De aanval
op Iran
N1PPER EN PELLE
Amor
Verklaring van de
Iraansche regeering
„Er is nog een
mogelijkheid"
Radioprogramma
in het kippenhok
j door P.G. Wodehouse 1
DE DUITSCHE PERS NOEMT DE OVER
VAL EEN „OPENLIJKE SCHENDING
VAN DE NEUTRALITEIT MET GE
BRUIKMAKING VAN EEN LEU
GENACHTIG VOORWEND
SEL".
Tunis. 26 Aug. (D.N.B.) Radio-Teheran
publiceerde gisteren het volgende:
De Iraansche regeering betreurt
het het volk te moeten mededeelen,
dat de Britsche gezant en de Sowjet
ambassadeur ondanks het naar Lon
den. resp. naar Moskou gezonden
antwoord'van de Iraansche regeering
op de demarches van beide landen,
den Iraanschen minister van buiten-
landsche zaken Maandagochtend
vroeg om vier uur het besluit van
hun regeeringen hebben medege
deeld om militairé maatregelen te
gen Iran te nemen. Op hetzelfde
oogenblik hebben de Sowjettroepen
en de Britsche troepen de Iraansche
grens overschreden. De Sowjets ruk
ten Aserbeidsjan in een zone bin
nen welke als niet militair gebied
beschouwd wordt. Gemotoriseerde
troepen van de Engelschen hebben
de Iraansche grens bij Kasrchirin
van Khanakin komend overschreden
De Britsche vloot heeft de haven en
het kopstation van den Trans-Iraan-
schen spoorweg Sjapoer en de haven
van Kronsar in de Perzische Golf
beschoten, waarbij schade is ont
staan.
Het Britsche luchtwapen heeft een
aanval ondernomen op Teheran.
De Duitsche pers staat geheel en al onder
den indruk van de gebeurtenissen in ,Iran,
die door de bladen met de scherpste woor
den als een Britsch-Bolsjewistische overval,
als een „openlijke schending van de neu
traliteit met gebruikmaking van een leu
genachtig voorwendsel" worden geken
schetst. aldus een D.N.B. bericht uit Berlijn.
Onder het opschrift „de een na den an
der" wijdt de Deutsche Diplomatisch-Poli-
tische Korrespondenz een artikel aan het
binnenrukken van Britsche en Sovjet-strijd
krachten in Iran.
Voor alle volken wordt weer eens gedemon
streerd, van welke zijde voortdurende be
dreigingen, afpersing en tenslotte overwel
diging en ovejval te wachten zijn, aldus de
„Diplo". Churchill beschouwt het als het
eerste doel van zijn politiek, den oorlog uit
te breiden en andere volken tot deelneming
aan den strijd te bewegen. Hij waagt het
juist op het oogenblik waarop bij weer een
slachtoffer overvalt, behalve de Vereenigde
Staten ook nog Zweden en Turkije, ja zelfs
Spanje voor Duitsche aanvallen te waar
schuwen. Terwijl hij andere landen aan het
bolsjewisme overlevert, durft hij met een
toespeling op Duitschland te zeggen, dat
Europa wordt vertrapt, dat geheele streken
uitgeroeid en aan honger en ziekte blootge
steld worden. Men heeft van Engelsche zij
de niets achterwege gelaten om de burger
bevolking, bijvoorbeeld die van Warschau,
tot tegenstand aan te zetten, ofschoon de ge
volgen duidelijk te voorzien waren. Enge
land heeft zijn bondgenooten uit alle macht
geruineerd, ook door de onmcnschelijke blok
kade. Dit blijkt ook uit Churchill's oproep
aan de bevolking van het bezette gebied,
waarin hij zeide. dat zij haar „beproevingen
en lijden moet dragen". Het hoogtepunt van
die cynische gezindheid is de laaghartige
overval op Iran. Churchill heeft openlijk be
kend gemakt, dat het Engelsche volk met
het Amerikaansche als het „heerenras" aan-
321. Fatty blijft op het droge.
1. „Je krijgt me zover niet, om
nog eens een duik te nemen
naar al die doodshoofden
daar op de bodem van de
rivier! Ik kijk wel uit! Ik
blijf hier. Je weet, een kapi
tein laat zijn schip niet in
de steek!"
