St Vincentsnacht
Het paardenbesluit 1941
ie Schagen
doodsproeien
in 1168
TIJDLOOP
Het
van aardapplen
Zaterdag 28 Juni 1941
Vierde blad
(Slot).
Als versteend staren Egmond en zijn eed-
genooten het schouwspel aan. Dat kan geen
zinbedrog zijn; wat geest, zou zich van hen
meester hebben moeten maken, om allen
hetzelfde onverwachte visioen te doen zien?
En echter, hoe kon het werkelijkheid zijn!
I>e fiere jonge maagd en die achtbare grijs
aard, waren zij dan niet achter grendels en
Sloten onder sterke bewaking op zijn Burgt?
Of zouden het hunne geesten zijn .die daar
uit de vlammen der brandende gebouwen
verrijzen? Wie zal hun dit raadsel oplossen!
Door dwaze vrees bevangen is terstond al
hun dartele overmoed verloren; slechts op
lijfsbehoud bedacht, stijgen zij te paard, en
bevelen hun mannen den aftogt. Hoe vlug
zij hiermede ook te werk gaan. velen hebben
hun overmoed reeds met hun leven geboet
en nog worden zij door de vasallcn van
Scagen gedeeltelijk belet hun vlugt te vol
voeren, want menig Edelman, die gereed
staat zijn voet in den stijgbeugel te zetten,
valt als een lijk naast zijn stijgerend ros
neer.
De Heer van Scagen en de zijnen hebben
«enigen tijd noodig om het tooneel van ver
woesting te overzien, en de moedige maar
geheel afgestreden dorpers rondom zich te
verzamelen en hun moed in te spreken. Met
levendig gejuich wordt hij door allen be
groet en de onverwachte, schijnbaar zoo
■wondere verschijning van hun aanstaande
meesteres, de overal zoo beminde jonk-
trouwe van Harinxhuizen met haar Edelen
grootvader, hier op het tooneel va.n oorlog
en verschrikking, voorspelt hun een goeden
Uitkomst van den strijd.
Van dat-oogenblik maken Egmond en an
dere Edelen gebruik om met achterlating
van allen buit met hun vasallen terug te
trekken. De wagens en karren, die tot ver-
toer van den buit moesten dienen, worden
gebruikt voor de gewonde en gesneuvelde
■Eidielen, en zoo trekken.
Hoe ook door den geduchten tegenstand
üier bewoners van Scagen, en de hun altijd
nog onverklaarbare verschijning uit 't veld
geslagen, is naar hun meening hun macht
wel zoo groot en geducht, dat de weinige
Westfriesche Edelen met hun klein getal va
sallen en dorpers, het niet zullen wagen hen
te achtervolgen. Maar anders dachten de
Heer van Scagen'en de overige Westfriesche
Edelen daar over; zoo gemakkelijk zou Eg-
mond en zijn medeplunderaars er niet af
komen. Geen gunstiger oogenblik dan nu,
om des Graven macht te vernietigen. Daar
enboven zou de dappere Poedestaat van
Scagen nimmer beter voldoening kunnen
eischen van Egmond over diens gepleegde
snoodheid ten aanzien van zijd verloofde, de
jonk vrouwe van Harinxhuizen en haar grij
zen grootvader. Daarom worden spoedig al-
Jen bijeenverzameld) om den vijand achterna
te zetten.
