoop ik het weer te
iiunnen doen.
Xza de Regt, Kolhorn. Zie je wel, als
.e maar aan je briefje begint, schiet je
st rds meer op en op laatst heb je een lange
vief. Kun je goed zingen, Iza? Ja, de win-
er is een tijd van allerlei feesten. Wat een
r issa ansichtkaarten kregen jullie, zeg.
Haast net zoveel als ik. Daaag.
Hendrik Heyiigers, Barsingerhorn, is van
daag het laatst aan de beurt. Niet om het
een of ander natuurlijk, maar omdat zijn
briefje juist onderaan ligt. Hij zal dat niet
erg vinden, is het wel, Hendrik? Jij hebt
zeker ook wel geschaatst? Tot volgende
week.
En zo ben ik dan weer op de bodem van
onze brievenbus gekomen. Ik eindig dus met
jullie allen weer te groeten en het beste
toe te wensen met wintertenen, enzovoort.
Of hebben jullie die niet Dag.
Oplossing raadsel vorige week
Vrede, Einde, Raden, Jarig, Atlas, Aarde,
Rafel, Droom, Appel, Geiyk.
Het gevraagde woord is: Verjaardag.
Goede oplossingen ontvangen van:
Wiesje S., Trijntje S., Finie H., Piet S.,
Wim S., Aagje B., Tiets v. d. C., Jack v. d.
C., Koosje B., Grietje M.. allen te Schagen.
Beppie K. te Anna Paulowna, Alian R. te
Bergen, Tinie K., Nelly v. d. O. te Nieuwe
Niedorp. Fancy V., Dieuwi S„ Gerrie van 't
V. te Breezand, Marian de B. te Wieringer-
waard, Trien T., Bep T., Tjeerd v. d. W. te
Wieringermeer, Kinderen H., Tine de V.,
Barsingerhorn, Geertje B., Arie B„ Nellie
P., Iza de R. te Kolhorn en verder Nelly B.,
Willy R., Rikus H., Tini E., J. Oudkerk,
C. Oudkerk. Ato V., Willem B., Gerrie K.,
Corry B., Coba B., Gerrit B., Ali G.
Nieuw Raadsel
X werktuig voor 't land.
X waar wij op wonen.
X vrucht.
X een sterke wind.
X beestje dat in de zomer veel v or-
komt.
X waar de boer op werkt.
X meisjesnaam.
X afzonderlijk.
X waarmee men iets maakt.
X bovenste gedeelte van een gebouw.
X jongensnaam.
X heeft de tegenwoordige voorgevel
van ieder huis.
Op de kruisjeiy'n lees je van boven naar be
neden iets, dat met rasse schreden nadert.
Werk voor mij
Ik ben de nieuwe timmerman,
Ik hamer, hamer wat ik kan!
Zeg, heb je ook een stoel kapv/t f
Een kastdeur, die niet wil op slot?
Ik maak dat in een ommezien.
'k Heb spijkers in myn zak, wel tien:
Klopklop.
Ik ben de nieuwe timmerman,
Een gloednieuw werirpak heb ik an!
Is aan je tafel niet wat stuk?
Of heeft je deur een losse kruk?
Mijn hamer weet voor alles -aao,
Kom maar eens kijken, hoe dat gaat:
Klopklop!
Ik ben de nieuwe timmerman,
Een goeie pijp, daar hou ik van!
Wie, mensen, heeft nog werk voor mij?
Zoek maar eens goed naar een karwei,
Is aan je meubels iets niet pluis,
Ik repareer het hele huis:
Klopklop!
Eerst was ik Vaders kleine Jan,
Nu ben 'k zijn nieuwe timmerman!
Hij zei: „Baas, werk je goed secuur?
En hoeveel vraag je in het uur?"
Ik zei: „Meneer, voor zeven cent,
En knoeien ben ik niet gewend!"
Klopklop!
(Uit „De Merel") M. L.
Een wandeling in de
Herfst
„Wie houdt er niet van wandelen?"
vroeg juffrouw van Looy aan de klas. „Ik
wel, als het zomer is!" riep Wim Breskens
hard door de klas. „Jij bent me er ook
een", zei de juffrouw. „Waarom alleen als
het zomer is? Heb je nog nooit in de herfst
of in de winter een wandeling gemaakt?"
„O, nee! Bah! Veel te koud en te saai!"
zei Wim.
„Nu", zei de juffrouw weer, „ik wilde
juist voorstellen om een beetje te gaan
wandelen. Het is zulk prachtig herfstweer".
Even later liep de hele klas druk pra
tend door het park. Je kon goed merken
dat de zomer voorbij was en dat de herfst
al ingezet had. De grond lag vol met afge
vallen bladeren, die de storm er had afge
rukt. De jongens vonden het heerlijk om
door die laag van bladeren heen te schop
pen en de meisjes vonden het geluid van
het geschuifel van hun voeten door de bla
deren zo leuk.
