M DE HOND schrijfmachine uitgevonden i B-eite, ionqenb en melijel! Jullie-briefjes zullen van de week niet be antwoord worden. De Kindervriend is enige dagen afwezig en kan daardoor niet achter zjjn schrijfmachine kruipen om met jullie te corresponderen. Jullie zullen dus een week geduld moeten hebben. Volgende week schrijf je hem dan maar niet, dan kan hü de brief jes van deze week beantwoorden. Trouwens, ik denk dat jullie weinig tijd hebben om te schrijven, nu de vorst weer een ijslaag van 10 of twintig centimeter in de sloten gelegd heeft. Je springt natuurlijk op de schaatsen, want wie weet hoe kort de jjspret nog duurt .(laten we het hopen!) en dan zou je er spijt van hebben, dat je de gladde ijzers niet wat eerder ondergebonden had. Ik begrijp, dat jullie heel erg nieuwsgierig zijn naar den prijswinnaar van... de taart. Nu, hier staat zijn naam: Ato Vader, Callantsoog, Je weet het, Ato, je kan kiezen tussen een boek of taart. Wil je de taart hebben dan moet je vier bloêmbonnen of twee broodbon nen aan me zenden. Wil je een boek hebben, dan schrijf je het volgende week even, dan eturen we je dat. Nu, denk er maar eens goed over. En tot Volgende week dan, jongens en meisjes als de Kindervriend weer present is. Oplossing raadsel vorige week Negentig tovenaar brOmbeer k a r E e t j e voorDeur zomerZon o p 1 o s s E n priksle'E Nieuw Raadsel Letter (klinker) Van de kip Schrijfgereedschap Grondsoort Beneden de maat Deel van een schip Steen Ben je zelf Zelfde letter als boven Vul in elk hokje een letter in, zodat op elke rij de woorden komen te staan, zoals die worden gevraagd. Het gaat om het varkenl Het gebeurde in Noorwegen, in de zilver stad Kongsberg. Daar had een familie met veel zorg en veel moeite een varken gemest om met Kerstmis te slachten. Maar toen de voorbereidingen voor de «lacht waren getroffen en men het varken wilde halen, was dit verdwenen. Men zocht en zocht! Van het varken geen apoor. Boos en teleurgesteld zat men bijeen. Geen Kerstgebraad! Het varken was ge- «tolen. Door.een eerlijke dief. Want wat lag daar op tafel? Geld? Driehonderd Kronen lagen daar! Maar de eigenaar wilde geen geld, hü Wilde zijn varken, zijn Kerstgebraad. Om dat Kerstgebraad is heel wat 'te doen geweest en de betaalgrage dief heeft van zijn eigenmachtige koop weinig plezier be leefd! Door wie is de Volgens de Oostenrijkers is Peter Mi- terhof er de uitvinder van de schrijfma chine. Hij was de zoon van een timmer man en werd 20 September 1822 in het dorpje Partschins aan de rivier de Etsch, geboren. Zijn jeugd was erg gelukkig want z'n vader had altijd veel werk, zodat de zaak goed ging. Peter kon al heel gauw met de zaag en schaaf omgaan, en knutselde me nig ding in elkaar, zodat z'n vader erg trots op .zijn zoon was. Peter wilde dus ook timmerman worden! Toen hij een tijdje bij zijn vader in de leer geweest was, ging hij, zoals zo veel jongens in die tijd deden, als reizend gezel, de wereld in. Hij is een heel eind heen gekomen. In Wenen, in de Balkan t zelfs in Constantinopel is hij geweest. Peter moet een vrolijke knaap geweest zijn, die altijd vól grappen en streken zat. Deze vrolijke snaak had 't zich in zijn hoofd gezet, een machine te maken, waarmee je kon schrij ven. Toen hij nu weer thuis was, ging hij ijverig aan 't werk. In 1864 was zijn eerste machine klaar. Hij was., heelemaal van hout! De houten toetsen zetten, met behulp van leren verbin dingsstukjes, de lettertoetsen in beweging. Deze staken, als1 scherpe naalden de let ters in het papier. Een hele prestatie, als je bedenkt dat er bij dit eerste model, verscheidene letters, dank zy een handig heidje van Peter, op dezelfde plaats ont stonden, als