Bij het Wfitsmeer zwin worden zii inge
haald en „in hun aftogt teruggehouden. Nu
stellen zich de Grafeliiken dadelijk in slag
orde om de Westfriezen af te weren en aan
vankelijk gelooven zij daarin spoedig te zul
len slagen maar de verbitterde Westfriezen
geven geen kwartier; vreeselijk wordt er in
het ctonker van den nacht aan weerskanten
gestreden. Wel is de mist nu opgetrokken
en de lucht verhelderd, maar nog is het. in
liet holst van den nacht en akelig wordt het
tooneel van de slagtnng bijgelicht door de
vlammen van het op een kleine afstand
nog brandende Scagen. Met ongeloofelijke
kracht werpen zich de weinige Westfriezen
op de Kennemer Edelen en het Grafelijke
leger; van heide zij-den vallen zse bij tien
tallen tegelijk. In afwachting van de hulp,
die nu weldra va.n de te Winkel en Nvdorp
gelegerde krijgslieden zal komen opdagen,
durven de West,friezen de koenste waag
stukken ondernemen. Intusschen hebben ook
d:e Kennemer Edelen renboden naar den
Graaf te Schoorl afgezonden om hulp en
bijstand. Maar ook de Westfriezen blijven
niet van hulp verstoken; de overal rond
gezonden boden hebben van alle kanten de
landlieden bijeen verzameld en allengs
groeit hun getal aan. gewapend met al wat
zij slechts konden magtig worden. Ver
schrikkelijk zwaaijen zij met hun knodsen
In den vijand om; elke slag velt er een;
niet minder hanteren zij hun aks of -strijd
bijl en waar die treffen stapelen zich ver
minkte lijken opeen. Met geweld dringt de
dappere Poedestaat van Scagen. aan het
•hoofd van zijner weinig overgeblevenen en
afgestreden vassallen en Scagers, in de
gelederen des vijands om zich met Egmond
en de zijnen te meten; reeds zijn onder meer
de Edelen. Heer Simon van Antwerpen. Bou-
dewijn van Haarlem en Willem van Voor
hout onder hun slagen bezweken.
Daar kondigt trompetgeschal de aan
komst van nieuwe strijders aan. De te Win
kel en Nvdorp gelegerde Edelen en strijders,
waaronder de Heeren van Schellinkhout.
Blokker en Berkhout nemen deel aan den
strijd. Ofschoon de magt der Grafelijken nog
verre die der Westfriezen overtrof, werden
zij toch van alle kanten bestookt; reeds is
Egmonds banier in handen der Scagers ge
vallen en hij zelf een -lijk; de Edelen en
Ridders. Allart van Egmond. Floris Ruijs
én Bruin van Casfricum. zullen evenmin als
de voren genoemden hunnen vaderlijken
Burgt wederzien; slechts beijveren hunne
vassallen, om de lijken hunner meesters op
een kar te laden. Nog staan rondom den
standaard van Holland een menigte Edelen
en Ridders pal. Lang en met onbezweken
moed houden zii zich tegen de woedende
Westfriezen staande en nog is niet beslist,
aan wiens zijde de overwinning is. toen in 't
einde de Graaf met zijn gansche leger komt
opdagen, en zich in den strijd mengende, de
Wostfriezen voor een oogenblik doet terug
deinzen. Groot was de schok dien zij nu
hadden door te staan: de nog overgebleven
Kennemer Edelen en Ridders. Gerbrand van
'Alkmaar. Baninart van Heilichloe. Akersloot
en Dirk van Persijn. banen zich een door-
toert om zich met den Graaf te vereenigen
maar verscheidene Fdelen. en daaronder de
Jong van Monster Everard van Noordwiik.
benevens drossart Gerrit Sniisdrager. moe
ten dien o-ewnagden stap met hun levert be-
koo'pcn. Toch worden nu de West friezen
door het groote Grafelijke leger hiina gehec1
omsingeld en enn vreeselii-ke slagtine heeft
er onder hen plaats. Maar telkens komen
nieuwe strijders aanzetten, langs de meren
en over de terpen, van alle dorpen en ge
huchten. en als dol en in wanhoop zwaaijen
de Westfriezen met hun zware knotsen en
vreeselijke strijdbijlen. Aan alle kanten
stapelen zich de lijken opeen; de Graaf met
de zijnen wijken en de zege blijft aan de
Westfriezen.
Graaf Floris, zelf een der dapperste Rid
ders van zijn tijd, zag bijna al zijn Edelen
en Ridders om zioh vallen; achtereenvolgens
sneuvelden zijn vassallen bij tientallen te
gelijk. Zijn spijt niet verbergende over het
te niet gaan van zijn hoop en het verslaan
van zijn gansche legermagt, ruimt hij het
veld en neemt met zijn weinig overgebleve
nen de lijken zijner gesneuvelde Edelen
met zich voerende, de vlugt.
