N1PPER EN PELLE
Het
granaatappelsap
JAPAN en
NEDERL. INDIË
Reizend uitoefenen
van bedrijf
Opnieuw verdragend
geschut in actie
Onze koloniën hoofdschotel bij
de debatten in het Japansche
parlement.
Schrijvende over de Nederlandsch-Indi-
•che problemen, die het centrum worden
van de debatten in het parlement, dringt
het blad „Kokoemin Sjimboen" er in een
hoofdartikel hij de regeering op aan scher
pe aandacht te wijden aan de problemen
van Nederlandsch-ïndië, in het bijzonder
met het oog op de mogelijkheid, dat Enge
land en Amerika overwegen strategische
faciliteiten te vestigen in de Zuidzee met
Singapore als centrum.
De Japansche nationale aandacht
wordt thans geconcentreerd op de
Nederlandsch-Indisch problemen,
nu de minister van buitenlandsche
zaken, Matsoeoka, een opheldering
heeft gegeven van de ingenomen
krachtige houding in zijn antwoord
op interpellaties van den kant van
Lagerhuisleden in verband met oor
logsvoorbereidingen in Singapore en
Nederlandsch-Indië.
Sedert het vreedzaam oprukken van Ja
pansche troepen in Fransch Indo-China zijn
de vriendschappelijke betrekkingen tus-
schen Japan en de Fransche kolonie groo
telij ks verbeterd, zoodat de voorbereidingen
voor de a.s. besprekingen te Tokio thans
Vlot. verloopen.
Thailand en Fransch Tndo-Csina hebben,
onverschillig of zij openlijk hun houding
'jegens Japan hebben opgehelderd of niet,
door hun recente aanvaarding van het Ja
pansche bemiddelingsvoorstel in hun grens
geschil, practisch goedkeuring gehecht aan
het grooter Japansch ideaal van de .vesti
ging eener sfeer van gemeenschappelijke
welvaart in Azië en hebben practisch Ja
pan erkend als leidende mogendheid voor
dit doel.
Om de waarheid te zeggen geven
de argumenten, die zelfs in die
landen, weikei in principe ingestemd
hebben met het ideaal der vestiging
van een sfeer van gemeenschappelij
ke welvaart in Oost-Azië naar vo
ren gebracht worden omtrent den
omvang van het ideaal, den in
druk, dat succes of mislukking zeer
afhangt van de nationale kracht van
Japan.
Als resultaat echter van de recente aan
vaarding door Thailand en Fransch Indo-
China van het Japansche voorstel is het
nationale prestige van Japan en zijn kracht
ten zeerste vergroot en is de leidende rol
.van Japan erkend.
Dit, zoo besluit het blad, zal stellig den
doorslag geven aan die landen, welke nog
staan op de handhaving van den status
quo.
DE VERDUISTERING DOOR EEN
ADVOCAAT TE ASSEN.
De rechtbank te Assen veroordeelde gis
teren een advocaat en procureur te Assen,
die zich moest verantwoorden wegens het
plegen van verduistering van een bedirag
van f 55.000.— in zijn functie van curator
in een faillissement in de jaren 1930'33
tot twee jaar en drie maanden gevangenis
straf, met aftrek van de preventieve hech
tenis. onder toepassing van art. 322, Wetb.
van Strafrecht (verjaringstermijn twaalf
jaar). De eisch was twee jaar gevangenis
straf.
FEUILLETON
daoA Eihel ïïl. $Xe££
17.
„Dat weet ik en dat zult U ook! Maar
niet In munt! En die zakdoek, die U by het
j ikkeldraad hebt verloren, zal ik maar be
waren als souvenir. Wij zijn nog niet van el
kaar af, dat zweer ik U!"
Na deze woorden keerde hij zich abrupt om
en liep de stoep af. Hij stapte in de auto en
het portier sloeg met een klap achter hem
dicht Niet vóór hij in de duisternis was ver
dwenen, met een snelheid, waartoe ze enkele
oogenblikken tevcren die rammelende, oude
wagen niet in staat had geacht, merkte ze
dat ze nog steeds zijn groen-pluche» tafelkleed
als een rol onder haar arm gebonden droeg.
