In het grensland
veilingen
Een bezoek aan de verplichte
hengstekeuring te Groningen
tusschen economie in
wetenschap
GROENTEN
Langendijker
School haringen spoelt
aan
Gesprek
De Ned. Groenten- en Fruilcentrale
krijgt groote bevoegdheden kan
aanvoer ter veiling vorderen te
lers van groenten verplicht hun
producten ter veiling te brengen
de Centrale kan ter beschikking
houden eischen kan ook aanvoer
beperken en zelfs stopzetten
en ook voor bepaalde gewassen
heeft dus alle macht over den ge-
heelen aanvoer mag verwachten,
dat sterk ingrijpen niet noodig zal
zijn tuinders met hun organisa
ties zullen daarvoor wel zorg dra
gen onmacht, niet onwilwas de
laatste weken oorzaak van onvol
doenden aanvoer deze week be
ter zelfs te groot aanbod ook
was wagentekort hier wel aan de
bet en ook betere prijzen stimu
lans voor meer aanbod in het
begin der week aanvoer zeer groot
bekende regeling iniverking ge
steld roode, gele en Deensche
witte kool ruimen nu flink op
vooral Denen iets meer aanvoer
van uien klein aanbod van wor
telen en bieten.
Als men er in tuinderskringen nog aan
had durven twijfelen, of de touwtjes van
de aanvoerregeling wel zoo strak zouden
worden aangehaald, als uien hun dit reeds
enkele weken had voorgehouden, thans is
dan wel alle twijfel opgeheven, daar de Ne-
derlandsche Groenten- en Fruitcentralc nu
de bevoegdheid heeft gekregen om den aan
voer ter veiling te vorderen, een woord dat
in veler ooren'niet welluidend klinkt, voor
al niet in de ooren van den boeren- en tuin
dersstand. die maar liever hun eigen boon
tjes doppen: hun land- en tuinbouwproduc
ten naar de markt brengen, als het hun be
lieft, hun vee aanhouden of verkoopen al
naar gelang van de omstandigheden, welke
hun het gunstigst schijnen.
Maar daar wordt tegenwoordig
niet meer op gelet: bijzondere be
langen moeten wijken voor de alge-
meene en zoo moeten eigen inzich
ten op zij worden gezet en onderge
schikt worden gemaakt aan andere,
die ingesteld zijn op het dienen van
het nut van het algemeen. Zoo heeft
dan de Secretaris-Generaal van het
Departement van Landbouw en Vis-
scherij, gelet op het Voedselvoorzie-
ningsbesluit en in overeenstemming
met nader genoemde Verordeningen
goedgevonden, dat, bij de Centrale
(d.i. dari de Stichting Ncderlandsche
Groenten- en Fruitcentrale) als ge
organiseerde aangesloten telers van
gewassen van den tuinbouw ver
plicht zijn, de door hen geteelde ge
wassen ter velling aan te voeren
met inachtneming van de aanwijzin
gen der Centrale.
Deze aanwijzingen kunnen van ingrijpen
den aard zijn: zij kunnen inhouden een ver
plichting tot aanvoeren tot het ter beschik
king houden van of het inleveren bij de
Centrale, alsmede tot het beperken, zoo noo
dig stopzetten van den aanvoer van door de
Centrale daarbij telkenmale aan te geven
gewassen van den tuinbouw. We zouden
zoo zeggen, dat daarbij geen woord Fransch
is: de betrokkenen weten precies, wat tot de
macht der Centrale behoort en wat de ge
volgen zijn als niet aan 'de voorschriften
Wordt voldaan. Maar, we hebben 't wel
meer* opgemerkt, onze tuinders zijn men-
schen met wie te praten valt. Ze willen
heel graag meewerken om het algemeen be
lang te dienen, obstinant of revolutionair
zijn woorden, die niet in hun woordenboek
voorkomen. De Centrale kan den gelieelen
aanvoer van ieder product afzonderlijk re
gelen, wat vanzelf van beteekenis is voor
den tuinbouw onder de bijzondere omstan
digheden van de laatste tijden en van thans.
