Reite jongen} en meUjeJ.! Wel allemensen! Daar is het Woensdag morgen alweer winter geworden. Toen ik opstond dacht ik: Het lijkt wel kouder dan gisteren. Ik «loeg m'n gordqnen voor de ramen weg en wat zag ik? Sneeuw! Het was een witte wenjid en toen ik mij aange kleed had bemerktt ik, dat het weer vroor ook. De sneeuv was droog en de grond hard. Ja, daa»- had ik nu helemaal niet op gerekend, jullie wel? Ik dacht, nu blijft het wel dooien en de schaatspret is uit, voor goed. Maar zo zie je alweer hoe verander lik het weer is. Jullie zult wel weer zo veel mogelijk ge noten hebben van deze derde winter, is het niet? Voor de mensen, die door de koude moeten en de mensen die niet veel kolen kunnen krijgen, was het anderj geen pret tige gewaarwording. Kom, ik zal eerst eens uitzoeken wie ditmaal de prijs in de wacht sleept. Dat is: AAGJE BORST, Keins, Scha gen. Wel gefeliciteerd hoor! En nu zullen we de goed gevulde brievenbus eens beginnen coor te worste lt Allereerst is daar een briefje van: Janni B(jpost, Valkoog. Dat is nog van 4 Januari en ik denk dat Jannies pols, die zjj bij het schaatsenrijden bezeerd heeft, nu wel weer beter zal zijn. Heb je evengoed fijn van het ijs geprofiteerd? Je moeder kan zeker ook wel goed rij een? De hand warmers heb je zeker al je fiets gedaan Nu, Jannie tot volgende week. Dieuwi Schouten, Breezand. Natuurlijk mag jij met de briefjes 'meedoen, Dieuwi. Ik zou haast zeggen: hoe meer hoe liever! Wat een broertjes en zusjes heb jij, zeg. Wees maar lief ■'■oor ze. Je raadsél was goed hoor. Het moet „hout" zijn. Dag Dieuwi! Jan-Piet, Nel, Trijntje en Betsie Hoenson. Dus jullie hebt 7 Januari ook feest gehad. En dat na al die andere feesten. Het kan niet op, zeg. Nee, dat was niet leuk, dat de kleine kinderen op het kerstfeest niets kregen. Maar misschien waren er geen bon nen genoeg er dan is er niet3 aan te doen, hè? Wel gefeliciteerd met de vierde prijs bij het schaatsen. Heel veel vriendjes en vriendinnetjes hebben schaatswedstrijden gehad. Dag allemaal. Ja jullie brief van vorige week was ze ker te laat gebracht door de post. Natuur lijk wil ik in jullie poëziealbum schrijven. Als je in Schagen komt geef je het maar eens by de krant in de winkel af. Ja, die Buyen is een hardrijder, hè. Zou je liever Langendyk als kampioen gehad hebben? Dag. Nellie Pauw, Kolhorn. Dus is de taart wel op, zeker? Het electrisch gemaal in Kolhorn weet ik wel te vinden. Of dat het zelfde is als wat jij noemt in de Waard- polder weet ik niet. In Kolhorn staat het achter de dijk, bij dat voetrtraatje waar je niet fietsen mag. Juffrouw Jen9en ken ik wel, hoor, maar meester Egberts niet. Dag, Nellie. Marian de Braaf, Wleringerwaard. Je briefje is per ongeluk een beetje bescha digd aangekomen, Marian en nu weet ik niet, of ik je naam wel goed schreef. Ja, hoor,? je mag ook met de club meedoen. Ik wou, dat ik ook zo'n oude kous met duiten had, zoals op je briefpapier staat! Dag Marian! Grietje Stapel, Sijbekarspel. Zoo, dus Je bent in Hoorn geweest. En je hebt flink van het ys genoten. Nu, daar heb ik niets op tegen. Ik vind het fijn als m'n jonge vriendjes en vriendinnetjes zoveel prettige dingen medemaken. Je hebt je ook best geweerd by de versiering thuis met de Kerst. Dat was een lange brief, hé Grietje. Die van jou bedoel ik. Ik kan niet zoveel schrijven, want er is maar weinig ruimte. Dag! Koosje Bregman, Schagen. Koosje heeft ook al een jarige moeder gehad en binnenkort is Vader jarig. Fyn zeg, al die feesten. Zo, dus het schaatsen beviel je best? Dat kan ik me indenken. Als je dit leest is