a m m A il Hf B a Doe als hij! TIMMEREN IS EEN KUNST B-tilt ionqeni en meii^eA.! Ik moet van de week beginnen met een... klacht. In de eerste plaats wordt steeds weer vergeten onder ieder briefje naam, adres en de leeftyd te vermelden van de briefschrijver of briefschrijfster. Het laatste moet er na melijk ook steeds bijstaan. Voorts zijn ér vrienden, die de raadsels uitknippen en die los by de brief insluiten. Zonder naam en adres er op. Ook dat bezorgt me soms „grijze haren" f.van de rgen om het uit elkaar te houden... Fouten en vergissingen zyn op die manier niet altijd te voorkomen. Dus... puzzelende' briefschrijvers... denken jullie daaraan in het vervolg? Ik zal nu even" vertellen wie het boek ge wonnen heeft. Dat is: DIEUWERTJE RAVEN, Winkel. En nu de briefjes: Klaas de Jong, Barsingerhorn. Ik wil je wel vertellen, Klaas, dat ik best eens een keertje bij Jaap's moeder zou willen eten. Kan ze lekkere hapjes klaarmaken? Zeker wel hè? Maar... en dat is jammer:., ik ben niet in staat te komen. Misschien, dat het een andere keer eens lukt. Wie weet. Hilda Bestevaar, Schagen. Je bent fijn overgegaan Hilda en ik heb je rapport ge lezen. Dat ziet er prima uit. Bravo! Ja, ik ben gelukkig weer helemaal beter. Dat heeft niet zo lang geduurd. Dat ziek zijn niet pret tig is, geef ik toe. Al ben jè maar één dag thuis... dan is hét al misère. Trien Tysen, Wieringervverf. In de eer ste plaats Trien, hartelijk dank voor datgene wat in de ^rief zat. Een paar eierbonnen... öf ik er blij mee was! Dat. kun je begrijpen! Loopen de koeien buiten? Ja, de tijd is er weer, hoewel het nog niet zo veel op de échte lente lijkt. Maar ook dat komt wel weer terecht. Dag Trien, tot volgende week. Bep Tjjsen, Wieringervverf. Ja Bep, die reizen van jou naar de school vallen niet mee als er zo'n bolle wind staat, dat je wielen zowat onder je fiets vandaan waaien. Sjonge nog an toe, wat kan- het op die open wegen waaien! Ik kan er van meepraten, maar ik ben werkelyk blij, dat iktegenwoordig niet meer van die lange einden behoef af te leggen. Anneke Eerland, Alkmaar. Hier hébbén we de gelukkige winnares van de vorige week. Bofte jij even, Anneke,' om zomaar een taart of een boek in ontvangst te mogen ne men? Nu, 't werd een boek en ik kan je geen ongelijk geven. Heb jc het al ontvangen? Ik geloof dat het heel mooi is. Enfin, dat hoor ik nog wel van jé dè volgefade maal. Groeten aan Janny. En natuurlijk aan moeder, die zo gauw jarig is. Dat wordt vast een fijne dag, Anneke! Anneke de Raat, Schagen. Jouw briefje, beste Anneke, kon nog net mee, Het boek „Schoolidyllen" heb ik thuis. Beter gezegd, mijn vrouw heeft het, want het is haar eigendom. Een echt mooi boek. Hoe ging de eerste telefoonles? Leuk is dat hè? Heeft je vriendin Hilda Bestevaar veel boeken? En jÖ? Aafje Spaans, Schagen. - Wat een jarigen in jullie familie in de maand October. Jij ook, he Nu, dat duurt nog even voor het zover is. Dat was een heel gezoek naar de krant, waar de raadsels instonden, Aafje.. Pas voortaan dus beter op! Annie Speets, Warmenhuizen. Wat schrijf je me daar, Annie...? Of ik de schoon maak leuk vind...? Nee, om de drommel niet, helemaal niet. Integendeel, ik was dolblij dat de boel e'ndelrjk weer een ééns beetje op z'n plaats stond. En ik was van alles kwijt. Het duurde wel 3 dagen eer ik „.lies weer terugge vonden had. Ik ben blij, 'at er maar eens per jaar schoongemaah t wordt. Dieuwertje Raven, Winkel. Ik heb ge hoord hoe die uitvoering van de operette ge slaagd is, Dieuwertje en dat heeft me heel veel genoegen gedaan. Want er was werk ge noeg aan besteed. Nu waren jullie ineens alle maal echte tooneelspelers, uitgedost in prach- tig-gekleurde costuums en met geschminkte gezichten. Dieuwi Schouten, Breezand. Geweldig Dieuwi, wat een verjaardagen heb jij gevierd. Eerst die van Ger van 't Oever, toen de buur vrouw en tenslotte de buurjongen. Dat kon blijkbaar niet op, zeg. Maar... 