a
m
m
A
il
Hf
B
a
Doe als hij!
TIMMEREN IS EEN KUNST
B-tilt ionqeni en meii^eA.!
Ik moet van de week beginnen met een...
klacht. In de eerste plaats wordt steeds weer
vergeten onder ieder briefje naam, adres en
de leeftyd te vermelden van de briefschrijver
of briefschrijfster. Het laatste moet er na
melijk ook steeds bijstaan. Voorts zijn ér
vrienden, die de raadsels uitknippen en die
los by de brief insluiten. Zonder naam en
adres er op. Ook dat bezorgt me soms
„grijze haren" f.van de rgen om het uit
elkaar te houden... Fouten en vergissingen
zyn op die manier niet altijd te voorkomen.
Dus... puzzelende' briefschrijvers... denken
jullie daaraan in het vervolg?
Ik zal nu even" vertellen wie het boek ge
wonnen heeft. Dat is:
DIEUWERTJE RAVEN,
Winkel.
En nu de briefjes:
Klaas de Jong, Barsingerhorn. Ik wil je
wel vertellen, Klaas, dat ik best eens een
keertje bij Jaap's moeder zou willen eten.
Kan ze lekkere hapjes klaarmaken? Zeker
wel hè? Maar... en dat is jammer:., ik ben
niet in staat te komen. Misschien, dat het
een andere keer eens lukt. Wie weet.
Hilda Bestevaar, Schagen. Je bent fijn
overgegaan Hilda en ik heb je rapport ge
lezen. Dat ziet er prima uit. Bravo! Ja, ik
ben gelukkig weer helemaal beter. Dat heeft
niet zo lang geduurd. Dat ziek zijn niet pret
tig is, geef ik toe. Al ben jè maar één dag
thuis... dan is hét al misère.
Trien Tysen, Wieringervverf. In de eer
ste plaats Trien, hartelijk dank voor datgene
wat in de ^rief zat. Een paar eierbonnen...
öf ik er blij mee was! Dat. kun je begrijpen!
Loopen de koeien buiten? Ja, de tijd is er
weer, hoewel het nog niet zo veel op de échte
lente lijkt. Maar ook dat komt wel weer
terecht. Dag Trien, tot volgende week.
Bep Tjjsen, Wieringervverf. Ja Bep, die
reizen van jou naar de school vallen niet mee
als er zo'n bolle wind staat, dat je wielen
zowat onder je fiets vandaan waaien. Sjonge
nog an toe, wat kan- het op die open wegen
waaien! Ik kan er van meepraten, maar ik
ben werkelyk blij, dat iktegenwoordig niet
meer van die lange einden behoef af te
leggen.
Anneke Eerland, Alkmaar. Hier hébbén
we de gelukkige winnares van de vorige
week. Bofte jij even, Anneke,' om zomaar een
taart of een boek in ontvangst te mogen ne
men? Nu, 't werd een boek en ik kan je geen
ongelijk geven. Heb jc het al ontvangen? Ik
geloof dat het heel mooi is. Enfin, dat hoor
ik nog wel van jé dè volgefade maal. Groeten
aan Janny. En natuurlijk aan moeder, die zo
gauw jarig is. Dat wordt vast een fijne dag,
Anneke!
Anneke de Raat, Schagen. Jouw briefje,
beste Anneke, kon nog net mee, Het boek
„Schoolidyllen" heb ik thuis. Beter gezegd,
mijn vrouw heeft het, want het is haar
eigendom. Een echt mooi boek. Hoe ging de
eerste telefoonles? Leuk is dat hè? Heeft je
vriendin Hilda Bestevaar veel boeken? En
jÖ?
Aafje Spaans, Schagen. - Wat een jarigen
in jullie familie in de maand October. Jij ook,
he Nu, dat duurt nog even voor het zover is.
Dat was een heel gezoek naar de krant, waar
de raadsels instonden, Aafje.. Pas voortaan
dus beter op!