er misschien alweer ys om te rijden. Dag Koosje. Willy Roeffel, 't Zand. .Dank je wel voor je goede wensen. Wat zyn er veel mensen ziek op 't oogenblilAllemaal ver kouden... verkouden... verkouden! Heb jij nog steeds den dokter kunnen ontloopen Tinie Halman, Schagen. Dat is niet zo plezierig wat je- me daar van je vader ver telt, Tinie. Heeft vader z'n been gebroken? Dat zou niet zo mooi zijn en we zullen maar hopen, dat het gauw weer geneest. Dag Tinie. Arie Bakker, Kolhorn. Dat begrijp ik niet goed Arie. Je hebt tweemaal een brief kaart met de raadseloplossingen gestuurd en toch stond je niet in de krant? Dat is jammer en ik kan me begrijpen, dat je daar een beetje boos om ent. Ik zal het eens nazien hoor, maar het is best mogelijk, dat ik het niet meer zal kunnen vinden. Vandaag sta je er in ieder geval wel in. Tot volgende week. Arie. Rikus Hagenaar, Dirltshorn. Rikus, in de eerste paats hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag. Je wordt al groot zeg, negen jaar. Ik hoop maar, dat je nog heel dikwijls je verjaardag zult mogen vieren. Dat was jammer, dat dat touw uit je handen glipte. Anders had je misschien een prys gewon nen. AH Groot, Valkoog. Alweer een ni< uw raadselvriendinnetje. Dat gaat goed zo. Welkom hoor Ali. Ben je zo ziek geweest? Akelig was dat zeg. Gelukkig dat je nu weer thuis bent. Eet maar veel en pas maar goed op, dan wordt je vast weer helemaal beter. Dag Ali. Beppie Kole, Anna Paulowna. Ja in Anna Paulowna zijn heel veel mensen, die Helderse vluchtelingen in huis hebben. Jul lie hebt er zeven. Dat is heel wat, zeg. Dus jy hebt ook zo geweldig vr.i de schaatsen genoten? Ja, het is een prachtige, gezonde sport. Trijntje Schoehuijs, Schagen. Zoo, ben jy op 1 Maart jarig. Nu, wanneer ik jarig ben, weet je nu zeker al, want het staat in een van de briefjes. Ja het lijkt nog ver weg, 1 Maart, maar de tijd gaat zo hard en ongemerkt is het al zo ver. Dag Trijntje. Wies je Schoehuijs, Schage.i. Je zusje schreef al, dat je mee zou doen aan de schaatswedstrijden, maar dat deze door de dooi niet doorgingen. Dat vond je wel jam mer zeker? Of Elly Kweldam dichteres wordt weet ik niet, maar ik heb zo'n idee van wel. Dag Wiesje. Nelly Böttger. Kijk, dat is ook al een nieuw vriendinnetje van me. Nu, dat kan hoor. Ik kan nog veel meer vriendinnetjes en vriendjes gebruiken, iet als tegenwoor dig de bonnen. Hoe meer bonnen, hoe beter. B.v. vet, boter, eieren. Ik kryg wel eens meer bonnen. En die ik over heb geef ik natuurlijk weer aan andere mensen, die ze goed kunnen gebruiken. Zo helpen we elkaar. Tot volgende keer Nelly. Fancy Vergaay, Breezand. Daar vind ik geen briefje van op mijn tafel, maar wel een keurig getekend gansje en haar raad sel-oplossing. Ik hoop maar, dat ik het briefje niet per abuis weggemaakt heb. Dat zou jammer wezen. Dank je wel voor je tekeningetje, hoor. Dag Fancy. Gerrit Blom, Petten. Geweldig Gerrit, dat tante Zus jou bedacht heeft met een nieuwe broek. Die kon je hebben, zeg! Of ze ook mal met jou is, die tante Zus. De foto hebben we thuis met z'n tweeën een hele tijd zitten te bekijken. We vonden het geweldig leuk van jullie om ons daarmee te verrassen. En dat nog wel met zo'n mooie foto. Kim je die wel goed missen? We vonden allebei dat jullie er even aar dig opstonden (was moeder niet trots op de foto??). Coba Blom, Petten. Die tante Zus is een gulle. Want die heeft jou, als extra- Sinterklaasgesohenk, nog verblijd met een mantel. En... dat in deze tijd. Ik denk, dat je er wel bijzonder zuinig op zal zijn, Coba. Wat stond je leuk op de foto. Je