't is je gegund hoor. Tot volgende week. Jan-Piet, Nel, Trijntje en Bet9ie Hoenson. Hoera... Betsie naar de 6e, Jan-Piet naar de 3e, Trijntje naar dè 4e klas en... allemaal een mooi rapport. Gefeliciteerd jongens. Ik lees dat vader en moeder iets gegeven hebben. Dat was dus een verrassing. Ato Vader, Callantsoog. Ik beloof je Ato, als ik van de zomer in de buurt van Cal lantsoog kom, dat ik even bij jullie aanwip er dat ik dan hoop eens die lekkere fram bozen uit jullie, tuin te proeven. Zijn ze zó fijn Nu, als ze goed zijn hoop ik er van te kunnen profiteren. Met de lente wil het nog maar niet, hè? Eerst moet die noordenwind eens ophouden te blazen. Dan zal het wel beter worden, denk ik. Coba Blom, Petten. Fijn Coba, dat je over bent gegaan. Ja, jij zit nu al weer in de zevende klas. Wat gaat dat toch allemaal verschrikkelijk snel! Nóg één jaar, en je gaat al van school af. Wat zijn dan je plannen" Ta, al die poesehkinderen kun je natuur lijk niet bewarm. Dat zou te gek zijn. Hoe wel het wel jammer is dat je ze zo bij dè moeder-poes moet' vandaan halen. Neeltje Woudt, Nieuwe Niedorp. Ja, ik héb je de vorige week gemist Neeltje, maar nu weet ik daar de reden van. Ja, het is fyn, dat je over bent gegaan naar de vijfde klas en ik feliciteer je wel met dat succes. Tot volgende week. Gerie Muntjevyerf, Schagen. Hier weer zo'n bolleboos, die niet '-lleen overgegaan is, maar die een prachtig rapport thuisbracht. Allemaal 7ens en 8en, M'n complimenten hoor. Het was. dik in orde. Wat zul je blij geweest zijn met het schortje, dat moeder je gegeven heeft. Marietje Eriks, St. Maartensvlotbrug. En hier is Marietje Eriks, die natuurlijk ook over is en dat met een uitstekend rapport. Ik ben trots op jullie, hoor. Was het niet erg koud, die dag dat jullie naar Petten zijn geweest? Ik ben ook nog op een Zondag naar het strand geweest, maar ik kwam bijna blauw van de kou thuis. Brrr... Piet van Ham, Anna Paulowna. Zo is het Piet, het is gelukkig dat ik van dat vieze drankje af ben. Als ik daér nog aan denk! M'nvrouw is ook blij dat ik het niet meer behoef te drinken, want het kostte bijna iedere dag een paar ons caramels... voor de vieze smaak, zie-je! Coba van Ham, Anna Paulowna. O Coba, wat krijg ik van de week van jou een klem briefje. Zó klein, dat ik daarop nu toch heus geen antwoord weet te geven. Ontbrak je van de week de „stof" voor een groter epistel? Dan maar weer de volgende week. **eppie Kole, Anna Paulowna. Het boek Dik Trom Ken ik. Ik geloof dat ik het wel zesmaal gelezen heb. Eerst is het me een paar maal door m'n moeder voorgelezen en, daarna las ikhet zelf verscheidene malen. Een echt fijn boelj, zoals er maar weinigen geschreven worden. Meester de Veer ken ik wel. Ik heb hem eens gesproken. Een aardige man. Doe hem de groeten maar. Jan Groot, Wieringerwaard. Fijn, dat jè over bent gegaan, Jan. Was het een mooi rapport? Figuurzagen is kostelijk knutsel werk. Ik heb er vroeger ook aan gedaan en dingen gemaakt, die nü nog bij m'n moeder thuis staan. Wordt de krantenhanger mooi? Hoor ik dat nog van je? Piet Boonacker, Schagen. Maar m'n beste Piet, daar begrijp ik nu helemaal niets van. Heb jij drie brieven gestuurd en daar geen antwoord op gehad? Dat is m^ een vol komen raadsel, 't Is jammer, dat ik het ook niet meer kan nakijken. Maar Piet, laat ons afspreken: jij schrijft en ik