Annie Speets, Warmenhuizen. Wat
schrijf je me daar, Annie...? Of ik de schoon
maak leuk vind...? Nee, om de drommel niet,
helemaal niet. Integendeel, ik was dolblij dat
de boel e'ndelrjk weer een ééns beetje op z'n
plaats stond. En ik was van alles kwijt. Het
duurde wel 3 dagen eer ik „.lies weer terugge
vonden had. Ik ben blij, 'at er maar eens per
jaar schoongemaah t wordt.
Dieuwertje Raven, Winkel. Ik heb ge
hoord hoe die uitvoering van de operette ge
slaagd is, Dieuwertje en dat heeft me heel
veel genoegen gedaan. Want er was werk ge
noeg aan besteed. Nu waren jullie ineens alle
maal echte tooneelspelers, uitgedost in prach-
tig-gekleurde costuums en met geschminkte
gezichten.
Dieuwi Schouten, Breezand. Geweldig
Dieuwi, wat een verjaardagen heb jij gevierd.
Eerst die van Ger van 't Oever, toen de buur
vrouw en tenslotte de buurjongen. Dat kon
blijkbaar niet op, zeg. Maar... 't is je gegund
hoor. Tot volgende week.
Jan-Piet, Nel, Trijntje en Bet9ie Hoenson.
Hoera... Betsie naar de 6e, Jan-Piet naar de
3e, Trijntje naar dè 4e klas en... allemaal een
mooi rapport. Gefeliciteerd jongens. Ik lees
dat vader en moeder iets gegeven hebben. Dat
was dus een verrassing.
Ato Vader, Callantsoog. Ik beloof je
Ato, als ik van de zomer in de buurt van Cal
lantsoog kom, dat ik even bij jullie aanwip
er dat ik dan hoop eens die lekkere fram
bozen uit jullie, tuin te proeven. Zijn ze zó
fijn Nu, als ze goed zijn hoop ik er van te
kunnen profiteren. Met de lente wil het nog
maar niet, hè? Eerst moet die noordenwind
eens ophouden te blazen. Dan zal het wel
beter worden, denk ik.
Coba Blom, Petten. Fijn Coba, dat je
over bent gegaan. Ja, jij zit nu al weer in
de zevende klas. Wat gaat dat toch allemaal
verschrikkelijk snel! Nóg één jaar, en je gaat
al van school af. Wat zijn dan je plannen"
Ta, al die poesehkinderen kun je natuur
lijk niet bewarm. Dat zou te gek zijn. Hoe
wel het wel jammer is dat je ze zo bij dè
moeder-poes moet' vandaan halen.
Neeltje Woudt, Nieuwe Niedorp. Ja, ik
héb je de vorige week gemist Neeltje, maar
nu weet ik daar de reden van. Ja, het is
fyn, dat je over bent gegaan naar de vijfde
klas en ik feliciteer je wel met dat succes.
Tot volgende week.
Gerie Muntjevyerf, Schagen. Hier weer
zo'n bolleboos, die niet '-lleen overgegaan is,
maar die een prachtig rapport thuisbracht.
Allemaal 7ens en 8en, M'n complimenten
hoor. Het was. dik in orde. Wat zul je blij
geweest zijn met het schortje, dat moeder je
gegeven heeft.
Marietje Eriks, St. Maartensvlotbrug.
En hier is Marietje Eriks, die natuurlijk ook
over is en dat met een uitstekend rapport.
Ik ben trots op jullie, hoor. Was het niet
erg koud, die dag dat jullie naar Petten zijn
geweest? Ik ben ook nog op een Zondag
naar het strand geweest, maar ik kwam
bijna blauw van de kou thuis. Brrr...
Piet van Ham, Anna Paulowna. Zo is
het Piet, het is gelukkig dat ik van dat vieze
drankje af ben. Als ik daér nog aan denk!
M'nvrouw is ook blij dat ik het niet meer
behoef te drinken, want het kostte bijna
iedere dag een paar ons caramels... voor de
vieze smaak, zie-je!
