EEN ROZENDROOM SU "Iet dagelijksch leven der Friezen parel Volksonderwijs jubileert Zaterdag 24 Mei 1941 Vierde blad Een groot modehuis heeft zich toegelegd i het creëeren van costuums uit met ro- g bebloemde stoffen. De directie is van eening, dat de wereld in dezen, in vele jzichten zoo cynischen tijd, toch naar poë- c en romantiek verlangt, welke in de izen belichaamd zijn. Daarom brengt dit odehuis rozen in alle soorten en in alle ootten op meubelstoffen, gordijnen, ta- jten, dekens, katoenen stoffen, voiles, üntz en zijde in den handel. En de tak bloeit! In weinig tijd werd een gewei- ge voorraad „rozenstoffen" verkocht. (Foto P.I.B.) Thans is men koortsachtig bezig nachtklee- ding en kimono's met rozen op te sieren of van met rozen afgezette voiles te vervaar digen. Bovendien wordt het rozenmotief zelfs voor de allerintiemste dessous ge bruikt. Nog een klein stapje verder en in alle huizen zullen gordijnen met rozen han gen, we wandelen op rozen in de tapijten, de lamp geeft een rozig schijnsel, de deu ren zijn rozenpoorten en door dit alles zul len we zeker de toekomst roziger gaan zien UIT DE HISTORIE VAN WEST-FRIESLAND aasbereiding in ing vervlogen euwen Wanneer we ons voor heden bezig wil- n houden met. de vraag, welke bezigheden iet dagelijksch leven van de oude bewo- irs dezer landouwen vulden, dan herin- ren we ons wellicht nog uit onze school- riode, op welke wijze deze menschen in m bestaan voorzagen. Er schemert ons ts van jacht en visscherij, daarmee ech- r is onze kennis grootendeels ten einde, ich wordt hiermee aan onze voorouders kort gedadn. Ze hadden dit aller primi- ïfste stadium reeds overwonnen en hiel- in zich niet slechts druk bezig met land- iuw en veeteelt, zelfs schijnt hier en daar rake te zijn geweest van industrie. De ndsten in den bodem spreken hierom- ent een duidelijke taal. Dat druk aan veeteelt werd gedaan, blijkt et slechts uit de talrijke beenderen, die tor den dag zijn gekomen, daarnaast ordt het bewezen door de aanzienlijke estlagen rondom de oude woningen. Er inien voor gehoornde en hoornlooze run en, schapen en paarden. Verder hon- in van het jacht- en herdershondtype. Dat bij een en ander reeds een betrekke- k hoog peil bereikt moet zijn, blijkt uit it feit, dat de zuivelbereiding reeds een van beteekenis moet hebben gespeeld, r. P. C. J. A. Boeles schrijft hiermee in it vroeger reeds vermelde werk „Fries- tul tot de elfde eeuw" het werk, dat we er ook verder tot grondslag nemen het ilgcnde: Caesar wist reeds, dat de Sueben voornamelijk leefden van melk, kaas en vleesch en het is niet twij felachtig, dat ook de Friezen reeds vroeg een soort kaas wisten te be- reiden. De nog in de vorige eeuw in Friesland gebruike cylindervor- mige houten kaasvormen, met ope- i ningen in den bodem voor het weg vloeien van vocht, laten zich toch j vervolgen tot in den terpentijd. Te- 1 ruggaande krijgt men eerst geheel gelijksoortige kaasvaten van gebak- ken steen, die af en toe in de ter- i pen voorkomen en gedeeltelijk tot de middeleeuwen zullen behóoren, vooral wanneer de steen goed door bakken is. Het oudst zijn dan de typische kleine kommen met plat ten bodem, waarin één of meer ga ten geboord zijn en die meestal voor zien zijn van een oor. De tekst wordt verlucht met meerdere af van zulke kaasvormen, die in het Friesch Museum te Leeuwarden aan wezig zijn. Men ziet het: de waarschijnlijkheid, dat er in die lang vervlogen eeuwen reeds kaas werd gemaakt is zeer groot. Waarmee ook vast staat, dat de Friezen het primitieve stadium van jacht en visscherij reeds lang achter den rug hadden. Pliniers zou overigens reeds genoeg heb ben gemaakt van boter, welk woord is af geleid van het Latijnsche ,lutyrum", terwijl „karn" eèn gemeen-Germaansch woord zou zijn geweest, volgens Boeles. Wat de landbouw betreft, wijst de schrij ver er op, hoe vermeld wordt hoe de Frie zen, die onder Verritus en Mallorix op drongen naar het onbewoonde land naar den Rijn, daar woningen hadden gebouwd en akkers hadden