antwoord. Ja...? Trien Visser, Anna Paulowna. Wat erg jammer voor je vriendin Trien, dat die zo'n verschrikkelijke kiespijn heeft gehad toen jy er met vacantie was. Ja... dan is er niet veel plezier aan.. Maar voor het slachtoffer is het nóg erger, dat zul je met me eens moeten zijn. Brina Verhagen, Anna Paulowna. In de eerte plaats Brina... wat was dat dom om je naam en adres te vergeten onder aan de brief. Toevallig las ik ;n de brief Van Trien wie je was, anders had - ik het vast en zeker niet gevuten. We spreken dus af, dat die er de volgende maal duidelijk onder komen te staan. En nu wat betreft de kolenbon. Als ik je nu vertel Brina, dat wyzelf thuis al sedert drie weken iedere avond in de kou zitten, omdat we geen kolenbon meer hebben, dan begryp je ook wel dat ik tot m'n grote spijt jullie geen bon kan sturen. Als ik ze had... je kréég ze! Vast en zeker. Tryntje Komduur, Kolhorn. Ik zou het wel eens gezien willen hebben hoe jij als „opoe" optrad. Dat is ist en zeker mooi ge weest! Tot volgende week. Maryke Roep, Schagen. Het poëziealbum heb ik ontvangen Maryke en ik zal, zoals ik je beloofd heb, een versje schrijven. Ook het plaatje komt er bij. Haal het album 1 volgende week maar weer terug. Ja, Anneke Eerland heeft het boek gekozen. Had jij óók het boek genomen? Nu, ik ook. Dag! Grietje Stapel, Sybekarspel. Hartelijk dank voor de dikke brief die ik van je kreeg, Grietje.Ik was, xlij ook van jou weer eens iets te horen. Nee, de ziekte is over hoor en ik ben van het drankje ook af. Stel je voor. Annie Gré Keesman, Kolhorn. Ja, dat is niet gemakkelijk Annie, om zo heel alleen voor publiek een versje op te zeggen. De meesten werden zó verlegen, dat ze blyven steken. Maar jij niet hè? Vond je die Kin dervriend II aardig? Ik vind het aardig van jou om dat te schrijven en ik zal het hem direct vertellen. Tot volgende week. Gerrie van 't Oever, Breezand. Dank je vriendelyk ^oor de gelukwensen met m'n beterschap Gerie. Dat stel ik op prijs. Doet Annie de Jong niet meer mee omdat de post zegels zo duur zyn iedere week? Ja, dat is natuurlijk een moeilijkheid. Maar kan ze haar briefje niet bij dat van een ander in sluiten, bijv. in jouw envelop Bespreek dat eens met haar van de week. Da hoor ik dat de andere keer wel. Het gedichtje vond ik heel mooi, maar... wie heeft het gemaakt? Hoor ik dat ook? •Grietje Maigret, Schagen. Nee, je brief was niet zo teel erg boos Grietje, dat viel best mee. Ik heb ze wel bozer gehad, als ik de een of andere vriend eens een week op antwoord deed wachten. De naam van Kin dervriend II... nee, die verklap ik niet. Dat zou hij-zelf niet graag willen, denk ik. Jannie Wetsteen, Nieuwe Niedorp. Ge lukkig dat zusje weer beter is, Jannie. Zu3je en ik zijn dus allebei weer gelyk hersteld. Dat is prettig. De vorige maal had ik je al gemist. Maar volgende week ben je er na tuurlijk weer bij, niet? Dick Zeylemaker, Schagen. Wat is dat een heerlijke mededeling, dat Tynie de Vet weer thuisgekomen is. Dat zal me een blijdschap gegeven hebben, denk ik. Enfin, ik vermoed dat Piet er nog wel het een en ander over te vertellen zal hebben. H«>t gedichtje, dat je voor Moederdag gemaakt hebt., is aardig bedacht maar... helaas niet geschikt voor opname in de krant. Probeer het nog maar eens. Gedenk het spreekwoord dat zegt: „de aanhouder wint". Piet de Vet, Schagen. Is zusje 11 pond in Nunspeet aangekomen? Dat is geweldig Piet, zo zie je maar weer wat voor een heii- zame uitwerking zo'n sanatorium op een I mens heeft. Dat heb ik ook gemerkt, en nog niet eens zo heel lang geleden,, met iemand waarvan ik heel veel houd. Gaat ze me ook schrijven? Dat zou ik verbazend