2. De meteoorsteen wordt
„geboeid"!
322. Fatty krijgt een
helder ogenblik.
1. „Aha, nou snap ik het! Jul
lie willen de meteoorsteen
een soort zwemvest aan
trekken!!"
2. „Vooruit! Aan de slag!!"
spraak maakt op ontwapening der „schul
dige" volken, terwijl Engeland en de Ver
eenigde Staten beschermd zullen blijven.
Wat dit op zijn Angelsaksisch beteekent, zal
ieder duidelijk zien. die het Britsche impe
rialisme kent.
De een na den ander, aldus vervolgt de
Diplo, dat is het doel, dat Churchill en ze
ker ook Roosëvelt zich gesteld hebben, voor
den oorlog en ook voor de latere orde, naar
Angelsakssch recept.
Dit alles geschiedt, zooals Churchill er las
terend aan toevoegt, in den naam van den
Allerhoogste, en hij deinst er niet voor terug
degenen, die aan de zijde van Engeland
strijden, dus ook de legers van het godlooze
Sovjetregime, tot de „christelijke soldaten"
te rekenen. Churchill, de man. die dezen
oorlog gewild heeft, die wil offeren, had zich
niet meer bloot kunnen geven.
De Voelkische Beobachter ontmaskert aan
de hand van documenten de Britsch-Bolsje
wistische politiek, volgens welke aan den
eenen kant de huidige overval op Iran
reeds sinds lang tot het oorlogsprogram
van Engeland in het Nabije Oosten behoort
en wakruit aan den anderen kant duidelijk
blijkt, dat het verdrag van 26 Februari 1921
tusschen de Sowjet-Unie en Iran, dat thans
als voorwendsel voor een bolsjewistische be
zetting dient, oorspronkelijk gericht was te
gen de imperialistische doelstellingen van
Engeland, wiens pogingen om via Perzië ac
ties te ondernemen tegen de Sowjet-Unie,
hierdoor verhinderd moesten worden.
Naar de Voelkische Beobachter schrijft,
was het de Britten en de Bolsjewisten niet
te doen om het handjevol Duitschers.. dat
in Iran de „vijfde colonne" zou hebben ge
vormd. doch om de vorming van een land-
brug tusschen het Nabije Oosten en de Sow
jet gebieden in den Kaukasus. Vervolgens
wijst het blad erop, dat na de worging van
Irak en Syrië thans de derde aanslag op
de vrijheid en het eigen leven in het Nabije
Oosten is gepleegd., Het omlaaghalen van de
ze volken tot den rang van Britsche uitbui
tingskoloniën is een belangrijk oorlogsdoel
der Britten.
Andere persstemmen.
De Japansche pers noemt den aanval op
Iran een actie van duidelijk aggressief ka
rakter.
De Italiaansche pers spreekt van den mis-
dadigen aanval van Engeland en de Sow
jet Unie op Iran. De Popoio di Roma vraagt
ironisch, of het Iraansche volk Engeland
en de Sowjet Unie misschien gevraagd heeft
het land te willen beschermen tegen de 690
Duitschers en 310 Italianen, die er zich ge
vestigd hebben.
De Bulgaarsche pers wijst op het bericht
uit de Turksche hoofdstad, dat Turkije te
leurgesteld is door Engeland.
De Turksche minister van buitenlandsche
zaken Saradsjogloe heeft den Engelschen
Iraanschen en Sowjet ambassadeur te An
kara ontvangen.
In Turksche politieke kringen verwacht
men, dat de Turksche regeering in een com
muniqué haar neutraliteit zal verklaren.