De eerste stralen van de opkomende zon
begroeten den dag van St Vincent. Was de
nacht vreeselijk en verschrikkelijk geweest,
akelig was de aanblik, die zich nu aan het
oog voordeed. Op den voorgrond het slag
veld met zijn verminkte lijken, waarvan
die der in den beginne gesneuvelden door
de strenge vorst reeds waren bevorén, en
geleken op beelden van marmer of albast,
terwijl het vergoten bloed de sneeuw, zoover
het oog kon reiken, had doorweekt en. op
nieuw bevroren, aan het geheel een aan
zien had gegeven, als van een oppervlakte
gepolijst koraal. Terzijde de nog rookende
puinen van het geplunderde en verbrande
Scagen, alsmede de moede en afgestreden
Scagers en andere Westfriesche strijders.
hun gewonde makkers van het slagveld
dragende. Te midden van al die dooden en
verminkten, zweeft als een enkele, maar
schitterende lichtstraal, als een troostende
engel, de Jonkvrouwe van Harinxhuizen!
aan het hoofd harer gezelschapsjuffers en
vrouwen uit haar gevolg, van het eene ein
de van het slagveld tot het andere. o<m hulp
en bijstand te bieden, aan die gewonden,
waar helpen nog niet te laat was. En
eindelijk ginds in het verschiet, de .vluch
tende Graaf met' weinigen der zijnen, nog
aan den strijd' ontkomen,, nauwelijks ge
noeg oan de lijkwagens te vervoeren, waarop
de gesneuvelde Edelen waren geladen, om
die achtervolgd door de rouwe aan ganseh
Kennemerland. in de Abdij van Egmond te
doen begraven.
Wel was Schagen een offer geworden van
dien strijd, maar een offer voor de vrijheid,
en schooner en grooter zou het uit, die pui
nen verrijzen. Wel waren bijna alle Scha-
gers gesneuveld, en die niet sneuvelden,, af
gestreden tot den dood maar de over
winning en de dierbare vrijheid waren be
vochten, zóó. dat die vrijheid nog meer dan
een eeuw bewaard bleef. En welk geslacht
der Kennemer Edelen had niet één zijner
telgen verloren? Van onderscheidene waren
zelfs de laatste telgen, de stamhouders be
zweken en zoo in het niet verdwenen. Ge
knot en gefnuikt was de hoogmoed der
Kennemer Edelen; gestuit en paal en perk
was gesteld aan de heerschzucht des Gra
ven; hij liet het dappere Westfriesche volk
zijn vrijheid en onafhankelijkheid.
Fel woedden moordend staal en vuur
Op Schagens terpen rel;
Maar 't Graaflijk leger was niet meer,
Vernietigd week de rest van 't heer:
Westfriesland vocht zich vrij,
Al was ook 't offer duur.
Slechts rookend puin van hout en steen
Was Schagens vee te rest:
Maar, fier op t offer dot het bracht
En dat der dorp'ren heldenkracht,
Die vrijheid had gevest.
Rees 't schooner dan voorheen.
DE PAARDENHANDEL IN VERBAND
MET DE BEPALINGEN.
In het belang van de boeren.
De Voedselcommissaris voor Noordholland
schrijft ons:
De taxatie-commissie in de provincie
Noord-Holland heeft tot op heden op een
tiental marktdagen getaxeerd en niet min
der geadviseerd.
Vooral op de eerste markten zagen wij
weinig paarden, maar des te meer nieuws
gierigen. zoowel handelaren als boeren-
koopers of -verkoopers. En wii werden gedu
rig om tekst en uitleg gevraagd), hetgeen
overigens zeer begrijpelijk is. Wetten zijn
nu eenmaal moeilijk te lezen, worden ook
dikwijls niet goed of heelemaal niet gele
zen. Het leek mij daarom wel eens goed in
een artikeltje de bedoelingen van het Paar1
denbesluit 1941 uiteen te zetten.
Waarom is dit Paardenbesluit 1941 uitge
vaardigd?
Dat zal ik U uitleggen. De prijzen van de
paarden zijn in betrekkelijk korten tijd-
overdreven hoog opgeloopen. Als we nog
eens terugdenken aan September 1939. toen
werd er gevorderd voor het Nederlandsche
leger en de maximum te besteden prijs
was f 700.Dat was voor een goed ge
bruikswaard toentertijd een 'beste prijs. Door
en na de vordiering zijn de prijzen toen om-
hooggegaan, maar niet in buitengewone
mate. Maar midden 1940 kregen wii een
plotselinge stijging. Toen kocht je voor 900
a 1000 gulden een best paard.
Einde 1940 hebben we de voormonsterin
gen voor het Duitsche leger gekregen en
begin 1941 de definitieve monsteringen.