je de houten toetsen naar be neden drukte. In 1866 maakte Mitterhofer een twede, verbeterde schrijfmachine, die al letters had, die er op geverfd waren. Over zijn machine hebben 'e mensen in het dorp lang en breed gespróken. Toen ze merkten, dat hij zich niet meeT zo met het timmerwerk bezig hield en zijn klein vermogen aan zijn .idiote ideeën", uitgaf verklaarde ze hem voor niet goed wijs. Des te ijveriger wérd Peter Mitterhofer. Hij ging met zijn schrijfmachine naar Wenen, waar hij den keizer, na veel moeite te spre ken kreeg. Die keizet was Frans Joseph. Men geloofde algemeen dat gewoon schrij ven veel vlugger ging dan het schrijven op Peter's machine. Hij verloor de moed ech ter niet. De keizer steunde herfi met geld, dat echter te weinig was om den Tiroler timmerman de overwinning te bezorgen. Toen hij 71 jaar was, stierf hij in de groot ste armoede. Intusschen was er in Amerika allang een schrijfmachine uit gevonden en gebruikt. De Amerikaan Remington heeft de eerste bruikbare machine gemaakt. In 1744 is er een Engelsman, Mill geheten, geweest, die toen ai geprobeerd heeft ,een soort schrijf machine te bouwen. De meeste mensen weten niet, dat er voor de „Re!nington", een machine gebruikt werd, die voor., blinden bestemd was. De uitvinder van deze schrijfmachine was Mal ling Hansen, een dominee aan het blinden instituut in Kopenhagen. Ook bestaat er een verhaal van een Ita- liaansen uitvinder, Pellegrino Turri. Deze maakte kennis met een heel mooi meisje, iat Grazia Fantoni heette. Hij ging van dit meisje houden en schreef haar een brief. Een paar dagen later kreeg hij een brief terug, die met grote, onbeholpen letters beschreven 'was. Grazia vroeg hem in de ze brief, haar te komen bezoeken. Toen hij kwam, vertelde ze hem dat ze blind was. Daarom wilde ze zijn vrouw niet. worden. Pellegrino vond het natuurlijk vreselijk en zon dagenlang op een cadeau dat hij haar geven kon en waaraan zy heel veel zou hebben. Toen heeft hij een schrijfma chine uitgevonden, waarmee zij, hoewel ze blind was, kon schrijven. Het blinde meisje heeft deze machine haar hele leven gebruikt. Na haar dood kwam de machine weer aan de familie van Pellegrino Turri. In de Japanse havenstad Osaka worden 640.000 houten gebouwen onbrandbaar ge maakt. De kosten van dit werk bedragen 256 millioen Jen. Een wandelende luciferskop Een aardig kunstje. Als je dit kunstje goed uitvoert, maakt het een heel geheimzinnige indruk. Van een stukje papier draaien we een buisje, ongeveer ter dikte van een lucifer. Dit buisje houden we in de ene hand, terwijl we er met de andere een. lucifer met de kop naar beneden, insteken. Nu trekken we het hout er aan dê andere kant weer uit, nu zit de kop boven. Hij is in het papie ren buisje omgedraaid. Hoe kan dit? Nu, heel eenvoudig. Van te voren hebben we aan de lucifer met lijm een tweede kopje geplakt. De bovenste kop bedekken we met onze vinger, als we de lucifer in het buisje steken; de onderste nemen we er stiekum af, als we hem er weer uittrekken. Een beetje oefening en de toeschouwers zullen versteld staan. door GERRIE KOENRAADS. Rin Overbos was een jongen van negen jaar. Zijn zusje heette Suusje en was ze ven jaar. Rin en Suusje hadden een tante, tante Ina en tante Ina had een hond, Maxi. Van al deze,schepsels was Maxi de hond, de hoofdpersoon. Maxi was een wit met zwart gevlekte terrier, een mooie rashond. Dat zei tante Ina tenminste. De vader van Rin en Suusje was er niet zeker van, maar hij durfde er nooit iets van te zeggen, want dan werd tante Ina boos. Tante Ina was nooit boos, alleen als je iets van haar hond je zei. Tante Ina woonde alleen en verwende Maxi extra veel. Maxi beloonde