Dat gaat zo niet langer!
k
1
H
a
fÊ
1
1
S
m
©,e K>ieJU£
A'tijd waakzaam
door Hannie Franken.
ïltiU fonyetD en
Als jullie dit leest is het hijna... Pink
steren en hebben jullie weer vacantie. Ik
hoop, zowel voor jullie als voor mezelf,
dat het fijne zomerdagen worden en dat
de kou nu eindelijk eens uit de lucht gaat.
Want het wordt nu heus zo langzamer
hand tijd dat de zomer goed doorzet. Alles
is al eenige weken in de natuur te laat
en als dat zo door zou gaan zaten we al
in de herfst voor we het goed en wel
weten. En dat willen we niet.
Ik zal maar direct beginnen aan de
briefjes, die ik van de week ontvangen
heb. Het blijkt, dat men het raadsel over
het algemeen nogal makkelijk gevonden
heeft. Nu, dan zal ik van de week eens
een extra moeilijk opgeven 't Zal me
benieuwen wie de taart (of 't boek) wint.
De prys werd deze week gewonnen door:
ANNEKE DE RAAT (12 jaar),
Stille Laan 63, Schagen.
En nu de briefjes:
Wim en Maart je Boontjes, Stolpen. Heb
ben jullie met 21 van Nieuwe Niedorp ver
loren? Dat is jammer, Zijn dat van die gewel
denaren, die Nieuwe Niedorpers? Je schrijft,
dat het koud blijft, maar de laatste dagen zet
de zomer toch goed door. Ik denk, dat we
een mooie Pinkster tegemoet gaan. Dag!
Trien Tysen, Wieringrwerf. Ja, in Scha
gen gaat de kermis door Trien en je gaat er
dus heen. En ook naar Anna Paulowna, als
hij daar komt Ja, ik kan er niets aan doen,
dat Bep al een paar maal de prijs gewonnen
heeft. Maar... ik denk, dat jij het boek. ook
wel mag lezen. Is het niet zo Tot volgende
week!
Gerrie van 't Oever, Breezand. Hoofd-
rekenen vond ik vroeger altijd een verschrik-
kelijk moeilijk vak, Gerrie. Ik maakte er
meestal geen erg hoge cijfers voor. En nu
merk ik dat dat bij jou al precies, hetzelfde
is. Je moet proberen er met je gedachten
goed bij te blijven en op hetzelfde oogenblik
niet aan andere dingen te denken. Als dat
lukt ben je nummer een met hoofdrekenen.
Geloof me maar.- Dag!
Annie de Jong, Breezand. Wat een fees
ten heb j\j in Juni nog voor de boeg Annie.
Dat worden allemaal prettige dagen. Net zo
prettig denk ik als die verjaardag van je
moeder was. Wat hebben jullie haar fijn
verwend. Ik vind dat bijzonder hartelijk van
jullie.
Minke van der Bij, Edam. Kijk... daar
hebben'" we Minke weer eens. Die heb ik al
verscheidene weken gemist. Leuk, dat ze nu
weer schrijft en dat nog wel een dikke, echt-
gezellige brief, zoals ik dat vroeger altijd
van haar gewend was. Je bent het brief
schrijven nog niet verleerd, beste Minke en
ik heb met heel veel belangstelling gelezen,
wat jou en Marie overkomen is in het teken
lokaal van de school. Wat zul je verschrik
kelijk geschrokken zijn! Schrijf je volgende
week weer?
Grietje Maigret, Schagen. Leuk, dat je
zo over m'n vrouw schrijft, Grietje. Ja, dat
vindt ze aardig als jullie haar niet helemaal
vergeten, want, en dat is een geheim tussen
ons tweeën, ze leest altijd de briefjes, die ik
ontvang, mee en dan zitten we samen over
jullie te praten. Ja, jullie in Schagen boffen,
dat de briefjes geen postzegels kosten. Dat is
natuurlijk anders met de vrienden buiten
Schagen. En iedere maal 7*4 cent betalen is
is lang niet eenvoudig in deze slechte tijden.
