In het grensland veilingen Een bezoek aan de verplichte hengstekeuring te Groningen tusschen economie in wetenschap GROENTEN Langendijker School haringen spoelt aan Gesprek De Ned. Groenten- en Fruilcentrale krijgt groote bevoegdheden kan aanvoer ter veiling vorderen te lers van groenten verplicht hun producten ter veiling te brengen de Centrale kan ter beschikking houden eischen kan ook aanvoer beperken en zelfs stopzetten en ook voor bepaalde gewassen heeft dus alle macht over den ge- heelen aanvoer mag verwachten, dat sterk ingrijpen niet noodig zal zijn tuinders met hun organisa ties zullen daarvoor wel zorg dra gen onmacht, niet onwilwas de laatste weken oorzaak van onvol doenden aanvoer deze week be ter zelfs te groot aanbod ook was wagentekort hier wel aan de bet en ook betere prijzen stimu lans voor meer aanbod in het begin der week aanvoer zeer groot bekende regeling iniverking ge steld roode, gele en Deensche witte kool ruimen nu flink op vooral Denen iets meer aanvoer van uien klein aanbod van wor telen en bieten. Als men er in tuinderskringen nog aan had durven twijfelen, of de touwtjes van de aanvoerregeling wel zoo strak zouden worden aangehaald, als uien hun dit reeds enkele weken had voorgehouden, thans is dan wel alle twijfel opgeheven, daar de Ne- derlandsche Groenten- en Fruitcentralc nu de bevoegdheid heeft gekregen om den aan voer ter veiling te vorderen, een woord dat in veler ooren'niet welluidend klinkt, voor al niet in de ooren van den boeren- en tuin dersstand. die maar liever hun eigen boon tjes doppen: hun land- en tuinbouwproduc ten naar de markt brengen, als het hun be lieft, hun vee aanhouden of verkoopen al naar gelang van de omstandigheden, welke hun het gunstigst schijnen. Maar daar wordt tegenwoordig niet meer op gelet: bijzondere be langen moeten wijken voor de alge- meene en zoo moeten eigen inzich ten op zij worden gezet en onderge schikt worden gemaakt aan andere, die ingesteld zijn op het dienen van het nut van het algemeen. Zoo heeft dan de Secretaris-Generaal van het Departement van Landbouw en Vis- scherij, gelet op het Voedselvoorzie- ningsbesluit en in overeenstemming met nader genoemde Verordeningen goedgevonden, dat, bij de Centrale (d.i. dari de Stichting Ncderlandsche Groenten- en Fruitcentrale) als ge organiseerde aangesloten telers van gewassen van den tuinbouw ver plicht zijn, de door hen geteelde ge wassen ter velling aan te voeren met inachtneming van de aanwijzin gen der Centrale. Deze aanwijzingen kunnen van ingrijpen den aard zijn: zij kunnen inhouden een ver plichting tot aanvoeren tot het ter beschik king houden van of het inleveren bij de Centrale, alsmede tot het beperken, zoo noo dig stopzetten van den aanvoer van door de Centrale daarbij telkenmale aan te geven gewassen van den tuinbouw. We zouden zoo zeggen, dat daarbij geen woord Fransch is: de betrokkenen weten precies, wat tot de macht der Centrale behoort en wat de ge volgen zijn als niet aan 'de voorschriften Wordt voldaan. Maar, we hebben 't wel meer* opgemerkt, onze tuinders zijn men- schen met wie te praten valt. Ze willen heel graag meewerken om het algemeen be lang te dienen, obstinant of revolutionair zijn woorden, die niet in hun woordenboek voorkomen. De Centrale kan den gelieelen aanvoer van ieder product afzonderlijk re gelen, wat vanzelf van beteekenis is voor den tuinbouw onder de bijzondere omstan digheden van de laatste tijden en van thans. Maar men mag venvachten, dat van deze bevoegdheden geen gebruik zal moeten wor den gemaakt. De 'georganiseerde tuinders zullen met hun door hen zelf geregelde en bestuurde veilingen zonder de