leuk vinden. Doe haar nu vast m'n hartelijke groeten en feliciteer haar, namens mij, alsnog. Geerie Kuyper, Moerbeek. Hartelijk dank voor de inhoud van de brief Geerie. Daar was m'n vrouw geweldig blij mee, dat kun je je zeker wel voorstellen. Zul je moe der hartelijk, heel hartelijk, bedanken? Ook namens m'n vrouw? Niet vex-geten hoor! Wim Boontjes, Stolpen. Hier hebben we de voetballende Wim. Van jullie 30 over winning op Bax'Singerhorn heb ik gelezen Wim, dat zal zeker wel een fijne wedstrijd geweest zijn. Maar nu morgen tegen Scha gen... dat zal niet meevallen, want de jon gens uit Schagen, die kunnen voetballen. Dè,t beloof ik je. Beste vrienden en vriendinnen, dat was het laatste briefje. Als er nog nakomen, zal ik die volgende week behandelen, want het gebeurt nog al eens, dat ik briefjes later ontvang. Tot wederschrijven. Oplossing raadsel vorige week BilA rv. O R w o E R D Goede oplossingen ontvangen vant Klaas de J., Barsingerhorn; Anneke de R., Schagen; Dieuwertje R., Winkel; Piet v. H., Anna Paulowna; Gerie M., Schagen; Annie S., Warmenhuizen; Aafje S., Schagen; Anneke E.. Alkmaar; Coba B., Petten; Neeltje' W,, Nieuwe Niedorp; Ali B., St. Maartensvlot- brug; Coba v. H., Anna Paulowna; Beppie K., Anna Paulowi.a; Jan G., Wieringerwaard; Ato V., Callantsoog; Piet de V., Schagen; Geerie K., Moerbeek; Trien V., Anna Paulow na; Mai'ijke R., Schagen; Piet B., Schagen; Kinderen H., Barsingerhorn; Dieuwi S., Bree zand; Brina V.;'Anna Paulowna; Bep T., Wie- ringerwerfWim B.; Stolpen; Nellie P., Kol horn; trien T,, Wieringerwerf; Hilda B-, Schagen; Dik Z., Schagen; Kinderen E., St. maartensvlotbrug. Nieuw Raadsel VERBORGEN JONGENSNAMEN. 1. Die jongen ziet er net uit, of hij niet lachen kan. 2. Wist ik maar iets, waarmee ik- het weer goed kon maken. 3. Je moet bij dai werk goed opletten, want. onwillekeurig maak je vergissingen. 4. Ja, niemand kan nu eenmaal van de wind leven. 5. Alle ondei'delen van deze machine zijn van staal vervaardigd. De onbeleefde bediende Door J. v. S. Jozef was huisknecht bij een rijk heer; hij moest alle boodschapen voor mijnheer doen, sigaren halen en de post wegbrengen en meer van zulke dingen. Op zekere dag zei mijnheer: „Jozef, je moest eens even dit mandje perziken naar mijnheer Van IJselstein bi'engen; ik heb ook nog een brief voor hem, geef die ook meteen en wacht dan op antwoord." „Goed mijnheer," zeide Jozef. „Ik zal er voor zorgen", Jozef ging op weg. Hij mocht den heer Van IJselstein niet erg graag, hij had nog nooit een fooitje van hem gehad en besloot daarom een soort wraak te nemen. Bij de woning van den heer gekomen belde hij aan en vroeg meneer te spreken. De meid kwam spoedig terug met de boodschap „of hij maar even bij meneer wou komen?" Jozef klopte aan en toen hij binnen hoorde roepen, stapte hij de kamer in en zei: „Hier is een mandje perziken van mijn patroon en op deze brief moet il antwoord hebben!" Mijnheer Van IJselstein stond boos op en zei: „Lelijke lompe vlegel, ik zal jou eens ma nieren leren om bij iemand, zooals ik, binnen te komen. Ga daar in mijn stoel zitten en doe alsof jij hier de baas bent." Mijnheer ging met het mandje en de binef bij de deur staan en sprak: „Goedenmiddag mijnheer Van IJselstein, hoe maakt u het," terwijl hij hem een hand gaf. „Hier heb ik een mandje pei'ziken voor u en of u zo goed wilt zijn mij op deze brief antwoord te willen mee geven." Jozef zei: „Goed, zet het mandje daar maar neer en hier heb je wat voor je moeite", en hij deed alsof hij wat uit zijn zak haalde. „O, zit het hem daar in," sprak de heer Van IJselstein. „Je bent wel «en beetje brutaal, maar toch gevat hoor. Hier," en