Jannie Wetsteen, Nieuwe Nedorp. Een
kort briefje, Jannie, maar ik begrijp dat je
niet veel tijd had,- en dat vader de brief nog
net mee naar Schagen kon nemen. Nu, dan
wacht ik maar op de beloofde grote brief,
die ik volgende week zal ontvangen. Ik houd
je aan je woord, hoor...! Dag!
Klazien de Geus, Sint Maarten. Jou heb
ik ook een hele tijd gemist, Klazien, maar nu
ben je er dus weer. Blijven we weer goede
vrienden, net als vroeger? Was de inktpot
omgevallen En wat zei Moeder daar wel
van. Ik denk dat die heel zwart gekeken
heeft. Of niet...? Fijn dat je verhoogd bent
Klazien en dat nog wel met zulke cijfers.
Bep Tijsen, Wieringerwerf. Bep schrijft:
We krijgen op onze kamer een nieuwe boe
kenkast, zodat we de boeken best gebruiken
kunnen. Dat kwam goed uit, Bep, dat je dan
ook juist de prijs gewonnen hebt. Gefelici
teerd. Dank voor je gezellige brief. Ook weer
een „ouderwetse". Schrijf eens wat over het
ondertrouwfeest van je neef in Andijk. Ten
minste als het er leuk is. En... tot volgende
week, Bep. Veel plezier in Andijk.
Piet Schroevers, Schagen. Dus jij gaat
meelopen met de Avond-Vierdaagse, 't Is een
hele mars, 20 km, maar als je tot het eind aan
toe hebt meegemarcheerd, krijg je een mooie
medaille. Laten we hopen, dat het weer een
beetje wil meewerken, hè?
Coba Schaafsma, Hoogwoud. Dat broertje
van jou is ook een pretmaker! Als je hem
niet goed in de gaten houdt, haalt hij alle
slaplantjes eruit! Het tuinieren zit er zeker
al vroeg bij hem in, is 't niet? Dat zou niets
voor mij zijn hoor, zo'n keer of 20 in de
zweefmolen. Ik word alleen al draaierig door
de gedachte...
Geerie Kuyper, Moerbeek. Nog wel be
dankt voor je bonnen, Geerie, ik hoop er een
dankbaar gebruik van te maken. Woon je
ver van school? Ja, dat wordt me nog wat
met die banden!
T. Schouwenaar, Anna Paulowna. Ik
begrgp ook niet, hoe dat in elkaar gezeten
heeft met dat briefje. Forra had niet eens
geschreven. Misschien heeft zij wel het briefje
gehad, dat voor jou bestemd was!
Gerie Muntjewerf, Schagen. Neen, wan
neer je uit fietsen wilt gaan, is een regen
buitje niet prettig, maar het land had het
hard nodig, hoor, dus we moeten toch dank
baar zijn, dat de natuur voor een flinke be
sproeiing van de velden heeft gezorgd. Alleen
hoop ik ook, dat we met dé Pinkster een paar
mooie Mei-dagen krijgen, al is het dan ook
al Juni.
Sietske Boomsma, Nieuwe Niedorp. Wat
een jong leven bjj jullie, zeg. Jammer van
dat ene bokje. De som, die je had opgeschre
ven, was goed, hoor! Toch kun je 292/, nog
wel vereenvoudigen, of hebben jullie dat nog
niet gehad?
Kinderen Hoenson, Barsingerhorn. Dat
was een kort briefje, dat ik van jullie gekre
gen heb. Krijg ik de volgende week eens zo'n
gezellige lange van jullie?
Jannie en Ans Wetsteen, Nieuwe Niedorp.
Leuk zeg, dat jullie zo'n lief jong geitje hebt
gekregen! Net levend speelgoed, hè? Wat
zal die kleine Ans dat fijn vinden, schuil
hokje mét haar spelen! Wat kan die kleine
meid al leuk tekenen en haar naam schrijven!
Heb je dat versje zelf gemaakt, Jannie?