dreiging van strenge maatregelen er wel voor zorgen, dat aan de voorschriften wordt voldaan. Geschiedde dit een paar weken niet. dan was dit niet te wijten aan des tuinders onwil, maar aan zijn onmacht. De weersomstandigheden wa ren van dien aard. dat er eenvoudig niet aan voldaan kon worden. Maar toen bij den aanvang van de week, de weersom standigheden wat milder werden, nam het .tempo van den aanvoer toe en kwam er, zoowel aan de veiling te Noordscharwoude als aan die te Broek zooveel kool, dat de aanvoer te groot was. Gebrek aan de noo- dige spoorwagens speelde daarbij ook wel een rol, doch de tuinders waren niet in ge breke. Misschien dat de verbetering in de prijzen, die met den aanvang dezer week werd ingevoerd ook nog een stimuleercnde factor was. doch we houden er ons van overtuigd, dat ook zonder die stimulans over den aanvoer niet. te klagen zou zijn geweest. Er is intusschen in de vorige we ken weinig aangevoerd, wat wel blijkt, uit een vergelijking van den aanvoer in Janu ari 1940 en 1941 aan de Broeker veiline: in de eerste bedoelde maand werden 93 wa gons roode en 99 gele. in de laatste resp. 33 en 01 wagons aangevoerd. Alleen Deensche witte mankte daarop een uitzondering: in Januari 1911 werden er 115 tegen 85 wa gons in dezelfde maand van 1910 verhan deld. Peen. uien en bicten gaven in de eerste maand van 1941 veel geringer aan voeren dan 'n 1940. Deze week ging het met den aanvoer goed, te goed zelfs. Het was nu zoo. da* niet M'e« Von worden opgenomen, wat werd aangeboden. Dit is natuurlijk jammer, maar als het weer wat wil meewerken, zal de kool, en dan naar is te hopen., tegen hoogerp nrüzen kunnen worden verkocht De kwaliteit blijft zeer bevredigend, al wordt gevreesd, dat door de strenge vorst vrqaoonde verwarming der knot- Bij u, over U, zonder U.. schuren, er wel wat „bokken" zullen ko men. Dan is het weer wel een voordeel, als minder op de kwaliteit wordt gelet. Aan de Broeker veiling werden ongeveer 55 spoorwagons gele kool aangeboden. Voor al in de eerste helft der week was de aan voer groot, n.1. 35, spoorwagons. Daar die voor een deel moesten blijven liggen, was het te voorzien, dat do. volgende dagen de aanvoeren zouden slinken. Aan de veiling van den Noordermarktbond hadden de aanvoerders den gang van zaken blijkbaar al spoedig in de gaten. Daar werden den eersten marktdag rond 15 spoorwagens aan geboden. en later is dit tot ongeveer 4 4 5 spoorwagons per dag ingeslonken. Groot was het aanbod van Deensche wit te kool: aan de Broeker veiling konden er 75 en aan die te Noordscharwoude 120 spoorwagens een bestemming krijgen. Op die wijze ruimt het flink op, maar de voor raden zijn nog groot, zoodat gehoopt wordt, dat ook in vervolg de afzet geregeld moge aan, zonder eonige stagnatie door wat voor oorzaak ook. Werden er de eerste 3 dagen gemiddeld 8 spoorwagens roode kool aan de veiling te Broek aangevoerd, later werd dit 4 a 5. Te Noordscharwoude konden el- den das- zoo tusschen 8 en 10 spoorwagons plaatsing vinden. Uien kwamen er wat meer dan de vórige week. Behalve enkele par tijtjes drielingen die voor f 4.20 f 4.50 werden verkocht, werd voor alles den maximumprijs betaald, evenals voor het weinigje wortelen en bieten, die werden aangevoerd. LANGEND1JK PASTOOR BENOEMD. Naar het Alkm. Dgbl. meldt, heeft de Bis schop van Haarlem benoemd tot pastoor al hier, den Zeereerw. heer C. A. Moons, thans pastoor te Zevenhoven in Zuid Holland. Pastoor Moons is in 188S geboren en pries ter gewijd in het. jaar 1912. Na op verschillende plaatsen kapelaan te zijn geweest, is ZijnEerw. in 1932 tot pastoor benoemd, met als eerste standplaats Ze