De visscherij
N1PPER EN PELLE
Schoenen voor
sigaretten
HET RAADSEL
AAN BOORD
Radioprogramma
in dienst van
onze volksvoeding
VELE PROBLEMEN, MAAR OOK
VELE PERSPECTIEVEN.
Wel wordt de visch duur be
taald, dooh den zeeman komt
een goed loon toe.
's-Gravenhafte. 6 Juili. In de
zen tijd van voedselschaarste rijst
onwillekeurig de vraag, in hoever
ons aloude visscherijbedrijf en don
in hoofd'zaak de zeevisscherij, kan
bijdragen aan een behoorlijke voe
ding van het Nederlandsche volk.
Wij hebben ten deze ons licht eens
te bevoejyder plaatse opgestoken en
zijn direct al tot de conclusie geko
men, dat het aandeel van de zee
visscherij in onze volksvoeding in
dezen tijd maar betrekkelijk be
scheiden kan zijn. Van Duitsche zij
de is aller medewerking verleend
om de visscherij althans op beperk
te schaal te kunnen uitvoeren. Op
het oogenblik wordt slechts van IJ-
«nuiden en Scheveningen uitgevaren.
Scheveningen houdt zich alleen be
zig met de kustvisscherij bij dag.
De scheepjes moeten 's avonds vóór
donker weer terug zijn.
Wie de vischberichten volgt zal bemerkt heb
ben. dat de aanvoer in IJmuiden den laat-
6ten tijd steeds stijgende is, hetgeen natuur
lijk verblijdend mag worden genoemd. Men
moet hierbij echter twee factoren in 't oog
houden. In de eerste plaats kent dit bedrijf
altijd op- en neergang en wordt bij gunstig
weer meer meer gevangen dan andere Bo
vendien zijn min of meer groote schomme
lingen te verwachten door de zeer bijzon
dere omstandigheden, waaronder het be
drijf thans wordt uitgevoerd. In de tweede
plaats bedenke men. dat de grootere vangst
van den laatsten tijd niet van beteekenenden
invloed is op het voedselvraagstuk. Om dat
goed te zien. moet men de aanvoercijfers
laten spieken. In April j.l. was de aanvoer
500.000 Kg.-In Mei was hij opgeloopen tot
900.000 Kg. en in Juni bedroeg de aanvoer
reeds 1.300.000 Kg. Dit beteekent weliswaar
procentueel een aanmerkelijke stijging, die
mede te danken.is aan het feit, dat er een
aantal schepen is bijgekomen, al ziin in deze
cijfers ook seizoeninvloeden verdisconteerd.
Bedekt men nu. dat de normale aanvoer 3
miMioen Kg. per maand was en dat de
vraag in verband met de schaarste aan an
dere voedingsmiddelen, veel grooter is. dan
blijkt wel. dat de aanvoer nog van betrek
kelijk bescheiden omvang is. Ongeveer 1/7
van hetgeen aan de Nederlandsche markt
kwam ging naar het buitenland. Nu heeft
er in 't geheel geen uitvoer plaats en des
ondanks zijn wij ver verwijderd van de. nor
male binnenlandsche consumptie van 4 Kg.
per jaar per hoofd.
Op het oogenblik overweegt men van het
geen wordt aangevoerd een grooter gedeelte
te verzenden naar bepaalde gebruiksgebie-
den. Dit zouden dan in hoofdzaak zijn de
groote steden en fabriekscentra.
Daarbij gaat men uit van den ge-
dachtengang. dat de visch geleid
mpet worden naar de afzetgebieden
in Nederland, waar er met het oog
op de voedselpositie, samenstelling
der bevolking, enz., het meest be
hoefte aan bijvoeding met visch be
staat. Deze maatregelen acht men
beter om een behoorlijke afzetorga
nisatie te verkrijgen. Het gaat hier
echter in hoofdzaak om de zooge
naamde volksvisch, waaronder in de
huidige omstandigheden moet wor
den verstaan: kleine schol,
kleine schar en kleine wijting,
een gelukkige omstandigheid, dat
deze volksvisch een zeer belangrijk
percentage uitmaakt van den totalen
uitvoer.