Maar men mag venvachten, dat van deze
bevoegdheden geen gebruik zal moeten wor
den gemaakt.
De 'georganiseerde tuinders zullen met
hun door hen zelf geregelde en bestuurde
veilingen zonder de dreiging van strenge
maatregelen er wel voor zorgen, dat aan de
voorschriften wordt voldaan. Geschiedde dit
een paar weken niet. dan was dit niet te
wijten aan des tuinders onwil, maar aan
zijn onmacht. De weersomstandigheden wa
ren van dien aard. dat er eenvoudig niet
aan voldaan kon worden. Maar toen bij
den aanvang van de week, de weersom
standigheden wat milder werden, nam het
.tempo van den aanvoer toe en kwam er,
zoowel aan de veiling te Noordscharwoude
als aan die te Broek zooveel kool, dat de
aanvoer te groot was. Gebrek aan de noo-
dige spoorwagens speelde daarbij ook wel
een rol, doch de tuinders waren niet in ge
breke. Misschien dat de verbetering in de
prijzen, die met den aanvang dezer week
werd ingevoerd ook nog een stimuleercnde
factor was. doch we houden er ons van
overtuigd, dat ook zonder die stimulans
over den aanvoer niet. te klagen zou zijn
geweest. Er is intusschen in de vorige we
ken weinig aangevoerd, wat wel blijkt, uit
een vergelijking van den aanvoer in Janu
ari 1940 en 1941 aan de Broeker veiline: in
de eerste bedoelde maand werden 93 wa
gons roode en 99 gele. in de laatste resp. 33
en 01 wagons aangevoerd. Alleen Deensche
witte mankte daarop een uitzondering: in
Januari 1911 werden er 115 tegen 85 wa
gons in dezelfde maand van 1910 verhan
deld. Peen. uien en bicten gaven in de
eerste maand van 1941 veel geringer aan
voeren dan 'n 1940.
Deze week ging het met den aanvoer
goed, te goed zelfs. Het was nu zoo. da*
niet M'e« Von worden opgenomen, wat werd
aangeboden. Dit is natuurlijk jammer,
maar als het weer wat wil meewerken, zal
de kool, en dan naar is te hopen., tegen
hoogerp nrüzen kunnen worden verkocht
De kwaliteit blijft zeer bevredigend, al
wordt gevreesd, dat door de strenge vorst
vrqaoonde verwarming der knot-
Bij u,
over U,
zonder U..
schuren, er wel wat „bokken" zullen ko
men. Dan is het weer wel een voordeel, als
minder op de kwaliteit wordt gelet.
Aan de Broeker veiling werden ongeveer
55 spoorwagons gele kool aangeboden. Voor
al in de eerste helft der week was de aan
voer groot, n.1. 35, spoorwagons. Daar die
voor een deel moesten blijven liggen, was
het te voorzien, dat do. volgende dagen de
aanvoeren zouden slinken. Aan de veiling
van den Noordermarktbond hadden de
aanvoerders den gang van zaken blijkbaar
al spoedig in de gaten. Daar werden den
eersten marktdag rond 15 spoorwagens aan
geboden. en later is dit tot ongeveer 4 4 5
spoorwagons per dag ingeslonken.
Groot was het aanbod van Deensche wit
te kool: aan de Broeker veiling konden er
75 en aan die te Noordscharwoude 120
spoorwagens een bestemming krijgen. Op
die wijze ruimt het flink op, maar de voor
raden zijn nog groot, zoodat gehoopt wordt,
dat ook in vervolg de afzet geregeld moge
aan, zonder eonige stagnatie door wat voor
oorzaak ook. Werden er de eerste 3 dagen
gemiddeld 8 spoorwagens roode kool aan
de veiling te Broek aangevoerd, later werd
dit 4 a 5. Te Noordscharwoude konden el-
den das- zoo tusschen 8 en 10 spoorwagons
plaatsing vinden. Uien kwamen er wat meer
dan de vórige week. Behalve enkele par
tijtjes drielingen die voor f 4.20 f 4.50
werden verkocht, werd voor alles den
maximumprijs betaald, evenals voor het
weinigje wortelen en bieten, die werden
aangevoerd.
