St Vincentsnacht Het paardenbesluit 1941 ie Schagen doodsproeien in 1168 TIJDLOOP Het van aardapplen Zaterdag 28 Juni 1941 Vierde blad (Slot). Als versteend staren Egmond en zijn eed- genooten het schouwspel aan. Dat kan geen zinbedrog zijn; wat geest, zou zich van hen meester hebben moeten maken, om allen hetzelfde onverwachte visioen te doen zien? En echter, hoe kon het werkelijkheid zijn! I>e fiere jonge maagd en die achtbare grijs aard, waren zij dan niet achter grendels en Sloten onder sterke bewaking op zijn Burgt? Of zouden het hunne geesten zijn .die daar uit de vlammen der brandende gebouwen verrijzen? Wie zal hun dit raadsel oplossen! Door dwaze vrees bevangen is terstond al hun dartele overmoed verloren; slechts op lijfsbehoud bedacht, stijgen zij te paard, en bevelen hun mannen den aftogt. Hoe vlug zij hiermede ook te werk gaan. velen hebben hun overmoed reeds met hun leven geboet en nog worden zij door de vasallcn van Scagen gedeeltelijk belet hun vlugt te vol voeren, want menig Edelman, die gereed staat zijn voet in den stijgbeugel te zetten, valt als een lijk naast zijn stijgerend ros neer. De Heer van Scagen en de zijnen hebben «enigen tijd noodig om het tooneel van ver woesting te overzien, en de moedige maar geheel afgestreden dorpers rondom zich te verzamelen en hun moed in te spreken. Met levendig gejuich wordt hij door allen be groet en de onverwachte, schijnbaar zoo ■wondere verschijning van hun aanstaande meesteres, de overal zoo beminde jonk- trouwe van Harinxhuizen met haar Edelen grootvader, hier op het tooneel va.n oorlog en verschrikking, voorspelt hun een goeden Uitkomst van den strijd. Van dat-oogenblik maken Egmond en an dere Edelen gebruik om met achterlating van allen buit met hun vasallen terug te trekken. De wagens en karren, die tot ver- toer van den buit moesten dienen, worden gebruikt voor de gewonde en gesneuvelde ■Eidielen, en zoo trekken. Hoe ook door den geduchten tegenstand üier bewoners van Scagen, en de hun altijd nog onverklaarbare verschijning uit 't veld geslagen, is naar hun meening hun macht wel zoo groot en geducht, dat de weinige Westfriesche Edelen met hun klein getal va sallen en dorpers, het niet zullen wagen hen te achtervolgen. Maar anders dachten de Heer van Scagen'en de overige Westfriesche Edelen daar over; zoo gemakkelijk zou Eg- mond en zijn medeplunderaars er niet af komen. Geen gunstiger oogenblik dan nu, om des Graven macht te vernietigen. Daar enboven zou de dappere Poedestaat van Scagen nimmer beter voldoening kunnen eischen van Egmond over diens gepleegde snoodheid ten aanzien van zijd verloofde, de jonk vrouwe van Harinxhuizen en haar grij zen grootvader. Daarom worden spoedig al- Jen bijeenverzameld) om den vijand achterna te zetten. Bij het Wfitsmeer zwin worden zii inge haald en „in hun aftogt teruggehouden. Nu stellen zich de Grafeliiken dadelijk in slag orde om de Westfriezen af te weren en aan vankelijk gelooven zij daarin spoedig te zul len slagen maar de verbitterde Westfriezen geven geen kwartier; vreeselijk wordt er in het ctonker van den nacht aan weerskanten gestreden. Wel is de mist nu opgetrokken en de lucht verhelderd, maar nog is het. in liet holst van den nacht en akelig wordt het tooneel van de slagtnng bijgelicht door de vlammen van het op een kleine afstand nog brandende Scagen. Met ongeloofelijke kracht werpen zich de weinige Westfriezen op de Kennemer Edelen en het Grafelijke leger; van heide zij-den vallen zse bij tien tallen tegelijk. In afwachting van de hulp, die nu weldra va.n de te Winkel en Nvdorp gelegerde krijgslieden