De door de Duitsche overheid vastgestel
de prijzen gingen maximaal tot ongeveer
f 1300.Die prijzen waren op dat moment
werkelijk best te noemen.
Maar door de vorderingen ©enerzijds en
door het tekort aan motorbrandstof, zoowel
in de landbouw en industrie als in het ver
keer anderzijds, nam de vraag naar paar
den toe en het aanbod af. Niets is natuur
lijker dan dat de prijs stijgt. En. we zien
dat op andier gebied even zoo, dan komt er
tijdelijk als het ware een soor paniekstem
ming.
Aan het paard, dat je vandaae kocht, kon
ie morgen f 100.of meer winnen. Groote
maatschappijen en industrieën kochten voor
abnormaal hooge priizen paarden. Zii moes
ten ze hebben en zijn konden ze ook be
talen. Maar uiteindelijk werd het voor de
boeren, die paarden voor hun bedrijf noo
dig hadden, ondoenlijk. Velen van hen had
den hum paarden bii de vorderingen af
moeten staan tegen voor dat oogenblik zeer
behoorlijken prijs maar. om er een gelijk
waardig naard voor terug te koopen. moest
er zeker f 400.k f 500.— bijgelegd worden.
Fnuikend.
Voor een kapitaalkrachtigen hoer was dat
geen bezwaar, al is het économisch niet
heelemaal juist, maar aangezien verreweg
de grootste helft van het aantal boeren in
ons land dag en nacht moet vechten voor
een redelijk bestaan, was deze prijsstijging
voor deze meerderheid funikend.
Het Departement van Landbouw en Vis-
scherij heeft dat terdege aangevoeld. En als
gevolg daarvan, is dit Paardenbesluit 1941
tot stand gekomen.
Ik kan er dan ook niet oenoeg den na
druk on lennen. dat deze wet ls afqekon-
dlgd in het belanq van de boeren. Dat moe
ten zij goed begrijpen en daarom moeten zii
ook medewerken om van dit besluit de
vruchten te plukken.
Het is de bedoeling van genoemd Departe
ment dat de abnormaal hooge prijzen terug
gedrukt worden tot overigens nog zeer be
hoorlijke bedragen.
Iedereen zal het met mij eens zijn, dat. een
tonnrijs van f 1350.waarop de handelaar
zelfs nog 10 pet. mag leggen, toch zeker
meer dan genoeg is voor het allerbeste ge-
bruikspaard in het bedrijf.
Deze wet is voor de handelaren een
blok aan het been. zacht uitgedrukt
Hoewel officieel de handel sinds
langen tijd verboden was. werd er
officieus toch nog veel handel gedre
ven en min of meer oogluikend toe
gestaan. De bepalingen waren te
dien aanzien nu niet bepaald dui
delijk omschreven. Toch was het
sinds lang bekend, dat, er voor den
paardenhandel een officieele rege
ling zou komen met vastgestelde
maximumprijzen. En toen eind
April 1941 de handel vanuit Den
Haag werd verboden, zaten er
meerdere handelaren met een stal
dure paarden, te duur voor de later
bekend gemaakte maximumprijzen.
Eigenlijk waren ze toch gewaar
schuwd, maar ik kon me best
voorstelen, dat de handelaar zijp
zaak niet graag stil wil leggen.
Aan den anderen kant ben ik er ook
van verzekerd, dat er tijdelijk ab
normaal veel winst is gemaakt en
dat er dus' een zekere reserve moet
zijn om deze ..schok" op te vangen.
Maar een mensch neemt niet graag ver
lies en vandaar dat er op de markten naar
verhouding van eertijds nog steeds te kort
paarden worden aangeboden voor taxatie.
Het beelnlt zeiL
Na deze uitvoerige inleiding wil ik U een
en ander over het bedoelde Paardenbesluit
als zoodanig vertellen. En dan staat er
onder meer in artikel I welke paarden er
niet onder dit besluit vallen. Vrij van
taxatie zijn dus:
le „fokpaarden", dat zijn hengsten en
merries welke zijn ingeschreven in één der
registers van een op grond van de Paarden
wet 1939 erkende stamboekvereeniging.
Ruinen zijn dus niet vrij.
2e. Renpaarden en harddravers ingeschre
ven in de door de Ned. Veehouderij-Centra
le aan te wijzen registers van 'de Kon. Ned.