Schrijf anders eens, waaruit je het hebt over
geschreven, dan zal ik het eens opnemen.
Trijntje Komduur, Anna Paulowna. Ik
denk niet, dat je zo'n hagedisje in een fleschje
lang in leven houdt! Die beestjes zgn toch
niet geschapen om in een glazen kooitje op
gesloten te zitten, hè?
Dieuwertje Schouten, Breezand. Ja
hoor, de natuur gaat haar gang, ook al doet
het weer je zo nu en dan nog wel eens aan
de maand November denken. En nu loopt het
al hard naar Juni. Enfin,wie weet hoeveel
prachtige dagen we van de zomer nog te ge
nieten krijgen. Je had, doordat je moest op
passen, mooi gelegenheid om je raadsel op
te lossen en een briefje te schrijven, hè? Ik
zie, dat jij de Kindervriend hebt uitgetekend!
Nou, je hebt een mooie voorstelling van hem,
hoor! Vooral m'n hoed staat er prima op!
Dieuwertje Raven, Winkel. Misschien
heb ik je broer nog wel horen muziek maken
daar in Heiloo. Ik fietste tenminste 's mid
dags om een uur of 2 langs het concours
terrein en toen hoorde ik de muzikanten hun
best doen. Leuk, dat zijn orkest een 2e prijs
gewonnen heeft! Dat was me nog even een
avontuur op de terugreis, zeg! Als je naar
Winkel moet, en je komt met de trein in
Hoorn terecht!
Aafje Spaans, Schagen. Nog wel gefe
liciteerd hoor, met je moeders verjaardag.
Ja, de eene keer is het raadsel wel eens wat
moeilijker dan de andere. Maar, hoe moei
lijker een raadsel is, hoe leuker is het, wan
neer je de oplossing hebt gevonden. Want
jou oplosisng was goed, hoor! Alleen, Tinus
schrijf je met een u, en niet met een e.
Rie Zwaag, Schagen. Jij bent zeker ook
wel op je tante's verjaardag geweest? Je
geeft me een raadsel op: „Het is rood, glimt,
en het At aan een boom; wat is dat?" Ja,
dat is een opgave. Een kers? Een bes? Eén
lievenheers-beesje Geef je me de volgende
week de oplossing?
Miekje Mink, Warmenhuizen. En hier
krijg ik alweer zo'n geweldige brief van m'n
vriendin Miek Mink. Dat is ook een record
schrijfster. Bijna vier kantjes vol gepend.
M'n compliment vriendin. Je hebt er slag
van. Ik heb genoten van je verslagen over de
tochten, die je maakt en van al dat andere,
dat je zo gezellig vertelt. Tot volgende week!
Ato Vader, Callantsoog. Radijs is een
even smakelijk als voedzaam eten Ato en ik
houd er heel veel van. Kom je me eens een
bosje brengen Ik houd me aanbevolen.
Waarom je niet bjj de briefjes stond is me
een raadsel. Maar... nu sta je er wel bij.
Prettig Pinksterfeest, Ato!
Dieuwertje Glim, Wieringerwaard. Na
tuurlijk Dieuwertje, als je straks van school
bent mag je gerust mee blijven doen. Er zijn
er wel meer, die dat doen. En ik zou het
leuk vinden, als jij het ook deed. Spreken we
dat af? Dan blijven we goede vrienden. Nog
een hele tijd!
Beppie Kole, Anna Paulowna. Is Coba
van Ham jouw vriendin? Dat wist ik niet.
Leuk, dat jullie me allebei iedere week een
brief sturen. Maar... jou brief was van' de
week erg klein, Beppie. Is hg de volgende
maal dikker?
Coba van Ham, Anna Paulowna. Dat
vind ik heel erg naar, Coba, dat het veulentje,
waarnaar ik eens zou komen kijken, dood
gegaan is. Wat verschrikkelijk jammer, van
zo'n lief beest. Ja, dan ic de moeder meestal
erg onrustig. Hoe kan dat ook anders. Nog
maals: het is heel jammer, Coba.
