Van April tot October A GOOIEN en SMIJTEN Nieuw Raadsel ANS HANNEMAt Echt zin kun je soms hebben in gooien en smijten en heelemaal niet altijd omdat er iets niet klopt met je mumeur! Gooi- en smijt-verlangens heb je altijd op jullie leef tijd, ik weet er alles van! Maar om te voor komen dat ie boeken 't zullen moeten ont gelden of andere zaken die behoren ont zien te worden, heb ik twee gooi- en smijt- spelletjes voor jullie bedacht! Eén om in de kamer te doen en één voor de tuin of ergens anders in de buitenlucht. Hl ;vnt fooi roei Voor de tafel. Het eerste spel zullen we maar het „gooi- spel" noemen. Dat is om in de kamer te spelen, want gooien kan nog nét in een kamer, maar smijten, daar moet je méér ruimte voor hebben. Ik zou haast zeggen, als je Woensdag middag om 2 uur gooilust hebt en je houdt die een uurtje in bedwang, dan heb je 't spel voor alle volgende gooibuien bij de hand, want veel werk is 't niet om 't te maken. Als je 't materiaal tenminste niet al te ver hoeft te zoeken. Een plankje van 40 x 50 cm. is toch wel altijd te krijgen. Desnoods neem je de bo dem van een oude kist, die je' op maat zaagt en bijschaaft. Dan ben je vermoede lijk wel iets langer bezig dan een uurtje, maar wat doet dat gr eigenlijk toe? Dan beheers je je gooilust die middag nog maar een keertje en voor volgende buien heb je de gooiplank dan bq de hand! In de plank moeten vijf gaten geboord worden. Aan elke hoek één en het vijfde in 't midden. De bedoelde plaatsen kun je duidelijk zien op het voorbeeld. In die gaten moeten vijf ronde stokjes gestoken worden. Een oude paraplu- of wandelstok is er best voor te gebruiken. Alleen mogen ze niet te dik zijn, denk daar aan'! Knotsachtige wandelstok ken en dergelijke komen niet aan bod! Heb je de stokjes stevig „geplant", dan worden de cijfers er bij gezet. Zoals op het voor beeld. Voor je die cijfers zet, is 't wel zo mooi de plank een verfje te geven! 't Hoeft niet, maar veel aardiger is 't zeker! Je ziet dus maar! Nu moet je nog drie rin gen maken. Van wilgentakken gaat dat 't best of anders van andere takjes. Als ze maar buigzaam zijn en taai! Zijn de ringen klaar, dan kan de gooipret beginnen. Een spel is meestal een ding om samen te doen! Maar aan gooi-vrienden heb je geen ge brek! Daar twijfel ik niet aan! Je hebt ze natuurlijk bij bosjes! Nou, jij en je vrien den-bos gaan dan maar op een drie meter afstand staan van de plank en vooruit maar: gooien! Ieder op z'n beurt drie rin gen. Wie de meeste punten haalt is win naar! Allicht! 't Tweede spel geeft je kans voor smij- ten-in-de-open-lucht. Je kunt het spel ook wel buiten gaan maken, maar dat lijkt me minder gemakkelijk, 't Maken doe je beter binnen! Eerste werk: kartonnen schijven maken met een middellijn van 15 cm. Ik denk dat je 't handigst een ontbijtbordje als maat kunt nemen, maar denk er aan: de schijven moeten zuiver rond worden! Mid den in de schijven moete en gat gemaakt worden, vooral niet te klein! Op het voor beeld bij A kun je de verhouding van gat tot schijf wel zien. Heb je een stuk of wat schijven gemaakt, dan komen de pinnen aan de beurt. B op het voorbeeld laat je zien hoe ze moeten worden. Aan één zijde geslepen en ongeveer 20 cm. lang. Vijftien van die pinnen heb je nodig. Ze worden met onderlinge afstanden van 20 cm. in de grond gestoken op de manier