HOOFDSTUK XVI.
Ze had er naar verlangd thuis te zijn, maar
toen ze eenmaal m de gang stond en haar
moeder angstig op h ar toe kwam snellen,
overviel haar een gevoel van wanhoop.
„Oh, mijn lieve kind!" lamenteerde Lady
Carvis. „Wat is er toch gebeurd? Je paard
is een half uur „eleden a'-^en teruggekomen
en ik was zoo verschrikkelijk bang dat je
dood was! Ik heb de pastorie opgebeld en de
twee zoons zouden zoo meteen op weg gaan
om je te zoeken. Wat heb je aan je arm" En,
oh kind, je ziet doodsbleek! Een je gewond?
Wat heb ik toch verschrikkelijk over je in
angst gezeten!"
Nee, ik ben niet gewond, zei Diana, toen
ze eindelijk aan het woord kon komen. En
tegen Potter, die een eind verderop stond en
ook al dood-zenuwachtig was: Bel alsje
blieft de pastorie even op en zeg dat ik thuis
hen. Is Calif in orde?
Uw paard mankeert niets, miss, stotter
de de man.
Maar U, miss U hebt overal schram
men! En Uw kleeren, miss...
Ja, je kleeren! echode haar moeder.
17. Waar ls Krullekop gebleven
1. Eindelijk kwamen ze aan de
uitgang.
2. „En hier is de rivier".
3 „Krullekop! Krullekop! Waar
ben Je?"
18.
De Jongens ontmoeten de
rivierpolitie.
1. We zullen de stroom vol
gen we moeten Krullekop
vinden!"
2. „Misschien hebben ze hem
wel aan een boomstam vast
gebonden en hem de rivier
af laten zakken!"
3. „Hallo! Wie daar? Wat
doen jullie zo laat 's nachts
hier?"
De verordening 129 van den Rijkscommis
saris behelzende regelen betreffende beper
king van het al reizende uitoefenen van
een bedrijtf voor een bepaaldelijk in de
verordening aahgeduide zóne van het be
zette Nederlandsche gebied heeft op be
paalde punten aanleiding gegeven tot eenig
misverstand. Daarom is hieromtrent van
bevoegde Duitsche zijde de navolgende
verduidelijking verstrekt;
1. Markten.
Handelaren in producten van land- en
tuinbouw, van fruit-, vee-, pluimvee- en
bijenteelt, alsmede in die van jacht eu
vischvangst, mogen deze producten op de
weekmarkten verkoopen. mits:
a. de groenten onbewerkt zijn of door
henuzelf gewonnen zijn;
b. de producten uitsluitend dienen voor
de levcnsmiddelenvoonziening der foevol-
ling;
de handelaar een vaste plaats op de
markt heeft en zich tot de markt beperkt;
hij mag niet na afloop daarvan buiten de
markt uit gaan' vénten.
2. Gevestigde zaken.
Ook is het bestaande bedrijven, zooals
vooral groote zaken met filialen, die hun
afzet tot dusverre hoofdzakelijk op het
land hadden, in 't vervolg verder toegestaan
om door middel van emiployé's, die op
grond van een contract bij hen in vasten
dienst zijn en die niet voor eigen rekening
werken, de cliëntèle. die ze tot nog toe had
den te bedienen, wanneer ook de kooper
ervan overtuigd is. dat hij inderdaad uit
sluitend door vertegenwoordigers van het
centrale, bestaande bedrijf bediend wordt
en er van venten geen sprake is.
Aanknopen ten behoeve van gevestigde
zakpn kunnen onbeperkt geschieden, onver
schillig van welken aard de gekochte goe
deren zijn.
3. Vaste klanten (van niet-gevestigde
personen).
De handelaar, die op grond van een voor
afgaan-de directe of indirecte afspraak -zijn
klanten opzoekt valt niet onder de bepa
lingen van de verordening. Hij moet der
halve weten naar welke klanten hij zich
moet begeven. Hieronder valt ook het be
zoeken van vaste klanten.