LANGEND1JK
PASTOOR BENOEMD.
Naar het Alkm. Dgbl. meldt, heeft de Bis
schop van Haarlem benoemd tot pastoor al
hier, den Zeereerw. heer C. A. Moons, thans
pastoor te Zevenhoven in Zuid Holland.
Pastoor Moons is in 188S geboren en pries
ter gewijd in het. jaar 1912.
Na op verschillende plaatsen kapelaan te
zijn geweest, is ZijnEerw. in 1932 tot pastoor
benoemd, met als eerste standplaats Ze
venhoven. Na daar negen jaar werkzaam te
zijn geweest, is hij thans aan den Langen-
dijk benoemd, in dé plaats van den over
leden pastoor van Noord.
NOORDSCHARWOUDE.
MET EMERITAAT.
Naar gemeld wordt, heeft. Ds. J. Schoon
hoven, predikant der Geref. Kerk te Rotter
damDelfshaven por September eervol eme
ritaat aangevraagd. Ds. Schoonhoven hoopt
23 Februari a.s. zijn 40-jarig ambtsjubileum
te vieren. Hij stond achtereenvolgens te
Noordscharwoude, Scherpenzeel en sinds 5
Mei 1912 te Rotterdam.
ANNA PAULOWNA
BREEZAND.
NOGMAALS HET LUCHTVERSCHIJNSEL.
De heer G. Looij van den Schorweg schrijft
ons:
In uw krant, van Zaterdag 15 Febr. j 1.
stond, dat. er in Schagen en Bergen een
vreemd natuurverschijnsel waargenomen
was. Ook ik hier in Breezand, Anna Pau-
lowna, heb het waargenomen. Het was een
bal met een hel groene staart; het ging met
reuze snelheid naar beneden. Het was een
pracht gezicht om het te aanschouwen. Het
ging ook in Z.O. richting, zooals ook uw
blad schreef. Ik hoop daarmede dat ik u
volkomen ingelicht heb.
Wij danken ook den heer Looij hartelijk
voor zijn inlichtingen en zullen het lucht
verschijnsel nu maar weer voor „gezien"
houden.
Hoewel het onder de tegenwoordige om
standigheden een heele reis naar Gronin
gen is. wilde ik toch niet gaarne deze keu
ringen missen en heb ik dan ook beide
keuringsdagen medegemaakt. Op den eer
sten dag worden n.1. alleen de jonge 3-ja-
rige nog te keuren hengsten gepresenteerd
en krijgt de iurv reeds een indruk van het
aanwezige fokmaieriaal. Op den tweeden
dag volgt dan de definitieve keuring, ter
wijl dan tevens de oudere hengsten op
nieuw hun goedkeuringsbewijs kunnen ver
werven. In totaal werden er 35 jonge heng
sten aangeboden. Alle behoorende tot het
Oldcnburgsche type. dus tot het meer zwa
re landbouwtuyrpaard. wat echter niet uit
sluit, dat er verscheidene waren, welke
btiitcngewonc gangen lieten zien. Gangen
en houding, welke ook' een fokker -behoo
rende tot de Geldersche richting, in ver
rukking gebracht zou hebben. Als men een
dergelijke collectie hengsten ziet. waarvan
er 31 in Groningen. Drente of Friesland,
gefokt zijn. dan dwingt dit toch wel een
groot respect af voor de fokkers daar.
