Jongens, dat was Robinsin Croesus!
Nieuw Raadsel
i M sM
APRILGRAP
DE ZWAAN
Bzilt pongen) en meiijei.!
Allemaal hartelijk bedanxt voor de vele
en goede wensen die ik mocht ontvangen
▼oor de Paasdagen. Jammer... het weer
was niet zoo heel erg mooi en van tochtjes
kwam niet zoveel. Ik ben tenminste beide
dagen thuisgebleven. Jullie boffen natuur
lijk, omdat je een hele Paasweek vrij-af van
school kreeg. Maar ik... arme stakker...!
Maar... de lente is in 't land en we krijgen
nog een hele massa mooie dagen. Let maar
op. En dan vieren we alsnog maar 't Paas
feest. Wat jullie!
De prjjs werd van de week gewonnen door:
GEERIE MUNTJEWERF,
Menisweg K 5, Schagen.
En nu de briefjes:
Iza de Regt, Kolhorn. Dat was een fijne
dikke brief van jou Iza. Of die andere weg
geraakt is? Ik ^ou het niet weten. Ik heb
hem, voorzover ik weet, nooit gezien. Jam
mer is dat! Is Annie Keesman al drie jaar
je vriendin? Dat is een hele tijd. Leuk dat
je haar boek ook mag lezen. Dag Iza!
Maart je Wuis. Kijk... daar nebben we
Maartje ook weer eens. Dat is een hele tijd
geleden vriendin, dat ik jou bij de briefjes
vind. Schrijf je nu iedere week weer?
Meester Sinke...? Dien ken ik heel goed. Doe
hem mijn groeten maar.
Ato Vader, Cailantsoog. Van jou heb
heb ik een brief en... een foto gekregen,
Ato. En wat een schitterende foto was dat,
zeg. Een bijzonder goedgeslaagde atelier
opname. Je kunt wel begrijpen dat ik er erg
blij mee ben. Nu weet ik precies hoe je er
uitziet. Dat je mooi zwart haar hebt, een
alleraardigst japonnetje en... mooie over-
kousen draagt. Tenminste... Zondags, want
zo zal je er wel niet uitzien als je naar
school gaat. denk ik. Nogmaals beste Ato:
vriendelijk dank hoor. Je hebt me echt ver
rast!
Anneke de Raat, Schagen. Ziedaar...
een nieuwe vriendin. Ik zal ze even voor
stellen: 't is Anneke de Raat uit Schagen.
Kennen jullie haar? Nee...??? Ik wel! En
ik hoop dat Anneke een trouwe vriendin
wordt en ook een vriendin die lange dikke
brieven schrijft. Ben je dat van plan Anne
ke? Ja...? Dan tot volgende week. Dag.
Trien Visser, Anna Paulowna. Ja Trien
van dat feest van den dokter weet ik alles
af. Wat een fijne dag was dat voor de pol
der, hé? Maar ja, er is maar één dokter
Olrèe in Anna Paulowna en dat is een fijne
dokter. Wat jij!
Aafje Spaans, Schagen. Vond jjj de
raadsels zo moeilijk, Aafje? Nu, de anderen
vonden dat niet, maar ja, de ene maal valt
het mee en de andere maal niet.. Dat is ver
schillend. Het was een flinke brief die jij
geschreven had, zeg. M'n compliment hoor.
Lucas Slepe', Nieuwe Sluis. Dat is
heel merkwaardig Lucas. Als je het raadsel
goed hebt opgelost en je naam en adres
duidelijk op de brief geschreven hebt, dan
moet je wel bij de goede oplossingen staan.
't Is me een compleet raadsel, hoe dat ge
beurd is.
Wim Boontjes, Stolpen. Dat was een
fijne gymuitvoering Wim, zoals ik uit je
brief lees. Is jouw zuster zo'n „kei" aan de
brug Ik zou ze best eens willen zien zwaai
en en slingeren. Dat moet wel een mooi ge
zicht zijn. Dag Y/im.
