EX-VEEDRIJVER WIT en BRUIN PAASCHLICHT - vertelt WEST-FRIESLAND Groote „macht ende authoriteit'' van den schoolmeester VROUWEN OP HET LAND UIT DE HISTORIE VAN Paasch-stilleven Zaterdag 12 April 1941 Vierde blad Het Paaschlicht rijst, de schaduwen vervagen Een stralenkrans trekt langs den hemel heen, En, wit het leven ons ook geeft te dragen, We staan niet tastend met onszelf alleen. Daar is geen hulp'loos zoeken hier beneden Naar iets, wat door de jaren ons ontviel, Daar is geen twijf'len bij een vluchtig heden, Maar blij vertrouwen in de menschenziel! Het Paaschlicht wil in alle harten schijnen, Ook daar, waar nood de dagen donker maakt, Het doet zooveel van aardsche zorg verdwijnen. Als wéArlijk ook zijn glans ons leven raakt! Dan zien we weer de sterke lijn ten leven, Den opgang naar een land van zonneschijn, Dan weten we, dat zorgen ons gegeven, In heel hun wezen altijd eindig zijn! Wat we verloren, wat we eens hervonden, Wat we bereikten na een lang bestaan, 't Is Immer weer aan lot en tijd gebonden, En voorbestemd om eenmaal te vergaan. Maar Uw gedachte, Paschen, heeft geen einde, In Uw gedachte is de morgenstond, Waarin zich steeds een nieuwe dag omlijnde, En 't levend licht opnieuw zijn oorsprong vond! Daarom, o Paaschlicht, kom ons leven binnen, Aan U zij steeds een eereplaats bereid, Beschijn den weg der zoekende gezinnen, Nu 't lot zooveel langs and're wegen leidt! Bemoedig ons, wanneer we mochten dwalen, Sterk ons bij 't bouwen van ons aardsche huis, Wijs ons het spoor bij 't wonder van Uw stralen, En breng ons eind'lijk veilig., veilig thuis!! April 1041. KROES. landbouwers aan hun gewonen arbeid, zoo dat ook hier de vrouw op den voorgrond trad. Hier echter heeft de staat onmiddel lijk getoond, een open oog te hebben voor haar belangen en die van haar gezin, in het belang van de gemeenschap. Zij zijn de draagsters van een kostbaar erfgoed en moeders van in den regel talrijke kinderen.. De omstandigheden hebben er toe geleid, dat door haar arbeid niet alleen alles zijn gewonen gang gaat op het land, doch dat de productiviteit van den bodem moet wor den opgevoerd ten einde den voedselvoor raad te vermeerderen. De boerin staat niet alleen. Het is een zware taak, welke de gemeen schap aan de eenvoudige boerin oplegt, doch de staat zorgt er voor, dat zij bij het vervullen daarvan niet alleen staat. Van alle kanten wordt zij krachtdadig gesteund Met dit doel voor oogen heeft men dan ook niet wat men zou kunnen noemen een Vereeniging tot het verleenen van steun aan alleenstaande boerinnen opgericht. Men heeft dorpssteuncomité's opgericht, die er op toezien, dat overal, waar de toestand dit noodzakelijk maakt, onmiddellijk de be hulpzame hand wordt geboden. Men stelt zich niet tevreden met het treffen van halve maatregelen. Uit den eenen maatregel komt vanzelf de andere voort; men gaat systematisch te werk, waardoor wordt bereikt, dat de hulp in derdaad afdoende is. Het sociale hulpbe toon stelt zich niet tevreden met het ver- EEN „ZWABBEREND LEVEN", MAAR VRIJ. „Voor een jaar of wat had ik zestien van die groote Stanfriesbooten alle maal afgestampt met koeienIn iedere boot tweehonderd! Zoo gingen we over 't IJsselmeer op de Noordhol- landsche markten aan: Amsterdam, Monnikendam, Purmerend, Scha- gen Deze woorden, die den boer het water in den mond doen loopen, worden gesproken door een ex-veedrijver Zoo een van het gil de, dat langzamerhand aan 't uitsterven is. Want wie" drijft er