Harddraverij- en Renvereeniging te 's-Gra-
venhage.
3e. Concoursp>aarden welke zijn ingeschre
ven in de registers van de Vereeniging
Centraal-Comité voor de Concoursen-hippi-
que in Nederland te 's-Gravenhage.
4e. Slachtpaarden voor slachting bestem
de paarden, welke ter levering aan de Ne
derlandsche Veehouderij Centrale zijn opge
geven.
5e. Alle paarden beneden één jaar.
Verder staat er in dit artikel nog dat,
wanneer iemand een paard wil verkoopen,
hij dan een verkoopkaart moet hebben,
welke hem door de Landbouw-Crisis-Orga-
nisatie op een desbetreffende aanvrage kan
worden uitgereikt.
Artikel 2 gaat over het koopen.
1. Het koopen van paarden is slechts toe
gestaan aan:
a. hem, aan wien door of vanwege de L.
C. O. een schriftelijke vergunning is ver
leend.
b. den paardenhandelaar, aan wien door
de Ned. Veeh. Centrale een schriftelijke ver
gunning is verleend.
Wat betreft pt. A. wordt die vergunning
tot aankoop slechts uitgereikt in naar
haar oordeel daarvoor in aanmerking ko^
mende gevallen. Zij heeft een geldigheids-
duur van ten hoogste drie maanden. Dit
is momenteel zóó geregeld, dat een kooper
op de markt door bemiddeling van de L. C.
O. vertegenwoordiger een aankoop-vergun
ning kan krijgen als hij daarvoor in aan
merking komt.
De paardenhandelaar die dus nog geen
schriftelijke vergunning bezit mag niet
koopen. Maar hij mag ook niet verkoopen
omdat hij, zoolang hij de schriftelijke ver
gunning niet bezit, geen paardenhandelaar
is in den zin der wet.
In art. 4, 5, 6 en 7 worden de werkzaam
heden van de taxatie-commissie geregeld.
In art. 7 is vastgesteld, dat voor het
taxeeren van een paard f 10.verschul
digd is.
Art. 8. Bij aankoop uit den eersten hand
mag de tusschen verkooper en kooper over
een tè komen prijs niet hooger zijn dan de
taxatie-waarde. Met die verkoop uit de
eerste hand bedoelt de wet de verkoop door
den gebruiken van het paard (dus geen han
delaar).
De handelaar mag als verkooper hoog
stens 10 °/o op de taxatiewaarde leggen.
Art. 9. Kooper en verkooper zijn ver
plicht zorg: te dragen, dat de tusschen hen
overeengekomen priis op de verkoopkaart
wordt vermeld en door onderteekening de
juistheid) dezer vermelding te staven.
Art. 10. De verkooper dient terstond na
den verkoop de verkoopkaart aan den koo
per af te geven.
Art. 11. Hierin wordt gezegd, dat de koo
per (niet-handelaar) die een paard heef
gekocht, verplicht is binnen drie dagen na
tot standkoming van den koop de vergun
ning t.ezamen n^et de in zijn bezit gekomen
verkoopkaart, in te leveren bij de instan
tie. welke hem de vergunning heeft uitge
reikt.
Voorts is een ieder verplicht een In zijn
bezit zijnde vergunning of verkoopkaart
binnen drie dagen na afloop van haar gel
digheid in te leveren bij de instantie, welke
haar heetf uitgereikt.
Deze wet is 24 April 1941 in werking ge
treden.
Dit is zoo in vogelvlucht het voornaamste
waar U belang bij hebt.
MEDEDEELINGEN VAN DEN PLAN
TENZIEKTENKUNDIGEN DIENST.
Zoo oogenschijniij'k is het nog wat vroeg
om nu reeds te gaan spreken over het dood
sproeien van aardappelen.
Sommige aardappelen zijn immers nog
nauwelijks boven den grond, terwijl men
met het rooien der vroege pas begonnen is.
Het is echter hiermede zooals het met
alle andere zaken is, men zal tijdig moeten
zorgen, dat men de benoodigde middelen in
huis heeft,
In vredestijd was het zoo. dat een enkel
telefoontje voldoende was om te zorgen, dat,
men het middel den volgenden morgen in
huis had. Nu is dat geheel anders. Ook zal
men niet zooals in normale tijden, kunnen
kiez.en wat men het liefste zou gebruiken.