zal komen opdagen, durven de West,friezen de koenste waag stukken ondernemen. Intusschen hebben ook d:e Kennemer Edelen renboden naar den Graaf te Schoorl afgezonden om hulp en bijstand. Maar ook de Westfriezen blijven niet van hulp verstoken; de overal rond gezonden boden hebben van alle kanten de landlieden bijeen verzameld en allengs groeit hun getal aan. gewapend met al wat zij slechts konden magtig worden. Ver schrikkelijk zwaaijen zij met hun knodsen In den vijand om; elke slag velt er een; niet minder hanteren zij hun aks of -strijd bijl en waar die treffen stapelen zich ver minkte lijken opeen. Met geweld dringt de dappere Poedestaat van Scagen. aan het •hoofd van zijner weinig overgeblevenen en afgestreden vassallen en Scagers, in de gelederen des vijands om zich met Egmond en de zijnen te meten; reeds zijn onder meer de Edelen. Heer Simon van Antwerpen. Bou- dewijn van Haarlem en Willem van Voor hout onder hun slagen bezweken. Daar kondigt trompetgeschal de aan komst van nieuwe strijders aan. De te Win kel en Nvdorp gelegerde Edelen en strijders, waaronder de Heeren van Schellinkhout. Blokker en Berkhout nemen deel aan den strijd. Ofschoon de magt der Grafelijken nog verre die der Westfriezen overtrof, werden zij toch van alle kanten bestookt; reeds is Egmonds banier in handen der Scagers ge vallen en hij zelf een -lijk; de Edelen en Ridders. Allart van Egmond. Floris Ruijs én Bruin van Casfricum. zullen evenmin als de voren genoemden hunnen vaderlijken Burgt wederzien; slechts beijveren hunne vassallen, om de lijken hunner meesters op een kar te laden. Nog staan rondom den standaard van Holland een menigte Edelen en Ridders pal. Lang en met onbezweken moed houden zii zich tegen de woedende Westfriezen staande en nog is niet beslist, aan wiens zijde de overwinning is. toen in 't einde de Graaf met zijn gansche leger komt opdagen, en zich in den strijd mengende, de Wostfriezen voor een oogenblik doet terug deinzen. Groot was de schok dien zij nu hadden door te staan: de nog overgebleven Kennemer Edelen en Ridders. Gerbrand van 'Alkmaar. Baninart van Heilichloe. Akersloot en Dirk van Persijn. banen zich een door- toert om zich met den Graaf te vereenigen maar verscheidene Fdelen. en daaronder de Jong van Monster Everard van Noordwiik. benevens drossart Gerrit Sniisdrager. moe ten dien o-ewnagden stap met hun levert be- koo'pcn. Toch worden nu de West friezen door het groote Grafelijke leger hiina gehec1 omsingeld en enn vreeselii-ke slagtine heeft er onder hen plaats. Maar telkens komen nieuwe strijders aanzetten, langs de meren en over de terpen, van alle dorpen en ge huchten. en als dol en in wanhoop zwaaijen de Westfriezen met hun zware knotsen en vreeselijke strijdbijlen. Aan alle kanten stapelen zich de lijken opeen; de Graaf met de zijnen wijken en de zege blijft aan de Westfriezen. Graaf Floris, zelf een der dapperste Rid ders van zijn tijd, zag bijna al zijn Edelen en Ridders om zioh vallen; achtereenvolgens sneuvelden zijn vassallen bij tientallen te gelijk. Zijn spijt niet verbergende over het te niet gaan van zijn hoop en het verslaan van zijn gansche legermagt, ruimt hij het veld en neemt met zijn weinig overgebleve nen de lijken zijner gesneuvelde Edelen met zich voerende, de vlugt. De eerste stralen van de opkomende zon begroeten den dag van St Vincent. Was de nacht vreeselijk en verschrikkelijk geweest, akelig was de aanblik, die zich nu aan het oog voordeed. Op den voorgrond het slag veld met zijn verminkte lijken, waarvan die der in den beginne gesneuvelden door de strenge vorst reeds