„Kijk eens", zei juffrouw van Looy, ,kyk
eens naar die prachtige kleuren daar!" en
ze wees op een heuvel waar een paar beu
ken stonden. De kinderen waren even stil.
Dat was werkelijk prachtig. Overal rood
bruine bladeren, met hier en daar iets don
kerbruins er tussen. Zelfs Wim was er stil
van.
„Nu, Wim", zei de juffrouw, toen ze weer
thuis waren. „Vond je het een saaie wan
deling, of heb je het koud gehad?"
,Nee", zei Wim. „De zon scheen zo heer
lijk en de lucht was zo lekker frisï En dan
die mooie kleuren!"
Als er onder jullie ook Wimmen zijn,
moeten ze juffrouw van Looy's raad maar
gauw opvolgen en jpen herfstwandeling
gaan
SNOEPI
wordt verstandig!
door WILLY WIERDA,
Alle kabouters noemden hem „Snoepi".
En dat was zijn eigen schuld.
Als de andere kabouters elkaar tegen
kwamen, zeiden ze: „Goede morgen of goe
de middag of, als dat zo te pas kwam, ook
wel: goede avond. Netjes, zoals dat hoort.
Maar Snoepi vergat 't altijd en vroeg al
leen maar: „Heb je wat lekkers voor me?
Ik heb zo'n trek in een snoepje."
Vanzelf ging iedereen hem toen „Snoepi";
noemen.
En Snoepi snoepte wat hij kon!
Tot....
Kabouter Wijsgeer er een eind aan maak
te. Hoe?
Wel, hy nam de grootste pan uit de kft-
bouterkeuken en ging op weg naar Bijen-
stad. Daar kocht hij in de winkel van
IJveraar honing. Heel die pan kocht hij
vol! Toen sloop hij naar Snoepi's huis en
zette de volle pan vlak naast Snoepi's bed.
En toen die wakker werd, ja, 't is haast
te erg om na te vertellen! Snoepi at
alleenhelemaal alleen al de honing
op. Achter elkaar.
Maar toen de pan leeg was, toen voelde
Snoepi zich op eens zó naar, zó naarl
En hij zag zó wit! Nog witter dan z'n
beddelakentje.
En de honing wilde beslist niet in z'n
maag blijven, ze kroop door z'n keel weer
naar buiten. En dat is erg naar. Wie weet
daar niet van mee te praten?
Maar nog erger was, dat Wijsgeer en alle
andere kabouters om hem heen kwamen
staan.
En het allerergste was, dat ze lachten en
zongen:
O, wat deed ik me te goed,
Wat is honing lekker zoetl
Behalve Wijsgeer dan, die lachte niet en
die zong niet; die keek alleen maar ernstig.
En toen hij zag dat Snoepi begon te huilen,
toen stampte hij driemaal op de grond.
Alle kabouters waren dadelijk stil. Toen
klapte Wijsgeer driemaal in zijn handen
en zei, ja, wat zei hij? Je kon 't niet erg
goed verstaan, maar 't bleek erg op: „Fles-
sia drankia komhieria". En er kwam
ook een fles met een drankje te voorschijn.
Er was zelfs een lepel bij! Dat drankje was
bitter, vies bitter. Hu! Maar 't hielp.
Snoepi was gauw weer beter.
Snoepen heeft hij nooit meer gedaan.
En honing heeft hij van z'n leven niet
meer willen eten!
Hersengymnastiek
1. Een melkboer had zijn literkannetje
vergeten. Hij had wel een volle acht-liter-
kan, een lege vijf-liter kan -n een lege
drie-liter-kan. Hoe moet hij nu èèn liter
melk afmeten?
2. Oom zei tegen Jan dat hij alle appels
van de boom mocht halen. Jan ging de
tuin in, schudde de appelboom, de helft
viel er af. Die at hij op. Maar Jan was erg
teleurgesteld dat er nu geen appels meer
aan de boom waren. Hoe kan dat?
3. Twee vaders en twee zoons gingen in
kopen doen. Ieder kocht één brood, maar
toch werden er alles bij elkaar maar drie
broden gekocht. Hoe kan dat?
4. Welk getal is met een ander heel ge
tal vermenigvuldigd, zevenendertig?
Hier volgen de oplossingen:
1. De melkboer goot uit de volle acht-li-
ter-kan, de drie-liter-kan, vol. De drie-liter
kan gooide hy in de lege vijf-liter-kan.
Toen goot hy uit de acht-liter-kan nog een
keer de drie-liter-kan vol en goot daaruit
zoveel in de vijf-liter-kan, tot die vol was.
Omdat daar nog maar twee liter bij konden
moest pt in de drie-liter-kan, èèn liter
overblijven.
2. Er waren maar twee appels aan de
boom. De helft viel er af, dat is dus één.
Er bleef nu nog maar één appel aan de
boom, maar geen appels (meervoud).
3. Het waren grootvader, vader en zoon,
dat is ,twee vaders en twee zonen.
4. Het getal één nrtuurlyk, want één x
37 37.