Prijzen hoog.
De prijzen van de visch blijven nog steeds
te hoog. Het is zoo, dat wie goed bij kas
Is. visch kan eten. Wel wordt er tegen
woordig veel zeer kleine visch aangevoerd,
zoogenaamd puf. welke vroeger naar de
243.
Ook ©en soort watersport!
1. „Wat liggen jullie hier,
waarom zjjn jullie de zee
opgegaan? Kom gauw bij
ons aan boord en ga met
ons mee!"
2. En daar gaan ze, met volle
zeilen, ze zijn 'andermaal
gered...
De .©is ls ten einde.
Na een tocht van verschei
dene weken is de schoener
eindelijk het zicht van de
vaderlandse kust gekomen.
„Nu, Schipper, wij danken
U nogmaals hartelijk, dat U
ons op Uw boot hebt willen
nemen. We verwachten nu,
dat U als dank daarvoor
ons woonschip wel van ons
wilt aannemen. Dan kunt U
dat Zondags als pleziervaar
tuig gebruiken...!"
vischmeelfabrieken vèrzonden werd. Te
dien aanzien heeft echter een verschuiving
plaats gehad en bij gebrek aan grooter for
maat kan deze kleine soort als uitstekend
volksvoedsel dienst doen. Nu is het een
groot sociaal belang, dat allerlei kringen,
welke zich geen normale visch kunnen aan
schaffen, die kleine soorten ook inderdaad
kunnen koopen. Dit is' nu niet het geval.
Hierbij speelt ook het olievraagstuk een rol,
want deze kleine visch leent zich er meer
toe om gebakken geconsumeerd te worden.
Door het vaststellen van maximumprijzen
voor deze volksvisch zal hier misschien een
oplossing kunnen worden gevonden.
Natuurlijk brengt de visch door de groote
schaarschte hooge prijzen op. Deze omstan
digheid brengt een hoogere besomming per
schip mede, hetgeen weder tot resultaat
heeft, dat de bemanning een goed loon naar
huis brengt. Het is een gunstig verschijnsel,
dat de bemanning van deze hooge prijzen
profiteert en hiermede zal wat de visch-
prijzen betreft terdege rekening moeten
worden gehouden.
De gemeenschap toch heeft de plicht, deze
mensehen, dde thans onder gevaarlijke .om
standigheden hun beroep uitoefenen, een be"
hoorlijke belooning te geven.
Uit bovenstaande volgt reeds, dat de zee-
vischerij in de huidige oorlogsomstandig
heden onder de moeilijkste voorwaarden
wordt uitgeoefend. De allergrootste moei
lijkheid, waarmede men te kampen heeft,
is wel het gebrek aan stookolie. Garon
voor het vervaardigen en repareeren van de
netten is ook schaarsch. Hiervoor werd ma
nilla gebruikt, dat moest worden ingevoerd.
Wel is men bezig met het zoeken naar ver
vangingsproducten. oxn. sisal, katoen en
vlas. In hoeverre deze producten voldoen en
vervangingsmogelijkheden bieden, zal nog
moeten blijken.
Men boude in het oog, dat men in dezen
tijd het een geluk mag achten, dat onze vis-
schers ten minste het zeegat uit kunnen.
Daarbij komt nog iets: de visohstand wordt
gespaard. Hieraan hebben we nu niets, maar
het opent perspectieven voor de toekomst.
Paard ontvreemd
In den nacht van 3 op 4 Juli j.l. werd uit
een weide te Zunderdorp een paardi ont
vreemd:
Signalement: 18 jaar. merrie, groot, bruin,
lichter bruin in de flanken, kleine bles, één
der achtervoeten wit; het dier luistert naar
den naam van „Rus".
De commissaris van politie te Amsterdam,
waarnemende de le .sectie, verzoekt hun.
die hieromtrent inlichtingen kunnen ver
strekken. zich te wenden tot het politie
bureau Adelaarsweg 66. Amsterdam-Noord.
Italiaansch weermachtbericht
AANVALLEN OP TOBROEK GAAN VOORT.