waren bevorén, en geleken op beelden van marmer of albast, terwijl het vergoten bloed de sneeuw, zoover het oog kon reiken, had doorweekt en. op nieuw bevroren, aan het geheel een aan zien had gegeven, als van een oppervlakte gepolijst koraal. Terzijde de nog rookende puinen van het geplunderde en verbrande Scagen, alsmede de moede en afgestreden Scagers en andere Westfriesche strijders. hun gewonde makkers van het slagveld dragende. Te midden van al die dooden en verminkten, zweeft als een enkele, maar schitterende lichtstraal, als een troostende engel, de Jonkvrouwe van Harinxhuizen! aan het hoofd harer gezelschapsjuffers en vrouwen uit haar gevolg, van het eene ein de van het slagveld tot het andere. o<m hulp en bijstand te bieden, aan die gewonden, waar helpen nog niet te laat was. En eindelijk ginds in het verschiet, de .vluch tende Graaf met' weinigen der zijnen, nog aan den strijd' ontkomen,, nauwelijks ge noeg oan de lijkwagens te vervoeren, waarop de gesneuvelde Edelen waren geladen, om die achtervolgd door de rouwe aan ganseh Kennemerland. in de Abdij van Egmond te doen begraven. Wel was Schagen een offer geworden van dien strijd, maar een offer voor de vrijheid, en schooner en grooter zou het uit, die pui nen verrijzen. Wel waren bijna alle Scha- gers gesneuveld, en die niet sneuvelden,, af gestreden tot den dood maar de over winning en de dierbare vrijheid waren be vochten, zóó. dat die vrijheid nog meer dan een eeuw bewaard bleef. En welk geslacht der Kennemer Edelen had niet één zijner telgen verloren? Van onderscheidene waren zelfs de laatste telgen, de stamhouders be zweken en zoo in het niet verdwenen. Ge knot en gefnuikt was de hoogmoed der Kennemer Edelen; gestuit en paal en perk was gesteld aan de heerschzucht des Gra ven; hij liet het dappere Westfriesche volk zijn vrijheid en onafhankelijkheid. Fel woedden moordend staal en vuur Op Schagens terpen rel; Maar 't Graaflijk leger was niet meer, Vernietigd week de rest van 't heer: Westfriesland vocht zich vrij, Al was ook 't offer duur. Slechts rookend puin van hout en steen Was Schagens vee te rest: Maar, fier op t offer dot het bracht En dat der dorp'ren heldenkracht, Die vrijheid had gevest. Rees 't schooner dan voorheen. DE PAARDENHANDEL IN VERBAND MET DE BEPALINGEN. In het belang van de boeren. De Voedselcommissaris voor Noordholland schrijft ons: De taxatie-commissie in de provincie Noord-Holland heeft tot op heden op een tiental marktdagen getaxeerd en niet min der geadviseerd. Vooral op de eerste markten zagen wij weinig paarden, maar des te meer nieuws gierigen. zoowel handelaren als boeren- koopers of -verkoopers. En wii werden gedu rig om tekst en uitleg gevraagd), hetgeen overigens zeer begrijpelijk is. Wetten zijn nu eenmaal moeilijk te lezen, worden ook dikwijls niet goed of heelemaal niet gele zen. Het leek mij daarom wel eens goed in een artikeltje de bedoelingen van het Paar1 denbesluit 1941 uiteen te zetten. Waarom is dit Paardenbesluit 1941 uitge vaardigd? Dat zal ik U uitleggen. De prijzen van de paarden zijn in betrekkelijk korten tijd- overdreven hoog opgeloopen. Als we nog eens terugdenken aan September 1939. toen werd er gevorderd voor het Nederlandsche leger en de maximum te besteden prijs was f 700.Dat was voor een goed ge bruikswaard toentertijd een 'beste prijs. Door en na de vordiering zijn de prijzen toen om- hooggegaan, maar niet in buitengewone mate. Maar midden 1940 kregen wii een plotselinge stijging. Toen kocht je voor 900 a 1000 gulden een best paard. Einde 1940 hebben we de voormonsterin gen voor het Duitsche