Piet van Ham, Anna Paulowna. Piet
had blijkbaar niet al te veel stof om te schrij
ven van de week, want het zijn maar vier en
een halve regel. Is de brief volgende week
groter, Pieter Ja.
Dik Zeylemaker, Schagen. Haaa... daar
hebben we Dik weer. Die miste ik al een paar
weken. Maar nee, hg is me niet ontrouw ge
worden. Nee, ik denk niet Dik, dat je met
een andermans veren wil pronken. Natuurlijk
denk ik dat niet, want dat doet geen een echte
Hollandse jongen. En Dik Zeylemaker zeker
niet. Het verhaal en het laatste gedicht be
waar ik nog even. Misschien...
Anneke de Raat, Schagen. Wat lees ik
daar nu, beste Anneke? Ben jij ziek gewor
den? Dat vind ik jammer. En ik hoop dat je
weer gauw naar buiten'kunt stappen en met
je vriendinnen ravotten en spelen. Het boek
„Alleen op de Wereld" bezit ik zelf en heb
ik wel 3 maal gelezen. En ik geloof dat m'n
moeder het me vroeger ook nog eens hele
maal voorgelezen heeft. Een echt, fijn boek.
Met Remus, en Vitalis en Matthia, en Jolly
Cour, en Capi... je ziet, ik weet het allemaal
nog! Dag Anneke. Beterschap!
Piet de Vet, Schagen. En of beste ?iet,
of ik het leuk vind een foto van jou te krij
gen. En van je zusje natuurlijk evenzo.
Stuur je ze op? Ik zie dat zusje ook geschre
ven heeft. Nu, ik ga haar brief meteen lezen,
want ik ben erg nieuwsgierig wat die me te
vertellen heeft. Tot volgende week, Piet.
Tiny de Vet, Schagen. Haaaa... Tiny,
dat vind ik fijn. Ik krijg dus ook van jou een
foto. Afgesproken. En jij mag je poëziealbum
op het kantoor brengen. Een week later kun
je het dan weer terughalen. Ja, ik begrijp
dat je het fijn in Nunspeet vond, maar... nog
fijner thuis. Dat is nu eenmaal zo en dat is
heel natuurlijk ook. Dag Tiny, tot volgende
week. (De foto niet vergeten hoor!)
Tiets van de Cappelle, Schagen. Leuk,
wat je me allemaal schreef over dat konijnen-
leven bg jullie thuis! Is dat niet zo? Ik lees
tenminste, dat ze door de kamer en keuken
mogen wandelen en dat moeder de kleintjes
voedert met melk, door ventiel slangetjes.
Aardig vind ik dat. Tot volgende week, Tiets.
Rietje Jansen, Bergen. Wat is het nu
schitterend mooi in Bergen, Rietje. Ik kom er
nogal eens en iedere keer valt me dat op. Nu
staan alle bloemen bijna in bloei, de vogels
fluiten en zingen heel de dag door en het is
er echt feest, in dat prachtige bergen. Ik zou
er des zomers best willen wonen. Net als jij.
Dag!
Roelf Broers, Anna Paulowna. Kijk, daar
hebben we een nieuwe - riend. Een kameraad
van Piet van Ham, die allang meedoet. Nu
Roelf, hartelijk welkom in ons midden. En...
ik hoop dat we dikke vrienden worden. Maar
daar twijfel ik niet aan.
Hilda Bestevaar, Schagen. Heb jij een
eigen tuintje in de tuin bij Anneke? Dat is
aardig. Maar bij Anneke thuis hebben ze een
grote tuin, dat weet ik. En een mooie tuin.
Daar profiteren jullie maar van. Zo'n post
pakket uit Amsterdam is een verrassing, zeg.
Ik wou dat ik ook iedere dag van die pakjes
kreeg... Dag Hilda!