venhoven. Na daar negen jaar werkzaam te zijn geweest, is hij thans aan den Langen- dijk benoemd, in dé plaats van den over leden pastoor van Noord. NOORDSCHARWOUDE. MET EMERITAAT. Naar gemeld wordt, heeft. Ds. J. Schoon hoven, predikant der Geref. Kerk te Rotter damDelfshaven por September eervol eme ritaat aangevraagd. Ds. Schoonhoven hoopt 23 Februari a.s. zijn 40-jarig ambtsjubileum te vieren. Hij stond achtereenvolgens te Noordscharwoude, Scherpenzeel en sinds 5 Mei 1912 te Rotterdam. ANNA PAULOWNA BREEZAND. NOGMAALS HET LUCHTVERSCHIJNSEL. De heer G. Looij van den Schorweg schrijft ons: In uw krant, van Zaterdag 15 Febr. j 1. stond, dat. er in Schagen en Bergen een vreemd natuurverschijnsel waargenomen was. Ook ik hier in Breezand, Anna Pau- lowna, heb het waargenomen. Het was een bal met een hel groene staart; het ging met reuze snelheid naar beneden. Het was een pracht gezicht om het te aanschouwen. Het ging ook in Z.O. richting, zooals ook uw blad schreef. Ik hoop daarmede dat ik u volkomen ingelicht heb. Wij danken ook den heer Looij hartelijk voor zijn inlichtingen en zullen het lucht verschijnsel nu maar weer voor „gezien" houden. Hoewel het onder de tegenwoordige om standigheden een heele reis naar Gronin gen is. wilde ik toch niet gaarne deze keu ringen missen en heb ik dan ook beide keuringsdagen medegemaakt. Op den eer sten dag worden n.1. alleen de jonge 3-ja- rige nog te keuren hengsten gepresenteerd en krijgt de iurv reeds een indruk van het aanwezige fokmaieriaal. Op den tweeden dag volgt dan de definitieve keuring, ter wijl dan tevens de oudere hengsten op nieuw hun goedkeuringsbewijs kunnen ver werven. In totaal werden er 35 jonge heng sten aangeboden. Alle behoorende tot het Oldcnburgsche type. dus tot het meer zwa re landbouwtuyrpaard. wat echter niet uit sluit, dat er verscheidene waren, welke btiitcngewonc gangen lieten zien. Gangen en houding, welke ook' een fokker -behoo rende tot de Geldersche richting, in ver rukking gebracht zou hebben. Als men een dergelijke collectie hengsten ziet. waarvan er 31 in Groningen. Drente of Friesland, gefokt zijn. dan dwingt dit toch wel een groot respect af voor de fokkers daar. slechts een 4-tal waren er uit Oldenburg of Oost-Friesland ingevoerd en dan vraagt men zich wel eens af. waarom kan dit hier ook niet. wanneer zal de tijd komen, dat in N - I-Iolland de fokkerij op een dergelijk hoog peil staat, dat hier ook een eigen gefokte hengst goedgekeurd zal worden. Voorloo- pig zal dit nog wel toekomstmuziek blij ven en dienen wij er ons op toe te leggen, het merriemateriaal vooruit te brengen door aankoop of door uitsluitend te fokken hij extra vaderpaarden. dan alleen kan de fok kerij hier op een honger plan komen. Ge lukkig is hier de ambitie voor de fokkerij ontwaakt en wordt aan de fokkers de kans geboden om de kwaliteit van hun paarden- stapcl omhoog te brengen. Laat deze u niet ontglippen, de tijd is er rijp voor, maar bedenkt ook dat Keulen en Aken niet op één dag gebouwd zijn en tegenvallers niet uit, zullen blijven. De goedgekeurde hengsten worden nog In twee groepen verdeeld, n,l. zij die aange boden mogen worden voor opname in het Stamboek en zij die alleen voor dekking goedgekeurd worden. Hoe streng de jury wel selecteert, blijkt wel hieruit dat slechts 4 goed genoeg bevonden werden voor op name in het Stamboek. De beste hiervan vond ik Cat. No. 30 „Arjolus", een in Dren te gefokte hengt. V. Grunewald, M. een dochter van Gambo. een hengst van het juiste type, welke niettegenstaande zijn zwaarte een extra gang liet zien. Eigenaar D. E. Mellema, Finsterwolde. Niet veel minder Cat. No. 6 „Torso", eig. Meinardi en Poelstra, een jonge Garbo M.. een dochter van Columbus, gefokt in Fries land. Een extra gestept model met beste gangen en een mooie zwarte kleur. Deze werd voor de niet geringe som van f 13000 naar Overijsel verkocht. Verder nog Cat. no. 15 „Adolf". eig. D. E. Mellema. een jonge Waldherr, een zeer chique paard, echter niet zoo zwaar, met extra gangen en ten slotte nog Cat. no. 33 „Optimist", eig. D. E. Mellema, een jonge Godin, iets fijn in de beenen met zeer goede gangen Voor dekking werden er 15 goedgekeurd, zoodat de jury deze nog een kans heeft gegeven, om het vol gende jaar in het Stamboek opgenomen te worden. 's Middags verschenen de verdere heng sten ten tooneele. totaal 30 stuks. Een buiten gewone collectie van een uniform zwaar type, waarbij verschillende met opvallend' goede draf en extra stap. Wanneer een Mi- lord. Grundstein, Bart (Moor of Hendrik, om maar eenige te noemen, over de baan zwe ven, clan wordt men er stil van en is dit al leen reeds een gang naar Groningen waard. Wat mij verder opviel Was dat verschil lende hengsten zeer onrustig werden voor gebracht. zoodat zij slechts enkele oogen- blikken hun gangen lieten zien en van een rustig stappen geen sprake was. Dan de hengsten van den heer Mellema, welke 15 stuks voorbracht, dat was af, allen draafden als een klok, bijna zonder een mispas te maken, stelden zich als een standbeeld, die hadden een goede opvoeding gehad, dat was vakmannen werk, om een voorbeeld aan te nemen. De belangstelling was enorm, zeker een paar duizend liefhebbers stonden rondom de baan. daar heerscht nog de liefde voor het paard. Mogen wij dit hier ook nog eens beleven. F. A. MELCHIOR. (Nadruk verboden! WINTERHULP. De buscollecte van 14 en 15 Februari bracht f 8ZA0V2 op. Bij onze publicatie over de collecte van 31 Januari en 1 Februari is een fout gemaakt, deze collecte bracht f 203.65 op, terwijl gepubliceerd werd f 103.65. Verder kan worden medegedeeld, dat door enkele welwillende leden van het Comité in samenwerking met enkele dames Zaterdagmiddag 22 Februari met een rijtuig de gemeente zal worden rond gereden met bet doel om kleeren, dekens, of andere artikelen, die men kan missen, op te halen om beschikbaar te stellen voor behoeftige inwoners in de gemeente. Wie wat kan missen, wordt vriendelijk verzocht dit gereed te leggen voor den ophaaldienst Het Comité zal voor de verdeeling der goe deren zorgen. WJER1NGEN DE „HARMONIE" IN TOPVORM. J.l. Zondag gaf de Kon. Muziekvereen. „Harmonie" onder directie van den heer P. Kreiger haar 2e winteruitvoering voor kunstlievende leden in Concordia, dat tot de verste hoeken gevuld was. De muziek werd keurig en correct uitgevoerd, zoodat een extra nummer moest worden gegeven. Het tooneelstuk ,,'n Huis vol herrie", klucht in. 3 bedrijven van Stephens en Linton werd flink en vlot gespeeld, de verschillende mal le situaties kwamen goed tot haar recht, de aandacht en stilte werd niet anders verbro ken dan door het daverend gelach, dat tel kens weer opklonk en schier geen einde nam. Het was een mooie avond voor „Har- fonie", waarop met trots kan worden terug gezien. W1ER1NGERMEER VERTRAGING IN HET VERKEER. De WACO-bus die Zaterdag om half 10 te W.Werf aankwam, met bestemming Slootdorp, kon wegens weigering van de motor eerst om half 12 weder vertrekken. Een strop voor de reizigers. MEDEMBLIK. NAAR HET BUITENLAND. Naar men ons mededeelt zijn Vrijdag .j.l, 18 arbeiders naar Frankrijk vertrokken, die al daar te werk zullen worden gesteld. Aan de Vlaamsche kust en de kust van Noord-Frankrijk is dezer dagen een school haringen aangespoeld. Het hooge tij had de vangst