leger gekregen en begin 1941 de definitieve monsteringen. De door de Duitsche overheid vastgestel de prijzen gingen maximaal tot ongeveer f 1300.Die prijzen waren op dat moment werkelijk best te noemen. Maar door de vorderingen ©enerzijds en door het tekort aan motorbrandstof, zoowel in de landbouw en industrie als in het ver keer anderzijds, nam de vraag naar paar den toe en het aanbod af. Niets is natuur lijker dan dat de prijs stijgt. En. we zien dat op andier gebied even zoo, dan komt er tijdelijk als het ware een soor paniekstem ming. Aan het paard, dat je vandaae kocht, kon ie morgen f 100.of meer winnen. Groote maatschappijen en industrieën kochten voor abnormaal hooge priizen paarden. Zii moes ten ze hebben en zijn konden ze ook be talen. Maar uiteindelijk werd het voor de boeren, die paarden voor hun bedrijf noo dig hadden, ondoenlijk. Velen van hen had den hum paarden bii de vorderingen af moeten staan tegen voor dat oogenblik zeer behoorlijken prijs maar. om er een gelijk waardig naard voor terug te koopen. moest er zeker f 400.k f 500.— bijgelegd worden. Fnuikend. Voor een kapitaalkrachtigen hoer was dat geen bezwaar, al is het économisch niet heelemaal juist, maar aangezien verreweg de grootste helft van het aantal boeren in ons land dag en nacht moet vechten voor een redelijk bestaan, was deze prijsstijging voor deze meerderheid funikend. Het Departement van Landbouw en Vis- scherij heeft dat terdege aangevoeld. En als gevolg daarvan, is dit Paardenbesluit 1941 tot stand gekomen. Ik kan er dan ook niet oenoeg den na druk on lennen. dat deze wet ls afqekon- dlgd in het belanq van de boeren. Dat moe ten zij goed begrijpen en daarom moeten zii ook medewerken om van dit besluit de vruchten te plukken. Het is de bedoeling van genoemd Departe ment dat de abnormaal hooge prijzen terug gedrukt worden tot overigens nog zeer be hoorlijke bedragen. Iedereen zal het met mij eens zijn, dat. een tonnrijs van f 1350.waarop de handelaar zelfs nog 10 pet. mag leggen, toch zeker meer dan genoeg is voor het allerbeste ge- bruikspaard in het bedrijf. Deze wet is voor de handelaren een blok aan het been. zacht uitgedrukt Hoewel officieel de handel sinds langen tijd verboden was. werd er officieus toch nog veel handel gedre ven en min of meer oogluikend toe gestaan. De bepalingen waren te dien aanzien nu niet bepaald dui delijk omschreven. Toch was het sinds lang bekend, dat, er voor den paardenhandel een officieele rege ling zou komen met vastgestelde maximumprijzen. En toen eind April 1941 de handel vanuit Den Haag werd verboden, zaten er meerdere handelaren met een stal dure paarden, te duur voor de later bekend gemaakte maximumprijzen. Eigenlijk waren ze toch gewaar schuwd, maar ik kon me best voorstelen, dat de handelaar zijp zaak niet graag stil wil leggen. Aan den anderen kant ben ik er ook van verzekerd, dat er tijdelijk ab normaal veel winst is gemaakt en dat er dus' een zekere reserve moet zijn om deze ..schok" op te vangen. Maar een mensch neemt niet graag ver lies en vandaar dat er op de markten naar verhouding van eertijds nog steeds te kort paarden worden aangeboden voor taxatie. Het beelnlt zeiL Na deze uitvoerige inleiding wil ik U een en ander over het bedoelde Paardenbesluit als zoodanig vertellen. En dan staat er onder meer in artikel I welke paarden er niet onder dit besluit vallen. Vrij van taxatie zijn dus: le „fokpaarden", dat zijn hengsten en merries welke zijn ingeschreven in één der registers van een op grond van de Paarden wet 1939 erkende stamboekvereeniging. Ruinen zijn dus niet vrij. 2e. Renpaarden en harddravers ingeschre ven in de door de Ned. Veehouderij-Centra le aan te wijzen registers van 'de Kon. Ned. Harddraverij- en Renvereeniging te 's-Gra- venhage. 