bezaaid, zooals ze dat in hun vaderland gewend waren te doen. Van de landbouwgewassen is tot dusver re slechts sporadisch iets gevonden. Van vóór de Romeinsche periode is met zeker heid vlas geconstateerd. De schrijver meent echter, dat in dit opzicht nog veel kan worden onderzocht, aangezien in de mest- lagen allerlei organische stoffen bewaard zijn gebleven. Door Tacitus wordt het brood bij de Ger manen niet genoemd, wel echter het graan als grondstof voor de bierbereiding. Ver schillende voorwerpen toonen echter ten duidelijkste, dat de terpenbewoner wel meel als spijs moet hebben toebereid. Intusschen, waar landbouw wordt bedre ven, moeten gereedschappen zijn geweest om den bodem te bewerken. Deze gereed schappen nu ontbreken niet. Het lamd werd be wérkt met een aan een Steel bevestigde twee puntige hakken van hertshoorn of van een elandgewei. Ook hiervan worden afbeeldingen gegeven. Van deze werktuigen word* gezegd, dat ze overval voorkomen en dat ze wel reeds in de eerste eeuwen gebruikt zullen zijn. Bij het landbouwbedrijf kunnen ook ge bezigd zijn d'e houten spaden, vv aar van de eigenlijke schep soms was versterkt met een ijzeren slof. Wagens waren reeds vroeg bekend, ook aan den terpbewoner. Meer dere fragmenten van houten raderen zijn daarvan het bewijs. De reeds genoemde honden van het lacht- of herdershond type wijzen er op, dat de jacht de oude Friezen niet vreemd is geweest. Boeles schrijft hierover het. volgende: De terpenbewoner moet wel een echte aan de kroon der gemeente Zijpe Stichting „Het Noordhollandsch Landschap" gehuldigd voor het prachtige werk, door den aan koop verricht. Ondanks het aanvankelijk minder goede weer was Hemelvaartsdag de belangstelling voor de officieele opening van het bosch „Wildrijk" bij Sint Maartensvlotbrug zeer be hoorlijk. Onder de aanwezige autoriteiten merkten wij op de leden van het dagelijksch bestuur van de stichting „Het Noordhol landsch Landschap", welke stichting zooals men weet, het bosch heeft aangekocht, de heeren H. de Bordes, Jhr. Mr. van Kinschot, burgemeester van Alkmaar, Mr. V. C. van Heuven, Mr. H. Westerman, Ir. J. H. Telders. De heer G. Nobel had wegens dringende re denen bericht van verhindering gezonden. Verder gaven o.a. blijk van belangstelling burgemeester en wethouders der gemeente Zijpe, welke van den secretaris waren ver gezeld. Ir. van Rossom du Chatel, Rijksin specteur van de werkverschaffing, notaris Van Veen, de houtvester de heer Gerbranda, boschwachter Jansen en vele anderen. In zijn openingsrede schetste de voorzitter, de heer de Bordes allereerst de omstandigheden welke tot den aankoop hebben geleid en herinnerde aan den brief, waarin de burgemeester van Zijpe, Mr. Breebaart er op had gewezen, dat restauratie van het bosch een goed werkver schaffingsobject zou zijn. Toen men het bosch ging inspecteeren bleek dit •en openbaring te zijn, zooals het was gelegen in het prach tige polderlandschap. Veel dank zeide spr. verschuldigd te zijn aan den héér Notaris Van Veen, die zich na. den aankoop met de dagelijksche leiding had belast. Na een bloemrijke beschrijving van Zijpe, aan welks kroon het bosch Wildrijk als de parel be schouwd kan worden en_een woord van hul de aan het actieve gemeentebestuur in het al gemeen en burgemeester Breebaart in het bijzonder, einde spr. met aller steun voor het bosch en voor de stichting het Noordholland- sche landschap in te roepen, opdat voort gegaan kan worden met liet bewaren van het natuurschoon in Nederland voor de genera tie welke thans leeft en voor het nage slacht. Spreker zeide. thans de wandeling over „Wildrijk" te kunnen beginnen, ware het niet. dat de toegangsweg afgesloten is door een tolboom, waarbij een jeugdig douanier- tje de wacht houdt In deze -bewaking en bescherming van dit natuurmonument door de jeugd, zag de heer de Bordes een omen voor de toe komst. Het opgroeiend geslacht paraat voor de bescherming van Neerland's schoonheid! Het groote moment. Het dochtertje van den heer en me vrouw