Rome, 7 Juli (Stefani). Weermachts-
bericht no. 397 luidt als volgt:
In Noord-Afrika heeft de Italiaansche ar-
tilerie detachementen infanterie en pantser
wagens van den vijand aan hel front van
Tobrock bestookt. Italiaansch Diutsclie lucht
formaties hebben duikaanvallen gericht op
vijandelijke batterijen en stellingen der
sterkte en andere toestellen hebl>cn concen
traties van gemotoriseerde strijdmiddelen
ten Zuidwesten van Sidi el Barrani gebom
bardeerd. De vijand heeft een nachtelijkcn
aanval gedaan op Benghasi.
In Oost-Afrika wordt levendige bedrijvig
heid der artillerie gemeld in den sector
van Woltsjefit in Gondar.
Gistermiddag heeft de vijandelijke lucht
macht een aanval gedaan op Palermo:
eenigc schade aan de haven, drie dooden
en een twintigtal gewonden onder de bur
gerbevolking.
SOVJET-OFFICIEREN LOOPEN
BARREVOETS.
Vreemde ervaringen in een
krijgsgevangenkamp.
Stockholm, 7 Juli (D.N.B.) Een cor
respondent van het Zweedsche blad „Stock
holm Tidningen" schrijft over het, bezoek
aan een krijgsgevangenkamp in de nabij
heid van Jaroslaw, waar hij soldaten van
hèt Sovjetdeger heeft aangetroffen, die zon
der oenigc militaire opleiding door de
machthebbers in het Kremlin naar het front
waren gezonden. In het reusachtige kamp,
dat plaats bood aan 50.000 bolsjewistische
gevangenen, waren ook Sowjet-officieren
ondergebracht, Wonderlijke types", zoo
schrijft de verslaggever, die voortgaat: „In
West-Europa is het begrip officier steeds
onafscheidelijk verbonden met elegantie,
troede houding en een beschaafd uiterlijk.
Deze mannen daarentegen zien er jammer
lijk uit. Aan hun uniformen zit niets,
dat hen onderscheidt van den gewonen sol
daat. Hun rangteekens hadden zij n.1. van
hun unifoi'men verwijderd. Zij bezitten
niets anders dan wat zij op' hét lichaam
dragen, velen hunner hebben zelfs geen
schoenen." Op de vraag, waarom hij zon
der schoenen liep, antwoordde een der offi
cieren, dat hij zijn schoenen had verkocht,
om cigaretten te krijgen, aangezien hij ei-
anders geen geld voor had. Schoenen inte
resseerden hem veel minder.
De Zweedsche correspondent schrijft ver
der over de bonte volksmengeling van de
in hel kamp ondergebrachte gevangenen.
De Oekraïners waren in de meerderheid.
Zij toonden géén bijzondere voorliefde voor
de Sovjets. De in het kamp aanwezige Azia
ten behoorden tot de meest verschillende
'volkeren. Mongolen van allerlei nuances,
Kalmukken. Kirgiezen en Oeslieken, Noma
den van de IJszee in het Noorden tot aan
de lv^st van de Kaspische' Zee in het Zui
den. Over het algemeen hadden alle gevan
genen iets tegen Stalin. Een Oekraïner riep
uit: „Waarom laten jelui ons niet los. dan
kunnen we jelui helpen de Sowjets te ver
jagen".
Op de vraag, of zij ooit Stalin hadden ge
zien. antwoordde een der Bolsjewistische
gevangenen, dat hij alleen portretten van
Stalin kende, omdat Stalin zich aan het
volk niet durfde vertoonen. Alle gevange
nen, aldus de Zweedsche correspondent,
schijnen een vragende houding te hebben
tegenover het heden. Zij weten niet precies
waarvoor zij streden. Zij waren geen com
munisten. Zij hadden geen goede militaire
opleiding gekregen. Zij hadden er geen idee
van. wat een moderne oorlog eigenlijk is.
Op de vraag, of zij lid waren van -de com
munistische jeugdorganisatie, antwoordde
de meest, welbespraakte jongeman: „Neen,
wij willen kalm leven en met'rust worden
gelaten". De overigen stemden in met deze
verklaring. Geen hunner achtte het nood'ig
zich openlijk solidair te verklaren met het
bolsjewistische regime.