nog vee uit hoofde van zijn beroep? „De auto's hebben me den nek gebroken", zegt de man, „vroeger had ik er een dik bestaan aan. Dan was ik met hon derden, soms duizenden koeien langs den weg. Transporten, die soms weken duurden. Slapen deed je dan niet veel, maar een vrij leven!" Spreker is een Fries van geboorte. Hij kent o.a. alle Friesche én Noordhollandsche mark ten op z'n duimpje en heeft een goed deel van zijn leven tusschen de koeien gesleten, in de broeierig warme beestenwagens, voor zoover 't een transport per spoor betrof, on der den blooten hemel, wanneer het koppel „te voet" ging. Zoo'n ouderwetsche veedrijver moest on dernemingsgeest bezitten, niet tegen een beetje werk opzien, maar bovenal boer we zen, „anders kunnen ze je niet gebruiken". Onze zegsman nam enorme transporten aan, bijv. van Leeuwarden naar Italië en Frank rijk.: Duizenden beesten de grens over te brengen en ze heelhuids aan de buitenland- sche markten af te leveren, kostte dagen en leenen van gedeeltelijke hulp. Ook bepaalt men zich niet tot het steunen van bepaalde groepen van de landbouwende bevolking. Het doel is, alle boerinnen te bereiken, zelfs die, welke niet om hulp vragen. Zorg voor moeder en kind. Het waken over den gezondheidstoestand van de boerenbevolking is in de eerste plaats toevertrouwd aan de N.S.-zusters, die de gezinnen in haar district nauwkeurig kennen. Zij verplegen niet alleen de zieken, doch zijn ware kameraden en raadgeefsters voor de boerinnen. Zij werken samen met den plattelandsdokter en de vroedvrouw, alsook met de afdeelingen van de vereeni ging „Moeder en Kind". Deze afdeelingen hebben op het platteland een buitengewoon goeden ,-oep, evenals de cursussen van de moederschoot, waardoor de zorg voor de gezondheid in nieuwe banen wordt geleid. Aan behoeftige moeders wordt steun ver leend: tevens wordt onderricht gegeven in de juiste wijze, waarop de mensch zich moet voeden. Dit onderricht heeft reeds rijke vrucht-gedragen. Ook de kwestie van rust en ontspanning is onder het oog gezien. Men weet het even wel zoodanig in te richten, dat deze vacan- tie in geschikte oorden kan worden door gebracht in die maanden, waarin op het land de slappe tijd valt. Buitendien staan dan andere vrouwen ter beschikking, die de boerin tijdens haar afwezigheid kunnen vervangen, zoodat alles zijn gewonen gang blijft gaan. dagen tijd. Het inladen op de vaderlandsche markten ging niet zonder hulp van de „koe lies", zoo noemen de veedrijvers de loge- menlsgasten, die ze voor een paar kwartijes engageeren De spoorwagons werden ge- schrobt, gestrooid, in iedere wagen wat lijn koeken en hooi gedeponeerd en de reis kon worden aanvaard. „We sliepen bij de beesten. Op de tree plank gingen we langs en stapten van de eene op de andere wagen. Zoo bleven we wel van zes tot negen dagen weg. Met tongblaar heb ik 't wel gehad, dat we vier weken van huis waren. In Italië stonden allemaal jonge wijvies, die losten de koeien voor ons." Maar ook in 't binnenland was 't dag en nacht werken. „Als wé van Hoorn naar Schagen moesten, ging 't voetje voor voetje, dat was een dag en een nacht werk. Aan den weg bleef je wel es een tijdje rusten en liet de beesten gras eten. Een „zwabberend leven, maar vrij! Toentertijd was de Schager markt nog reus achtig, maar nu In Schagen, Purmerend, Hoorn en Alk maar kwamen de ondernemers-veedrijvers overigens slechts op de voor- en najaars- markten. Te zorgen, dat het vee goed „voor kwam" op