burgemeester Breebaart knip te daarna het lint door dat voor het toegangshek was gespannen en met deze symbolische handeling was de opening van het prachtige 18 H.A. groote bosch een feit geworden. Het gezelschap kreeg door een gezamen lijke wandeling ruimschoots gelegenheid er zioh van te overtuigen, dat de stichting zeer goed werk heeft gedaan door dit ongeëven aarde plekje natuurschoon aan te koopen en tegen bepaalde, gemakkelijke voorwaarden voor het. publiek open te stellen. Voor de ge meente Zijpe is het bosch in dezen vorm een belangrijke aanwinst en deze zal nog groo- ter zijn, wanneer over eenige jaren alle plan nen welke thans worden voorbereid, zullen zijn uitgevoerd. Naar wij vernamen zou bijv. overwogen kunnen worden een goudvisschenvijver te graven, een hertenkamp aan te leggen, op een open plaats in het bosch een verver- schingsgelegenheid te bouwen, enz. Maar ook thans zal men in het bosch, welks schoonheid wij reeds meermalen be schreven, heerlijk kunnen wandelen en rusten. Na afloop van de wandeling sprak burge meester Breebaart namens het gemeentebestuur een enkel woord Mr. Breebaart bracht het bestuur van de stichting hulde voor het ini tiatief en zeide te hopen, dat het bosch er toe zal bijdragen het natuurschoon in de ge meente Zijpe, dat er wel is in den vorm van het polderlandschap, de duinen en het strand, maar te weinig werd gewaardeerd, meer be kendheid te geven. Nadat de heer De Bordes het slotwoord had gesproken, begaf het gezelschap zich naar café Homan, waar de thee werd gebruikt. UIT DE PERS. Onder het opschrift „Trouw" schrijft de bekende predikant-propagandist Ds. G. Westmijse ter gelegenheid van het Tö-jarig bestaan van de vereeniging „Volksonder wijs" in het bondsorgaan o.m.: Trouw Een klein woord, maar als wij er even over nadenken wekt het talrijke gedachten op. Door tegenstelling en verbinding. On trouw. wantrouwen, vertrouwen, betrouw baar, enz. Zeggen wij trouw te zijn aam ons zelf, dan bedoelen wij., dat wij staan voor wat wij innerlijk als het hoogste in ons leven ervaren en belijden. Wij erkennen normen, die een dwingen de macht in ons leven bezitten. Nonnen maatstaven, waaraan wij ons onvoorwaar delijk onderwerpen. Of waaraan wij ons, bij falen in de practijk, toch naar onze er kenning moeten onderwerpen. Wij moeten dit doen. omdat wij niet an ders kunnen, er innerlijk toe gedwongen worden. 't Objectieve en subjectieve valt hier sa men. verstandelijk niet te begrijpen. Koppigheid. hardnekkigheid. starheid zijn iets anders dan trouw, al hebben zij er mee te maken. Soepelheid, meegaandheid, verdraag zaamheid kunnen bij trouwe menschen worden aangetroffen. Met 't begri-p „trouw" zijm we dus zoo maar niet klaar, als wij er over gaan denken. Zoo is het „trouwens" met alles. Aan de oppervlakte is alles even duidelijk, dat komt door de oppervlak kigheid! Over trouw hier maar enkele gedachten. Merkwaardig, trouw aan iemand of iets boeit en wekt eerbied ook bij gansch an ders ingestelden. Martelaren voor hun overtuiging maken ons stil. Gegrepenen door een ideaal gingen,, de eeuwen dtoor, als 't moest, voor dat ideaal de dood in, Woorden wekken, voorbeelden trekken. Gewetens- en roepingstrouw tot den dood' toe, raakten duizenden ander© harten. Jezus, zelf Kruisdrager en gewelddadig gedood, sprak: ,J>e tarwekorrel moet in de aarde vallen en sterven". Trouw boeit, zeiden wij, en wekt eerbied. Het Oude Testament vertelt (2 Samiuël 21 vs. 10) van een moeder, die maanden lang de wacht houdt bij de lijken van haar twee zoons. Rispa, een der vrouwen van Koning Saul. Als Saul dood is en David hem opvolgt, laat deze als zoenoffer tijdens een langdurige droogte zeven zoons van Saul kruisigen. Twee van hen waren -zoons van Rispa. 