Tin! Koorn, Nieuwe Niedorp. Ik vind
het erg aardig van je Tini dat jij me op
zulk een originele wijze prettige Paasdagen
gewenst hebt. Met een zelfgetekende vogel.
En... een mooi-getekende vogel ook nog. Dat
had je keurig gdaan en ik maak je wel m'n
compliment. Tot volgende week Tini.
Gerrie van 't Oever, Breezand. Fijn dat
je over bent gegaan Gerrie. Alsnog m'n fe
licitaties daarvoor. Dat die brief niet beant
woord is komt doordat de naam vergeten
was. Daar heb ik nu al honderdduizend maal
voor gewaarschuwd en... nu zie je de gevol
gen. Beter oppassen de volgende keer Gerrie!
Dleuwertje Raven, Vin kei. Wat lees ik
daar? Doet Geesje Kuiper niet meer mee?
Jammer is dat. Erg jammer, hoewel ik begrijp
dat het inderdaad wel eens bezwaarlijk is al
die dure postzegels. Maar er is een manier:
laat haar het briefje iedere week bij een an
dere vriendin insluiten. Dat scheelt de helft
van de postzegel. Heel wat vriendinnen com
bineren de briefjes al om zodoende port uit
te sparen.
Dik Zeylemaker, Schagen. Leuk dat' je
meedoet, Dik. Ik lees hier dat je een vriend
bent van Piet de Vet. Nu, Piet en ik zijn al
een reuze tijd vrienden en ik denk dat we dat
nog wel zo'n tijdje zullen blijve- ook. Of ik
dezelfde Kindervriend ben als je in Den Hel
der kende? Nee, nee, dat ben ik niet. Ik ben
een heel andere. Dag Dik!
Piet de Vet, Schagen. Leuk dat jij een
heel stel salamanders hebt, Piet. Waar heb
je die gevangen !n Schagen? Heerlijk dat er
weer bericht van vader gekomen is. Die was
zeker wel ver weg, is het niet? Ik hoop dat
je zusje inderdaad :net Mei thuiskomt. Dat
zal een feest zijn, Piet. Doe je zusje eens m'n
groeten? Ja...??
Trien Tijsen, Wieringerwerf. Dank voor
de ingesloten goede en gulle gave Trien. Daar
zijn mijn vrouw en ik altijd ten zeerste dank
baar voor. Dat kun je nagaan. Zeg Trien, als
je mg een plezier wi't doen moet je eens
een foto van jou en Bep sturen. Ik ben erg
nieuwsgierig hoe jullie er nu werkelijk uit
zien. Hebben jullie een foto over voor me
Hilda Bestevaer, Schagen. Zo Hilda,
ben jij de vriendin van Anneke de Raat?
Dat wist ik niet. Ja, dat zal wel een fijne
dag geweest -zijn, toen jullie samen naar de
Groetpolder geweest zyn. Drie kievitsnesten
gevonden? Geweldig, Hilda. Maar met dat
afspringen van het hooi ui&g je wel voorzich
tig zijn, anders kom jer met twee gebroken
benen beneden te liggen voor je het weet.
Dag!
Trijntje Komdeur, Kolhorn. Dat vind
ik verbazend aardig, Trijntje, dat die poes
van jullie jou uit school komt halen. Dat zou
ik wel eens willen zien. Ik maakte er vast
direct een foto van. Hebben jullie twee ko
nijnen? Bewaar ze maar zuinig, want die
langoren worden zeldzaam, wat ik je voor
spel!
Gerirt Blom, Pelten. Wanneer ga je
naar de kolonie in Egmond, Gerrit? Dat
•moet je me volgende week eens schrijven.
Zullen we dan even goed doorgaan met de
briefjes? Dat lijkt mij wel leuk. En Gerrit...
ik hoop dat je heel gauw een reuze sterke
knaap wordt. Zo sterk als een boom! Dat
kan! Als je zelf maar mee-werkt.