als het plaat je aangeeft. Dit spel kun je dus alleen doen op een plaats waar wat in de grond te ste ken valt! Verder maak je nog twee pin nen extra en die duw je op een 2 a 3 me ter afstand van de pinnen-figuur in de grond. Je spant er een touwtje tussen zoals bij C op het plaatje en van achter deze li nie künnen jullie beginnen te smijten! Wie de meeste pinnen weet te „omkransen", wint! „Smijten" kun je natuurlijk staande doen, maar ook in gehurkte- of liggende houding. Elke houding heeft z'n eigen Voor de tuin. Eeite fong£ni en meUjel! Alweer een week voorbij. Wat gaat die tijd toch hard! Nog een paar weken, en dan staat de grote vacantie alweer voor de deur. Heer lijk zo'n maand doen, wat je zelf wilt. Fijn gaan zwemmen, vissen, moeder helpen, in de tuin werken, lezen, spelletjes doen! Ik zou me best weten te vermaken. Als nu het weer maar een beetje wil mee werken! Dan kunnen jullie tenminste heerlijk de natuur in en vast „gezondheid" hamste ren voor de komende winter. Maar nu eerst nog een poosje werken. Doe de laatste maand voor de vacantie nog maar goed je best, dan krijg je een mooi rapport. En vacantie houden is altijd dubbel prettig, wanneer je een periode van hard werken achter de rug hebt. Wie heeft de prijs gewonnen? Het is: IZA DE REGT, Strook D 33, Kolhorn. Trien Tjjsen, Wierlngerwerf. Neen, een kermis met alleen een zweefmolen is geen echte kermis, hè? En die schietkraam is niets voor meisjes, wel. Enfin, volgend jaar beter, zullen we hopen. Ato Vader, Callantsoog. Ja, die gsco- venters zijn toch over 't algemeen van die optimisten, zelfs met regen en storm kom je ze langs de weg tegen. Dus het kalfje groeit al flink. Hoe kan het ook anders, met zo'n groeizaam zonnetje! Bep Tijsen, Wierlngerwerf. Nog vier weken en dan al vacantie! Trien zal wel een beetje jaloers op je zijn, omdat zij nog 6 weken moet wachten. Ja, ik begin ook al „zin" in de vacantie te krijgen. Tiets van de Cappelle, Schagen. Niet prettig, hè, keelpijn. En dat thuiszitten..., niets gedaan hoor! Als je er zo nu en dan nog eens uit kon trekken, dan ging het nog. Als je dit leet, is Jack zeker al jarig ge weest? Nu, wel gefeliciteerd, hoor. Hebben jullie een leuke dag gehad? Sipke van Leyen, Burgerbrug. Twaalf jonge konijnen! En houden jullie ze allemaal? Geef ze maar goed voer, dan zijn ze gauw groot! Jammer, zeg, van die koffergramo- foon. Is hy niet meer te maken? Veel succes hoor, met de wedstrijd tegen Schagen 2! Lia de Keyser, Schagen. Welkom in onze kring! Word je een trouw raadselvrien dinnetje? Je stuurde een leuk versje in. Alleen, en dat wist je misschien nog niet, wanneer de naam van den dichter er niet bij staat, kan ik het niet in de krant opnemen. Hoor ik die nog even van je? Dag! Annie Bart, Schagen. Heb jij zo fijn ge zwommen? Ja, wanneer er zo'n Noorden wind staat is het nog wel een beetje koud! Wat heb je misdreven, dat je zo lang moet schoolblijven? Ongehoorzaam geweest? Ja dan kan is er ook niets aan doen. Dan kun je zo'n straf eigenlijk wel verwachten! Dieuwertje Glim, WieringemaardIs het fijn op zang? Je wens is vervuld, hè? Het mooie weer is deze week weer teruggekomen. Jammer, dat je de vorige week vergeten had, het raadsel in te sturen. Enfin, deze week heb je het goed, dus nu loot je mee. Ja, dat is een leuke proef, die appel in de fles! Alleen moet