Coba van Ham, Anna Paulowna. O
Coba, wat krijg ik van de week van jou een
klem briefje. Zó klein, dat ik daarop nu
toch heus geen antwoord weet te geven.
Ontbrak je van de week de „stof" voor een
groter epistel? Dan maar weer de volgende
week.
**eppie Kole, Anna Paulowna. Het boek
Dik Trom Ken ik. Ik geloof dat ik het wel
zesmaal gelezen heb. Eerst is het me een
paar maal door m'n moeder voorgelezen en,
daarna las ikhet zelf verscheidene malen.
Een echt fijn boelj, zoals er maar weinigen
geschreven worden. Meester de Veer ken ik
wel. Ik heb hem eens gesproken. Een aardige
man. Doe hem de groeten maar.
Jan Groot, Wieringerwaard. Fijn, dat
jè over bent gegaan, Jan. Was het een mooi
rapport? Figuurzagen is kostelijk knutsel
werk. Ik heb er vroeger ook aan gedaan en
dingen gemaakt, die nü nog bij m'n moeder
thuis staan. Wordt de krantenhanger mooi?
Hoor ik dat nog van je?
Piet Boonacker, Schagen. Maar m'n
beste Piet, daar begrijp ik nu helemaal niets
van. Heb jij drie brieven gestuurd en daar
geen antwoord op gehad? Dat is m^ een vol
komen raadsel, 't Is jammer, dat ik het ook
niet meer kan nakijken. Maar Piet, laat ons
afspreken: jij schrijft en ik antwoord. Ja...?
Trien Visser, Anna Paulowna. Wat erg
jammer voor je vriendin Trien, dat die zo'n
verschrikkelijke kiespijn heeft gehad toen
jy er met vacantie was. Ja... dan is er niet
veel plezier aan.. Maar voor het slachtoffer
is het nóg erger, dat zul je met me eens
moeten zijn.
Brina Verhagen, Anna Paulowna. In de
eerte plaats Brina... wat was dat dom om
je naam en adres te vergeten onder aan de
brief. Toevallig las ik ;n de brief Van Trien
wie je was, anders had - ik het vast en zeker
niet gevuten. We spreken dus af, dat die er
de volgende maal duidelijk onder komen te
staan. En nu wat betreft de kolenbon. Als ik
je nu vertel Brina, dat wyzelf thuis al sedert
drie weken iedere avond in de kou zitten,
omdat we geen kolenbon meer hebben, dan
begryp je ook wel dat ik tot m'n grote spijt
jullie geen bon kan sturen. Als ik ze had...
je kréég ze! Vast en zeker.
Tryntje Komduur, Kolhorn. Ik zou het
wel eens gezien willen hebben hoe jij als
„opoe" optrad. Dat is ist en zeker mooi ge
weest! Tot volgende week.
Maryke Roep, Schagen. Het poëziealbum
heb ik ontvangen Maryke en ik zal, zoals ik
je beloofd heb, een versje schrijven. Ook het
plaatje komt er bij. Haal het album 1 volgende
week maar weer terug. Ja, Anneke Eerland
heeft het boek gekozen. Had jij óók het boek
genomen? Nu, ik ook. Dag!
Grietje Stapel, Sybekarspel. Hartelijk
dank voor de dikke brief die ik van je
kreeg, Grietje.Ik was, xlij ook van jou weer
eens iets te horen. Nee, de ziekte is over
hoor en ik ben van het drankje ook af. Stel
je voor.
Annie Gré Keesman, Kolhorn. Ja, dat
is niet gemakkelijk Annie, om zo heel alleen
voor publiek een versje op te zeggen. De
meesten werden zó verlegen, dat ze blyven
steken. Maar jij niet hè? Vond je die Kin
dervriend II aardig? Ik vind het aardig van
jou om dat te schrijven en ik zal het hem
direct vertellen. Tot volgende week.