Coba Blom, Petten. Zijn tante Zus en
tante Grietje weer vertrokken Coba? Ik
denk dat jullie dat wel jammer vinden,
want een paar van die fijne tantes kun je
niet missen. Ik kan daar van meepraten. Ik
weet npg maar al te goed hoe blij ik was
als vroeger m'n tante Stien utt Den Haag
overkwam. Beladen en belast met verras
singen. Ik keek er altijd al dagenlang naar
uit. En nu nog is het mijn beste tante! Dag
'Coba!
Brina Verhage, Anna Paulowna. Komt
je vader uit Anna Paulowna en je moeder
uit Bruinisse? Dat is ver van elkaar af. Zo
zie je maar Brina, al wonen de mensen aan
het andere eind van de wereld, als ze elkaar
vinden moeten dan v'nden ze elkaar ook.
Wat een leuke naam heb jij. Brina... Ik
geloof, dat ik die al eens eerder heb ge
hoord.
Annie Gre Keesman, Kolhorn. Hier
hebben we de winnaar van de prijs. Zo
Annie, heb jij liever het boek dan de taart?
Ja. smaken verschillen. Ik zou ook meestal
het boek nemen, maar anderen vinden zo'n
smulding weer geweldiger. Dag!
Tini Koorn, Nieuwe Niedcrp. Hartelijk
dank voor je getekende Paaswens, Tini.
Dat had je keurig gedaan. M'n compliment
hoor. Tot volgende week.
Geerie Muntjewerf, Schagen. Ja, de
Paasdagen waren lang niet mooi. Dat was
jammer, omdat we ons er allemaal zo op
verheugd hadden. Maar daar is nu eenmaal
niets aan te doen en gedane zaken nemen
geen keer. We hopen n maar weer op
Pinksteren!
Jan-Piet, Nel, Trijntje en Betsie Hoenson,
Barsingerhorn. Ik zou jullie eigenlijk pre
cies hetzelfde kunnen schrijven als aan
Geerie Muntjewerf. We houden het dus op
de komende mooie lentedagen jongens. Wie
weet hoe kostelijk die worden.
Griete van Legen, Hensbroek. Hier heb
ben we een nieuwe vriendin. Grietje van
Legen uit Hensbroek. Nu Grietje, worden we
dikke vrienden? Is moeder gisteren jarig
geweest. Was het een leuke dag Daar moet
je me eens over schrijven volgende maal. Fe
liciteer haar maar van me.
Klaas de Jong, Barsingerhorn. Dat was
een reuze dikke brief Klaas, en ik vind het
bijzonder leuk, dat je alles geschreven hebt
over de toekomstige opvoering. Ik zou er
best bij willen zijn, maar dat gaat nu helaas
niet. Ik denk wel, dat jullie veel succes zul
len hebben. Hoor ik er nog van?
Beste vrienden, de brief van Klaas was de
laatste en ik eindig dus. Volgende week
schrijven we weer allemaal.
Oplossing raadsel vorige week
1. paard.
2. hond.
3. leeuw.
4. lijster.
5. tor.
Goede oplossingen ontvangen van»
Iza de R., Kolhorn; Maartje W., A.
V., Cailantsoog; Dieuwertje R., Winkel;
Wim B., Stolpen; Trien V., Anna Paulowna;
Anneke de R., Schagen; Beppie K., Anna
Paulowna; Aafje S., Schagen; Rikus H.,
Dirkshorn; Henk en Lucas S., Nieuwesluis;
Nellie P., Kolhorn; Gerrie v. 't O., Bree
zand; Jan G., Wieringerv. aardPiet de V.,
Schagen; Trien T., Wieringerwerf; Jan M.,
Schagen; Trijntje K., Kolhorn; Marijke R.,
Schagen; Pietertje K., Heer Hugowaard;
M. H. Kolhorn; Neeltje W., Nieuwe Nie
dorp; Gerrit B., Petten; Coba B., Petten;
Annie Gré K., Kolhorn; Tini K., Nieuwe
Niedorp; Geerie M., Schagen; Kinderen H.,
Barsingerhorn; Wim P. M., Nieuwe Nie
dorp; Sietske B. en Maartje v. d. K., Nw.