De Spaansche en de Fransche bladen ver-
oordeelen zeer scherp den overval op Iran,
terwijl het door de Kroatische pers een
nieuwe schending van het recht wordt ge
noemd.
Op tegenstand gestoten.
Stockholm. 6 Aug. (D.N.B.) Volgens een
door Reuter gepubliceerd radiobericht
wordt uit Moskou en Bagdad gemeld, dat het
Iraansche leger op alle aangevallen punten
tegenstand heeft geboden.
Orkaan in Amerika
Verscheidene woonhuizen vernield.
Naar uit Woodbridge in den Ame-
rikaanschen staat New Jersey wordt
gemeld, heeft een orkaanachtige
storm twintig woonhuizen vernield.
Talrijke boomen ontworteld en de te
lefoonleidingen vernield. Vijftien per
sonen werden gewond. Kort na den
storm ontstond in een rubberfabriek
een groote brand.
Philadelphia werd eveneens door
een hevigen storm geteisterd. Een
persoon werd hier gedood. Meer dan
twintig personen werden gewond.
Vijf fabrieksschoorsteenen woeien
om, waardoor verscheidene woon
huizen werden vernield.
Japan en de rede van ChruchilL
Tokio, 26 Aug. (D.N.B.) De woordvoer
der der Japansche regeering heeft naar aan
leiding van de jongste rede van Churchill
verklaard, dat de Japansche regeering wei
gert hierop te antwoorden.
Op een vraag over compensatie-ondehhande-
lingen tusschen Japan Amerika en Enge
land, antwoordde de woordvoerder, dat hij
hierover geen inlichtingen had. In ieder
geval zouden dergelijke onderhandelingen
slechts welkom zijn, wanneer zij de moge
lijkheid zouden bieden tot een verstandig
einde gevoerd te kunnen worden. Een ver
standig einde noemde woordvoerder het er
kennen van een Oost-Aziatische sfeer van ge-
meenschappelijken welstand, waar Japan
naar streeft.
Om den strijd tusschen Japan en
de Vereenigde Staten bij te leg
gen.
Tokio, 26 Aug. (D.N.B.) Het Japansche
blad. de „Jomioeri Sjimboen" verklaart naar
aanleiding van het jongste onderhoud tus
schen den Japanschen ambassadeur Nomoe-
ra en den Amerikaanschen minister Huil,-
het volgende:
„Hoewel wij het met Nomoera eens
zijn, dat er nog een mogelijkheid be
staat om den strijd tusschen Japan
en de Vereenigde Staten bij te leg
gen, zoo heeft ons geduld toch zijn
grenzen. Of er in het Verre Oosten
een brand zal ontstaan, hangt uit
sluitend en alleen af van Engeland
en de Vereenigde Staten.
DONDERDAG 28 AUGUSTUS 1941.
Hilversum I. 415.5 m.
6.45 Gramofoonmuziek.
6.50 Ochtendgymnastiek.
7.00 Gramofoonmuziek.
7.45 Ochtendgymnastiek.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Morgenwijding.
8.25 Graamofoonmuziek.
9.15 Voor de huisvrouw.
9.25 Gramofoonmuziek.
11.00 Voor den boer.
11.20 Gramofoonmuziek
12.00 Revida-sextet.
12.40 Almanak.
12.45 BNO: Nieuws- en economische berichten
1.00 Ensemble Bandi Balogh.
1.30 Klaas van Beeck en zijn orkest.
2.00 Rotterdamsch Philharmonisch orkest en
soliste (opn.).
3.00 Voor de Vrouw.
3.20 Gramofoonmuziek,
4.30 „Groote rollen en hun vertolkers. UI.
Aida", causerie met gramofoonmuziek.
5.15 BNO: Nieuws-, economische- en beursbe
richten.