Gerrie van 't Oever, Breezand. Dank
je vriendelyk ^oor de gelukwensen met m'n
beterschap Gerie. Dat stel ik op prijs. Doet
Annie de Jong niet meer mee omdat de post
zegels zo duur zyn iedere week? Ja, dat is
natuurlijk een moeilijkheid. Maar kan ze
haar briefje niet bij dat van een ander in
sluiten, bijv. in jouw envelop Bespreek dat
eens met haar van de week. Da hoor ik dat
de andere keer wel. Het gedichtje vond ik
heel mooi, maar... wie heeft het gemaakt?
Hoor ik dat ook?
•Grietje Maigret, Schagen. Nee, je brief
was niet zo teel erg boos Grietje, dat viel
best mee. Ik heb ze wel bozer gehad, als ik
de een of andere vriend eens een week op
antwoord deed wachten. De naam van Kin
dervriend II... nee, die verklap ik niet. Dat
zou hij-zelf niet graag willen, denk ik.
Jannie Wetsteen, Nieuwe Niedorp. Ge
lukkig dat zusje weer beter is, Jannie. Zu3je
en ik zijn dus allebei weer gelyk hersteld.
Dat is prettig. De vorige maal had ik je al
gemist. Maar volgende week ben je er na
tuurlijk weer bij, niet?
Dick Zeylemaker, Schagen. Wat is dat een
heerlijke mededeling, dat Tynie de Vet weer
thuisgekomen is. Dat zal me een blijdschap
gegeven hebben, denk ik. Enfin, ik vermoed
dat Piet er nog wel het een en ander over
te vertellen zal hebben. H«>t gedichtje, dat je
voor Moederdag gemaakt hebt., is aardig
bedacht maar... helaas niet geschikt voor
opname in de krant. Probeer het nog maar
eens. Gedenk het spreekwoord dat zegt: „de
aanhouder wint".
Piet de Vet, Schagen. Is zusje 11 pond
in Nunspeet aangekomen? Dat is geweldig
Piet, zo zie je maar weer wat voor een heii-
zame uitwerking zo'n sanatorium op een
I mens heeft. Dat heb ik ook gemerkt, en nog
niet eens zo heel lang geleden,, met iemand
waarvan ik heel veel houd. Gaat ze me ook
schrijven? Dat zou ik verbazend leuk vinden.
Doe haar nu vast m'n hartelijke groeten en
feliciteer haar, namens mij, alsnog.
Geerie Kuyper, Moerbeek. Hartelijk
dank voor de inhoud van de brief Geerie.
Daar was m'n vrouw geweldig blij mee, dat
kun je je zeker wel voorstellen. Zul je moe
der hartelijk, heel hartelijk, bedanken? Ook
namens m'n vrouw? Niet vex-geten hoor!
Wim Boontjes, Stolpen. Hier hebben we
de voetballende Wim. Van jullie 30 over
winning op Bax'Singerhorn heb ik gelezen
Wim, dat zal zeker wel een fijne wedstrijd
geweest zijn. Maar nu morgen tegen Scha
gen... dat zal niet meevallen, want de jon
gens uit Schagen, die kunnen voetballen.
Dè,t beloof ik je.
Beste vrienden en vriendinnen, dat was
het laatste briefje. Als er nog nakomen, zal
ik die volgende week behandelen, want het
gebeurt nog al eens, dat ik briefjes later
ontvang. Tot wederschrijven.
Oplossing raadsel vorige week
BilA
rv.
O
R
w
o
E
R
D
Goede oplossingen ontvangen vant
Klaas de J., Barsingerhorn; Anneke de R.,
Schagen; Dieuwertje R., Winkel; Piet v. H.,
Anna Paulowna; Gerie M., Schagen; Annie S.,
Warmenhuizen; Aafje S., Schagen; Anneke
E.. Alkmaar; Coba B., Petten; Neeltje' W,,
Nieuwe Niedorp; Ali B., St. Maartensvlot-
brug; Coba v. H., Anna Paulowna; Beppie K.,
Anna Paulowi.a; Jan G., Wieringerwaard;
Ato V., Callantsoog; Piet de V., Schagen;
Geerie K., Moerbeek; Trien V., Anna Paulow
na; Mai'ijke R., Schagen; Piet B., Schagen;
Kinderen H., Barsingerhorn; Dieuwi S., Bree
zand; Brina V.;'Anna Paulowna; Bep T., Wie-
ringerwerfWim B.; Stolpen; Nellie P., Kol
horn; trien T,, Wieringerwerf; Hilda B-,
Schagen; Dik Z., Schagen; Kinderen E., St.
maartensvlotbrug.