Niedorp; Grietje v. L., Hensbroek; Klaas de
J., Barsingerhorn;
Horizontaal:
Verticaal:
1.
knol
1.
jongensnaam
4.
vrucht
2.
twee klinkers
7.
eten (verl. t.)
3.
zie 11 horizont.
8..
on
4.
graszode
10.
Lidw. (Fr.)
5
en
11.
Post
6.
stuk chocola
13.
omslag
9.
zie 7 horizontaal
14.
rund
10.
lidwoord (Fr.)
16.
familielid
12.
speelgoed
17.
Chinese naam
13.
raar
18
reeds
15.
mijnheer (Eng.)
19.
vlug
16.
smalle bergweg
20.
spil
Met stevige laarzen en een regenjas aan,
Dacht Miesje eens lekker naar buiten te
gaan.
Wel stond er veel wind en vielen er
hagelstenen,
Maar Miesje liep voort op vlugge benen.
Tot op 't hoekje van de straat.
Daar kreeg ze 't met de wind te kwaad.
Die trok haar mutsje van heur haar
En floot: „Zoek mij nu maar!"
Voort rolde de muts en voort holde Mies.
De mooie muts werd moddervies
En Miesje's haar werd drijf-drijfnat.
Maar olijk dacht ze: „wat hindert dat?"
Want Miesje was een vrolijk kind,
Die hield van regen en van wind
En als er geen erger dingen waren.
Dan een hoofd met natte haren!
Neen. Miesje Met de moed niet zakken.
Liep achter de muts tot ze hem kon pakken
Toen liep ze één-twee-drie naar huis
En droogde zich lekker bij 't keukenfornuis.
DE KOEKOEKSKLOK.
Jullie kent allemaal de koekoeksklokjes.
Je weet zeker wel, dat die uit het Zwarte
Woud komen. Als je ze goed bekijkt, zie je.
hoe sierlijk ze zijn versierd met houtsnij
werk.
Dit jaar hebben de bewoners van het
dorpje Furtwangen in het Zwarte Woud.
het 300-jarig jubileum van de koekoeksklok
gevierd. In 1640 kwam de klokkenmaker
Hans Kurt op 't idee, om op zijn klokken
een vogel te zetten, die door de roep van
de koekoek de uren en de halve uren zou
aangeven. Hij had veel succes met zijn
plannetje en nu bestaat de koekoeksklok al
300 jaar. Het spreekt vanzelf dat de koe
koeksklok het meest in Duitsland wordt
gezien. Maar ook m ons land vind je ze
vrij vaak, denk alleen maar aan alle klok
jes. die de mensen als aandenken uit het
Zwarte Woud meebrengen.
Het is ook aardig te weten dat het hor
loge is uitgevonden door Peter Henlein,
een bewoner van Neurenberg.
door Tom Radersma
Inderdaad is het Robinson Croesus ge
lukt tot wereldvermaardheid te geraken.
Zeer zeker is hij een boeken-figuur bij
uitnemendheid, maar.... zijn avonturen
roman berust op harde en eigenlijk wat
trieste feiten. Onlangs hebben vorsers in
oude archieven aantekeningen gevonden,
die ons met het ware leven van Robinson
Croesus zijn werkelijke naam is Alexan-
der Selkirk bekend maken. Zonder eni
ge verdichting of romantisering.