aangevoerd en toen het water zich terugtrok, is een deel van de school toch nog blijven vaststeken. Zoo heeft de kustbevolking van een wonderbare vischvangst kunnen profiteeren. De burgers en Duitsche soldaten die langs de kust liggen hebben er dan ook dadelijk gebruik van gemaakt om een rijken oogst aan visch op te doen, welke een welkome afwisseling zal uitmaken op de dagelijkscne spijskaart. Spoedig ook kwamen echte visschers ter plaatse met hun netten. Op sommige plaat sen was de school zoo compact dat men de haringen met heele karrevrachten kon weg voeren. Zulks was onder meer het geval te Boulogne, Weldra ging de mare van dit ongewoone gebeuren rond en de koopers kwamen van heinde en verre tot van Brussel toe, naar de kust gesneld. Natuurlijk bleven ook hier weer de woekeraars niet achterwege, en zoo gebeurde het dat de haringen, die in den namiddag nog werden verkocht tegen an- dcrhalven frank per stuk en zelfden avond reeds tegen 3 tot 4 frank werden aangebo den. DUISTERNISSLACHTOFFER. Gistermiddag is te Zaandam het' lijk op gehaald van den 50-jarigen verzekerings agent P. G. Krijver. die sedert 30 November werd vermist. De man is vermoedelijk door de duisternis misleid te water geraakt. Een bedrag aan incasso-geld werd nog op hem gevonden. „Jö, geef nou terug!" „Lekker niet." „Jasses, doe niet zoo flauw, ik moet tochi naar huis!" „Dan ga je maar zonder." „Nee. want. dan krijg ik een standje." „Kan mij wat schelen!" „Als je 'm niet opgeeft, .ga ik naar de juffrouw." „Die is lekker al lang weg!" „Dan ga ik vanmiddag." „Moet je toch zonder naar huis." „Waar heb je hem n<Ju gelaten?" „Zeg ik lekker niet!" „Is ie nog binnen?" „Nee!" „In je zak?" „Nee!" „In je tasch dan?" „Niks hoor!" „Naarling!" „Had je me je potlood maar moeten lee- nen." „Het was pas een nieuw." „Wat zou dat?" „Ik had het nog niet eens zelf gebruikt en het hoort in mijn nieuwe étui." „Hoe kom je er aan?" „Op Kerstmis gekregen." „Heb je nog meer gekregen?" „O jé ja, boeken en een babypop. Fijn jö' die kan slapen, en rolschaatsen en een ijs- trui. Ik wou hem naar school an, maar dat mag niet van moeder. Ze zegt, dat-ie daar veel te warm voor is, en nou is het ijs ook weg. Echt vervelend." „Ja." „En wat heb jij gekregen?" „O, een mecano. Zoo'n groote! Met alles er in, wielen en haken en extra stukken en tandraderen en een motor apart." „Een motor?" „Ja. daar kan je allerlei dingen mee in beweging brengen, als je ze af hebt. En na tuurlijk bergen snoep en den kerstboom zelf mag ik ook hebben." „Wat doe je daarmee?" „Die hakt mijn broer voor mij in stukken en dan maken we een fijn fikkie, achter in den tuin. Branden dat dat doet, meid, reu ze!" „Is jouw broer groot?" „Ja, die is student. Maar hij heeft nu vacantie. Dan helpt hij me met mijn som men en met mijn mecano." „Ik wou dat ik ook een'broer had. Ik heb alleen maar een zus. Niks an. Die wil nooit wat. Die is veel te nuffig. Ja, stel je voor, ze poeiert d'r neus. En laatst hebben Lien uit de derde en ik al die poeier in de wasch- tafel gegooid en zand in de doos gestopt. Kwaad dat ze was, jö, razend! En ze kon het niet eens tegen moeder zeggen, want ze mag zich niet poeieren van moedér." „Ja, meiden zijn altijd vervelend!" „Hmmmm." „Had jij die som?" „Ja." „En ik niet dus." „Meisjes kunnen ook wel eens wat." „Nou ja, maar jongens kunnen toch beter rekenen. Dat moeten ze wel, voor later, zie je. Met de techfiiek en zoo." „Nou zeg, ik ga eens naar huis." „Gosjepiet! Is het al half één!" „Ja, dag!" „Dag!" „Hé zeg, hier is je muts terug." (N.R.Ct.) NOODLOTTIGE VAL. De 58-jarige veehouder Jos. Buizer had gistermorgen het. ongeluk met zijn rijwiel