Nieuw Raadsel
VERBORGEN JONGENSNAMEN.
1. Die jongen ziet er net uit, of hij niet lachen
kan.
2. Wist ik maar iets, waarmee ik- het weer
goed kon maken.
3. Je moet bij dai werk goed opletten, want.
onwillekeurig maak je vergissingen.
4. Ja, niemand kan nu eenmaal van de wind
leven.
5. Alle ondei'delen van deze machine zijn van
staal vervaardigd.
De onbeleefde bediende
Door J. v. S.
Jozef was huisknecht bij een rijk heer; hij
moest alle boodschapen voor mijnheer doen,
sigaren halen en de post wegbrengen en meer
van zulke dingen.
Op zekere dag zei mijnheer: „Jozef, je moest
eens even dit mandje perziken naar mijnheer
Van IJselstein bi'engen; ik heb ook nog een
brief voor hem, geef die ook meteen en wacht
dan op antwoord."
„Goed mijnheer," zeide Jozef. „Ik zal er
voor zorgen",
Jozef ging op weg. Hij mocht den heer Van
IJselstein niet erg graag, hij had nog nooit een
fooitje van hem gehad en besloot daarom een
soort wraak te nemen. Bij de woning van den
heer gekomen belde hij aan en vroeg meneer
te spreken. De meid kwam spoedig terug met
de boodschap „of hij maar even bij meneer
wou komen?"
Jozef klopte aan en toen hij binnen hoorde
roepen, stapte hij de kamer in en zei: „Hier is
een mandje perziken van mijn patroon en op
deze brief moet il antwoord hebben!"
Mijnheer Van IJselstein stond boos op en
zei: „Lelijke lompe vlegel, ik zal jou eens ma
nieren leren om bij iemand, zooals ik, binnen
te komen. Ga daar in mijn stoel zitten en doe
alsof jij hier de baas bent."
Mijnheer ging met het mandje en de binef
bij de deur staan en sprak: „Goedenmiddag
mijnheer Van IJselstein, hoe maakt u het,"
terwijl hij hem een hand gaf. „Hier heb ik een
mandje pei'ziken voor u en of u zo goed wilt
zijn mij op deze brief antwoord te willen mee
geven."
Jozef zei: „Goed, zet het mandje daar maar
neer en hier heb je wat voor je moeite", en hij
deed alsof hij wat uit zijn zak haalde.
„O, zit het hem daar in," sprak de heer Van
IJselstein. „Je bent wel «en beetje brutaal,
maar toch gevat hoor. Hier," en hij gaf Jozef
een kwartje.
Ik begin....
Mijn vriend Jaap heeft met zijn ver
jaardag een harmonica gekregen. Ik kan
je wel vertellen, dat zijn vader, toen hij
Jaap's verlanglijstje te zien kreeg en daar
een harmonica op zag staan, eerst beden
kelijk zijn hoofd heeft geschud!
Want zijn vader dacht: „Als er een
harmonica in huis komt, is 't met onze rust
gedaan. Dan hoor je op alle uren van de
dag de meest onmogelijke geluiden en je
zult zien, dan gaat 't mis met Jaap z'n
schoolwerk."
Maar... op zijn verjaardag stond er
voor Jaap dan tóch een harmonica. En va
der wachtte in spanning af.