Robinson was., een doodgewoon mens,
Langzamerhand verzoende Robinson zich
met zijn lot. Hij ging zelfs de eenzaamheid
boven alles verkiezen. Deed een schip het
eiland aan, dan rende hij weg en verborg
zich. Niet alleen, omdat hij de omgang met
mensen volkomen had leren ontberen,
maar ook. omdat hij vreesde, dat men hem
mogelijk gevangen zou nemen op grond
van zijn vroeger zeeroversbestaan. Toen
ging er een periode van vier jaar en vier
maanden voorbij, zonder dat er een schip
het eiland aandeed. Na die periode over-
Hij vond een zoetwaterbron.
misschien wat ruwer nog dan zijn tijdge
noten. Zijn avontuur speelde zich twee
honderd jaar geleden af, daarmee moet na
tuurlijk rekening worden gehouden. Ande
re tijden, andere zeden! Robinson was een
zeeman, die zich aansloot bij een zeerover-
bende, die in de Stille Oceaan, Spaanse
goudschepen buit maakten. Het schip
waarop zij voeren, was weinig zeewaardig,
de kapitein een ellendig mens, de voeding
was meer dan karig en de nachtverblijven
mens-onwaardig.
Vol verlangen keek Robinson uit naar
da Zuidzee-eilanden, die het doel van de
tocht waren. Ze leken hem van een para
dijsachtige schoonheid en rust. Eindelijk
bereikten de rovers, na veel wederwaardig
heden, het zonnige eiland Juan Fernandez.
Na een hevige ruzie met den kapitein eiste
Robinson, dat men hem, met zijn geweer
en zijn bezittingen, aan land zou zetten:
Onder spotgelach stemde de kapitein hier
in toe. Maar nauwelijks koos de boot weer
zee of Robinson werd aangegrepen door
een radeloze angst. Hij riep de mannen in
de boot toe. dat hij van gedachten veran
derd was. Maar de kapitein lachte scham
per en gebood: „Doorvaren, zo snel moge
lijk."
Robinson sprong in zee en trachtte de
boot in te halen. Vergeefs. De afstand tus
sen hem en het roversschip werd met de
seconde groter. Robinson stond dus voor de
keus: verdrinken of terugkeren naar het
eiland. Hij deed dit laatste en wierp zich,
totaal ovérspannen, op het strand neer. Het
schip verdween aan de horizon, de maan
verlichtte het eenzame eiland, een nieuwe
dag gloorde in het Oostenin radeloze
wanhoop lag Robinson nog steeds op het
strand.
Hij stond eerst op, toen honger hem tot
handeling dreef. Hij ving een schildpad en
had het geluk een zoetwaterbron te ont
dekken. Hij at en dronk. Voor de eerste
maal sinds hij aan land gekomen was. Da
gen, weken, ja maanden gingen voorbij,
zonder dat Robinson zijn radeloosheid kon
overwinnen. Hij was zo verslagen, dat hij
niet eens probeerde zich zijn verblijf wat
te veraangenamen. Hij hokte in een arm
zalige hut, die een vroegere bewoner van
het eiland had achtergelaten. De eenzaam
heid vernielde zijn zenuwen. Als zeehon
den op het -strand kwamen en blaften, be
gon Robinson luidkeels te gillen. Van angst
bevend, verliet hij midden in de nacht zijn
hut, omdat ratten aan zijn tenen knabbel
den!
Achttien maanden drukte de eenzaam
heid hem neer. dan begon hij aan zijn toe
stand te wennen en eindelijk stelde hij po
gingen in 't werk om van zijn verblijf op
Juan Fernandez het beste te maken. Hij
ving jonge katten en richtte ze af op het
vangen van ratten. Jonge geiten werden
door hem getemd en volgden hem als hon
den. Hij las hen hardop voor uit de paar
boeken, waarover hij beschikte en leerde
hen dansen op fluitwijsjes. Dat behoedde
hem voor krankzinnigheid. Arme Robin
son! Zijn schoenen waren Aiet meer dan
lompen geworden, hij moest voortaan bar-
voets gaan. Zijn munitie was al lang ver
bruikt, de jachtbuit, die voor hem 't onont
beerlijk voedsel betekende, moest voortaan
door kracht en snelheid van handen ver
kregen worden. Verder moest hij zich voe
den met een koolachtige plant, die op de
bomen groeide. Zijn mes was onbruikbaar
geworden. Uit op het strand ge.vonden me-
taalbrokken. afkomstig van een expeditie,
maakte hij mes-achtige werktuigen. Hij
had een kleine hoeveelheid stof bij zich,
maargeen naald. Hij sleep een spijker
zolang op een steen, tot hij een naaldvor-
mige punt vertoonde en aan het boveneind
wist hij iets te maken, dat op een oog ge
leek. Met uitgetrokken stofdraden en an
dere vezels naaide hij zich een paar hem
den. Geitenvellen dienden hem tot dekking
en verdere kleding.