Klaas de Jong, Barsingerhorn. Ik merk,
dat jullie al beste vacantieplannen hebben,
daar in Barsingerhorn, Klaas. Nu, jullie hebt
gelijk. Ik zou als ik jullie was ook niet thuis
blijven zitten. Naar buigen... daar is het fijn
nu. Profiteer van je vacantie en... veel plezier.
Dag Klaas!
Beste vrienden en vriendinnen, ik ben er
door. Nogmaals: een fijn, een echtfijn Pinkster
feest. En dan... tot volgende week.
Oplossing raadsel vorige week
w
A
N
R
E
T
T
i
N
u
S
Goede oplossingen ontvangen vant
Ato V., Callantsoog; Piet v. H., Anna Pau
lowna; Annie K., 'Kolhorn; Dieuwertje G.,
Wieringerwaard; Beppie K., Anna Paulowna;
Iza de R., Kolhorn; Nellie P., Kolhorn; Klaas
de J., Barsingerhorn; Coba v. H., Anna Pau
lowna; Gerrit en Bennie K., Heerhugowaard;
Anneke de R., Schagen; Rietje J., Bergen;
Rien de J., St. Maarten; Dieuwertje S., Bree
zand; Roelf B., Anna Paulowna; Hilda B.,
Schagen; Wim en Maart je B.; Stolpen; Dieu
wertje R., Winkel; Trien T., Wieringerwerf;
Annie B., Schagen; Gerrie v. 't O., Breezand;
Annie de J., Breezand; Minke v. d. B., Edam;
Aafje S., Schagen; Grietje M., Schagen;
Janny en Ans W., Nieuwe Niedorp; Bep T.,
Wieringerwerf; Miekje M., Warmenhuizen;
Trijntje K., Kolhorn; Pietertje K„ Heer Hugo-
waard; Coba S., Hoogwoud; Gerrie M., Scha
gen; Tfgntje K., Kolhorn; Sietske B., Nieuwe
Niedorp; Geerie K., Moerbeek; Kinderen H.,
Tini S., Anna Paulowna; Piet S., Schagen;
Piet Z., Schagen.
Nieuw Ra
X
X een boom.
X een jongensnaam.
X een boom.
X gy.
X afgekorte jongensna;
X lengtemaat.
X geneesheer.
X reeds.
X bgna warm.
X betaalmiddel.
X lichaamsdeel.
X ieder.
X is iemand, die niet horen kan.
Op de kruisjes leest men een bekend spreek
woord.
(Ingezonden door Lindenboom, Krugerstr. 41,
Den Helder.)
„Dat gaat zo niet langer", zei de uil uit
het sprookje en hij spreidde z'n vleugels
wijd uit. Dat gaf z'n gasten om de boom
stronktafel zo'n echt gevoel van beschermd
te worden en ze waren blij, dat ze 't toch
maar gewaagd hadden. Wat ze gewaagd
hadden? Wel, ze hadden hun klachtenboek
naar de uil gebracht, omdat ze 't wérkelijk
niet langer konden verdragen. Oooo! 't
Was om te huilen, te miauwen, te knorren,
te kakelen, te piepen, te snateren en nog
veel meer! Maar omdat dat huilen, miau
wen, knorren, kakelen, piepen en snateren
niets hielp, hadden ze allemaal hun klacht
met geel stuifmeel op witte bloemblaadjes
geschreven. De eend had hen schrijfveren
bezorgd en de kat had met z'n nagels pun
ten aan die veren geslepen. De kat z'r na
gels waren er helemaal stomp van gewor
den en hij had er wel een uur voor nodig
gehad om ze weer scherp te maken en de
eend had een paar lelijke kale plekken
gekregen. Maar dat vond niemand erg, want
ze had ze gekregen, doordat ze de anderen
had willen helpen en die anderen vonden
die kale plekken niets lelijk, omdat ze
wisten hoe de eend er aan gekomen was.
Omdat ze had willen helpen, was ze nu
minder mooi geworden en., mooier tege
lijk! Kunnen jullie dat begrijpen?