haar ruim schoots, want hij was altijd even lief en trouw. Een beetje te trouw haast, want als er iemand kwam was hij altijd bang dat die iemand tante kwaad .zou doen, zodat hü vreemde mensen vreselijk aanblafte en soms wel eens beet. Dat was voor bezoekers niet zo leuk, maar tante Ina was wat trots en voelde zich goed beschermd. Maxi had nog een groot gebrek, hij was jaloers. En wel op kleine mensenkinderen, want behalve van haar hond scheen tante ook van die kinderen te houd.en. Vooral Rin en Suusje, die zo vaak bij tante op bezoek kwamen, waren Maxi een doorn in 't oog. Het was toch te gek dat tante die wezens om hun hals vloog en lief toesprak. Het was toch te erg dat die twee aile lekkere koekjes kregen en hij. Maxi, niets of al thans de minst lekkere koekjes! Nee, Maxi was heel niet tevreden als die twee kwamen en zodra hij ze zag veranderde hij in een kwaadaardig mormel. Woedend blafte hij tegen hen en sprong tegen hen op, wat vooral Suusje niet kon hebben. Maxi bad meer dan eens haar jurk kapot gemaakt. Tante Ina joeg hem dan onder de divan, maar een gebrom was een teken dat Maxi zich alleen voor tante koest hield. Was zij niet in de kamer gebleven, dan had 't er voor Rin en Suusje niet goed uitgezien. Rin en Suusje, die dol op dieren' waren en die met alle honden uit de buurt de beste maatjes waren, hadden er veel ver driet van. Suusje die nooit banjf was. durf de de kamer van tante Ina haast niet bin nen te gaan. Rin, een moedige jongen kon 't niet helpen dat hü beefde als de hond tegen hem op sprong. Maar eigenlijk beef de hij van woede en niet van angst. Hoe durfde die hond zo tegen zijn lief zusje te doen! En hijhü was toch haar bescher mer..,. o, kon hü maar iets tegen dat mormel doen! En elke keer was 't weer 't zelfde. Tante Ina beweerde dat het steeds minder werd en dat Maxi wel aan hen zou wennen. Maar Rin en Suusje geloofden er niet veel van, de weg naar tante werd een lijdens weg. Dat was erg jammer, want het was er anders zo fijn! Wat een speelgoed had tan te niet! En dan die heerlüke taarten en koeken die ze voor haar nichtje en neefje bakte!-Als die akelige hond er niet was. zou ieder bezoek aan tante een fee3t geweest zünl Nu brak tante Ina's verjaardag aan. Rin en Suusje hadden een mooi schilderijtje voor haar gemaakt. Rin had een lijst ge maakt en Suusje had een landschap gete kend. Tante zou er vast verrukt over zijn. De verjaardag viel op een Zftndag en ze zouden er 's-morgens, met nog een plant van vader, naar toe gaan. Het zou allemaal heel leuk geweest zün, maarMaxi bestond. De laatste keer dat ze er waren had tante. Rin uitgescholden voor „bangerik". Dat liet hij zich toch niet zeggen. Hij, bang voor een hond? Maar voor Suusje vond hij 't het vervelendst. Ieder ogenblik zon hü op een middel om dat af- schuwelyke hondebest er onder te krijgen. Op een goede dag moest Rin naar een winkel om schriften te kopen. Toen hij een beetje rond keek viel zijn blik op een doos met bruin geverfde pistooltjes. Plotseling kreeg hij eeri idee. „Schiet die echt?" vroeg hy aan de juf frouw. „Natuurlyk". antwoordde de juf frouw beledigd. „Dat wil zeggen, niet dood!" Maar knallen deed hij geweldig. De juf frouw liet Rin zien hoe je hém laden moest. Rin stak zyn hand al in zyn zak. Twintig cent kostte de pistool. Even later rende hij met zijn schat naar huis. Thuis joeg hij Stina, het dienstmeisje de stuipen op 't lijf, toen hü hem afschoot. Het ding maakte een herrie van je welste. Maar Rin dacht bij zichzelf: „Met dit wapen zal ik dat mormel krijgen!" „Suusje, je hoeft niet bang te zijn", fluis terde Rin zijn zusje toe. Toen volgde er een heel fluistergesprek en werkelijk, toen ze die