5.30 Orgelconcert.
6.00 Gramofoonmuziek.
6.15 Filmpraatje.
6.30 Kurt Hohenberger en zjjn orkest.
7.00 Actueel halfuurtje.
7.30 Amusementsorkest, soliste en het kleine
Omroep-mannenkoor.
8.30 Gramofoonmuziek.
8.45 Voor den boer.
9.00 „Landstreken van Spanje", gramofoon-
platenprogramma.
9.30 Gramofoonmuziek.
9.45 BNO: Nieuwsberichten.
10.0010.15 BNO: Engelsche uitzending: Na
tional features of the Netherlands.
Hillversum II. 301.5 m.
6.458.00 Zie Hilversum II.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgendienst (Voorbereid door de
Christ. Radio Stichting).
10.20 Zang en pianobegeleiding.
10.40 Declamatie.
11.00 Ensemble Rentmeester en gramofoon
muziek.
12.00 Gramofoonmuziek.
12.15 Orkest Malando en solist.
12.45 BNO: Nieuws- en economische berichten
1.00 Bonte parade.
3.00 Orgelconcert.
3.30 Voor de zieken.
4.00 Gramofoonmuziek.
4.30 Voor de jeugd.
5.00 Lezen van Christ. lectuur (Voorbereid
door de Christ. Radio Stichting).
5.15 BNO: Nieuws-, economische en beurs
berichten.
5.30 Viool en piano.
5.50 Gramofoonmuziek.
6.00 Sport en lichamelijke opvoeding.
6.15 Vervolg van 5.30.
6.35 Zang met pianobegeleiding.
7.00 Actueel halfuurtje.
7.30 Gramofoonmuziek.
7.45 Brandende kwesties, causerie.
8.00 Omroepsymphonie-orkest, soliste en gra
mofoonmuziek.
9.45 BNO: Nieuwsberichten.
10.0010.15 Gramofoonmuziek.
Interessante grepen
Ernstige muziek:
Het Omroepsymphonieorkest o.l.v. Pierre
Reynaerds laat zich van 20.0021.45 uur
Hilversüm H hooren met als soliste Annie
Woud, die onder meer .drie aan haar opge
dragen liederen van Cor Kuiler zal zingen.
Voorts dirigeert Pierre Reynaerds o.a. de
Heroische ouverture van Henk Badings en
Les Preludes van Franz Liszt.
Dick Vos en Max van Doorn spelen van
17.3018.15 Hilversum II sonates voor
viool en piano van Mozart en Brahms.
Voor de jeugd:
Van 16.3017.00 uur Hilversum II zingt de
schoolgaande jeugd het Nederlandsche lied
onder leiding van Melchert Schuurman-
Voor de vrouw:
Van 15.0015.20 uur Hilversum I gééft
Mevrouw Olffvan Boven enkele prakti
sche aanwijzingen over het passen van een
japon zonder hulp van anderen.
Ik v
izen
ijwi
nisje
F
foord
oor
et,
aval
Naci
itocl
gen,
un
lik
erd,
itri
Ur
H
rel
Feuilleton
„Ik heb al twee hoekplaatsen in een coupé
belegd. Millie gaat ergens anders zitten. Ze
houdt niet van rook als ze reist. Hoop, dat
we de coupé alleen zullen hebben. Verdui
veld veel passagiers vanmorgen. Enfin, hoe
meer menschen er zijn, das te meer eieren
verkoopen we. Ik kan met één oogopslag
zien dat al die lui overtuigde eiereters zijn.
Stap in, baasje. Ik zal even mijn vrouw naar
haar coupé brengen en dan kom ik bij je
terug."
Ik stapte in en bleef in de deuropening
staan in de vage hoop, dat ik op die manier
een invasie van medereizigers zou voorko
men. Toen trok ik plotseling mijn hoofd te
rug en ging zitten. Een oudachtig heer ver
gezeld van een mooi meisje kwam mijn
ikant op.