de markt, behoorde bij die gele genheden tot een voornaam deel van hun taak. „Worden- er nog verschillende methoden op nagehouden in Friesland en Holland?" willen wij weten. „Ja, in Holland mocht je de beesten altijd los laten loopen; in Friesland niet! Daar mochten we alleen de pinken en kalveren loslaten, het grootvee moesten we bij drieën koppelen. Een ander verschil is nog, dat de boer in Holland zelf op de markt koopt. Bij ons in Friesland laat de boer verkoopen door commissiónnairs." Iedere streek, omvattende zes of zeven dorpen, telde één veedrijver, doch, zooals ge zegd, door het moderne verkeer werd het be roep overbodig, tenminste het beroep in zijn vollen omvang." „En nu het auto-verkeer nagenoeg stil ligt?" „Laat er nou es een boertje wezen dat met één of twee koeien langs don weg gaat. dat is geen drijven"... 7.egt de leidsman van de duizendtallen spottend vervullen een grootsche taak Een zonderling lijstje uit een tijd, waar in wijsheid en kennis blijkbaar matig werd beloond. Maar hoe is dat heden? ÏEV KARIG BELOONDE WERK KRING EN VEEL BIJBAANTJES Enkele weken geleden, op bezoek bij [meester Valcoogh, schreven we een en ander [over den schoolmeester uit een tijd, die nu reeds lang echter ons ligt. Men zou, aan I de hand daarvan wellicht geneigd zijn den doorsnee-opvoeder van de jeugd uit die pe riode, niet zelden overigens een manusje 1 van alles, niet geheel juist te beoordeelen. Men zou hem kunnen bezien als iemand, die niet in alle opzichten ernstig was te nemen en die men men maar liet onüobben met de jongelui, voor zoover de ouders be liefden bun kinderen naar school te zenden. Inderdaad, een leerplichtwet was er niet. Maar men zou zich schromelijk vergissen 1 door te veronderstellen, dat de schoolmees ter iemand was zonder zekere réchten of bevoegdheden. Integendeel waren deze soms zóó groot, dat daarvan heel wat. ver loren is gegaan. Hoezeer dit het geval is. 'blijkt uit de wijze, waarop onze vriend Val- coogh de „macht ende authoriteit", welke i „de schoolmeesters hebben in 't straffen der kinderen", omschrijft. We lezen daar niets meer en niets minder j dan het volgende: „Was daer een scholier, die een groot fevt had gedaen. „Eenen ghequetst, oft in 't school had doot. gasn slaen, ,.En d' Overheyt wilde hem om 't feit comgere en vangen, „Hem gheeselen, toppen en aen galgen hanghen, „So wanneer den Schoolmeester straft den selven scholier, „Soo moet afstaen den Heer, Prins en Justicier, „En kan niet komen aen een Scholiere lijf en goet, „Noch niemant derf hem gheven ghelt oft boet. En verder heet liet: „Voort al stonden d'Ouders voor der Scholen deur, „En den Schoolmeester legde haer kint om geesselen veur, 1 „En slaghen gaf na zijnen wil en behaghen, ..Soo moeten de Ouders het selfde verdraghen, „Tn het school te treden hebben sy geen macht „Om 't klndt den Schoolmeester te ontnemen met cracht". Valcoogh, als een verstandig paedagoog, raadde zijn collega's intusschen aan van hun recht tot straffen een matig gebruik te maken, want een te ruw en hardhandig optreden zou uiteindelijk toch wreken over het hoofd van den schoolmeester. In het reeds genoemde werk van de Plan- què wórdt verder verhaald, hoe de macht ten aanzien van het straffen, een macht, welke zich verhief hoven die van „Heer, Prins of Justicier", ook herhaaldelijk aan leiding gaf tot misbruiken. „Had een knaap gedieft, gepijnt. gestoken, dan gingen zijn ouders of voogden naar den rector en baden hem, den naam van den jeugdigen misdadiger op zijn register' te schrijven, om alzoo van de openbare straf droogscheren. 