Zondag naar tante gingen, was Suus je helemaal niet bang. Toen tante Ina de deur van de kamer opendeed en Maxi op de kinderen los wilde stormen, schoot Rin eenvoudig z'n pistool af. Hij knalde kolossaal en de uitwerking was nog kolossaler. t De hond kromp in elkaar, stak z'n staart tussen de benen en verdween stilletjes door de deur die open stond. In de andere kamer ging hij onder de divan liggen, heel ver en heel stil. Niets kon hem uit zijn schuilhoek bren gen. Tante Ina kwam met al de koekjes schalen, die ze in huis had, aandragen, fluisterde hem lieve woordjes toe. Het hielp niets. Maxi bleef onder de divan en gaf geen kik. Zolang Rin en Suusje er waren bleef hy daar liggen en de kinderen vonden het niet vervelend! Ze beleefden een paar heerlijke uurtjes bü tante, zoals ze in lange tüd niet hadden gehad. Op de terugweg stond Rin's mond niet stil. „Zo doe ik nu altüd" juichte hij en zyn zusje keek hem dankbaar aan. Ze wist dat hü z'n woord zou houden, maar het mooi ste was dat Rin de volgende keren zijn pistool niet eens hoefde te gebruiken. Zo dra Maxi Rin en Suusje namelijk zag, stoof hij weg., onder de divan. Het heeft maanden geduurd voordat Maxi in de ka mer durfde te blijven als Rin en Suusje kwamen. Maar het mooiste komt nog. Toen Maxi eindelijk in de kamer durfde te blü- ven, merkte hij, dat die twee kleine men sen toch eigenlijk niet zo kwaad waren als hü gedacht hadden en het eind van 't liedje was dat Maxi, Rin en Suusje grote vrienden werden. WIST JE DAT... In Brazilië de Giboyslang een huisdier is? Het beest vangt evengoed muizen en ratten. t Je haar als je vroeg naar bed gaat en veel slaapt, harder groeit? De armen van een gibbon langer zijn (in verhouding) dan de ledematen van welke andere aap ook en langer dan zijn hele li chaam? HOEPLA! Eén hand aan de beugel, De andere gestrekt als een vleugel, Spring ik over deze bok van leer, Telkens en telkens weer! Ja, 't spring-ding dat je hier ziet, Heet „bok". Wist je dat of wist je dat niet? Hansje's plezier wordt bedorven Op de markt in K. werd vroeger elke week veemarkt gehouden. De meeste hui zen op 't marktplein hadden daarom korte ijzeren kettingen met een ring aan hun muren, waaraan een deel van de dieren- op marktdag werd vastgelegd. Een klein, ongeveer driejarig jongetje, dat in de omtrek woonde, had ontdekt, dat één van die kettingen een fluitgeluid gaf, wanneer hij er aan ging hangen en dan heen en weer schommelde. Dat vond hy reuze-leuk. zó leuk. dat hij 't iedere- dag deed. Elke dag, zo tegen negen uur, kwam Hansje, keurig aangekleed, op de ketting af. Vlak tegenover 't huis met de fluitende ketting was de apotheek. Van de apotheek uit kon je 't hele marktplein overzien. En de oude apotheker, een echte kindervriend, wist allang van 't kettingspel en keek iede re morgen naar Hansje uit. Maar od een dag besloot de apotheker, de fluitende ket ting eens te oliën. Hü wilde eens zien, wat er zou gebeuren als de ketting niet meer floot. Zo gezegd, zo gedaan! De volgende morgen kwam Hansje, als steeds, om bij negenen naar z'n ketting ge stapt. Maar de ketting zweeg, geen fluit- toontje liet zich horen! Onmiddelliik hield Hansje met schomme len op. Hij bekeek de ketting van alle kan ten en begon onnieuw te schommelen De verwachte muziek bleef echter uit' De kleine Hans keek vreselijk teleurgesteld en kon maar niet begrijpen, waarom de ket ting nu zo zwijgzaam was. Nog een paar maal probeerde hy' 't. toen ging hij met een verdrietig gezicht naar huis. Neen. een „stomme" ketting war niet aardig! Op de hoek aarzelde hij nog even. Zou hü 't nog eens proberen? Hij scheen zelf te begrijpen, dat 't ook nu niet zou lukken en na nog even naar de