lijkt op je broer, zeg! En jij hartelijk bedankt voor die verrassing, Coba! Geertje Beens, Kolhorn. Mag ik jou vriendelijk bedanken voor de gestuurde bon nen, Geertje? Ik behoef je zeker wel niet te vertellen, dat we die gebruiken konden. M'n vrouw vloog me zowat om de hals toen ik er mee thuiskwam. Ook moeder hartelijk dank er voor. Wat een gezellige brief had ja geschre ven. Jij kent het! Bravo! Grietje Stapel, Sijbekarspel. Nog een vriendin, dieme bonnen stuurt en die ik dus eveneens moet bedanken. Fijn hoor! Nee Grietje, de briefjes gooi ik nooit onge lezen weg. Ik weet hoeveel werk jullie er aan hebben en zoiets gooi je dan niet weg, zonder er kennis van genomen te hebben. Krijg ik volgende week weer een grote brief van je...? Gerri Kuyper, Moerbeek. Vind je de winter niet fijn? Alle kinderen vinden de winter toch rijn? Da kun je schaatsen en sleetje rijden. Ben je nu weer helemaal beter? Heb je nog wat van Sjors gewon nen, Gerri. Wat een bij-de-handje is dat, hè. Ja, in de winter is het buiten soms erg mooi. Dus Gerda- Bronder is je nichtje Ze wordt wel wat geholpen, denk ik. Dag Gerri. Corrie Bakker, Julianadorp. Wanneer ik jarig ben? Ja, eigenlijk moest ik dat niet verklappen, hè. Wel Nou vooruit dan maar: 28 Augustus. Dat duurt nog lang, hè. En m'n vrouw 26 April. Wat een mooi rapport was dat, zeg. Als je zoo door gaat, ga je vast over. Eierenbonnen wil ik heel graag van je hebben. Kijk maar eens wat je moder missen kan. Wat lèuk Corrie, dat je me die kaart hebt gestuurd van „De Kaap". Ik vond het een bijzonder mooie prentbiefkaart. Als gewoonlijk komt ze bij de andere verzameling. Nogmaals: bedankt hoor. Grietje Maigret, Schagen. Zo, was jij dat, die haar naam vergeten had op t? schrijven? Nu, nooit meer zo onoplettend zijn hoor. In je rapport lees ik, dat je e: i 8 hebt voor vlijt en gedrag. Dat is mooi. II: i zal dus maar aannemen, dat je vorige keer een beetje in de war was. Je rekenen moet je nog maar eens goed oefenen, Grietje. Dag. Tjeerd var de Woude wil het nieuwe jaar goed beginnen en ga&t aan de kinder rubriek meeaoen. Dat kan hoor, Tjeerd. geiten hou ik er niet op na., wel een... hond Dag Tjeerd. Jack d. Cappelle, Schagen. Ook ge lukkig nieuwj-1: Jack, al is het wat laat. Je begrijpt 'vel, dat ik al mijn vriendjes en vriendinnetjes e^n heel gelukkig jaar toe wens en dat het maar gauw vrede mag worden. Dus jij hebt schapen geteld? Wat grappig. Fijn, dat het met je konijnen zoo goed gaat. Het is wel mooi om dieren te verzorgen. Het beste hoor, Jack. Tl*"* van de Cappelle. Ook een mooi rapport, 'De s. Wel gefeliciteerd. Dus jij heH ook f ;n ~eschaatst. Ja, dat lammetje wad er vr^eg bij. Zeker een beetje in de war. Het is noj nuts geen weer voor zulke dier tjes. Dag Tiets! Bep T^aen, Wleringerwerf. Natuurlijk gaat het op een briefkaart ook, maar net zo, als ik je zeg, er kan niet te veel op. De eierenbonnen waren best, hoor. Dank je wel. Ik mopper niet zo erg gauw, hoor en dus ook niet op jou toen er geen twee briefjes in de envelop zaten. Dat kan wel eens gebeuren, dacht ik. Tot volgende week Bep. Willem Boontjes, Schagen. Dat is wel interessant Willem, die brief over al die schaatswedstrijden. Ja, er is heel wat ge reden in de afgeloopen weken. Er zyn toch reuze veel mensen, die daarvan genieten en ik kan me best indenken, dat ze het jam mer vinden als het dooien gaat. Ik kon er door mijn pijnlijke rug jammer genoeg niet aan meedoen. Maar wie weet, misschien vol gend jaar weer. Dag Willem. Gerrie van 't Oever. Breezand. Natuur lijk, jij mag ook meedoen, Gerrie. Wat 'n mooie