Nu trof 't, dat er in Jaap's klas een jon
gen zat, die een hele baas was op de har
monica en die jongen had er schik in,
Jaap op streek te brengen, 't Vlotte werke
lijk goed. Alleen 't.notenlezen, dat bezorg
de Jaap heel wat hoofdbrekens, want., als.
de muziekleraar in de klas kwam, zette
Jaap z'nslechtste beentje voor. Dat
notenleren had hij altijd overbodig gevon
den. Maar nu! De muziekleraar kreeg ein
delijk ook Jaap's beste beentje eens te zien!
Na ruim veei'tien dagen kon Jaap al een
paar eenvoudige wijsjes spelen. Eenstem
mig en met maar een heel enkel bastoon-
tje. Nog een week later kwam hij thuis en
vroeg of ze die avond naar hem wilden
luisteren. Iedereen was erg nieuwsgierig,
want ze hadden Jaap nog nooit horen oefe
nen en van de „lessen" hadden ze niet al
te 'hoge verwachtingen, eerlijk gezegd.
Maar z'n vader ging er toch op z'n gemak
voor zitten en z'n moeder ook, al vertrouw
de die 't zaakje nog lang niet! En z'n zus
jes grinnikten en dachten er 't hare van!
Nog geen maand „les" en dan.ha, ha!
Jaap zei niets. Hij ging zonder veel druk
te op een bankje zitten, hing zich de har
monica om en begon hem uit te trekken om
de nodige lucht in 't instrument te pompen.
Dan begon hij te spelen. Jolig huppelden de
tonen door de kamer, even jolig huppel
den Jaap's vingers over de ronde knoppen.
Die vingers huppelden wel niet zo gemak
kelijk als de tonen, ze hopsten soms wel
eens wat zwaar, maar de wijsjes bleven
licht en springerig en niet één toon danste
uit de maat!
Jaap's vader had er echt plezier in
vergat er zelfs z'n sigaar door en dat wil
heel wat zeggen! En ook z'n moeder zal
aandachtig te luisteren en haar naaiwerk
raakte ze niet aan. En z'n zusjes zaten met1
grote ogen en daarin zag je duidelijk be
wondering.
Toen Jaap uitgespeeld was, volgde er een
gezellig feestje, zó tevreden waren zijn;
ouders over.z'n spel. En vooral ook, omdal
Jaap z'n huiswerk niet had verwaarloosd
door de harmonica. En z'n moeder zei
„Zeg Jaap, zullen we eens in de week eeib
harmonica-avond houden? Jij zorgt 'vooij
muziek en ik voor wat lekkers. Wat denkei
jullie er van?" Ze dachten allemaal 't zelf
de: „Fijn!"
Nn een paar weken kwam ook Jaap'!
„leraar" op de harmonica-avond. Toen;
speelden ze samen en was 't werkelijl
méér dan jolig, 't was een heel klein beet
je mooi. Nog weer een paar weken latei!
werden er gasten genodigd en kwamen ei
nog twee klasgenoten van Jaap. Die speel
den allebei viool. Dat werd de mooisti
avond en de allermooiste volgde kort daar
op.
Jaap en z'n „leraar" en de twee violiste]
hadden weer erg hun best gedaan. De gas
ten zeiden, dat ze werkelijk genoten had
den van 't spel. Toen kwam Jaap naar vo
ren en zei: „Wij wilden u vragen of u ove
veertien dagen in ons gymnastieklokaa
zoudt willen komen. Wij geven dan eei
concert. Toegangsbewijzen kunt u krijgei
vanaf één dubbeltje, maar dat is 't minsti
We hebben er liever twee. Want de op
brengst van ons concert willen we gebrui
ken om een arme jongen aan een harmoni
ca te helpen. Komt u allemaal en breng
u zoveel mogelijk kennissen mee?
Toen waren Jaap's vader en moeder eers
recht trots op hun jongen en vooral.o
zijn goede hart!