4. Landbouwwerktuigen e.d.
De handel in deze artikelen op week
markten is niet geoorloofd in den zin der
verordening, aangezien de gevestigde zaken
in de behoefte kunnen voorzien.
5. Filmvertooningen e.d.
Het vertoonen van films e.d. waarmede
geen hooger belang van kunst en weten
schap is gediend valt onder de bepalingen
van de verordening.
6. Handelsreizigers.
De in het kustgebied wonende personen
mogen al reiizcn-de hun bedrijf uitoefenen
buiten het kustgebied. Dit is b.v. van be
lang voor in het kustgebied wonende han
delsreizigers.
Voor zooveel noodig wiordt opgemerkt,
dat los van de bepalingen van de veror
dening nr. 129. ingevolge de desbetreffende
regeling, vergunning van den stafofficier
bij den gevolmachtigde van den Rijkscom
missaris. in de provincie vereischt blijft
voor het betreden van gemeenten, welke
zijn gelegen op de Zul'd-Hollandsche en
Zeeuwscihe eilanden en de daarmede ge
lijkgestelde gebieden.
Radio in auto's
Van alle aanwezige opvanginrichtingen
(dus ook die in opgelegde moto rij tuigen)
moet aangifte worden gedaan.. Bij deze
aangifte kan men dan vbt'haeidcn, dat de
onlvangin'ribhting is-gemonteerd in een
opgelegd motorrijtuig. Dan zal, zoolang de
bijzondere tijdsomstandigheden aanhou-
voorloopig voor deze opvanginrichtingen
geen luistervergunning wonden uitge
reikt. zoodat men ook geen luisterbijdrage
verschuldigd is.
Zoodra de in de opgelegde auto aanwe
zige radio weder in gebruik wodt ge
nomen .dient de bezitter daarvan onver
wijld kennis te geven.
STAATSPENSIOEN VOOR HERTZOG.
De Britsche berichtendienst heeft me
degedeeld, dat minister-president generaal
Smuts in het Zuid-Afrikaansche parlement
met betrekking tot het aan generaal Hert
zog toegekende staatspensioen van 2.000
pond sterling per jaar verklaard heeft, dat
dit pensioen niet beschouwd moet worden
als een aan Hertzog bewezen gunst. Het
is een beuijs van erkentelijkheid voor een
man, die zooveel voor Zuid-Afrika heeft
gedaan.
HET OPTREDEN TEGEN DE VRIJMET
SELARIJ IN ROEMENIë.
Officieel is door de Roemecnsche regee
ring medegedeeld dat, teneinde paal en
perk te stellen aan alle intriges tegen de
actie tegen de vrijmetselaars in Roemenië,
op bevel van generaal Antonescu het vol
gende is bepaald:
Al degenen die beweren dat ook maar
een lid der regeering van generaal Anto
nescu tot de vrijmetselarij behoort of heeft
behoord, of de vrijmetselaars beschermt,
worden in staat van beschuldiging ge
steld. Voorts zal het bij de vrijmetselaars
gevonden materiaal gepubliceerd worden,
opdat alle goedgeloovigen zich er van be
wust worden, wier werktuigen de niets
nutten zijn, die beweren, dat generaal Anto
nescu of zijn medewerkers de vrijmetselaars
steunen.
Ifaliaansch weermachthericht
Derna door de
Italianen ontruimd
Het 233ste communiqué van het Itali-
aansche hoofdkwartier luidt:
„Aan het Grieksche front bedrijvigheid
der artillerie aan weerszijden. Formaties
bommenwerpers en jachtvliegtuigen heb
ben vij-andelijke bruggen, wegen en batte
rijen op doeltreffende wijze aangevallen.
Troepen en gemechaniseerde colonnes zijn
bestookt met hommen van licht kaliber
en met mitrailleurvuur. Een onzer vlieg
tuigen is niet teruggekeerd.