't Gebeurde in 't voorjaar. De lijken moesten blijven hangen, een prooi van roof vogels en jakhalzen. Dus geen begrafenis, groot schrikbeeld en 'n schande naar de toenmalige begrippen. Rispa betrekt de wacht bij de eenzame heuveltop. Zij spant haar rouwgewaad op de rots als tent uit Schieten gieren toe, dan staat zij paraat met lans of schrikaan- hondenliefhebber geweest zijn, vooral in verband met de jacht, die voor een deel voorzag in de behoefte aan vleesch en het voor vele doeleinden gebezigde hertshoorn. In de naaste omgeving der terpen zal zich, evenals tegenwoordig, wel geen ander wild dan hazen opgehouden hebben, het grovere wild moest opgezocht worden in bosschen. Menig hert werd daar neerge legd. want voorwerpen van hertshoorn behooren tot de veel voorkomende terpen- oudheden. Soms liggen er in één terp merdere brokken van geweren, waarvan stukken zijn afgezaagd, kennelijk materi aal, gebezigd voor een bedrijf, b.v. van iemand, die haarkammen maakte of hak ken om het land te bewerken. Menig grimmig gevecht is noodig ge weest om de in deze periode niet zeldzame oeros te bemachtigen, het geweldige wilde rund, waarvan de beenkernen der groote horens meermalen gevonden worden. In de bosschen wemelde het ook van wilde zwijnen, kolossale dieren met lan gen. spitsen schedel en vervaarlijke slag tanden, die blijkens de vele exemplaren met ingeboord gaatje ais amulet of jacht- trophee gedragen werden, evenals door boorde hoektanden van beren, paarden en honden. Zelfs dc eland leverde, zooals we zagen, met zijn gewei soms materiaal voor landibomvgereed schap. Ook de visscherij moet druk be oefend zijn geworden. Er worden reeds Romeinsche pachters van de visscherij genoemd en tal van inheemsche ringvormige gebakken sleenen uit de terpen worden aan gezien voor netverzwaringen. Vaak is daarin .vóór het bakken een ijze ren sleutel afgedrukt, wellicht bij wijze van eigendomsteeken, soms ook een vischhaakje. In een terp werd een kom aangetroffen, die, volgens de terpgravers geheel ge vuld was geweest met viechgraten. Hoe stond het ten slotte met de klee ding? Er is in de terpen weinig van overge bleven. Toch laten meerdere lapjes van wollen weefsel, een z.g. wan-t of vuisthand schoen met een duim en enkele volledige kappen om het hoofd te bedekken zien, d'at de Fries profijt wist te trekken van de wol zijner talrijke schapen. Wollen kleeding is in Denemarken trouwens al bekend uit bronstijd-graven. Het voorkomen van vlas, talrijke gebakken gewichten voor verticale weef toestellen, enkele weefzwaar- den van walvisebbeen en eikenhout, tallooze spinsteentjes uit alle perioden van den terpentijd en meerdere houten weefspillen, weefkammen en weefplaatjes van been uit de terpen zeggen verder duidelijk, dat de bewoners zich niet uitsluitend met becsfe- vellcn kleedden zooals de traditie dat ge woonlijk voorstelt. We zouden het nog over allerlei andere zaken kunnen hebben als sleutels, haar kammen waarin al weer mode-invloeden vielen waar te nemen en vele andere meer. We willen het er echter bij laten. Zij. die er meer van willen weten kunnen we de studie van meergenoemd werk met overtuiging aanbevelen. jagend! horengetoeter. Zoo ook bij nacht, Moegeschreid en uitgeput in zonnebrand en nachtkilte, maar waakzaam -bij haar af zichtelijke schat. Van April tot October. Door meelijdende menschen van wat spijs en drank voorzien, zij, die eens in 't paleis vertoefde. Eindelijk viel er regen en Davids hart werd vertederd door wat hij van Rispa hoorde en de resten harêr jongens mochten in Sauls familiegraf bijgezet. Bij geheel andere zeden en opvattingen toen, dan nu, treft ons de trouw van die moeder. Haar liefde drong haar. Want trouw veronderstelt liefde. Heel hecht, diep en intiem is die ver houding tusschen man en vrouw, die hu welijk heet. Onze taal zegt 't zoo juist van gehuw den, dat zij getrouwd zijn, trouw in lief en leed. Ja ook, en vooral, in dit laatste! De Gencstet kreeg 't meest lief, niet de stralende bruid, niet de jonge moeder van zijn kinderen, maar „de uitgeteerde, blee- ke, zieke, toen ik weenend aan haar spon de zat". En Vondel wist 't. Toen 't met Amsterdam „op 't ende liep" en Gijsbregt zijn gemalin Badeloch in veiligheid wilde zien in het klooster Marken, bezwoer zij te mogen blij ven, De rei treedt dan toe en zingt „Waar werd oprechter trouw, dan tusschen man en vrouw, ter wereld ooit gevonden." Trouw veronderstelt liefde voor iemand of iets, wat ons vertrouwen wekte. Geloof is vertrouwen vertrouwen, onberedie- neerbaar. dat het goede, ware. schoon© niet teloor k&n gaan. ondanks alles. Zegt ons dit niets bij de 75-jarige her denking van Volksonderwijs' geboorte? 