Dacht je van niet soms? Probeer dan
eens een kist GOED dicht te timmeren of
een paar latten aan elkaar te maken! Zul
je wat beleven! Je eerste ervaring zal zijn,
dat je de spijker niet diep genoeg in het
hout. krijgt. Je slaat h'm krom en wel ja,
dan wordt dat uitstekende spijkereind
doodleuk plat tegen het hout geslagen! En
bij het aan elkaar spijkeren van een paar
niet al te brede latten, erger je je natuur
lijk aan de spijkerpunten, die uit het hout
steken. Natuurlijk krijgt dan de spijker de
schuld, die niet stevig genoeg is of te lang
cf als je het hout aan splinters hebt gesla
gen, is het vanzelfsprekend de slechte kwa
liteit van het hout! Maar de wérkelijke oor
zaak van de timmermislukking ben je
zélf of' liever, je slechte timmerkunst! Ik
stel me al. voor hoe de meesten van jullie
een spijker in 't hout drijven. Kaarsrecht
wordt hij op 't hout gezet en dan maar
slaan! Mis! Zó krijg je geen spijker in 't
fout! SCHUIN moet een spijker ingesla
gen worden.' Bij 1 op het voorbeeld kun je
zien hoe het NIET moet en hoe het WEL
moet! Op deze wijze kun je de stevigste
kist dichtspijkeren, zelfs voor jaren. Al
leen kun je dan niet tevreden zijn als de
spijker tot de kop in het hout verdwijnt,
maar dan moet hij tot en mét z'n kop in
t hout gehamerd worden. (Fi.g.3) De kuil
tjes die op deze spijkerwij ze in het hout
ontstaan, worden later opgevuld met steen-
lijm. Op deze wijze gesloten kisten moeten
dan later opengebroken worden. Dus. moet
een kist binnen afzienbare tijd weer „ont-
spijkerd" worden, dan laten wij de spijker
koppen in zicht. We doen zelfs méér. Om
t ons wat gemakkelijker te maken bij het
openen, waarbij wij dan van een nijptang
gebruik maken, leggen wij bij het inslaan
van de spijkers kleine rondjes karton on
der de spijker, zoals op het voorbeeld bij
fig. 4 is aangegeven. De rondjes vergroten
de oppervlakte van de spijkerkop belang
rijk, waardoor ze zich gemakkelijker door
de nijptang laten pakken.
Nu nog de kwestie van de zogenaamde
te lange spijkers. Zulke spijkers behande
len we als op fig. 2 is aangegeven. Ze wor
den twee keer omgebogen in het hout ge
dreven. De eerste ombuiging zal je geen
moeilijkheden opleveren, maar met de
tweede, dat kleine weerhaakje. zul je in
't begin wel even tobben. Maar daarvoor
is timmeren dan ook een kunst die je niet
zo maar aanwaait maar waar je je een
beetje moeite voor geven moet. En goed
kunnen timmeren is heus wel de moeite
waard. Als je 't kunt, zijn er allerlei aai
dige dingen te maken, dingen van grote
formaat dan de gewone^knutselwerkjes. J
kunt eens een kastje maken, een boeken
plank, een tafeltje en van 't een kom je i
't ander. Zo'n klein meubeltje kun je me
snijwerk versieren, er moet gebeitst en g«
verfd worden. O jee, je zult eens ziel
waartoe je komt als je eenmaal de timmej
smaak te pakken hebt! Je gaat handleidiil
gen kopen of lenen, je gaat misschien na^
een cursus. Op die cursus maak je nieuw
vrienden, hemeltje, als ik zo doorga, wil
len jullie beslist allemaal timmerman wol
den en van timmerman meubelmaker ei
van meubelmaker huisarchitect en., las
ik ophouden! En me bij m'n spijkertje
houden! Want ik was nog niet eens klaS
met m'n spijker-les! Bij de tweede ombul
ging van de zogenaamde te lange spijker
ben ik blijven steken, louter van timmei
enthousiasme! Nou. daar gaat dan die laa|
ste spijker! De dubbel gebogen spijké
wordt met een paar slaagjes netjes in i
hout geslagen. Zo moet er nu getimmeli
worden. Zó is het goed!