'haarsnijden, won don curee- ren. glazemaken. cloetmaken en doodkisten, steenhouwen, schilderen, stoelen verven en vernissen, schoenlappen, klompmaken. Wan neer we daaraan nog toevoegen boekbin den, netten breien, naaien, het houden van 'een paar koeien en het vetweiden van os sen. dan is daarmee de lijst altijd nog niet ten einde. Een vermakelijk beeld van de stiefmoe derlijke bedeeldheid van den armen school meester geeft de volgende jaarrekening van een rijk koopman uit het jaar 170S. De Planque, aan wie we de notitie ontleenen, concludeert niet ten onrecht, dat de school meester er al bijzonder kaal afkomt. Voor maj en mijn vrouw zo merk leeren 706 4 kwartalen a 9 Mk. 36 Den dansmeester, muziek meester, zangmeester, ieder 3 Thr. en den schermmeester 2 Thr. in de maand, maakt in 10 maanden 330* N.B. Omdat mijn zoon bijna 2 maanden 'bij mij buiten is ge weest en die meesters toch niets wilden laten afdingen, heb ik hen weggezonden en andere aangenomen, maar moet den muziekmeester 1 Thr. meer geven. Een nieuwe pruik en een pak voor mijn zoon. omdat hij een oratie moet houden 172 Aan den heer. die de oratie voor hem gemaakt heeft, 2 du- caten met de agio 15 Omdat, miin zoon zich zoo goed gehouden heeft, hem een hor loge vereerd 90 Nog een degen voor hem ge kocht, omdat hij niet als ge- meene lui's kinderen met een mantel kan loopen 31 Nog voor zijn pleizier. als hij in srezelschap is en 1'hombre speelt 100 Den 22 Julie een familie gast maal van 30 personen gehou den, kost 600 Nog twee schoolboeken en de Aziatische Banise met bind loon voor hem 9 Zadel en tuig voor het paard van mijn zoon 95 Mk. Schill. verschoond te blijven en op de schoolplaats aan de geeselpaal of met de bullepeer ge corrigeerd te worden." Deze laatste misstand zal wel in de hand zijn gewerkt door de omstandigheid, dat de schoolmeesters dooreen genomen zwaar met aardsche zorgen te kampen hadden. Ook Valcoogh klaagt hierover herhaaldelijk. Het resultaat was, dat de leider der jeugd met recht werd tót een manusje van alles. Hoezeer dit het geval was, blijkt uit een opsomming van hij-ambachten, welke vol gens Valcoogh door een schoolmeester mo gen worden beoefend. Het is een lange lijst en er worden o.a. genoemd: notaris, schatgaarder, secretaris. Verder mag hij belasting uitrekenen en Als de boer afwezig is, doet zijn vrouw het werk. In tijden als de tegenwoordige heeft de landbouw een buitengewoon belangrijke rol te vervullen; en daarbij neemt de vrouw een plaats in, als nooit te voren. Ook wij in Nederland weten daarvan mede te spreken. Tijdens de mobilisatie kwam, bij afwezigheid van den boer en zijn knechts, die in militairen dienst waren, het groot ste deel van het werk neer op de achterge bleven boerin. Was dit werk niet te zwaar voor een vrouw? Kon zij zich er alleen doorslaan? Werd haar, waar de taak haar te zwaar viel. de noodige steun verleend? Dit zijn enkele van de vragen, welke ook de leek zich stelt. In dit opzicht vormt Duitschland een leer zaam voorbeeld. Ook daar te lande onttrok de oorlogstoestand het meerendeel der Een fraaie japon in twee kleuren voor het komende yoorjaar. De bloe dende rug ia ge maakt van de lichtgekleurde -stof. waarvan (eveneens de bree- tie ceintuur is ge maakt en verder ook de vóórbaan in de rok.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1941 | | pagina 11