slechts een 4-tal waren er uit Oldenburg of
Oost-Friesland ingevoerd en dan vraagt men
zich wel eens af. waarom kan dit hier ook
niet. wanneer zal de tijd komen, dat in N -
I-Iolland de fokkerij op een dergelijk hoog
peil staat, dat hier ook een eigen gefokte
hengst goedgekeurd zal worden. Voorloo-
pig zal dit nog wel toekomstmuziek blij
ven en dienen wij er ons op toe te leggen,
het merriemateriaal vooruit te brengen door
aankoop of door uitsluitend te fokken hij
extra vaderpaarden. dan alleen kan de fok
kerij hier op een honger plan komen. Ge
lukkig is hier de ambitie voor de fokkerij
ontwaakt en wordt aan de fokkers de kans
geboden om de kwaliteit van hun paarden-
stapcl omhoog te brengen. Laat deze u niet
ontglippen, de tijd is er rijp voor, maar
bedenkt ook dat Keulen en Aken niet op
één dag gebouwd zijn en tegenvallers niet
uit, zullen blijven.
De goedgekeurde hengsten worden nog In
twee groepen verdeeld, n,l. zij die aange
boden mogen worden voor opname in het
Stamboek en zij die alleen voor dekking
goedgekeurd worden. Hoe streng de jury
wel selecteert, blijkt wel hieruit dat slechts
4 goed genoeg bevonden werden voor op
name in het Stamboek. De beste hiervan
vond ik Cat. No. 30 „Arjolus", een in Dren
te gefokte hengt. V. Grunewald, M. een
dochter van Gambo. een hengst van het
juiste type, welke niettegenstaande zijn
zwaarte een extra gang liet zien. Eigenaar
D. E. Mellema, Finsterwolde.
Niet veel minder Cat. No. 6 „Torso", eig.
Meinardi en Poelstra, een jonge Garbo M..
een dochter van Columbus, gefokt in Fries
land. Een extra gestept model met beste
gangen en een mooie zwarte kleur. Deze
werd voor de niet geringe som van f 13000
naar Overijsel verkocht. Verder nog Cat. no.
15 „Adolf". eig. D. E. Mellema. een jonge
Waldherr, een zeer chique paard, echter
niet zoo zwaar, met extra gangen en ten
slotte nog Cat. no. 33 „Optimist", eig. D. E.
Mellema, een jonge Godin, iets fijn in de
beenen met zeer goede gangen Voor dekking
werden er 15 goedgekeurd, zoodat de jury
deze nog een kans heeft gegeven, om het vol
gende jaar in het Stamboek opgenomen te
worden.
's Middags verschenen de verdere heng
sten ten tooneele. totaal 30 stuks. Een buiten
gewone collectie van een uniform zwaar
type, waarbij verschillende met opvallend'
goede draf en extra stap. Wanneer een Mi-
lord. Grundstein, Bart (Moor of Hendrik, om
maar eenige te noemen, over de baan zwe
ven, clan wordt men er stil van en is dit al
leen reeds een gang naar Groningen waard.
Wat mij verder opviel Was dat verschil
lende hengsten zeer onrustig werden voor
gebracht. zoodat zij slechts enkele oogen-
blikken hun gangen lieten zien en van een
rustig stappen geen sprake was. Dan de
hengsten van den heer Mellema, welke 15
stuks voorbracht, dat was af, allen draafden
als een klok, bijna zonder een mispas te
maken, stelden zich als een standbeeld,
die hadden een goede opvoeding gehad, dat
was vakmannen werk, om een voorbeeld
aan te nemen.
De belangstelling was enorm, zeker een
paar duizend liefhebbers stonden rondom
de baan. daar heerscht nog de liefde voor
het paard. Mogen wij dit hier ook nog eens
beleven. F. A. MELCHIOR.
(Nadruk verboden!
WINTERHULP.