op den dorpsweg te Hoornaar te vallen. Hij kwam met. het hoofd tegen een paal en overleed dientengevolge na enkele oogen- blikken. VERTREK VAN BRITTEN UIT THAILAND. Naar de de Londensche nieuwsdienst meldt, heeft het Britsche gezantschap in Bangkok gelast, dat de Britsche vrouwen en kinderen zich voor vertrek uit Thailand gereed zullen houden. Het detachement opspo ring delfstoffen zoekt klanten Het „detachement opsporing delfstoffen", dat te Ootmarsum en Rossum in Twente, en nu ook in Zuid-Limburg den bodem onder zoekt, heeft zich een bescheiden maar nut tige taak gekozen. Toen in Juli de opbouw- dienst in het leven werd geroepen, en werk- objecten niet direct aanwezig waren, heeft een gedemobiliseerde genie-officier, Ir. Tl. de Vries het idéé aan de hand gedaan, dat een aantal oud-militairen in den vader- lamlschen grond zou gaan zoeken naar delf stoffen. welke voor onzen landbouw en in dustrie belangrijk zouden kunnen zijn. Dat wilde niet zeggen, dat de initiatiefnemers met de koorts van de sehatgraverij waren bezeten geraakt, want zij wisten heel goed. dat in een zoo doorzocht land als het onze heusch geen opzienbarende verrassingen mogelijk waren. Zij kozen dit werkobject om dat het behalve dat er terstond aan kon. begonnen worden bij alle gebrek aan ze kerheid omtrent de rentabiliteit toch nuttig was in economisch en ook in wetenschappe lijk opzicht. Particuliere ondernemers en wetenschappelijke instituten zouden er wel nooit aan beginnen. Maar het monniken werk zou, als het gedaan werd, toch aan we tenschap en industrie ten goede komen. Er is eenige maanden geleden al eens iets over dit opsporingswerk gepubliceerd. Het loont de moeite nog eens op het onder werp terug te komen. Er komt nu wat tee- kening in het werk. Niet alleen, dat nu lang zaam aan de geologische kaarten van de onderzochte terreinen gereed komen, de eco nomische perspectieven zich wat duidelijker gaan afteekenen, maar ook.de menschelijke resultaten zijn zoo interessant. Uw verslag gever heeft daar in Ootmarsum geenszins het gevoel gehad van in nieuw Klondike te zijn beland. Toch heeft hij daar met een bijzonder plezier rondgezworven. Het werk zelf draagt daartoe bet zijne bij. Het is geen „stom" werk. Men moet iets van aardlagen en zelfs van aardhistorie we ten, al volstaat een populaire scher itisee- ring. De D.O.D.-ers gooien 11 dood me! eoeeën en ligoeeën, als gij met hen in gesprek komt. Gii verdenkt hen eerst van dikdoene rij. maar bemerkt spoedig, dat het verleer enthousiasme voor het speurderswerk is. dat hen gepakt heeft.) Het werk dan. dat inge wikkeld eenoeg is om een kleine spanning te verwekken en eenvoudig genoeg om door alle medewerkers te worden doorzien, geeft bovendien als er geluk is, een mogelijkheid om in het gewone maatschappelijke leven over te gaan. De werkers hebben zoodoende het gevoel zinvollen arbeid te verriehten. En aangezien het nu eenmaal zoo is, dat de ernst van het werk het plezier in den arbeid meebrengt is de geest in het D.O.D. uitste kend. .Bovendien, is de geest goed, omdat de lei ding greep op haar werkers heeft. Daarvan een interessant staaltje. Tn het detachement bestaat een wekelijksch klach tenuurtie. Het lijkt op het eerste gehoor j een gewaagd experiment, maar het wijst ir ieder geval op zelfverzekerdheid bij de lei din* De ervaring heeft haar in het gelijk gesteld. Er zijn eenige klachten geuit, ten deele weerlegd, ten deele ook luist bevon den. In het laatste geval waren zij aanlei ding tot verbeteringen. Dit lejdde er toe. dat het klachtenuurtje al spoedig een ideeën- uurtje werd: de leiding loofde een gulden uit voor elk goed idee. Het