je er een beetje geduld voor hebben, want zo'n appel groeit niet zo erg gauw'! Neeltje Woudt, Nieuwe Niedorp. Dat zal een fijne dag worden, wanneer meester jarig is. Vooral ook, omdat hij zo mooi kan vertel len! Schrijf je me eens hoe het geweest is? Griet van Leyen, Hensbroek. Ja, de kachel kan nu gelukkig voor een poosje ge mist worden. Leuk werk, hè, zo'n poppenhuis maken. Met zelf gemaakt speelgoed speel je altijd extra fijn. Dirk Kuyper, St. Maartensbrug. Vond jij de raadsels deze week zo moeilijk? Ik felici teer je nog wel met je verjaardag, hoor. Elf jaar, dat wordt al wat. Ik ben wel nieuws gierig naar je verslag van het schoolreisje. Als je eens een keertje de raadsels niet weet, dan mag je toch wel schrijven. Dag! Tryntje Komduur, Kolhorn. Ga je pas met October van school? En wordt jij dan naaister! Je ouders gaan een lange rit ma-, ken, zeg, heel naar Groningen op de tandem. Als het die 5de Juli nu nog maar mooi is. Piét Boonacker, Schagen. Hè, ik water tand nu al, en mijn vrouw ook. Allebei zo'n knaap van een peer van 4 ons! Dag Piet! Wim en Maki Boontjes, Stolpen. Zijn jullie bij Petten aan het vissen geweest? Neen hoor, het valt lang niet mee, wanneer de zee een beetje hoog staat. Jullie wonen dus niet zo heel ver van de zee af, dus jullie kunnen het bij beter weer nog wel eens een keertje overdoen. Iza de Regt, Kolhorn. Dat heb je keurig gedaan, zeg, het hoogste aantal punten voor rekenen van de hele klas! Als je nu op jullie nieuwe orgel net zo goed kunt leren spelen als je nu kunt tekenen! Succes ermee, hoor! En wel gefeliciteerd met je prijs. Ik hoop, dat je het beok mooi vindt! Jan-Piet, Nel, Trijntje en Betsie Hoenson, Barsingerhorn. Telefoonles op school is zeker wel leuk, hè? In mijn schooltijd hadden we dat nog niet. Het kan je later wel van pas komen, wanneer je telefoneren geleerd hebt. Dat was ook jammer, dat het de mees ter van een andere klas was, die zijn verjaar dag vierde. Maar het is al gauw 2 Juli, dan is het jouw beurt om feest te vieren. Dat „vliegen" lijkt me een leuk spelletje. Echt iets voor een verjaardag. Alleen..., zuinig zijn met groene zeep, hoor! Keesje Visser, Leeuwarden. Neen, je hebt me in een hele tgd niet geschreven. En dat, terwijl je nog wel in Schagen logeerde. Is daar in Leeuwarden zo'n fijne overdekte zweminrichting? Die hebben wg in Schagen niet. Maar 's zomers is zwemmen in de vrge natuur toch wel het fijnst, vind ik. Annie Keesman, Kolhorn. Je oefent je zeker flink voor het zwemdiploma. Vooral in het „voorover"-zwemmen. Dus jullie hebben een „thee-kransje" gehad met gazeuse. Ik denk, dat jg het wel leuk vond, dat je moeder geen thee had, maar wel „prikwater". Vooral als het zo lekker warm is. Dieuwertje Schouten, Breezand. Ja hoor, je zusje Annie mag de volgende week ook meedoen. Als ze nu maar net zo gelukkig wordt als jg, om 2 keer de prys te winnen! Ik heb het raadseltje, dat je stuurde, opgelost. Was het niet: „Maart roert zijn staart"? Marietje Eriks, St. Maartensbrug. Gaan jullie met het schoolreisje naar Alk maar? Het is jammer, dat jullie op Dinsdag gaan, want Vrijdags is er de kaasmarkt, dat is altgd erg leuk. Al die witte mannetjes met die gekleurde hoeden! Veel plezier, hoor! Anneke de Raat, Schagen. Jammer, dat je Bruintje-Beer post op is! Nu kunnen je vriendinnetje Hilda en jg niet meer