't Zegt ons veel. Hier is trouw niet aan iemand, maar aan „iets". Dit „iets" is onze openbare school, haar wezen, haar beteekenis uit en voor ons volk. Hoe sterker voor haar onze liefde is. hoe hechter onze trouw aan Volksonderwijs. Wat zij voorstaat en verdedigt, behoort tot het wezen van ons volk. Van haar beiden, van de Openbare School en van Volksonderwijs, geldt wat op dat Haarlemsche huis slaat en waarop in grooter verband de hoogleeraren Huizin- ga en Romein hebben gewezen. Op dat oude huis in de Zijlstraat staat op de ge velsteen: „Int soet Nederland" en dan aan dien kant. ter linker zij ..Tk blijf ghetrouw" en ter rechter „lek wyck nvet af". De trouw van een Rispa voor haar dood© zonen beschame ons niet in onze trouw voor de levende Nederlandsche Volks school! De Röntgentulpen van Dr. de Mol Belangrijke röntgenhestralings< proeven met tulpen. In den Hortus Bulborum der „Neversie" te Limmen en in tuinen aan de Hyacintenlaan te Lisse zijn thans wel zeer laat in ver gelijking met andere jaren de eerste „Rönt gentulpen v. Dr. W. E. de Mol tot bloei ge komen, resultaat van jarenlange proefne mingen. Te Limmen prijken de bekende tulpen van Van der Meer, Ibis en Prosperity in haar nieuwe gedaante, of kleur. De eerste heeft de grillige vorm van een parkiet verkregen, bij de tweede heeft het donker rose plaats ge maakt voor rose-wit in verschillende nuan ces. De derde heeft al een zeer merkwaardige verandering ondergaan. In het voorjaar van 1937 was het diep rose met wit dezer varië teit als het ware „ontmengd". De bloem was voor de eene helft zuiver wit geworden en voor de andere helft donker rood. Te Lisse zijn de in bloei gekomen Röntgen- mutaties eveneens belangrijk. Parkiet Gem- ma heeft haar wit met rose verwisseld voor rood met geel en voor rood. De oranje ge kleurde Generaal de Wet zien we in parkiet- vorm. Dikwijls is bontbladigheid 'opgetreden, in velerlei schakeeringen. Gebleken is, dat de bestraling ook een bijzonder .licht gaat werpen op het verschijnsel van het niet tot bloei komen. Zoo kon o.a. bij de mendeltulp Krelage'5 Triumph herhaaldelijk door bestra ling veroorzaakt worden, dat drievierde deel der bollen geen bloem tot ontwikkeling brengt. Het. tweede jaar handhaaft zich dit verschijnsel, het derde jaar echter niet meer. Er is trouwens nog veel meer dat tot een bezoek aan den Hortus Bulborum uitnoodigt (aanmelding bij den secretaris der Neversie, P. Boschman, te Uitgeest). Spéciaal de tul pen der 17e eeuw. DE ORDENING VAN HET TOONEELLEVEN. Dramaturgische aangelegenheden onder speciale leiding. Op de afdeeling Theater en Dans van het departement van Volksvoorlichting en Kun sten is benoemd voor de behandeling van de dramaturgische aangelegenheden, dc heer I. A. van Kersgbergen te Laren (N.H.). Ten einde eenerzijds een ordening der be- roepstooneelschrijvers ter hand te kunnen nemen, anderzijds den onervaren auteur met raad en zoo dit vruchtbaar kan geacht woitlen met. de daad terzijdè te staan, is thans ten dèpartemente een Dramaturgisch Bureau opgericht. De leider, J. A. van Kers bergen, ziet in de bevordering van de eigen- heemsche tooneelkunst zijn eerste opgave. De collecte voor de jeugdherbergen Kinderen kunnen vrij van school krijgen. De secretaris-generaal van bet departe ment van opvoeding, wetenschappen en cultuurbescherming heeft goedgevonden, dat kinderen, wier ouders daartoe het schriftelijke verzoek indienen bij het. hoofd der school, voor deelneming aan de col lecte voor dc Nederlandsche jeugdherber gen vrij van school kunnen krijgen. k

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1941 | | pagina 11