In Cyrenaica heeft het oppeibevel. om
omsingeling onzer stellingen te Derna Ie
voorkomen, de ontruiming der stad bevolen
en de troepen verplaatst naar stellingen
onmiddellijk ten Westen en ten Zuiden
van Derna, waar onze detachementen een
aanval der Australische gemechaniseerde
troepen hebben gebroken. Afdeelingcn van
de luchtmacht hebben Engelsche gemecha
niseerde strijdmiddelen gebombardeerd. On
ze jachtvliegtuigen hebben twee vijandelij
ke toestellen neergeschoten. De vijand heeft
aanvallen gedaan op een plaats in Cyre
naica. waarbij drié personen gedood en
eenige gewond werden en geringe schade
werd aangericht.
Bij verschillende gevechten aan het
Noordelijke front in Oost-Afrika hebben
wij aanvallen van den vijand afgeslagen en
hem zeer gevoelige verliezen toegebacht.
Onze afdeelingen bommenwerpers en jagers
hebben een zeer levendige bedrijvigheid
ontplooid en baterijen. troepen en geme
chaniseerde strijdmiddelen gebombardeerd.
Een vliegtuig van het type Gloster is neer
geschoten. Een ander Engelsch vliegtuig
werd gedwongeh op een onzer vliegvelden
te landen: de bemanning wend gevangen
genomen.
Vliegtuigen van het Duitsche luchtcorps
hebben Suez en Ismailia op doeltreffende
wij-ze gebombardeerd.
Daitsch weermachthericht
Het opperbevel der Duitsche weermacht
deelt mede:
Een duikboot heeft 20.000 b.r.t. aan vij
andelijke koopvaardijseheepsruimtc tot zïn-t
ken gebracht.
Gevechtsvliegtuigen hebben ook gisteren,
in opeenvolgende golven strategische doe
len in Londen met brisant- en brandbom
men bestookt. Stoutmo'"':g uitgevoerde af
zonderlijke aanvallen n zeer geringe
hoogte richtten zich tegen vliegvelden, troe
pen-opleidingskampen, luchtdoelbatterijen,
autocolonnes, fabrieksinstallaties en spoor
wegen in Z.O. Engeland Hierbij werden
meermalen treffers geplaatst op de op den
beganen grond staande gevechtsvliegtuigen
van het type Bristol-Blenheim. In een troe
pen-opleidingskamp ten N.O. van Londen
vloog een mutitiedepot in de lucht. Fabriek»
gebouwen ten Oosten van Cambridge, nabij
Stortford en Nottingham, werden door boyn-
treffers verwoest.
Gevechtsvliegtuigen hebben op ongeveer
400 k.m. ten Westen van de golf van Done-
gal het koopvaardijschip Austvard (3.677 b.
r.t.) en ten Zuiden van de monding van de
Humber een kleiner schip tot zinken ge
bracht.
Ver dragend geschut van het leger zette
de beschieting van strategische doelen in
Z.O. Engeland voort. De vijand heeft noch
boven het Duitsche rijksgebied, noch boven
het bezette gebied gevlogen. Duitsche jagers
hebben boven Dover 5 en boven Londen 7
Britsche versperringsballons neergeschoten.
Een eigen vliegtuig wordt vermist.
Oh, mijn kleeren doen er nu niet toe, zei
Diana onverschillig. Kom Potter, ga nu
direct even opbellen en zeg dat er niets met
me aan de hand is. Maak niet zoo'n drukte,
moeder! Er is toch niets ernstigs gebeurd!
Ik heb alleen maar een flinke smak gemaakt
en daarbij heb ik mijn schouder een beetje
bezeerd, dat is alles. Ik zal nu maar naar
boven gaan en een warm bad nemen.
Dat lijkt me ook het beste! klonk plot
seling de sarcastische stem van Sir John
achter haar. Hij had de deur van zijn kamer
open gedaan om te kijken wat er aan de hand
was. Je ziet er fraai uit, dat moet ik zeg
gen! Altijd is er wat met jou! Wat heb je
daar voor een lap onder je arm?