WOENSDAG 9 JULI 1941
Hilversum I. 413.5 m.
6.45 Gramofoonmuziek.
6.50 Ochtendgymnastiek.
7.00 Gramofoonmuziek.
7.45 Ochtendgymnastiek.
8.00 BNO: Nieuwsbericnten.
8.15 Gramofoonmuziek (9.159.20 Voor de
huisvrouw).
10.00 Het Sylvestre-trio en gramofoonmuz.
11.00 Voor de kleuters.
11.20 Omroeporkest.
12.00 Orgelspel en zang.
12.25 Voor den boer.
12.40 Almanak.
12.45 BNO: Nieuws- en economische bericht.
1.00 Het Stedelijk orkest van Maastricht en
solist.
2.15 Amabile-sextet.
3.00 Voor de vrouw.
3.20 Fluit en piano.
4.00 Bijbellezing (Voorbereid door de Christ,
Radio-Stichting
4.20 Voor de jeugd.
5.00 Gramofoonmuziek.
5.15 BNO: Nieuws-, economische en beur»»
berichten.
5.30 Voor de jeugd.
5.45 Ensemble Bandi Balogh.
6.15 Voor de binnenschippers.
6.30 De Ramblers.
7.00 BNO: Economische vragen van den dag.
7.15 Voor de kleuters.
7.25 Gramofoonmuziek.
7.30 Volkszang met pianobegeleiding.
8.00. BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Spiegel van den dag.
8.30 Cabaretprogramma.
9.30 Berichten (Engelsch).
9.45 BNO: Nieuwsberichten.
10.0010.15 BNO: Engelsche uitzending:"The
Dutch achievements in the Netherlands In-
dies".
Hilversum n. 301.5 m.
6.45 Gramofoonmuziek.
6.50 'Ochtendgymnastiek.
7.00 Gramofoonmuziek.
7.45 Ochtendgymnastiek.
8.00 BNO- Nieuwsberichten.
8.15 Cramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding (voorbereid door het Vrij*.
Prot. Kerkcomité).
10.20 Gramofoonmuziek.
10.40 Declamatie.
11.00 Zang met pianobegeleiding en gramo
foonmuziek.
11.30 Gramofoonmuziek.
12.00 Berichten.
12.15 Klaas van Beeck en zijn orkest.
12.45 BNO: Nieuws- en economische bericht.
1.00 Amusementsorkest en soliste, afgewisseld
door zang met pianobegeleiding.
2.15 Voor de jeugd.
2.30 Gramofoonmuziek.
4.00 Zang, clavecimbel, piano en gramofoon
muziek.
4.45 Gramofoonmuziek.
5.00 Cyclus „Het religieuze karakter van ona
volk" (voorbereid door het Vrjjz. Prot.
kerkcomité)
5.15 BNO: Nieuws-, economische en beurs
berichten.
5.30 Omroeporkest en solist.
6.00 Gramofoonmuziek.
6.15 Orgelspel.
6.45 Reportage.
7.00 BNO: Brabantsch praatje.
7.15 Gramofoonmuziek (7.307.45 „Volksge
zondheid: De schoolarts", lezing).
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Residentie-orkest en solist.
8.55 Cyclus „Banden met Vlaanderenland".
9.10 Gramofoonmuziek.
9.45 BND: Nieuwsberichten.
10.00 Dagsluiting (voorbereid door de Christ.
Radio-Stichting).
10.0510.15 Gramofoonmuziek.
Feuilleto'
dooi
Philips Oppenheim
13
Intusschen was de raceboot bjj de kanon
neerboot gekomen. De trap werd niet dade
lijk neergelaten. In een fraai flanellen strand-
costuum beklom Louise de treden. Een offi
cier stond bjj de valreep. Hij salueerde, maar
versperde den toegang tot het dek.
ardon, madame, maar bezoekers wor
den niet dan na voorafgaand overleg toege
laten, zei hfl.
Uw commandant zal mij zeker ontvan
gen. De zaak is dringend.
Uw naam, madame? vroeg de officier.