De buscollecte van 14 en 15 Februari
bracht f 8ZA0V2 op. Bij onze publicatie over
de collecte van 31 Januari en 1 Februari
is een fout gemaakt, deze collecte bracht
f 203.65 op, terwijl gepubliceerd werd
f 103.65. Verder kan worden medegedeeld,
dat door enkele welwillende leden van het
Comité in samenwerking met enkele
dames Zaterdagmiddag 22 Februari met
een rijtuig de gemeente zal worden rond
gereden met bet doel om kleeren, dekens,
of andere artikelen, die men kan missen,
op te halen om beschikbaar te stellen voor
behoeftige inwoners in de gemeente. Wie
wat kan missen, wordt vriendelijk verzocht
dit gereed te leggen voor den ophaaldienst
Het Comité zal voor de verdeeling der goe
deren zorgen.
WJER1NGEN
DE „HARMONIE" IN TOPVORM.
J.l. Zondag gaf de Kon. Muziekvereen.
„Harmonie" onder directie van den heer
P. Kreiger haar 2e winteruitvoering voor
kunstlievende leden in Concordia, dat tot de
verste hoeken gevuld was. De muziek werd
keurig en correct uitgevoerd, zoodat een
extra nummer moest worden gegeven. Het
tooneelstuk ,,'n Huis vol herrie", klucht in.
3 bedrijven van Stephens en Linton werd
flink en vlot gespeeld, de verschillende mal
le situaties kwamen goed tot haar recht, de
aandacht en stilte werd niet anders verbro
ken dan door het daverend gelach, dat tel
kens weer opklonk en schier geen einde
nam. Het was een mooie avond voor „Har-
fonie", waarop met trots kan worden terug
gezien.
W1ER1NGERMEER
VERTRAGING IN HET VERKEER.
De WACO-bus die Zaterdag om half 10
te W.Werf aankwam, met bestemming
Slootdorp, kon wegens weigering van de
motor eerst om half 12 weder vertrekken.
Een strop voor de reizigers.
MEDEMBLIK.
NAAR HET BUITENLAND.
Naar men ons mededeelt zijn Vrijdag .j.l, 18
arbeiders naar Frankrijk vertrokken, die al
daar te werk zullen worden gesteld.
Aan de Vlaamsche kust en de kust van
Noord-Frankrijk is dezer dagen een school
haringen aangespoeld. Het hooge tij had de
vangst aangevoerd en toen het water zich
terugtrok, is een deel van de school toch
nog blijven vaststeken.
Zoo heeft de kustbevolking van een
wonderbare vischvangst kunnen profiteeren.
De burgers en Duitsche soldaten die langs
de kust liggen hebben er dan ook dadelijk
gebruik van gemaakt om een rijken oogst
aan visch op te doen, welke een welkome
afwisseling zal uitmaken op de dagelijkscne
spijskaart.
Spoedig ook kwamen echte visschers ter
plaatse met hun netten. Op sommige plaat
sen was de school zoo compact dat men de
haringen met heele karrevrachten kon weg
voeren. Zulks was onder meer het geval te
Boulogne,
Weldra ging de mare van dit ongewoone
gebeuren rond en de koopers kwamen van
heinde en verre tot van Brussel toe, naar
de kust gesneld. Natuurlijk bleven ook hier
weer de woekeraars niet achterwege, en zoo
gebeurde het dat de haringen, die in den
namiddag nog werden verkocht tegen an-
dcrhalven frank per stuk en zelfden avond
reeds tegen 3 tot 4 frank werden aangebo
den.
DUISTERNISSLACHTOFFER.
Gistermiddag is te Zaandam het' lijk op
gehaald van den 50-jarigen verzekerings
agent P. G. Krijver. die sedert 30 November
werd vermist. De man is vermoedelijk door
de duisternis misleid te water geraakt. Een
bedrag aan incasso-geld werd nog op hem
gevonden.
„Jö, geef nou terug!"
„Lekker niet."
„Jasses, doe niet zoo flauw, ik moet tochi
naar huis!"
„Dan ga je maar zonder."