zin is dat van: Uw antwoord tege moet ziende, teken ik... Heb je dat op school geleerd? Dus voortaan krijg ik van jou ook 'n briefje. Ik mag m'n brievenbus wel groter maken. Dag Gerrie. Ato Vader, Callant&oog. Ja, dat is waar, daar had ik me vergist. Natuurlijk ben je een vriendinnetje en geen vriend. Nee hoe ik heet verklap ik lekker niet. Van St. Nicolaas weet je ook de achternaam niet en toch vind je dat een reuze man. Mij vind je natuurlijk nu een rare man, maar, dat gaat wel over, niet Ato? Er worden veel bomen omgehakt, nu er weinig kolen zijn. Als je gedichtje goed is, komt het wel in de krant. Dag vriendin Ato. Trien T(jsen, Wieringerwerf. Dat viel mee, dat de vacantie verlengd was, zeg. Cees en Bep boften maar weer. Bedank jé moeder maar voor de eierbonnen. Ook na mens mijn vrouw de groeten, Trien. Alian Ronselaar, Bergen. Wat een leuke naam heb je. Ik krijg er heel wat vriendjes en vriendinnetjes bij deze week. Ja. In Bergen is het nu mooi. De winter tovert in de natuur allerlei prachtige dingen en het is een genot om er naar te kijken, al is het dan aan de andere kant voor veel mensen geen prettige tijd. Tinl Koorn en Nelly van der Oord, Nw. Niedorp. Als je de raadseloplossing ziet, zul je wel merken, dat het niet zoo moeilijk is, hè. In dromen gebeuren soms wonderlijke dingen, is het waar of niet? Dat is best hoor, dat Nelly ook meedoet zo. Allebei de groeten; tot volgende week. C. Oudkerk, Schagen. Ook jou raadsel was niet helemaal in orde, hè. Maar enfin volgende keer beter. De oplossing was wel goed overigens.' Tine de Vries, Barsingerhorn. Dat is een prachtig rapport, Tine. Ik geloof, dat ik vroeger maar éénmaal zo'n mooi rapport gehad heb. Nee, ik heb niet geschaatst. Je briefje was netjes genoeg, hoor. Dag Tine. J. Ondkerk, Schagen. Kon Je het ook niet verder brengen met het raadsel. Ja, dat is maar net of het in je gdachten komt, hè. Wim Schroevers, Schagen. Dat was 'n spannend verhaal over die schaatsenrydery, Wim. Ja, zo geniet ieder er op zyn manier van. Zou het rijden nu afgelopen zijn of nog niet Ik denk, dat je er nog niet genoeg van hebt. Aagje Borst, Schagen. Dat koekhap- pen lykt me verbazend aardig zeg. Stel je voor, dat je uit een schaal meel een ver borgen koekje met je mond op moet zoe ken. Je heele gezicht zat zeker vol meel? Is het er nu af? Of zie je er nog bleek van? Dag Aagje. Tinl Ellen, Schagerwaard. Dat is een mooie kerstboom, die jy getekend hebt. Nu ik dacht al, Tini heeft me zeker verge ten vorige week. Ja, je moet dikwijls aan zoveel dingen denken, hé. En als er dan Üs is, komt de kindervriend in 't gedrang. Nu, dat is voor een keertje niet erg, Tini. Piet Schroevers, Schagen. Zo, dus jij hebt als ik het goed begrijp, ook je been of voet bezeerd bij het schaatsen. Ja, als je niet voorzichtig bent heb je op het ijs gauw een ongelukje. Maar ja, je wilt wel eens wat kunstjes maken, hè en dan lig je vooi je het weet. Of je raakt in een scheur. Dat -.aat zo. Maar toch is schaatsenrijden heel ;n en *t volgend jaar hoop ik het weer te iiunnen doen. Xza de Regt, Kolhorn. Zie je wel, als .e maar aan je briefje begint, schiet je st rds meer op en op laatst heb je een lange vief. Kun je goed zingen, Iza? Ja, de win- er is een tijd van allerlei feesten. Wat een r issa ansichtkaarten kregen jullie, zeg. Haast net zoveel als ik. Daaag. Hendrik Heyiigers, Barsingerhorn, is van daag het laatst aan de beurt. Niet om het een of ander natuurlijk, maar omdat zijn briefje juist onderaan ligt. Hij zal dat niet erg vinden, is het wel, Hendrik? Jij hebt zeker ook wel geschaatst? Tot