Ik ben Prinses de Fantany, maar mijn
naam doet niet ter zake. Ik kom met een
boodschap van den persoon, dien uw com
mandant hier zou ontmoeten, en er is groote
haast bjj.
De officier salueerde en bracht rapport
uit aan zijn commandant. Deze verscheen
bijna dadelijk. Zijn houding was niet bepaald
welwillend.
Ik ken u natuurlijk van naam, prinses,
zei hij, maar u heeft van mijn luitenant
gehoord, dat wij geen bezoeken ontvangen.
ja, antwoordde zij. Luister echter. U
is hier niet gekomen op bevel van den Admi
raal in Toulon, maar op verzoek van den
Chef van den Franschen Veiligheidsdienst-
Ik ben de vertrouwelinge van den Generaal
Perissol, wat hij u bevestigen zal. zoodra u
hem ontmoet. Hier is nog een minister -aan
wezig Qie van Buitenlandsche Zaken. Ik
vermoed, dat u instructies heeft, om de reden
van uw komst aan niemand dan Generaal
Perissol te openbaren.
Het is waar, dat uij eenige geheimhou
ding opgelegd is, antwoordde de commandant
eenigszins verbijsterd. Eén ding is zeker
ik moet mij hier ter beschikking houden
van den Chef van den Veiligheidsdienst.
Volg dan deze aanwijzingen, die in den
loop van den morgen door dien Chef beves
tigd zullen worden. U is hier om peilingen te
verrichten en daarover aan het Ministerie
van Marine rapport uit te brengen. Een der
gelijke opdracht ir voor oorlogsschepen van
dit type niets Lizonders.
De barkas lag naast de „Zwarte Adelaar"
tot vertrek gereed, en reeds daalde Mermillon
de trap af. De -ïouding en de stem van Louise
werden opeens gejaagd.
Geloof mij, dat het hier een hoogst ge
wichtige zaak geldt, ging ij voort. Ik
vraag u niet mij op jnijn wc -d te gelooven.
U erkent dat u hier is p verzoek van Gene
raal Perissol de gewichtigste persoon in
Frankrijk en tegenover ieder ander over-
uw opdracht moet zwijgen. Ik vraag u alleen,
dat te bedenken. De generaal heeft uw dien
sten bitter noodig. maar zonder geheimhou
ding zouden die nutteloos zijn.
Heeft de generaal u raar mij toegezon
den, prinses? vroeg de ander.
Neen, omdat hij er den tijd niet voor
had, antwoordde zij. De kwestie is, dat u
gekomen is, een etmaal voor u verwacht
werd. Ik ben toevallig eenigszins bekend met
den toestand. Ik zag u aankomen en haastte
mij om u onder het oog te brengen, dat u
alleen van Generaal Perissol bevelen heeft
aan te nemen en dat niemand anders weten
mag, dat u op zijn verzoek hier is.
„Dat is volkomen in overeenstemming met
mijn instructies, prinses, gaf.de commandant
toe, na even nagedacht te hebben. Ik zal
mij aan uw wenk houden. Ik .geef u nogmaals
mijn leedwezen te kennen, dat ik u zonder
verlof van Generaal Perissol niet 'aan boord
mag toelaten."
Zij lachte hem vroolijk uit. Ik voel niet
den minsten lust daartoe, antwoordde zij.
Ik heb alles gedaan, wat ik wenschte.
Waarschijnlijk zult u later bezoek krijgen
van mijn vrienden in het kasteel. De Markies
de Montelimar heeft twee zoons bij de Marine.
Frangois dient op een van onze torpedo
jagers in Toulon, zei de commandant, die
eindelijk ontdooide. Alsdan zal het ons een
groot genoegen zijn u te ontmoeten, prinses.
Het knallen van de naderende motorboot
dreef haar op de vlucht, en haar raceboot
school als een pijl door de golfjes. De com
mandant bleef zijn bezoekers afwachten op
de plaats waar hij stond. De generaal kwam
het eerst aan dek. 'Mermillon zag met een
lichten frons naar de zich verwijderende
raceboot, die een lange streep wit zog achter
zich liet.