„Nee. want. dan krijg ik een standje."
„Kan mij wat schelen!"
„Als je 'm niet opgeeft, .ga ik naar de
juffrouw."
„Die is lekker al lang weg!"
„Dan ga ik vanmiddag."
„Moet je toch zonder naar huis."
„Waar heb je hem n<Ju gelaten?"
„Zeg ik lekker niet!"
„Is ie nog binnen?"
„Nee!"
„In je zak?"
„Nee!"
„In je tasch dan?"
„Niks hoor!"
„Naarling!"
„Had je me je potlood maar moeten lee-
nen."
„Het was pas een nieuw."
„Wat zou dat?"
„Ik had het nog niet eens zelf gebruikt en
het hoort in mijn nieuwe étui."
„Hoe kom je er aan?"
„Op Kerstmis gekregen."
„Heb je nog meer gekregen?"
„O jé ja, boeken en een babypop. Fijn jö'
die kan slapen, en rolschaatsen en een ijs-
trui. Ik wou hem naar school an, maar dat
mag niet van moeder. Ze zegt, dat-ie daar
veel te warm voor is, en nou is het ijs ook
weg. Echt vervelend."
„Ja."
„En wat heb jij gekregen?"
„O, een mecano. Zoo'n groote! Met alles
er in, wielen en haken en extra stukken en
tandraderen en een motor apart."
„Een motor?"
„Ja. daar kan je allerlei dingen mee in
beweging brengen, als je ze af hebt. En na
tuurlijk bergen snoep en den kerstboom
zelf mag ik ook hebben."
„Wat doe je daarmee?"
„Die hakt mijn broer voor mij in stukken
en dan maken we een fijn fikkie, achter in
den tuin. Branden dat dat doet, meid, reu
ze!"
„Is jouw broer groot?"
„Ja, die is student. Maar hij heeft nu
vacantie. Dan helpt hij me met mijn som
men en met mijn mecano."
„Ik wou dat ik ook een'broer had. Ik heb
alleen maar een zus. Niks an. Die wil nooit
wat. Die is veel te nuffig. Ja, stel je voor,
ze poeiert d'r neus. En laatst hebben Lien
uit de derde en ik al die poeier in de wasch-
tafel gegooid en zand in de doos gestopt.
Kwaad dat ze was, jö, razend! En ze kon
het niet eens tegen moeder zeggen, want
ze mag zich niet poeieren van moedér."
„Ja, meiden zijn altijd vervelend!"
„Hmmmm."
„Had jij die som?"
„Ja."
„En ik niet dus."
„Meisjes kunnen ook wel eens wat."
„Nou ja, maar jongens kunnen toch beter
rekenen. Dat moeten ze wel, voor later, zie
je. Met de techfiiek en zoo."
„Nou zeg, ik ga eens naar huis."
„Gosjepiet! Is het al half één!"
„Ja, dag!"
„Dag!"
„Hé zeg, hier is je muts terug."
(N.R.Ct.)
NOODLOTTIGE VAL.
De 58-jarige veehouder Jos. Buizer had
gistermorgen het. ongeluk met zijn rijwiel
op den dorpsweg te Hoornaar te vallen. Hij
kwam met. het hoofd tegen een paal en
overleed dientengevolge na enkele oogen-
blikken.
VERTREK VAN BRITTEN UIT
THAILAND.
Naar de de Londensche nieuwsdienst
meldt, heeft het Britsche gezantschap in
Bangkok gelast, dat de Britsche vrouwen
en kinderen zich voor vertrek uit Thailand
gereed zullen houden.