Dit was niet het soort reizigers, dat ik uit
de coupé wilde weren. Ik had het meisje bij
het loket al gezien. Ze had naast de queue
staan wachten, terwijl de oude heer kaar
tjes nam en ik had ruimschoots gelegenheid
gehad om haar op te nemen. Ik had met
mezelf er over gedelibereerd of haar haar
bruin of goudblond was. Ik was eindelijk tot
de conclusie gekomen dat het bruin was.
Eén keer had ik haar oogen gezien, maar
slechts een oogenblikje. Zo konden blauw,
maar ze konden ook grijs zijn. Ik was er
niet zeker van. Het leven is vol van der
gelijke problemen.
„Deze coupé schijnt nogal leeg, Phyllis",
zei de oudere heer naar de deur komend en
naar binnen kijkend. „Kan het je heusch
niet schelen, dat het een rookcoupé is?"
„O, neen, vader. Heelemaal niet."
„Dan moesten we deze maar nemen
zei de oude heer, instappend.
De intonatie van zijn stem verried den
Ier. Het was geen dialect. Er waren geen
vreemde woorden in, maar het totaal effect
was Iersch.
„Ziezoo, daar zijn we," zei hij, terwijl hij
ging zitten en een sigarenkoker uit zijn zak
haalde.
De drukte op het perron was steeds toe
genomen en had nu, nu het puffen van de
locomotief aanduidde dat de trein elk oogen
blik kon vertrekken, haar hoogtepunt be
reikt. Schrille kreten weerklonken over het
perron Verloren schapen, alleen of in troep
jes, renden heen en weer, gretig in elke
coupé kijkend, op zoek naar leege plaatsjes.
Doordringende stemmen bevalen onbekende
„Jantjes" en „Keesies" om „bij tante te blij
ven". Juist toen Ukridge terugkeerde weer
klonk het sauve qui peut van het station,
het gevreesde „allen instappen" en het vol
gende moment stroomde een vloed van
warme menschelijkheicL de coupé binnen.
De nieuw aangekomenen bestonden uit
een dame van middelbaren leeftijd in een
grijze alpacca japon, zoo nauw als een hand
schoen; een jongeling, Albert genaamd, naar
het uiterlijk te oordeelen niet bepaald een
zonnig kind; een nichtje van een jaar of
twintig, stevig en schijnbaar zonder eenige
interesse in het leven en een paar andere
volgelingen.
Ukridge glipte in zijn hoekje, handig Al-
bert voorbij-schietend, die net een duik in
die richting nam. Albert keek hem even
strak en verwijtend aan, viel toen op de
plaats naast mij neer en begon op iets te
kauwen, dat naar anijszaad rook.
Intusschen verdeelde tante haar substan
tieel gewicht gelijkmatig tusschen de voe
ten van den Ierschen mijnheer en die van
zijn dochter leunde uit het raampje om
een boom op te zetten tegen een vriendin
met een strooien hoed en het haar in krui
pennen, die vergezeld was van drie vuile,
lastige jongens. Ze constateerde, dat het een
bof was dat ze den trein nog gekregen had.
Ik was het niet met haar eens. Het meisje
met het bruine haar en de oogen die niet
blauw en niet grijs waren, verduurde die
marteling met engelachtige lankmoedigheid.
Ze glimlachte zelfs. Dat was, toen de trein
zich plotseling met een schok in beweging
zette en tante aohteruit wankelend, terecht
kwam op den zak eetwaren, dien Albert op
de bank naast hem gezet had.
„Stommerd!" merkte Albert kortaf op.
.„Albert, zoo mag je niet tegen tante spre
ken
„Waarom ga je dan ook op mijn zak zit
ten" zei Albert nijdig.
Ze disputeerden over dat punt verder
Argumenteeren had in geen enkel opzicht
invloed op Albert's kauwcapaciteiten. De
luchtv an anijs werd hoe langer hoe hin
derlijker. Ukridge had een sigaar opgesto
ken en ik begreep nu waarom mevrouw
Ukridge liever in een andere coupé had wil
len reizen.