Geërgerd wendde Diana zich tot hem.
Dat is een tafelkleed, als het U interesseert,
zei ze. Dat heeft Mr. Weston, van Crack-
mead, me gegeven. Mr. Weston heeft me met
zijn auto thuis gebracht ook ik wou maar
dat hij dat niet gedaan had, want iedereen
maakt hier altijd een hoop drukte om niets.
Sir John deed een stap naar voren. Wel
heb ik van mijn leven! riep hij uit. Ben je
bij dien kerel thuis geweest? Zooiets was van
jou natuurlijk te verwachten! De eenige hier
in den omtrek, waarmee niemand wenscht om
te gaan!
Oh. John John! kwam zijn vrouw tus-
schenbeide. Ik weet zeker dat Diana dopr
haar ongeval geen keus had. Ze kan hem al
evenmin uitstaan als jijIs het niet zoo, lieve
Diana lachte bitter. Haar schouder 'deed
haar veel pijn en ze was doodmoe. Maar nie
mand, die zich daarom bekommerde. Het
scheen dat in dit huis nooit iets anders dan
critiek en aanmerkingen haar deel zouden
zijn.
Ik begin te denken dat hij zoo kwaad
nog niet is, zei ze. Hjj zegt in ieder geval
niet meer dan noodig is dat is tenminste
al iets in zijn voordeel. Goedenavond, alle
maal! Ik geloof dat ik maar in mijn bed
kruip en van dat bal vanavond afzie.
Met die woorden draaide ze hen haar rug
toe en werkte zich moeizaam, treedje voor
treedje, de trap op naar boven. Lady Carvis
dacht er nog een oogenblik over haar te vol
gen, maar ze achtte het raadzamer in de
buurt van Sir John te blyven en te trachten
hem weer in zijn humeur te brengen.
Dien middag, in de opgewondenheid van de
jacht, had Diana gemeend dat ze zich einde
lijk had bevrijd van wat haar de laatste
weken zoo had gedrukt. Maar ze had een ge
voel alsof de wolken zich weer boven haar
hoofd samenpakten en ze wist zeker dat ze
weer niet zou kunnen slapen. De oude, zorge-
looze tyd, dat ze altijd oogenblikjkelijk insliep
en haar jachten zonder droomen waren, was
voorby. Vaak schrikte ze den laatsten tijd op
uit een vreeselijke nachtmerrie en dan durfde
ze niet weer te gaan slapen; ze bleef dan
wakker liggen tot de ochtendstond.
Miggs, haar moeder's kamenier, hielp haar
met uitkleeden. Miggs sprak weinig, zooals
steeds. Ze had een manier om zonder woor
den van haar afkeuring over Diana's gedrag
blijk te doen geven.
Maar in dit geval was Diana dankbaar voor
haar hulp en ze geloofde dat het haar, zon
der Miggs, nooit gelukt zou zijn haar rijcos-
tuum uit te krijgen. Ze was blij toen ze ein
delijk in bed lag en Miggs haar een kopje
warme thee kwam brengen.
Nadat ze het had opgedronken, zei ze:
Laat me nu maar liggen en zeg beneden dat
ik niet gestoord wil worden. Ik zal probeeren
te slapen.
Maar toen Miggs weg was, lag ze, met het
licht nog aan, langen tijd met nietsziende
oogen voor zich uit te staren.
Het was een vreemde dag geweest, vol ge
beurtenissen. Haar opgewondenheid tijdens de
jacht scheen haar nu al even onbegrijpelijk
toe als I j.ar wraakzuchtige stemming daarna
en een mistroostig gevoel machte zich van
haai mee.«.ter Iloe kwam het toch dat ze zoo
was veranderd? Vroeger zou ze plezier gehad
hebben in bet avontuur van vanmiddag. Waar
was haar oude luchthartigheid? Ook verme-
t'gd, tegelijk met haar trotsch?
Ze woelde onrustig onder het dek.