Het detachement opspo
ring delfstoffen zoekt
klanten
Het „detachement opsporing delfstoffen",
dat te Ootmarsum en Rossum in Twente, en
nu ook in Zuid-Limburg den bodem onder
zoekt, heeft zich een bescheiden maar nut
tige taak gekozen. Toen in Juli de opbouw-
dienst in het leven werd geroepen, en werk-
objecten niet direct aanwezig waren, heeft
een gedemobiliseerde genie-officier, Ir. Tl.
de Vries het idéé aan de hand gedaan, dat
een aantal oud-militairen in den vader-
lamlschen grond zou gaan zoeken naar delf
stoffen. welke voor onzen landbouw en in
dustrie belangrijk zouden kunnen zijn. Dat
wilde niet zeggen, dat de initiatiefnemers
met de koorts van de sehatgraverij waren
bezeten geraakt, want zij wisten heel goed.
dat in een zoo doorzocht land als het onze
heusch geen opzienbarende verrassingen
mogelijk waren. Zij kozen dit werkobject om
dat het behalve dat er terstond aan kon.
begonnen worden bij alle gebrek aan ze
kerheid omtrent de rentabiliteit toch nuttig
was in economisch en ook in wetenschappe
lijk opzicht. Particuliere ondernemers en
wetenschappelijke instituten zouden er wel
nooit aan beginnen. Maar het monniken
werk zou, als het gedaan werd, toch aan we
tenschap en industrie ten goede komen.
Er is eenige maanden geleden al eens
iets over dit opsporingswerk gepubliceerd.
Het loont de moeite nog eens op het onder
werp terug te komen. Er komt nu wat tee-
kening in het werk. Niet alleen, dat nu lang
zaam aan de geologische kaarten van de
onderzochte terreinen gereed komen, de eco
nomische perspectieven zich wat duidelijker
gaan afteekenen, maar ook.de menschelijke
resultaten zijn zoo interessant. Uw verslag
gever heeft daar in Ootmarsum geenszins
het gevoel gehad van in nieuw Klondike te
zijn beland. Toch heeft hij daar met een
bijzonder plezier rondgezworven.
Het werk zelf draagt daartoe bet zijne bij.
Het is geen „stom" werk. Men moet iets
van aardlagen en zelfs van aardhistorie we
ten, al volstaat een populaire scher itisee-
ring. De D.O.D.-ers gooien 11 dood me! eoeeën
en ligoeeën, als gij met hen in gesprek
komt. Gii verdenkt hen eerst van dikdoene
rij. maar bemerkt spoedig, dat het verleer
enthousiasme voor het speurderswerk is. dat
hen gepakt heeft.) Het werk dan. dat inge
wikkeld eenoeg is om een kleine spanning
te verwekken en eenvoudig genoeg om door
alle medewerkers te worden doorzien, geeft
bovendien als er geluk is, een mogelijkheid
om in het gewone maatschappelijke leven
over te gaan. De werkers hebben zoodoende
het gevoel zinvollen arbeid te verriehten.
En aangezien het nu eenmaal zoo is, dat de
ernst van het werk het plezier in den arbeid
meebrengt is de geest in het D.O.D. uitste
kend.
.Bovendien, is de geest goed, omdat de lei
ding greep op haar werkers heeft.
Daarvan een interessant staaltje. Tn het
detachement bestaat een wekelijksch klach
tenuurtie. Het lijkt op het eerste gehoor j
een gewaagd experiment, maar het wijst ir
ieder geval op zelfverzekerdheid bij de lei
din* De ervaring heeft haar in het gelijk
gesteld. Er zijn eenige klachten geuit, ten
deele weerlegd, ten deele ook luist bevon
den. In het laatste geval waren zij aanlei
ding tot verbeteringen. Dit lejdde er toe. dat
het klachtenuurtje al spoedig een ideeën-
uurtje werd: de leiding loofde een gulden
uit voor elk goed idee. Het gevolg is. dat
ieder bii het werk zijn hersens gebruikt en
kien is op den gulden en niet minder op
de eer zijn vinding in het openbaar te mo
gen verdedigen en te zien goedkeuren. Tee-
keningen en werkstukken in ijzerdraad wor
den dan ter staving van het betoog aan de
kritiek onderworpen. Hetsysteem heeft
reeds tot eenige technische verbeteringen
in machines en werkwijze en ook tot bespa
ringen geleid. Het is misschien wel iets ter
navolging voor de burgerlijke werkgevers?