Ik keek tersluiks naar den overkant van
de coupé, om te zien, hoe het meisje deze
combinatie van narigheden verdroeg en
zag, dat ze was gaan lezen. Toen ze het boek
neerlegde om uit het raampje te kijken zag
ik met een schok, dat haar boek: „De ma-
nouvres van Arthur was Ik hijgde ervan.
Dat een meisje zoo mooi kon zijn als zij
en tegelijkertijd zoo zeldzaam intelligent om
Mij te lezenhet leek bijna een boven
natuurlijke combinatie van volmaaktheden
En vuriger dan ooit vervloekte ik in mijn
hart de indringers, die op het laatste mo
ment waren binnengevallen en voor altijd
mijn kans vernietigd hadden om kennis met
dit wonder van een meisje te maken. Als zij
er niet waren geweest, zouden we misschien
al na een half uur intieme kennissen zijn
geworden. En nu, wat waren we nu? Voor
bijgaande schepen in donkeren nacht! Zij
zou ergens bij een onmogelijk klein station
netje uitstappen en voor altijd uit mijn le
ven verdwijnen, zonder dat ik ooit met haar
gesproken had.
Tante, jammerlijk verslagen na haar on
derhoud met Albert. die een bedrevenheid
in den woordenstrijd ten toon spreidde die
hem geknipt maakte voor een toekomstig
lid van de Labour partij, troostte zichzelf
met broodjes met vleesch. De nicht veror-
b§rde saucijzenbroodjes. De atmosfeer in de
coupé was verzadigd met een mengeling van
geuren, overheerscht door Ukridge's heftig
dampende sigaar.
De trein spoedde zich voort naar zee Het
was een warme dag en er begon loome rust
in de coupé te heerschen. Ukridge had zijn
sigarenstompje weggegooid en leunde nu
met open mond en gesloten oogen achter
over. Tante, nog altijd met een afgebeten
broodje in de hand, ademde zwaar en zwani-
de heen en weer. Albert en de nicht dom
melden. Albert's kaken werkten automatisch
door, zelfs in zijn slaap.
„Wat heb je daar voor boek, kind?" vroeg
de- Ier.
„De manoeuvres van Arthur", vader. Door
Jeremy Gamet".
Ik had nooit gedacht, dat mijn naam zoo
welluidend kon klinken.
„Molly McEachern heeft het me gegeven
toen ik wegging. Ze heeft een heele plank
boeken voor haar gasten als die weggaan.
Boeken die ze zelf' prullen vindt en die ze
niet meer hebben wil."
Ik haatte juffrouw McEachern.
„En hoe vindt jij het?"
„Ik vind het mooi", zei het meisje. De
coupé danste voor mijn oogen. „Ik vind het
een heel knap boek."
Wat deed het er ten slotte toe, dat die
ezel Van het boekenstalletje aan het station
nog nooit van de „Manoeuvres van Arthur"
gehoord had en dat mijn uitgevers, wanneer
ik binnen sloop om te vragen hoe het ver
kocht werd, nie met een soort van vaderlijk,
ernstig medelijden aankeken en zeiden dat
het er nog niet in ging? Iedereen kan zoon
prullig populair romannetje schrijven, dat
het. stomme publiek dat niet nadenkt, mooi
vindt, maar er is een man van intellect en
verfijning en smaak noodig om iets te ma
ken, dat de goedkeuring wegdraagt van een
meisje als dit
„Ik zou wel eens willen weten, wie Jeremy
Garnet is", zei ze. „Ik heb nog nooit van
hem gehoord. Ik stel hem me voor als een
tamelijk oudachtig jongmensch, waarschijn
lijk met een lorgnet op en erg verwaand.
En ik denk, dat hij weinig meisjes ontmoet.
Als hij ten minste denkt, dat Pamela het ge
wone soort meisje is. Het is een mispunt!"
zei Phyllis met nadruk.
Wordt vervolgd.