Robinson werd door dit natuurleven van
bijna angstaanjagende kracht en gezond
heid. Eens viel hij, op geiten jagend, in
een afgrond. Hij had het geluk op een geit
neer te komen, zodat hij niet te pletter viel.
Hij geraakte echter het bewustzijn kwijt
en toen hij weer bijkwam, wees éen door
hem vervaardigd instrument uit, dat hij.,
drie dagen bewusteloos \moest zijn geweest.
viel hem een verlangen weer met mensen
in contact te komen. En toen weer een
schip het eiland aandeed, overwon hij zijn
schuwheid en kwam te voorschijn, vastbe
sloten tot het normale leven terug te ke
ren. Een hevig verlangen naar de bewoon
de wereld, naar zijn familie, naar aantrek
kelijker voedsel, naar gelach en gezang
greep hem aan. Hij stelde zich bergen voor
van zijn terugkeer in de maatschappij. De
ontgoocheling bleef hem niet bespaard. Het
bleek, dat hij zijn moedertaal volkomen
vergeten was en haar opnieuw moest leren
Een ogenblik van geluk beleefde hij,
toen hij op een Zondagmorgen in zijn ge
boortedorp aankwam. Vol verwachting ging
hij de kerk binnenniemand herkende
hem. Alleen zijn moeder. Zij vloog hem
om de hals en was zo overstuur, dat de
godsdienstoefening onderbroken moest
worden. Robinson keerde eindelijk terug in
het ouderlijk huis. Niet als de man uit de
vele verhalen, maar als een zielige, gebro
ken zonderling. Dit alleen is de waarheid,
jongens!
Eenzame, blanke, trotse zwaan,
Wij willen als jij door 't leven gaan.
Zwijgend en stil.
Met vaste wil,
Recht op 't doel, dat wij willen bereiken,
Zonder angst en zonder wijken.
Blanke, trotse, eenzame zwaan,
Wij willen als jij door 't leven gaan.
AL TE GEWELDIG.
De beroemde componist Frans Liszt was
eens door een vorst van een klein vorsten
dommetje uitgenodigd op een diner. Toen
de gasten gegeten en gedronken hadden,
vroegen ze Liszt om een paar van zgn
eigen werken ten beste te geven. Dat liet
Liszt zich geen twee keer zeggen. Direct
ging hij aan de piano zitten spelen. Toen
hij klaar was, kwam de vorst op hem af en
zei: „Werkelijk, u heeft geweldig gespeeld!"
Liszt liet niets merken, maar hij vond
„geweldig" nu niet het passende woord. Hg
nam zich voor om het den vorst betaald te
zetten.
Toen hg afscheid nam en de vorst hem
vroeg hoe het hem in zijn vorstendom be
viel. antwoordde de laatste: „O, Majesteit,
uitstekend! U regeert dan ook geweldig!"
Een andere keer werd Liszt ten eten ge
vraagd door de vrouw van een hoogge
plaatst heer. „U moet komen", zei ze. „Ik
beloof u dat ik er niets bijzonders voor zal
doen. Niets anders dan een bordje soep.
Zegt u dan maar ja!"
Liszt antwoordde prompt: „Ik kom me
vrouw. Maar als Frans Liszt bij u op be
zoek komt, is het geen schande om er een
extraatje voor te doen!"