(Niet daf schrijver dezes op een gulden uit
is.)
Op genoemde terreinen is vooral naar
phospborieten gezocht, dat zijn knollen met
een zeker gehalte aan calciumphosphata,
welke zich in de voorhistorische tijden, toen
Twente nog zeebodem was. gevormd heb
ben uit de overblijfselen van gewervelde
dieren (er worden in of bij de phosphorie-
ten nogal eens haaientanden gevonden).
De phospborieten. die in Twente
worden gevonden, zijn voor de ver
vaardiging van kunstmest alleen
in 'oorlogstijd van waarde. In andere
landen (Tunis, Algiers. Florida)
komen ze voor met een veel hooger
gehalte. Maar als het betere ont
breekt, is het goede goed genoeg.
In 1917—1918 heeft een fabriek uit De
venter in Ootmarsum groote hoeveelheden
verwerkt en ook in Rossum heeft de Land-
bouwbank van Enschede de exploitatie ter
hand genomen. Het einde van den oorlog
was ook het einde der industrie, die niet
meer kon rondeeren.
De vooruitzichten van het D.O.D. ten op
zichte der nhosphorieten zijn nog maar mn-
'ig. Hetzelfde geluk als de ondernemers uit
Deventer heeft het detachemen nog niet
gehad. Maar ook dan is het eind van den
oorlog het eind van het lied. Daarom
wordt thans eigenlijk al met meer belang
stelling uitgekeken naar delfstoffen, die ook
na den oorlog niet waardeloos zijn- Grootere
corranercieele verwachtingen zijn gebaseerd
op de vormzanden voor de metaalindustrie.
Dit zijn kwarfszanden /net een speciaal
gehalte aan klei en wel goed zand met
vuurvaste klei, welke voor gietvormen kan
worden gebruikt. Ook aan de poreusheid
worden eischen gesteld. Goede vormzanden
komen niet zoo veel voor. De Nederland-
sche industrie haalde ze tot nu toe steeds
heel ver weg. In Twente nu heeft men ze
ker goede vormzanden in exploitabele hoe
veelheden. Ook in Limburg zijn ze. Daar
zoekt de opbouwdienst, nestelend in oude
verlaten kasteelen, tevens naar aardewerk-
kleien. Voorts is daar een begin gemaakt
met de opsporing van bleekaarde, die in
zeep kan worden verwerkt (oorlogszeep
dan) en voor een zeker procédé in de pa-
pif-fnbrieken gpschikt is.
Ook zit cr in onzen bodem zand voor
flesschenglas. En dan zijn er in Zuid-Lim
burg nog groote lagen bruinkolen, maar
dat is toekomstmuziek, want het vervoer
probleem is al zoo moeilijk voor de steen
kolen. dat de bruinkolen niet aan bod ko
men. Voorts* is er nog de Inftisorienaarde,
dat zijn de versteende skeletjes van mi
croscopische waterdiertjes, welke, gegloeid
en vermalen, een ideaal polijstpoeder ople
veren. Ook dit is een Twentsch product.
Zoo is er hier en daar wel „grond" voor
een commercieel vooruitzicht. Er zijn van
die bescheiden delfstoffen, welke de Neder-
landsche industrie uitstekend kan gebrui
ken, als er maar iemand is die ze voor
haar opzoekt. Die iemand is het D.O.D.
die Nederlandsche ex-militairen aan het
werk houdt, liefst aan een zoo nuttig mo
gelijk werk. Het detachement heeft daarom
een handelstechnisch bureautje geopend,
bestaande uit twee oud-sergeants, die de
fabrieken afreizen om de wenschen van de
industrie te leeren kennen. Misschien dat
deze beschrijving deze reizigers nn«- pee
handje helpt?