allebei hetzelfde plaatje kiezen. Die ekster in jullie tuin komt zeker elke avond terug om te kijken, of zgn jong misschien al teruggekomen is! Koosje Bregman, Schagen. Gelukkig, dat het goed gaat met je vader. Dat was een bof zeg!, Twee dagen achter elkaar „uit". Eerst Zaterdag naar Alkmaar en toen Zondag naar de bruiloft van je neef. Het kon haast niet op. Een grote familie heb jij hoor! Ik heb zoveel nichtén en neven niet! Lucas Siepel, Wieringerwaard. Dat zal je wel gespeten hebben, dat er vier van de twaalf jonge kongntjes dood gingen. Verzorg de andere acht maar goed. Hilda Bestevaar, Schagen. Jg hebt net een week langer met je postpapier gedaan dan Anneke. Die was er de vorige week al doorheen. Je vraagt, wanneer ik jarig ben Nou, 28 Augustus is de grote dag. Dus een paar weken voor jouw verjaardag. Krijg ik dan een grote felicitatie-brief van je? Het spgt me wel, jongens, maar mgn twee kolommen zgn vol. Er zijn nog een paar briefjes overgebleven. Die beantwoord ik dan de volgende week wel, tegelgk met de nieuwe briefjes. Dus, tot volgende week. Oplossing raadsel vorige week: 1. Ik liep eergisteren door het bos; plotseling zag ik een eekhoorntje over het pad springen. (Peer). 2. Jan heeft zeker slaap; hij heeft tenminste lang niet zoveel praatjes als anders (Kers). 3. De paarden stonden te trappelen van ongeduld; ze snakten er blgkaabr naar, hun krachten met elkaar te meten (Appel). 4. Het lgkt me het beste, wanneer je zelf even naar het politiebureau gaat. (Bes). 5. Bep, ruim jij' eerst even de tafel af, dan gaan we sjoelen. (Pruim). Goede oplossingen ontvangen vant Gerrit en Bennie K., Heerhugowaard; Trien T., Wieringerwerf; Ato V., Callantsoog; Bep T. Wieringerwerf; Tiets v. d. C., Schagen; Sipke v. L., Burgerbrug; Lia de K., Schagen; Annie B., Schagen; Dieuwertje G., Wierin gerwaard; Neeltje W., Nieuwe Niedorp; Griet van L., Hensbroek; Dirk K., St. Maartens brug; Trijntje K., Kolhorn; Piet B., Schagen; Wim en Maki B., Stolpen; Gerrit B., Petten; Gerie M., Schagen; Dieuwertje R., Winkel; Sietske B., Nieuwe Niedorp; Brina V., Anna Paulowna; Hilda B., Schagen; Koosje B., Schagen; Lucas S., Wieringerwaard; Anneke de R., Schagen; Pieterje K., Heer Hugowaard; Marietje E., St. Maartensvlotbrug; Dieuwer tje S., BreezandAnnie K., Kolhorn; Iza de R., Kolhorn; Kinderen H., Barsingerhorn. Op de kruisjeslgn lees je van boven naar beneden de naam van een plaats in Overgsel. X een lekkerny voor verkouden kinderen. X een roofvogel. X een heester, welke in 't voorjaar bloeit. X een jongensnaam. X een stromend water. X een meisjesnaam. X waarmee je eet. X een boom. X niet zuur. X een meisjesnaam. Eerst waren er de vlinders. Daarna kwa men de dichters. En toen werd het eerste elfen-sprookje geschreven. Zeven maanden, van April tot October, kunnen we hen ontmoeten of.kunnen wij hen zoeken, die onwaarschijnlijk tere, on waarschijnlijk mooie wezentjes, die Na tuur ons schonk om ons gelukkig te ma- ken. Want of je nu groot bent of nog klein, als je de Schoonheid ontmoet in de vorm van een vlinder, dan springt er opeens in je hart dat geheimzinnige deurtje open, dat bij dichters altijd openstaat. Door dat deurtje vlindert de Schoonheid naar bin nen en je voelt je opeens o zo gelukkig en het maakt je sterk tegen al wat laag is en gemeen. Er is geen teerder en toch krach tiger