hij gaf Jozef een kwartje. Ik begin.... Mijn vriend Jaap heeft met zijn ver jaardag een harmonica gekregen. Ik kan je wel vertellen, dat zijn vader, toen hij Jaap's verlanglijstje te zien kreeg en daar een harmonica op zag staan, eerst beden kelijk zijn hoofd heeft geschud! Want zijn vader dacht: „Als er een harmonica in huis komt, is 't met onze rust gedaan. Dan hoor je op alle uren van de dag de meest onmogelijke geluiden en je zult zien, dan gaat 't mis met Jaap z'n schoolwerk." Maar... op zijn verjaardag stond er voor Jaap dan tóch een harmonica. En va der wachtte in spanning af. Nu trof 't, dat er in Jaap's klas een jon gen zat, die een hele baas was op de har monica en die jongen had er schik in, Jaap op streek te brengen, 't Vlotte werke lijk goed. Alleen 't.notenlezen, dat bezorg de Jaap heel wat hoofdbrekens, want., als. de muziekleraar in de klas kwam, zette Jaap z'nslechtste beentje voor. Dat notenleren had hij altijd overbodig gevon den. Maar nu! De muziekleraar kreeg ein delijk ook Jaap's beste beentje eens te zien! Na ruim veei'tien dagen kon Jaap al een paar eenvoudige wijsjes spelen. Eenstem mig en met maar een heel enkel bastoon- tje. Nog een week later kwam hij thuis en vroeg of ze die avond naar hem wilden luisteren. Iedereen was erg nieuwsgierig, want ze hadden Jaap nog nooit horen oefe nen en van de „lessen" hadden ze niet al te 'hoge verwachtingen, eerlijk gezegd. Maar z'n vader ging er toch op z'n gemak voor zitten en z'n moeder ook, al vertrouw de die 't zaakje nog lang niet! En z'n zus jes grinnikten en dachten er 't hare van! Nog geen maand „les" en dan.ha, ha! Jaap zei niets. Hij ging zonder veel druk te op een bankje zitten, hing zich de har monica om en begon hem uit te trekken om de nodige lucht in 't instrument te pompen. Dan begon hij te spelen. Jolig huppelden de tonen door de kamer, even jolig huppel den Jaap's vingers over de ronde knoppen. Die vingers huppelden wel niet zo gemak kelijk als de tonen, ze hopsten soms wel eens wat zwaar, maar de wijsjes bleven licht en springerig en niet één toon danste uit de maat! Jaap's vader had er echt plezier in vergat er zelfs z'n sigaar door en dat wil heel wat zeggen! En ook z'n moeder zal aandachtig te luisteren en haar naaiwerk raakte ze niet aan. En z'n zusjes zaten met1 grote ogen en daarin zag je duidelijk be wondering. Toen Jaap uitgespeeld was, volgde er een gezellig feestje, zó tevreden waren zijn; ouders over.z'n spel. En vooral ook, omdal Jaap z'n huiswerk niet had verwaarloosd door de harmonica. En z'n moeder zei „Zeg Jaap, zullen we eens in de week eeib harmonica-avond houden? Jij zorgt 'vooij muziek en ik voor wat lekkers. Wat denkei jullie er van?" Ze dachten allemaal 't zelf de: „Fijn!" Nn een paar weken kwam ook Jaap'! „leraar" op de harmonica-avond. Toen; speelden ze samen en was 't werkelijl méér dan jolig, 't was een heel klein beet je mooi. Nog weer een paar weken latei! werden er gasten genodigd en kwamen ei nog twee klasgenoten van Jaap. Die speel den allebei viool. Dat werd de mooisti avond en de allermooiste volgde kort daar op. Jaap en z'n „leraar" en de twee violiste] hadden weer erg hun best gedaan. De gas ten zeiden, dat ze werkelijk genoten had den van 't spel. Toen kwam Jaap naar vo ren en zei: „Wij wilden u vragen of u ove veertien dagen in ons gymnastieklokaa zoudt willen komen. Wij geven dan eei concert. Toegangsbewijzen kunt u krijgei vanaf één dubbeltje, maar dat is 't minsti We hebben er liever twee. Want de op brengst van ons concert willen we gebrui ken om een arme jongen aan een harmoni ca te helpen. Komt u allemaal en breng u zoveel mogelijk