Sommige middelen, o.a. de huitenlandsche.
behalve de Duitsche middelen, moeten wor
den uitgeschakeld voorzoover ze nog niet in
voorraad zijn
Het doodspuiten van aardappelen wordit
zooals bekend mag worden geacht, uitge
voerd om te voorkomen, dat de aardappel
ziekte. indien die in he» loof optreedt, zich
ook tot de knollen uitbreidt. Natuurlijk
ook wordt het doodsproeien eerst dan ge
daan. als er zich reeds voldoende knollen
aan de planten bevinden.
Vooral echter bij de bespoten aardappelen
moet het doodsproeien worden uitgevoerd,
omdat de bespoten planten als regel langer
groen blijven dan de niet bespoten planten.
De bespoten aardappelen blijven dus langer
aan de infectiekansen blootgesteld dan de
niet bespoten.
Hieruit volgt dan ook dat het oosstverlies
door het. doodsproeien veelal veel kleiner
is dan de oogstwinst die men krijgt doordat
de bespoten planten langer groen blijven.
Enfin, dat, zijn dingen, die de prak
tijk veelal wel weet. Ik voeg het
hier maar in, om te voorkomen dat
men denken zou. dat het doodsproei
en in dezen tijd misschien achter
wege zou moeten blijven. Ook. of
juist in dezen tijd. moet men dus
op tijd doodsproeien. In andere la
ren gebruikt men met het meeste
succes voor het dooden van aardap
pelen kalkstikstof. dat over het ge
was gestrooid wordt in hoeveelheden
van 200 tot 300 kg. per ha. Hiervoor
gebruikt men speciaal ongeoliede
kalkstikstof. Uitstrooien op het
dauwnatte gewas geef het meeste
voldoenig. Met dit goedje, dat erg
stuift, moet men er erg aan denken,
dat het overstuivende goedje geen
schade doet aan aangrenzende ak
kers. Het daarop staande- gewas
gaat som& oo-k dood. Men moet dus
rekening houden met de windrich
ting. maar een geluk is het. dat het
in den vroegen morgen veelal wind
stil is.
Onde kleeren aan!
Voor het uitstrooien moet men speciaal
oude kleeren aantrekken en na het werk
moet men zich goed wasschen, terwijl het
soms wel aan te beveleh is, dat men het
gelaat en de armen in olie smeert. (Waar
halen wii nu echter olie vandaan).
Enfin, voor die vraagstukken zullen wij
dit jaar misschien wel niet komen te staan,
omdat er zeer weinig kalkstikstof is. Wij
zullen dus wellicht onze toevlucht moeten
nemen tot andere middelen. Kalkstikstof
kan b.v. ook op de aardappelen gespoten
worden in een oplossing van 6 pet Men
heeft dan slechts pl.m. 60 kg. per ha. noo
dig.
Weliswaar geeft deze methode gemakke
lijk aanleiding tot het verstoppen der
sproeiers en soms ook lijden de sproei-
werktuigen van kalkstikstof maar tenslotte
zijn die dingen wel te overkomen bij het
gebruik van goede zeven en als men veel
moet sproeien moet men misschien een
nieuwe verstuiver op de rekening zetten,
maar dat is niet zoo erg als zieke knollen.
Na het gebruik moet de sproeier goed
Met reuzenstappen gaat de tij#
De wijde wereld door,
We blijven nauw'lijks in den pa»,
Al volgen we zijn spoor.
Hij wacht niet en hij kijkt niet om,
Maar gaat zijn eigen gang,
En i» de weg, die vóór on» ligt,
Nu eigenlijk kort of lang?
Voor velen zijn z'n stappen vaalt
Een beetje Al te groot,
En wie geen sterke beenen heeft,
Komt vaak in ademnood.
Er is totaal geen pleisterplaats,
Waar even wordt gerust,
En dat we monter moeten rijn,
DAArvan zijn w' ons bewust-
De geestkracht spreekt 'n woordje me*,
En daag'Hjksch overleg,
Waar maar de wil aanwezig is,
Is overal een wegl
Dat is alreeds vanouds bekend,
Houdt dit beginsel vast
Daar het op eiken levensweg
Voor alle tijden past!