3e. Concoursp>aarden welke zijn ingeschre ven in de registers van de Vereeniging Centraal-Comité voor de Concoursen-hippi- que in Nederland te 's-Gravenhage. 4e. Slachtpaarden voor slachting bestem de paarden, welke ter levering aan de Ne derlandsche Veehouderij Centrale zijn opge geven. 5e. Alle paarden beneden één jaar. Verder staat er in dit artikel nog dat, wanneer iemand een paard wil verkoopen, hij dan een verkoopkaart moet hebben, welke hem door de Landbouw-Crisis-Orga- nisatie op een desbetreffende aanvrage kan worden uitgereikt. Artikel 2 gaat over het koopen. 1. Het koopen van paarden is slechts toe gestaan aan: a. hem, aan wien door of vanwege de L. C. O. een schriftelijke vergunning is ver leend. b. den paardenhandelaar, aan wien door de Ned. Veeh. Centrale een schriftelijke ver gunning is verleend. Wat betreft pt. A. wordt die vergunning tot aankoop slechts uitgereikt in naar haar oordeel daarvoor in aanmerking ko^ mende gevallen. Zij heeft een geldigheids- duur van ten hoogste drie maanden. Dit is momenteel zóó geregeld, dat een kooper op de markt door bemiddeling van de L. C. O. vertegenwoordiger een aankoop-vergun ning kan krijgen als hij daarvoor in aan merking komt. De paardenhandelaar die dus nog geen schriftelijke vergunning bezit mag niet koopen. Maar hij mag ook niet verkoopen omdat hij, zoolang hij de schriftelijke ver gunning niet bezit, geen paardenhandelaar is in den zin der wet. In art. 4, 5, 6 en 7 worden de werkzaam heden van de taxatie-commissie geregeld. In art. 7 is vastgesteld, dat voor het taxeeren van een paard f 10.verschul digd is. Art. 8. Bij aankoop uit den eersten hand mag de tusschen verkooper en kooper over een tè komen prijs niet hooger zijn dan de taxatie-waarde. Met die verkoop uit de eerste hand bedoelt de wet de verkoop door den gebruiken van het paard (dus geen han delaar). De handelaar mag als verkooper hoog stens 10 °/o op de taxatiewaarde leggen. Art. 9. Kooper en verkooper zijn ver plicht zorg: te dragen, dat de tusschen hen overeengekomen priis op de verkoopkaart wordt vermeld en door onderteekening de juistheid) dezer vermelding te staven. Art. 10. De verkooper dient terstond na den verkoop de verkoopkaart aan den koo per af te geven. Art. 11. Hierin wordt gezegd, dat de koo per (niet-handelaar) die een paard heef gekocht, verplicht is binnen drie dagen na tot standkoming van den koop de vergun ning t.ezamen n^et de in zijn bezit gekomen verkoopkaart, in te leveren bij de instan tie. welke hem de vergunning heeft uitge reikt. Voorts is een ieder verplicht een In zijn bezit zijnde vergunning of verkoopkaart binnen drie dagen na afloop van haar gel digheid in te leveren bij de instantie, welke haar heetf uitgereikt. Deze wet is 24 April 1941 in werking ge treden. Dit is zoo in vogelvlucht het voornaamste waar U belang bij hebt. MEDEDEELINGEN VAN DEN PLAN TENZIEKTENKUNDIGEN DIENST. Zoo oogenschijniij'k is het nog wat vroeg om nu reeds te gaan spreken over het dood sproeien van aardappelen. Sommige aardappelen zijn immers nog nauwelijks boven den grond, terwijl men met het rooien der vroege pas begonnen is. Het is echter hiermede zooals het met alle andere zaken is, men zal tijdig moeten zorgen, dat men de benoodigde middelen in huis heeft, In vredestijd was het zoo. dat een enkel telefoontje voldoende was om te zorgen, dat, men het middel den volgenden morgen in huis had. Nu is dat geheel