gevolg is. dat ieder bii het werk zijn hersens gebruikt en kien is op den gulden en niet minder op de eer zijn vinding in het openbaar te mo gen verdedigen en te zien goedkeuren. Tee- keningen en werkstukken in ijzerdraad wor den dan ter staving van het betoog aan de kritiek onderworpen. Hetsysteem heeft reeds tot eenige technische verbeteringen in machines en werkwijze en ook tot bespa ringen geleid. Het is misschien wel iets ter navolging voor de burgerlijke werkgevers? (Niet daf schrijver dezes op een gulden uit is.) Op genoemde terreinen is vooral naar phospborieten gezocht, dat zijn knollen met een zeker gehalte aan calciumphosphata, welke zich in de voorhistorische tijden, toen Twente nog zeebodem was. gevormd heb ben uit de overblijfselen van gewervelde dieren (er worden in of bij de phosphorie- ten nogal eens haaientanden gevonden). De phospborieten. die in Twente worden gevonden, zijn voor de ver vaardiging van kunstmest alleen in 'oorlogstijd van waarde. In andere landen (Tunis, Algiers. Florida) komen ze voor met een veel hooger gehalte. Maar als het betere ont breekt, is het goede goed genoeg. In 1917—1918 heeft een fabriek uit De venter in Ootmarsum groote hoeveelheden verwerkt en ook in Rossum heeft de Land- bouwbank van Enschede de exploitatie ter hand genomen. Het einde van den oorlog was ook het einde der industrie, die niet meer kon rondeeren. De vooruitzichten van het D.O.D. ten op zichte der nhosphorieten zijn nog maar mn- 'ig. Hetzelfde geluk als de ondernemers uit Deventer heeft het detachemen nog niet gehad. Maar ook dan is het eind van den oorlog het eind van het lied. Daarom wordt thans eigenlijk al met meer belang stelling uitgekeken naar delfstoffen, die ook na den oorlog niet waardeloos zijn- Grootere corranercieele verwachtingen zijn gebaseerd op de vormzanden voor de metaalindustrie. Dit zijn kwarfszanden /net een speciaal gehalte aan klei en wel goed zand met vuurvaste klei, welke voor gietvormen kan worden gebruikt. Ook aan de poreusheid worden eischen gesteld. Goede vormzanden komen niet zoo veel voor. De Nederland- sche industrie haalde ze tot nu toe steeds heel ver weg. In Twente nu heeft men ze ker goede vormzanden in exploitabele hoe veelheden. Ook in Limburg zijn ze. Daar zoekt de opbouwdienst, nestelend in oude verlaten kasteelen, tevens naar aardewerk- kleien. Voorts is daar een begin gemaakt met de opsporing van bleekaarde, die in zeep kan worden verwerkt (oorlogszeep dan) en voor een zeker procédé in de pa- pif-fnbrieken gpschikt is. Ook zit cr in onzen bodem zand voor flesschenglas. En dan zijn er in Zuid-Lim burg nog groote lagen bruinkolen, maar dat is toekomstmuziek, want het vervoer probleem is al zoo moeilijk voor de steen kolen. dat de bruinkolen niet aan bod ko men. Voorts* is er nog de Inftisorienaarde, dat zijn de versteende skeletjes van mi croscopische waterdiertjes, welke, gegloeid en vermalen, een ideaal polijstpoeder ople veren. Ook dit is een Twentsch product. Zoo is er hier en daar wel „grond" voor een commercieel vooruitzicht. Er zijn van die bescheiden delfstoffen, welke de Neder- landsche industrie uitstekend kan gebrui ken, als er maar iemand is die ze voor haar opzoekt. Die iemand is het D.O.D. die Nederlandsche ex-militairen aan het werk houdt, liefst aan een zoo nuttig mo gelijk werk. Het detachement heeft daarom een handelstechnisch bureautje geopend, bestaande uit twee oud-sergeants, die de fabrieken afreizen om de wenschen van de industrie te leeren kennen. Misschien dat deze beschrijving deze reizigers nn«- pee handje helpt?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1941 | | pagina 6