„Niet achterblijven" is de leus,
Op dezen wereldtocht,
Niet neer gaan zitten, heel alleen,
In d' een of and're bocht,
Want vóór ge 't weet, en goed beseft,
Wat waarlijk 't leven bood,
Is tusschen U en vader Tijd
De afstand veel te groot!
O, tijd, die met Uw xwaren stap
Door de historie gaat,
En eiken dag maar weer opnieuw
Zoo weinig rusten laat
Doe ons, bij alles wat ge brengt,
Dit gróóto ook verstaan:
Leer ons, als d' eigen geestkracht groeit
Om hen, die zwak zijn en vermoeid,
In stilte bij te staan!!
KROES
(Nadruk verboden.)
Juni 1941.
Rollen niet vrij.
Meerdere malen wordt aan de taxatie-
commissie gevraagd of ruilen vrii is. Dit ia
niet zoo. Ruilen is te beschouwen als koo
pen en als twee personen willen ruilen
dienen zij hun paarden evengoed voor de
taxatie-commdssde te brengen.
Alvorens te eindigen wil ik er nog eena
uitdrukkelijk op wijzen dat dit Paarden
besluit 1941 geboren is uit de weloverwogen'
gedachten de boeren te helpen. Maar dan
moe»t gij boeren ook Uw erkentelijkheid
toonen en niet boven de maximumprijzen
betalen. Niet de maximumprijs 10 pet. voor
het verlangde paard en daarboven f 250.
voor een nuchter kalf of f 200.— voor het
halstertouwtje. Deze wet kan alleen effect
opleveren als de belanghebbenden ten volle
mediewerken. Daarnaast is een intensieve
controle pp één en ander, helaas onontbeer
lijk. in vollen gang.
worden schoongemaakt maar dat geldt
voor alle andere hierna te noemen stoffen.
Een voordeel va* het gebruik van kalk
stikstof is natuurlijk ook nog, dat een even-
tueele nateelt profijt trekt van de stikstof
die deze stof bevat.
De andere middelen, die voor het dooden
van aardappelen gebruikt worden bevat
ten kopersulfaat of natriumchloraat terwijl
er ook verschillende zijn waarvan de sa
menstelling geheim is. Toch zal men moe
ten weten, wat het werkzame bestanddeel
is omdat die middelen, die natriumchloraat
bevatten af te raden zijn.
In de eerste plaats omdat ze een zeer
lange nawerking hebben zoodat men bij
een nateelt deze stoffen niet gebruiken kan
Verleden jaar heb ik een proefje met
een van die middelen genomen en het re
sultaat was. dat het na pl.m. 8 weken nog
niet mogelijk was om iets op dien grond
te verbouwen. Bovendien hebben die mid
delen een ongunstigen invloed op de struk-
tuur van den grond, hetgeen vooral bij
zwaardere gronden van veel belang is.
De middelen, die men niet kan gebrui
ken zijn o.a. Aseptazout, Alacide, Formit,
Hedit, Occysol, Onkruid-ex, Webo, Para-
plant, Penetrall, Toxyl, Exter, Zenco eet.
etc. Intusschen zijn er vermoedelijk nog wel
bijgekomen. Deze middelen kan men alleen
gebruiken op paden en straten, goedkoop
maar vermoedelijk weer niet vcidoende te
krijgen is kopersulfaat in een oplossing
van 5 pret. Die heeft niet zulk een langdu
rige nawerking
Andere stoffen zijn Raphanit, Jebonine
en Sinox (dat van den lateren tijd is.)
Deze fabrieksmiddelen moeten strikt vol
gens de bijgevoegde gebruiksaanwijzing
worden gebruikt. Ook Germanit, dat in poe-
dervorm wordt verkocht is bruikbaar ter
wijl van Raphanit eveneens een poeder-
vorm geleverd wordt
Zoo ziet men, dat er nog middelen genoeg
over blijven, ook al zou er geen kalkstik
stof te krijgen zijn.
Men wachtte niet met het toedienen tot
dat het geiwas te erg door de ziekte is aan
getast.
Natuurlijk kan men deze middelen ten
slotte ook gebruiken als men last heeft van
een of andere virusziekte en men voorko
men wil, dat die ziekte tenslotte ook in de
knollen aanlandt.
Vragen over die enandere plantenziek-
tenkundige onderwerpen worden gratis be
antwoord.
Van Herwijnen, St. Pancras.