kennissen mee? Toen waren Jaap's vader en moeder eers recht trots op hun jongen en vooral.o zijn goede hart! Dacht je van niet soms? Probeer dan eens een kist GOED dicht te timmeren of een paar latten aan elkaar te maken! Zul je wat beleven! Je eerste ervaring zal zijn, dat je de spijker niet diep genoeg in het hout. krijgt. Je slaat h'm krom en wel ja, dan wordt dat uitstekende spijkereind doodleuk plat tegen het hout geslagen! En bij het aan elkaar spijkeren van een paar niet al te brede latten, erger je je natuur lijk aan de spijkerpunten, die uit het hout steken. Natuurlijk krijgt dan de spijker de schuld, die niet stevig genoeg is of te lang cf als je het hout aan splinters hebt gesla gen, is het vanzelfsprekend de slechte kwa liteit van het hout! Maar de wérkelijke oor zaak van de timmermislukking ben je zélf of' liever, je slechte timmerkunst! Ik stel me al. voor hoe de meesten van jullie een spijker in 't hout drijven. Kaarsrecht wordt hij op 't hout gezet en dan maar slaan! Mis! Zó krijg je geen spijker in 't fout! SCHUIN moet een spijker ingesla gen worden.' Bij 1 op het voorbeeld kun je zien hoe het NIET moet en hoe het WEL moet! Op deze wijze kun je de stevigste kist dichtspijkeren, zelfs voor jaren. Al leen kun je dan niet tevreden zijn als de spijker tot de kop in het hout verdwijnt, maar dan moet hij tot en mét z'n kop in t hout gehamerd worden. (Fi.g.3) De kuil tjes die op deze spijkerwij ze in het hout ontstaan, worden later opgevuld met steen- lijm. Op deze wijze gesloten kisten moeten dan later opengebroken worden. Dus. moet een kist binnen afzienbare tijd weer „ont- spijkerd" worden, dan laten wij de spijker koppen in zicht. We doen zelfs méér. Om t ons wat gemakkelijker te maken bij het openen, waarbij wij dan van een nijptang gebruik maken, leggen wij bij het inslaan van de spijkers kleine rondjes karton on der de spijker, zoals op het voorbeeld bij fig. 4 is aangegeven. De rondjes vergroten de oppervlakte van de spijkerkop belang rijk, waardoor ze zich gemakkelijker door de nijptang laten pakken. Nu nog de kwestie van de zogenaamde te lange spijkers. Zulke spijkers behande len we als op fig. 2 is aangegeven. Ze wor den twee keer omgebogen in het hout ge dreven. De eerste ombuiging zal je geen moeilijkheden opleveren, maar met de tweede, dat kleine weerhaakje. zul je in 't begin wel even tobben. Maar daarvoor is timmeren dan ook een kunst die je niet zo maar aanwaait maar waar je je een beetje moeite voor geven moet. En goed kunnen timmeren is heus wel de moeite waard. Als je 't kunt, zijn er allerlei aai dige dingen te maken, dingen van grote formaat dan de gewone^knutselwerkjes. J kunt eens een kastje maken, een boeken plank, een tafeltje en van 't een kom je i 't ander. Zo'n klein meubeltje kun je me snijwerk versieren, er moet gebeitst en g« verfd worden. O jee, je zult eens ziel waartoe je komt als je eenmaal de timmej smaak te pakken hebt! Je gaat handleidiil gen kopen of lenen, je gaat misschien na^ een cursus. Op die cursus maak je nieuw vrienden, hemeltje, als ik zo doorga, wil len jullie beslist allemaal timmerman wol den en van timmerman meubelmaker ei van meubelmaker huisarchitect en., las ik ophouden! En me bij m'n spijkertje houden! Want ik was nog niet eens klaS met m'n spijker-les! Bij de tweede ombul ging van de zogenaamde te lange spijker ben ik blijven steken, louter van timmei enthousiasme! Nou. daar gaat dan die laa| ste spijker! De dubbel gebogen spijké wordt met een paar slaagjes netjes in i hout geslagen. Zo moet er nu getimmeli worden. Zó is het goed!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1941 | | pagina 6