anders. Ook zal men niet zooals in normale tijden, kunnen kiez.en wat men het liefste zou gebruiken. Sommige middelen, o.a. de huitenlandsche. behalve de Duitsche middelen, moeten wor den uitgeschakeld voorzoover ze nog niet in voorraad zijn Het doodspuiten van aardappelen wordit zooals bekend mag worden geacht, uitge voerd om te voorkomen, dat de aardappel ziekte. indien die in he» loof optreedt, zich ook tot de knollen uitbreidt. Natuurlijk ook wordt het doodsproeien eerst dan ge daan. als er zich reeds voldoende knollen aan de planten bevinden. Vooral echter bij de bespoten aardappelen moet het doodsproeien worden uitgevoerd, omdat de bespoten planten als regel langer groen blijven dan de niet bespoten planten. De bespoten aardappelen blijven dus langer aan de infectiekansen blootgesteld dan de niet bespoten. Hieruit volgt dan ook dat het oosstverlies door het. doodsproeien veelal veel kleiner is dan de oogstwinst die men krijgt doordat de bespoten planten langer groen blijven. Enfin, dat, zijn dingen, die de prak tijk veelal wel weet. Ik voeg het hier maar in, om te voorkomen dat men denken zou. dat het doodsproei en in dezen tijd misschien achter wege zou moeten blijven. Ook. of juist in dezen tijd. moet men dus op tijd doodsproeien. In andere la ren gebruikt men met het meeste succes voor het dooden van aardap pelen kalkstikstof. dat over het ge was gestrooid wordt in hoeveelheden van 200 tot 300 kg. per ha. Hiervoor gebruikt men speciaal ongeoliede kalkstikstof. Uitstrooien op het dauwnatte gewas geef het meeste voldoenig. Met dit goedje, dat erg stuift, moet men er erg aan denken, dat het overstuivende goedje geen schade doet aan aangrenzende ak kers. Het daarop staande- gewas gaat som& oo-k dood. Men moet dus rekening houden met de windrich ting. maar een geluk is het. dat het in den vroegen morgen veelal wind stil is. Onde kleeren aan! Voor het uitstrooien moet men speciaal oude kleeren aantrekken en na het werk moet men zich goed wasschen, terwijl het soms wel aan te beveleh is, dat men het gelaat en de armen in olie smeert. (Waar halen wii nu echter olie vandaan). Enfin, voor die vraagstukken zullen wij dit jaar misschien wel niet komen te staan, omdat er zeer weinig kalkstikstof is. Wij zullen dus wellicht onze toevlucht moeten nemen tot andere middelen. Kalkstikstof kan b.v. ook op de aardappelen gespoten worden in een oplossing van 6 pet Men heeft dan slechts pl.m. 60 kg. per ha. noo dig. Weliswaar geeft deze methode gemakke lijk aanleiding tot het verstoppen der sproeiers en soms ook lijden de sproei- werktuigen van kalkstikstof maar tenslotte zijn die dingen wel te overkomen bij het gebruik van goede zeven en als men veel moet sproeien moet men misschien een nieuwe verstuiver op de rekening zetten, maar dat is niet zoo erg als zieke knollen. Na het gebruik moet de sproeier goed Met reuzenstappen gaat de tij# De wijde wereld door, We blijven nauw'lijks in den pa», Al volgen we zijn spoor. Hij wacht niet en hij kijkt niet om, Maar gaat zijn eigen gang, En i» de weg, die vóór on» ligt, Nu eigenlijk kort of lang? Voor velen zijn z'n stappen vaalt Een beetje Al te groot, En wie geen sterke beenen heeft, Komt vaak in ademnood. Er is totaal geen pleisterplaats, Waar even wordt gerust, En dat we monter moeten rijn, DAArvan zijn w' ons bewust- De geestkracht spreekt 'n woordje me*, En daag'Hjksch overleg, Waar maar de wil aanwezig is, Is overal een wegl Dat is alreeds vanouds bekend, Houdt dit beginsel vast Daar het op eiken levensweg Voor alle tijden past! „Niet achterblijven" is de leus, Op dezen