wapen dan Schoonheid. Laat vlinders dus dat geluksdeurtje ook in jouw hart openstoten. Zoek dé vlinders, dan zul je ondervinden, dat 't waar is wat ik zeg. Waar je ze zoeken moet. „Overal waar bloemen zgn, dansen vlin ders klein en fijn." Dusin bossen en velden, in wei en duin en soms in onze tuinen en heel mis schien komt er eens eentje naar binnen gevlogen om te snoepen van de bloemen in de vensterbank. Maar dan is 't ook volop zomer en we zijn nu pas in Maart! Maar als de eerste zachte dagen komen, ga dan toch eens door de bossen speuren of je niet een vlinder-wonder ontmoet. Begin April, verleden jaar. liep ik door een bos en dat bos was nog kaal,, maar als ie goed keek, kon je duidelijk over 't win- terbruin al een waasje groen ontdekken. Hier en daar stond ondernemend een en kel voorjaarsbloempje. Toen heb ik het meegemaakt, dat de Lente feestelijk werd ingehaald door honderden kleine vlinders. Die dansten en dansten op en neer rondom de naderende Lente. Citroenvlinders wa ren het. geel als de zon en ze dansten als spattende zonnevonken.. Op en neer.. Op en neer. Bevrijd uit d* kluisters van win terslaap. Ze dansten door 't bos en einde lijk vlogen ze weg om overal de Lente aan te kondigen. Een vlinder wordt geboren. Een vlindermoeder legt haar eitjes tus sen ontwakende knoppen van struiken. Dan beeft zij haar plicht gedaan en sterft. Maar in de eitjes wordt het leven sterker en sterker. Tot zij eindelijk splijten en 't vlin derkind te voorschijn komt. Maar dat vlin derkind is een nietig rupsje, dat groeit en groeit en eindelijkzich vervormt tot pop of cocon. En in dit enge huisje wordt hij langzaam tot wonder en als zijn tijd geko men is, breekt de cocon en het wonder vliegt door de wereld. Uit hét rupsje werd een vlinder, even mooi als zijn moeder eens was. Dagvlinders en Nachtvlinders. Zij, die het licht zoeken en de warme zonneschijn, dat zijn de dagvlinders, zij, die zich door de schemering eerst te voorschijn laten lokken, dat zijn de nachtvlinders. Maar vlinders zijn grillig en de Natuur staat hen veel toe. Daarom mogen sommi ge zonnezoekers ook wel eens een kijkje nemen in de schemering en die de schemer verkiezen om hun vluchten te ondernemen, toeven toch ook wel eens in dé zonneschijn. Rustig-zwevend is.de vlucht van de grote dagvlinders, dartelend die van de kleine zonnevrienden en in de duisternis snorren nachtuil en pijlstaart ons voorbij. In rust vouwen de vlinders als dankend hun wie ken omhoog of spreiden ze wijd, als in ver langen. Ze leven van honing en boomsap en een enkele maal kunnen we hen zien drinken uit de plassen, die voLzomer regenbuien voor hen hebben gevormd. Hun leven is broos, soms maar enkele uren. De meeste vlinders echter leven enige dagen of enige weken. Dan sterven zij, terwijl weer ande ren nog voortdartelen om eindelijk in slaap te vallen om eerst weer te ontwaken in het prille voorjaar. Hoe zij er uitzien. Wie komen wij in de zomer het meest tegen? KOOLWITJES. De eenvoudige, lichtgele koolwitjes, waarvan het wijfje op de voorvleugels twee zwarte vlekken heeft. Een enkele maal ontmoeten wij in Juni, bij heggen en kreupelhout, het GEADERDE WITJE, dat zo gauw wordt aangezien voor het gewone koolwitje. Maar geaderd witje heeft echter veel zwartere en daardoor veel sprekender vleugeladeren. Even algemeen als het koolwitje