Toen ze allemaal hun klacht met geel
stuifmeel op witte bloemblaadjes hadden
geschreven, maakten ze er samen een
bloemblaadjesboek van en dat brachten ze,
ook al weer met z'n allen, naar de uil. Die
was wel zo goed om het door te lezen en
toen hij dat gedaan had, ging ook hij aan
't schrijven. Naar een pen hoefde hij niet
te zoeken. Hij had er zeker wel tien! En
met bosbessensap schreef hij op lichtgroene
blaadjes: Morgen verwacht ik U gaarne
bij de gevelde boom achter de eekhoorn
hoeve. En hij ondertekende: Uw bereidwil
lige raadgever Uil.
Elk' briefje vouwde hij dubbel en stak
't dicht met een dennennaald. Zelf ging hij
de briefjes wegbrengen, zelfs de hond en
de kat vonden een brief in hun mand. En
voor de poppen, die ook meegeklaagd had
den, lag er een brief in hun bed. Als de uil
eenmaal iets op zich nam, dan deed hij dat
goed en nergens zag hij tegen op. En 't
kwam h'm nu goed te pas, dat hij gewend
was 's nachts te werken, want anders had
hij nooit z'n brieven bij de hond en de kat
en de poppen kunnen bezorgen.
Daar zaten ze nu met z'n allen om de
ronde boomtronk-tafel. Op paddestoelen
met leuninkjes van stevige grashalmen. Al
leen de kip zat bovenop de tafel. In een
mandje, dat zij bewaard had van verleden
jaar Pasen voor 't Paasfeest van dit jaar.
De uiL had een groot vel parkament mee
gebracht. Hij dacht tenminste dat 't perka
ment was, maar 't was maar een velletje
boterhammenpapier, dat de ekster voor
h'm gestolen had, gelijk met 't potje, voor
het bosbessen-schrijfsap, uit het huis van
de hond en de kat en de poppen.
De uil las één voor één de klachten op.
Die klachten waren zo:
De muis klaagde: De mensen maken me
allemaal bespottelijk door te vertellen, dat
ze voor me op de loop gaan of op stoelen
klimmen. En ik help ze nog wel door alle
kruimels en restjes op te eten en nou ja,
af en toe eet ik ookwel eens iets op, dat
ik eigenlijk had moeten laten staan!
De kat wou, dat de mensen hem toch
maar nooit strikken om z'n hals deden. Dat
stond toch niet als je in dè verte familie
was van de tijger! Dat was gewoon een be
lediging!
De hond had er op tegen, dat hij soms op
een bovenhuis moest wonen. Begrepen de
mensen dan niet, dat hij vier poten had om
De krekeltjes sjirpten,
Met wonder geluid,
Ze luidden de nacht in,
De dagestond uit.
Hun liedeke klonk
Tn een heldere toon,
Ze kwam als van verre,
Zo mooi en zo schoon.
Ze sjerpten zo vrolijk,
Zo monter en Mij
Als wilden ze zeggen:
„Wij leven zo vrij".
Dat aardige diertje,
Zo need'rig en klein,
Wil ons de naad'rende
Nacht konder zijn.
Ze geven hun wonder
Geluid dan met vreugd,
Als wilden ze zeggen,
We zijn zo verheugd.
Gij dierke zo kleene,
Ik wacht, iedre keer,
Tot 'k hoor uw geulidjes,
Zo lieflijk en teer.
flink te rennen en niet gelukkig kon zijn
met hoogstens een balconnetje!
De eend vond, dat niet alleen eenden
dom waren, onder mensen kwam dat ook
wel voor! Dat had dé eend dikwijls ge
merkt, als de mensen bij de vijverrand
stonden te praten en daarom vond de eend:
't moest nu maar eens uit zijn met dat
praatje „zo dom als een eend!"
't Varkentje knorde nog eens hardop, wat
hij op z'n briefje had neergeschreven: De
mensen vinden me vies. maar op m'n spek
zijn ze dol! Dan kunnen ze ook best eens
een beetje aardig voor me zijn, vóór ik
spek ben geworden!" De anderen gaven
h'm groot gelijk.