ketting te hebben gekeken, verdween hij om de hnek. Naar de ketting heeft hij nooit meer om gekeken. Achteraf had de oude apotheker echt spijt er van, dat hij Hansje zyn plezier had af-, genomen. Hij had alleen maar eens willen kijken wat er zou gebeuren als de ketting niet meer floot en nu was niet alleen Hans je z'n plezier kwijt, maar de oude apothe ker ook. Die miste Hans en z'n kettinesnel, maar hü gaf toe: 't Was z'n eigen schuld! WIE KNUTSELT ER MEE? Vandaag neem ik jullie mee naar de kin derkamer bij de familie Goedhart. Er zyn wel meer mensen, die Goedhart heten, maar dat wil niet zeggen dat ze allemaal zo'n goed hart hebben. Maar deze familie Goedhart heeft werkelük een hart van goud. De familie bestaat uit: vader, een dikke gezellige baas, moeder, een lief uit ziende dame, Toos, de oudste dochter, die juist twaalf jaar is geworden, Freek, haar broertje, 11 jaar en een'echte belhamel en Tjoepie, de jongste, een klein meisje van acht jaar. Ziezo, nu-kennen jullie ze alle maal. De familie Goedhart woont in een leuk huis en de twee meisjes hebben samen een gezellig kamertje, terwijl Freek een eigen „kooi" heeft. Hij heeft 't nooit anders dan over zijn kooi, want hij heeft namelijk een scheepsbed. Je weet wel, een bed dat „In de lucht hangt", en Freek moet elke keer op- een laddertje klimmen als hü naar bed wil. Gek? Juist leuk! Freek is er wat trots op. Verder hebben de drie kinderen nog een aparte kamer, de kinderkamer, waar ze samen spelletjes doen, met of zonder vriendjes en vriendinnetjes, hun huiswerk maken, naaien en knutselen. Ik benijd die kinderen, zul je zeggen. Niet alle kinderen hebben het even leuk en goed als de kinderen van meneer en mevrouw Goedhart. Maar we gunnen het ze van harte, want niemand zou durven zeggen dat het geen „snoezen" van mensen waren. En de kinderen weten heel goed dat er kinderen bestaan die niet alleen min der, want dat zou niet erg zijn, maar veel minder, dan zü, dikwijls niets hebben, dat hen een beetje gelukkig en vrolyk maakt. Daarom besteden Freek, Toos en Tjoepie heel wat winteravonden aan „arme kinde ren". Wat doen ze dan wel? Nu ze maken speelgoed, heel leuk speelgoed en brengen dat dan naar een instelling van liefdadig heid, waar de mensen zórgen dat het speelgoed aan arme kinderen wordt gege ven. Als de kinderen Goedhart zelf arme kinderen kennen, brengen ze het speelgoed zelf en dat vinden ze heerlijk. Want je kunt je niet voorstellen hoe blij die kinde ren met een leuk stuk speelgoed zijn. En dan nog wel speelgoed dat zelf gemaakt is! Hier zien jullie een paar dingen die Toos, Freek en Tjoepie deze winter gemaakt heb ben. Zijn het geen leuke beesten? Wie zou niet graag een van die diertjes willen heb ben? Voor het hout heeft Freek gezorgd. Hij brengt vaak een bezoek aan den tim merman en zoekt dan goed in alle hoeken en gaatjes, want hier en daar liggen stuk ken hout die de timmerman niet meer ge bruiken kan, maar waarmee Freek den ko ning te rijk is. Freek zaagt de figuren ook meestal, hoe wel Toos ook heel handig met de figuur zaag kan omspringen. Tjoepie is nog te klein en maakt zich nuttig met het aange ven en uitzoeken van hout, zaagjes, lijm en wat Toos en Freek zo al meer nodig hebben. Het verven doet Toos. die is daar een kei in. Het eerste beestje dat je hier ziet, stelt een ezeltje voor. en is griis ge verfd. Het haantje is groen met een vuur rode kam, terwijl het plankje geel en de wieltjes vuurrood zijn. Het paardje is licht- met donkerbruin. Wie van jullie volgt het goede voorbeeld van Toos, Freek en Tjoepie? Een leuk werk en het voornaamste., voor een goed doel!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1941 | | pagina 5