is het KNOLLENWITJE of KLEINE WITJES VLINDER. Hij is evenwel belangrijk klei ner dan het koolwitje. CITROENTJES zijn juichend geel en heel erg ondernemend! In Maart komen zij soms al te voorschijn en kunnen wij hen zien als een belofte voor zon en warmte en op een zachte, zonnige Januaridag kan 't ons zelfs al overkomen zo'n kleine gele durfal t.e ontmoeten. Zo'n ontmoeting is dan een troost voor nog komende koude dagen! PAUWOOG is een schitterende bonte vlinder. Hij is roodbruin met grijszwarte rand. Op elke vleugel- voorhoek schittert een kleurig pauwenoog. Maar de onderkant van de vleugels is zwart getint. Pauwogen zijn de geheimzinnigen, die we bewonde rend nastaren en die eensklaps spoorloos verdwenen zijn. Waar bleven zij toch? Losten zij zich op in de lucht? Neen, pauw ogen zijn kleine bedriegers. Zij zetten zich op de grond en klappen hun wieken om hoog. Weg is de bonte kleurenpracht en het zwart van de onderzijde van de vleu gels is naar ons toegekeerd. Zo vallen zij niet op tegen de donkere aarde. Maar een pauwoog wil ook.graag aangezien worden voor een bloem. Daarom zet hij zich ook wel neer tussen bloemen en spreedt zijn bloem-kleurige wieken wijd uit. En hij wiegelt met de bloemstengels mee en denkt: Nu zien ze mij ook aan voor een bloem! De GROTE VOS is roodgeel en op de achtervleugels zien wij blauwe halve-maan- tjes getekend. Er zijn ook KLEINE VOS SEN! Die zijn steenrood met een zwarte rand en langs de vleugelranden zién wij een groot aantal halve-maantjes. Als bij de grote vos zijn die halve-maantjes blauw. Ook de binnenzijde van de'wieken van de kleine vos is heel mooi. Grijsbruin en de voorvleugels hebben een helgeel midden dus betrekkelijk gemakkelijk te herkennen, veld. In vlucht en in rust is deze vlinder De ADMIRAAL of NOMMERVLINDER hebben we allen zeker wel eens gezien. FluWelig-zwart, getekend met rode slin gers en witte vlekken, komt hij overmoe dig om je heen gevlogen. Hij is niet bang, die admiraal en hij zet zich gerust op de bloemen op de tuintafel, waar omheen een heel gezelschap zit! Een lijnenspel op de onderzijde van de achtervleugels heeft hem een „nommer" gegeven. 98 of 89 kun nen we er uit lezen. AVONDROOD of het klinkt wel wat zonderling - OLIFANTSVLINDER, zien wij in ons land algemeen. Olijfgroen zijn •/'n voorvleugels, achterrand en dwarsstre- pen zijn violet-rood. Wie zullen we nu nog eens noemen? De keus is zo oneindig groot! Neen. laat ik er géén meer noemen en eerst wachten tot jullie al deze vlinders goed kent. Want wie zal er van de zomer niet proberen deze sprookjes-wezens hun juiste naam te ge ven als je hen tegenkomt? moeilijkheden, maar als je eenmaal aan 't smijten bent begonnen, kun je er haast niet meer mee ophouden. Bovendien merk je al gauw, dat als je smijt-met-overleg, je ver der komt dan met smijten-zo-maar-raalc! En dat heeft ook z'n goede zijdel Als jullie je „gooien en smijten" nu eens zouden willen herleiden tot „werpen", dan kan ik jullie een goede methode aan de hand doen om een handige werper of werpster te wor den. Dan moet je met de ringen en de schgven eerst een schuifbeweging door de lucht maken alvorens de eigenlijke worp te doen. En vooral: een rustige arm! Dan zul je merken, dat wérpen 't wint van gooien en smijten!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1941 | | pagina 6