De kip zat stil op 't Paasmandje. In haar
klaagbrief je stond: 't Is niet waar, dat ik
altijd kakel. In iéder geval deed ze 't nu
niet. Dus 't kakel-praatje was in geen geval
helemaal waar!
De poppen zouden zo graag willen, dat
-ze elke dag één keertje werden gewassen
en niet zes maal op één dag en dan in zes
weken niet meer!
Toen was de uil klaar met klachten lezen,
Tenminste voor vandaag! Hij beloofde op
't boterhammen-perkament een ernstige
brief aan de mensen te zullen schrijven en
hij heeft dat heus gedaan.
Maar de hond en de kat en de muis en
al de andei'en zijn nog steeds aan 't klagen,
Ze hebben allen nog steeds dezelfde klacht,
Zijn de mensen dan zó onaardig, dat ze
de uil-ernstige brief zo maar hebben laten
waaien?
Weineen! 't Komt alleen, omdat één
brief voor alle mensen veel te weinig is en
daarom moet 't nu maar eens in de krant!
Een schapenbout
van 80 jaar!
Dat een klok eerst na dertig of veertig
jaren bij een horlogemaker wordt terugge
vraagd is al een paar maal voorgekomen,
maar dat een schapenbout 80 jaar wacht
en n o g wacht op haar eigenaar, dat kan
alleen in Amerika gebeuren. Daar is dan
ook gebeurd, wat ik hier laat volgen.
Er verscheen, nu meer dan tachtig jaai
geleden, een onbekende in een slagerij en
kocht een flinke schapenbout. De man be
taalde 't vlees en verzocht toen, het pakje
even voor hem te willen bewaren, hij zou
't straks komen halen. Maar wie er kwam
die dag, niet de koper van 't schapenvlees,
's Avonds legde men 't vlees in de ijskast
endaar ligt 't nog! Want de schapen
bout werd nimmer gehaald en een neef van
den slager, die destijds het geld voor het
vleesch ontving, nam de zaak over én de
schapenbout. Dig ligt nog steeds in de ijs
kast en blijft er misschien, ik weet niet
hoe lang! In Holland zou zo iets niet ge
beuren, maar in Amerika.
D icht was hij bjj den baas en de
vrouw tn lette op al hun doen en laten.
„Fredo", noemden ze hem en dat was een
naam die bij hem paste. Een flinke naam
voor een flinke hond.
Op een dag moesten de baas en de vrouw
een lange autorit maken. Natuurlijk mocht
Fredo mee. Daar vlogen ze langs de we
gen! De baas aan 't stuur en de vrouw met
Fredo binnenin de wagen. Maar dat was
vreemd, vond Fredo. De vrouw ging eens
klaps slapen! Dat was raar, dat deed de
vrouw nooit zo midden op de dag! Daar
moest Fredo meer van weten! Hij snuffel
de eens en snuffelde nog eens en keek toen
naar den baas. Die ging ook al slapen,
merkte Fredo. z'n handen gleden zo maar
van ?t stuur en de wagen reed van de weg
af en kwam omgekeerd in een veld terecht.
Toen begreep Fredo dat er iets aan haper
de iets heel ergs! En hij blafte en blafte!
Net zo lang tot er hulp kwam opdagen. Ge
lukkig waren de baas en de vrouw niet
gewond, maar wel waren zij bewusteloos.
Dat kwam dooc de schadelijke benzinedam
pen, die door een klein defect aan de mo
tor, in de wagen waren gekomen. En als
Fredo er niet was geweest! Maar Fredo. de
altijd trouwe en waakzame Fredo, niet be
ïnvloed door de benzinedamp, had z'n baas
en z'n vrouwtje weten te redden.
Nu glinstert er een zilveren penning aan
Fredo's halsband. Een penning met een
datum en een jaartal. Want de baas en de
vrouw willen die dag nooit vergeten en
Fredo is bepaald trots op de onderscheiding
die aan z'n halsband bengelt. Want Fredo
is een verstandige hond en weet best wat
die penning betekent!