volgende week. En zo ben ik dan weer op de bodem van onze brievenbus gekomen. Ik eindig dus met jullie allen weer te groeten en het beste toe te wensen met wintertenen, enzovoort. Of hebben jullie die niet Dag. Oplossing raadsel vorige week Vrede, Einde, Raden, Jarig, Atlas, Aarde, Rafel, Droom, Appel, Geiyk. Het gevraagde woord is: Verjaardag. Goede oplossingen ontvangen van: Wiesje S., Trijntje S., Finie H., Piet S., Wim S., Aagje B., Tiets v. d. C., Jack v. d. C., Koosje B., Grietje M.. allen te Schagen. Beppie K. te Anna Paulowna, Alian R. te Bergen, Tinie K., Nelly v. d. O. te Nieuwe Niedorp. Fancy V., Dieuwi S„ Gerrie van 't V. te Breezand, Marian de B. te Wieringer- waard, Trien T., Bep T., Tjeerd v. d. W. te Wieringermeer, Kinderen H., Tine de V., Barsingerhorn, Geertje B., Arie B„ Nellie P., Iza de R. te Kolhorn en verder Nelly B., Willy R., Rikus H., Tini E., J. Oudkerk, C. Oudkerk. Ato V., Willem B., Gerrie K., Corry B., Coba B., Gerrit B., Ali G. Nieuw Raadsel X werktuig voor 't land. X waar wij op wonen. X vrucht. X een sterke wind. X beestje dat in de zomer veel v or- komt. X waar de boer op werkt. X meisjesnaam. X afzonderlijk. X waarmee men iets maakt. X bovenste gedeelte van een gebouw. X jongensnaam. X heeft de tegenwoordige voorgevel van ieder huis. Op de kruisjeiy'n lees je van boven naar be neden iets, dat met rasse schreden nadert. Werk voor mij Ik ben de nieuwe timmerman, Ik hamer, hamer wat ik kan! Zeg, heb je ook een stoel kapv/t f Een kastdeur, die niet wil op slot? Ik maak dat in een ommezien. 'k Heb spijkers in myn zak, wel tien: Klopklop. Ik ben de nieuwe timmerman, Een gloednieuw werirpak heb ik an! Is aan je tafel niet wat stuk? Of heeft je deur een losse kruk? Mijn hamer weet voor alles -aao, Kom maar eens kijken, hoe dat gaat: Klopklop! Ik ben de nieuwe timmerman, Een goeie pijp, daar hou ik van! Wie, mensen, heeft nog werk voor mij? Zoek maar eens goed naar een karwei, Is aan je meubels iets niet pluis, Ik repareer het hele huis: Klopklop! Eerst was ik Vaders kleine Jan, Nu ben 'k zijn nieuwe timmerman! Hij zei: „Baas, werk je goed secuur? En hoeveel vraag je in het uur?" Ik zei: „Meneer, voor zeven cent, En knoeien ben ik niet gewend!" Klopklop! (Uit „De Merel") M. L. Een wandeling in de Herfst „Wie houdt er niet van wandelen?" vroeg juffrouw van Looy aan de klas. „Ik wel, als het zomer is!" riep Wim Breskens hard door de klas. „Jij bent me er ook een", zei de juffrouw. „Waarom alleen als het zomer is? Heb je nog nooit in de herfst of in de winter een wandeling gemaakt?" „O, nee! Bah! Veel te koud en te saai!" zei Wim. „Nu", zei de juffrouw weer, „ik wilde juist voorstellen om een beetje te gaan wandelen. Het is zulk prachtig herfstweer". Even later liep de hele klas druk pra tend door het park. Je kon goed merken dat de zomer voorbij was en dat de herfst al ingezet had. De grond lag vol met afge vallen bladeren, die de storm er had afge rukt. De jongens vonden het heerlijk om door die laag van bladeren heen te schop pen en de meisjes vonden het geluid van het geschuifel van hun voeten door de bla deren zo leuk. „Kijk eens", zei juffrouw van Looy, ,kyk eens naar die prachtige kleuren daar!" en ze wees op een heuvel waar een paar beu ken stonden. De kinderen waren even stil. Dat was werkelijk prachtig. Overal rood bruine bladeren, met hier en daar iets don kerbruins er tussen. Zelfs Wim was er stil van. „Nu, Wim", zei de juffrouw, toen ze weer thuis waren. „Vond je het een saaie wan deling, of heb je het koud gehad?" ,Nee", zei Wim. „De zon scheen zo heer