wereldtocht, Niet neer gaan zitten, heel alleen, In d' een of and're bocht, Want vóór ge 't weet, en goed beseft, Wat waarlijk 't leven bood, Is tusschen U en vader Tijd De afstand veel te groot! O, tijd, die met Uw xwaren stap Door de historie gaat, En eiken dag maar weer opnieuw Zoo weinig rusten laat Doe ons, bij alles wat ge brengt, Dit gróóto ook verstaan: Leer ons, als d' eigen geestkracht groeit Om hen, die zwak zijn en vermoeid, In stilte bij te staan!! KROES (Nadruk verboden.) Juni 1941. Rollen niet vrij. Meerdere malen wordt aan de taxatie- commissie gevraagd of ruilen vrii is. Dit ia niet zoo. Ruilen is te beschouwen als koo pen en als twee personen willen ruilen dienen zij hun paarden evengoed voor de taxatie-commdssde te brengen. Alvorens te eindigen wil ik er nog eena uitdrukkelijk op wijzen dat dit Paarden besluit 1941 geboren is uit de weloverwogen' gedachten de boeren te helpen. Maar dan moe»t gij boeren ook Uw erkentelijkheid toonen en niet boven de maximumprijzen betalen. Niet de maximumprijs 10 pet. voor het verlangde paard en daarboven f 250. voor een nuchter kalf of f 200.— voor het halstertouwtje. Deze wet kan alleen effect opleveren als de belanghebbenden ten volle mediewerken. Daarnaast is een intensieve controle pp één en ander, helaas onontbeer lijk. in vollen gang. worden schoongemaakt maar dat geldt voor alle andere hierna te noemen stoffen. Een voordeel va* het gebruik van kalk stikstof is natuurlijk ook nog, dat een even- tueele nateelt profijt trekt van de stikstof die deze stof bevat. De andere middelen, die voor het dooden van aardappelen gebruikt worden bevat ten kopersulfaat of natriumchloraat terwijl er ook verschillende zijn waarvan de sa menstelling geheim is. Toch zal men moe ten weten, wat het werkzame bestanddeel is omdat die middelen, die natriumchloraat bevatten af te raden zijn. In de eerste plaats omdat ze een zeer lange nawerking hebben zoodat men bij een nateelt deze stoffen niet gebruiken kan Verleden jaar heb ik een proefje met een van die middelen genomen en het re sultaat was. dat het na pl.m. 8 weken nog niet mogelijk was om iets op dien grond te verbouwen. Bovendien hebben die mid delen een ongunstigen invloed op de struk- tuur van den grond, hetgeen vooral bij zwaardere gronden van veel belang is. De middelen, die men niet kan gebrui ken zijn o.a. Aseptazout, Alacide, Formit, Hedit, Occysol, Onkruid-ex, Webo, Para- plant, Penetrall, Toxyl, Exter, Zenco eet. etc. Intusschen zijn er vermoedelijk nog wel bijgekomen. Deze middelen kan men alleen gebruiken op paden en straten, goedkoop maar vermoedelijk weer niet vcidoende te krijgen is kopersulfaat in een oplossing van 5 pret. Die heeft niet zulk een langdu rige nawerking Andere stoffen zijn Raphanit, Jebonine en Sinox (dat van den lateren tijd is.) Deze fabrieksmiddelen moeten strikt vol gens de bijgevoegde gebruiksaanwijzing worden gebruikt. Ook Germanit, dat in poe- dervorm wordt verkocht is bruikbaar ter wijl van Raphanit eveneens een poeder- vorm geleverd wordt Zoo ziet men, dat er nog middelen genoeg over blijven, ook al zou er geen kalkstik stof te krijgen zijn. Men wachtte niet met het toedienen tot dat het geiwas te erg door de ziekte is aan getast. Natuurlijk kan men deze middelen ten slotte ook gebruiken als men last heeft van een of andere virusziekte en men voorko men wil, dat die ziekte tenslotte ook in de knollen aanlandt. Vragen over die enandere plantenziek- tenkundige onderwerpen worden gratis be antwoord. Van Herwijnen, St. Pancras.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1941 | | pagina 10