Mag ik u naar de reden van uw bezoek
vragen, heeren? vroeg de commandant.
Zeker commandant, nam Mermillon het
woord. Het zal u voldoende zijn. Indien ik
onze namen noem. Ik ben Edouard Mermil
lon, en, zooals u wel weten zult, kabinets
minister. Mijn metgezel is Generaal Perissol.
die de nieuwe functie van Chef van den
Veiligheidsdienst in geheel Frankrijk be
kleedt. Hij is tevens portefeuille-minister.
De commandant ging opzij. De andere offi
cieren salueerden. De weg whs gebaand.
Zij begaven zich naar de commandantshut,
waar de honneurs waargenomen werden en
Mermillon het gesprek opende:
Het bevreemdt ons eenigszins, waarom
een oorlogsschip als het uwe, zonder eenig
konvooi, in deze baai geankerd is.
Het bleef een oogenblik stil. De stem van
Mermillon had niets dan louter nieuwsgie
righeid te kennen gegeven.. Perissol stond op
den achtergrond een ijzige en zwijgende
gestalte. Hij Tvas in een ongunstige positie
geplaatst. Hij overlegde wat te doen, indien,
de zaak verkeerd dep. Het antwoord van den
commandant nam hem echter een last van
de schouders.
Het zal u bekend zijn, monsieur, dat
onze reglementen verbieden om inlichtingen
aan onbekenden te verstrekken, zei hij,
maar een minister maakt natuurlijk een
uitzondering. Ik ben door den admiraal in
Toulon hierheen gezonden, om bij verschil
lende getijen peilingen in deze baai te ver
richten.
Ik moet eerlijk bekennen, antwoordde
Mermillon, dat zooiets nooit bij mij op
gekomen zou zijn. Ik zou eerder aan alles
denken, dan aan dat. Intusschen, nu u zoo
buitengewoon vriendelijk geweest is, durf ik
het wagen u een vraag te stellen: heeft u
een paar minuten geleden het bezoek van
een dame gehad, of heb ik het mij verbeeld?
Ik heb aar niet ontvangen, monsieur,
luidde het antwoord gevat. Het zou vol
komen met de reglementen in strijd geweest
zjjn.
Had zij nog den tijd om u de reden van
haar bezoek te zeggen? hield Mermillon aan.
Z(j vertelde mij, dat zij in het kasteel
verbleef, welks eigenaar de Markies de
Montelimar twee zoons bij onze marine
heeft, beiden bjj ons smaldeel. Zjj kwam mjj
de gastvrijhefd van haar vrienden aanbieden,
maar ik antwoordde, dat daarvan eerst
sprake kon zijn, nadat ons werk afgélooo-
pen is.
Mermillon stond op. Ik ben u zeer ver
plicht, commandant, voor de bereidwillige
beantwoording van mjjn vraag. Uw schip, zie
ik. is de „Fidélité". En hoe is uw naam
Commandant Bérard, om u te dienen,
monsieur.
Mermillon stak znij hand uit. Wij zullen
u geen oogenblik langer ophouden. Denkt u
hier lang werkzaam te zjjn?
Ongeveer een week, schat ik. Ik zal den
admiraal dagelijks telefoneeren. Hij zal mjj
zeggen of de resultaten belangrijk genoeg
zijn om de werkzaamheden voort te zetten.
Indien u lust heeft, en u heeft den tijd,
zal ik u met genoegen aan boord van mjjn
jacht ontvangen. Wij liggen ginds, en Mer
millon wees.
Ik zal mjj zeker van dien aangenamen
plicht kwijten, antwoordde de zeeofficier.
Op de terugvaart liet Mermillon zijn vin
gers door het water glijden.
Ik geloof, dat ik tegenover dien jongen
man nogal een zot figuur geslagen heb,
merkte hij peinzend op.
Perissol, die zijn onverschillige houding
niet had laten varen, antwoordde hem: Uw
vragen waren volkomen correct. Ik weet
alleen niet, welke antwoorden u verwacht had
te zullen krijgen. Het in kaart brengen van de
waterstrook langs de kusten behoort volko
men tot de taak van de Marine.
(Wordt vervolgd.)