Oh, kon ik maar weg! fluisterde ze. Er
gens anders opnieuw beginnen! Waarom word
ik zoo zwaar gestraft voor die enkele uren,
waarin ik mezelf vergeten heb -waarom
word ik steeds achtervolgd door de herinne
ring aan die donkere uren van mijn leven? Er
scheen geen ontkomen mogelijk. Ze voelde zich
voor altijd bezoedeld en ze walgde van zich
zelf. Ze wentelde zich van haar eenen kant op'
den anderen en, diep ellendig, begroef ze haar
gezicht in het kussen.
Toen, plotseling, hoè begreep ze niet, hoorde
ze opeens weer de stem van Weston, die by
hun afscheid tot haar gezegd had:
Wij zijn nog niet van elkaar af dat
zweer ik U!
In het eerst had ze er een dreigement in
gevoeld, maar, eigenaardig, nu ze nog eens
over zy'n woorden nadacht en vooral over de
toon, waarop ze gesproken waren, gaf ze er
een andere beteekenis aan. Kon het misschien
zy'n dat deze man, tegen wien ledereen ge
keerd was, evenals zij leed onder de slagen
van het noodlot? Had ook hij mogelijk schip
breuk geleden op de levenszee en was ook
hij, evenals zij. genadeloos tegen de rotsen
gesmeten
Hoe ze zoo op dat idee gekomen was, zou
ze niet hebben kunnen zeggen, maar er zat
Iets wonderbaarlijk vertroostends in die ge
dachte.
Nu wilde ze ook wel voor zichzelf erkennen
dat hij verdraagzaam jegens haar was ge
weest dat hij zich zelfs, pp zijn grimmige
manier, vriendelijk had betoond. Er was niets
triomfantelijks geweest in den blik, waarmee
hij op haar neerzag, toen ze daar zoo hulpe
loos lag, overgeleverd aan zijn edelmoedigheid.
En toen ze zich niet langer had kunnen be-
heerschen en in snikken was uitgebarsten, was
hij zoo kies geweest de kamer te verlaten.
En hoe had zij gereageerd op zijn tegemoet
komendheid Ze -had hem stug, ja, onbeschoft
bejegend, had een gevoel van rancune om zyn
duidelijke overwinning op haar niet kunnen
onderdrukken. Bah, wat een lomperd was ze
geweest!
Ik zal hem mijn excuses dienen aan te
bieden! overlegde ze. Ik zal hem moeten
bekennen dat ik de spelregels niet in acht ge
nomen heb een grove fout! Misschien zou
daarmee de vrede tusschen ons bezegeld zyn.
En de vroeger zoo strydlustige Diana moest
zichzelf bekennen dat ze naar niets zoo vurig
verlangde als naar vrede.
HOOFDSTUK XVII.
Het duurde lang dien nacht vóór Diana de
slaap kon vatten; uur na uur lag ze onrustig
heen en weer te woelen, totdat ze eindelyk
tegen den morgen, toen het buiten al scheme
rig begon te worden, uitgeput insliep.
Maar niet lang was haar rust en vergetel
heid gegund; met een schok werd ze wakker,
doordat Miggs niet bepaald zacht haar kamer
deur opende en binnenkwam met een blaadje,
waarop theebenoodigdheden stonden.
Nadat ze zich van den schrik hersteld had,
zei ze: Heel attent van je, Miggie, maar
ik had liever gehad dat je me nog een poosje
had laten doorslapen.
Wilt U dan heelemaal geen thee hebben?
vroeg de kamenier.
Och ja, nu ik eenmaal wakker ben, lust
ik wel een kopje. Diana geeuwde luid en
kwam langzaam overeind. Gelukkig, ik ben
lang met meer zoo stijf en die schouder doet
niet zoo n pyn meer als gisteravond
Miggs zette het theeblad binnen' haar be
reik en nam haar op met koele, scherpe oogen
en gefronste wenkbrauwen. U ziet er an
ders nog lang niet goed uit, zei ze. Zou U
den dokter niet laten komen
{Wordt vervolgd.)