lijk en de lucht was zo lekker frisï En dan die mooie kleuren!" Als er onder jullie ook Wimmen zijn, moeten ze juffrouw van Looy's raad maar gauw opvolgen en jpen herfstwandeling gaan SNOEPI wordt verstandig! door WILLY WIERDA, Alle kabouters noemden hem „Snoepi". En dat was zijn eigen schuld. Als de andere kabouters elkaar tegen kwamen, zeiden ze: „Goede morgen of goe de middag of, als dat zo te pas kwam, ook wel: goede avond. Netjes, zoals dat hoort. Maar Snoepi vergat 't altijd en vroeg al leen maar: „Heb je wat lekkers voor me? Ik heb zo'n trek in een snoepje." Vanzelf ging iedereen hem toen „Snoepi"; noemen. En Snoepi snoepte wat hij kon! Tot.... Kabouter Wijsgeer er een eind aan maak te. Hoe? Wel, hy nam de grootste pan uit de kft- bouterkeuken en ging op weg naar Bijen- stad. Daar kocht hij in de winkel van IJveraar honing. Heel die pan kocht hij vol! Toen sloop hij naar Snoepi's huis en zette de volle pan vlak naast Snoepi's bed. En toen die wakker werd, ja, 't is haast te erg om na te vertellen! Snoepi at alleenhelemaal alleen al de honing op. Achter elkaar. Maar toen de pan leeg was, toen voelde Snoepi zich op eens zó naar, zó naarl En hij zag zó wit! Nog witter dan z'n beddelakentje. En de honing wilde beslist niet in z'n maag blijven, ze kroop door z'n keel weer naar buiten. En dat is erg naar. Wie weet daar niet van mee te praten? Maar nog erger was, dat Wijsgeer en alle andere kabouters om hem heen kwamen staan. En het allerergste was, dat ze lachten en zongen: O, wat deed ik me te goed, Wat is honing lekker zoetl Behalve Wijsgeer dan, die lachte niet en die zong niet; die keek alleen maar ernstig. En toen hij zag dat Snoepi begon te huilen, toen stampte hij driemaal op de grond. Alle kabouters waren dadelijk stil. Toen klapte Wijsgeer driemaal in zijn handen en zei, ja, wat zei hij? Je kon 't niet erg goed verstaan, maar 't bleek erg op: „Fles- sia drankia komhieria". En er kwam ook een fles met een drankje te voorschijn. Er was zelfs een lepel bij! Dat drankje was bitter, vies bitter. Hu! Maar 't hielp. Snoepi was gauw weer beter. Snoepen heeft hij nooit meer gedaan. En honing heeft hij van z'n leven niet meer willen eten! Hersengymnastiek 1. Een melkboer had zijn literkannetje vergeten. Hij had wel een volle acht-liter- kan, een lege vijf-liter kan -n een lege drie-liter-kan. Hoe moet hij nu èèn liter melk afmeten? 2. Oom zei tegen Jan dat hij alle appels van de boom mocht halen. Jan ging de tuin in, schudde de appelboom, de helft viel er af. Die at hij op. Maar Jan was erg teleurgesteld dat er nu geen appels meer aan de boom waren. Hoe kan dat? 3. Twee vaders en twee zoons gingen in kopen doen. Ieder kocht één brood, maar toch werden er alles bij elkaar maar drie broden gekocht. Hoe kan dat? 4. Welk getal is met een ander heel ge tal vermenigvuldigd, zevenendertig? Hier volgen de oplossingen: 1. De melkboer goot uit de volle acht-li- ter-kan, de drie-liter-kan, vol. De drie-liter kan gooide hy in de lege vijf-liter-kan. Toen goot hy uit de acht-liter-kan nog een keer de drie-liter-kan vol en goot daaruit zoveel in de vijf-liter-kan, tot die vol was. Omdat daar nog maar twee liter bij konden moest pt in de drie-liter-kan, èèn liter overblijven. 2. Er waren maar twee appels aan de boom. De helft viel er af, dat is dus één. Er bleef nu nog maar één appel aan de boom, maar geen appels (meervoud). 3. Het waren grootvader, vader en zoon, dat is ,twee vaders en twee zonen. 4. Het getal één nrtuurlyk, want één x 37 37.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1941 | | pagina 6