ijzeren handen SS - Kriegsberichter Dr. Tabbenbeck DE LUCHTROOVERS VAN H01TIKA 11 Amov De man met de Arrestaties Breukelen in Het vergiftigingsdrama te Veendam Radioprogramma in het kippenhok Een gebit als van een leeuw 63 JAAR, MAAR NOG STEEDS BREEKT HIJ HOEFIJZERS. Zoo heel toevallig ontmoetten wij in de vriendelijke forensengemeente Laren, zittend in de schaduw van zijn tusschen groen verstopt buiten huis den heer Scharp, alias „de man met de ijzeren handen", al dus vangt het Vad. een interes sant artikel over een groot ama- teur-athleet aan Wanneer men hem van den weg af met een krant en een kopje thee in een tuinstoel .temidden der bloemen ziet, in zijn licht zomercostuum echt behaaglijk genietend van het zonnetje, gelooft men niets van de verhalen, die men zoo in Laren heeft hooren fluisteren over hoefijzers, die met de hand gebroken worden om over smeèdiizeren kettingen nog niet eens te spreken. En zou het ook waar zijn. dat deze man met de bloote vuist ecm draadnagel met een enkelen slag aoor een dikke plank kan slaan? „Wij hebben reeds een en ander van u gehoord, maar dat zal toch wel overdreven zijn?" leiden wij het gesprek in. doch de heer Scharp wijst terzijde. „Kijkt u maar eens in het tuinhuisje.'" In het kleine bouwseltje van boomstammetjes hangen verschillende .stille getuigen": hoefijzers, gebogen ijzeren staven. Onze gastheer heeft reeds een hoefijzer In de handen genomen, dat onder zijn machtigen greep buigt. Nu vouwt hij het metaal op als een stukje karton nog even wringen en het hoefijzer is in twee stukken. „Ik kan ook een spel kaarten met één greep doormidden scheuren. Als het moet ook twee spel op elkaar," verhaalt de heer Scharp en wij beklagen in gedachten den man. die zich ooit tot een handtaste lijk meeiyngsverschjl met dezen Hercules zou laten verleiden. Maar He man met de ijzeren handen heeft slechts één keer in zijn leven gevochten, n.1. als jongen. Dadelijk na de eerste klap dacht hij echter: „Dat cnoet ie nooit meer in je leven doen, want ja maakt andere ongelukken." Scarpia. De dagen zijn reeds lang voorhij. dat de naam van den athleet „Scarpid" als „het nummer" op verschillende programma's, prijkte: hij heeft voor tal van volle zalen groote successen geoogst én prestaties ge geven. die maar door bitter weinig anderen tot nog toe ,ook maar eenigszins geëvenaard werden. Het merkwaardige is echter, dat de heer Scharp ook-nog op dezen leeftijd hii heeft, toch immers den drempel over schreden. die naar de zeventig leidt wel haast nog geheel over zijn oude kracht beschikt. Overigens was dit leven in menig opzicht bewogen en interessant. Oorspronkelijk lag het in de bedoeling, dat de jonge Scharp de - voetstappen van zijn vader, die het tot generaal-majoor gebracht had, zou volgen en officier zou word^jp. Maar door verschil lende omstandigheden ging dat niet door... wij vinden hem later terug als ambtenaar op de gemeentesecretarie te Amsterdam die zich 's avorids ontpopt als athleet. die in de felle lichtwerpers het honderd veertig pond zware wiel van een mallejan op zijn kin balanceert, ijzeren kettingen op zijn bi ceps eri door middel van zijn borstkas breekt en zelfs een fietser op zijn kin in evenwicht houdt! Ondertussohen was hij zoo verstandig, na zijn dertigste jaar een streep te zetten onder deze carrière, omdat' deze kracht toeren tenslotte ook vah het sterkste li chaam veeleischen. Zoo is deze man dan 63 geworden en buigt nog e#n ijzeren staaf van 22 c.M. lengte en één c.M. doorsnede, die eerst bij een gewicht van... duidend 'Kg. gaat-bui' gen, geheel krom. Men moet'zich dat niet voorstellen in den stijl van „eengreep een druk afgeloopen". want zoo is het niet. Deze toer kost enorm veel krachts inspanning. waarbij de uiteinden van de staaf omwikkeld worden met lappen en waarbij de-knieën ook, te hulp geroepen worden. Het is bijna een worsteling, maai de hoofdzaak is. dat het lukt. Aan het Oekraïnsche front vertelt van zijn bevindingen' De S.S.-Kriegsberichter dr. D. Tappenbeck geeft in het volgende eehige van zijn in drukken die hij tijdens den veldtocht in het Oosten heeft opgedaan. Na te hebben opgemerkt, dat de bewoners van de Oekraïne hun sympathie voor de Duitsche troepen niet onder stoelen of ban ken staken, wijst hij op de merkwaardig heid hoe de rust snel weerkeerde op de plaatsen, waar de Duitschers hun intocht hadden gehouden. Reeds op den eersten dag' na aankomst van den Duitschcn soldaat werd het werk hervat op het land. dat jaren geleden .den boeren toebehoorde, maar dat zij na de onteigening door deSovjets, als landarbei der' tegen een hongerloon moesten bewer ken. Stalin. had bevolen, het koren in brand te steken, maar de oogst wer.d overal bin nengehaald. Op onze vraag,.aldus dr. Tap penbeck. of de boeren dan niet bang waren, dat de bolsjewisten weer zouden terugko men, kregen wij een antwoord, dat aan duidelijkheid niets te wenschen overliet: „Hoe kan dat nu? Jullie zijn er immers. Voor ons is de oorlog afgeloopen". Zoo gaat het ook met de tallooze gevangenen die in onafgebroken rijen langs de \vegen trekken. Alle Oekrainers onder hen worden op staanden voet in .vrijheid gesteld en zoo kan men 9oms op slechts enkele kilometers achter het front Sovjetsoldaten zien rona- loopen. die Oekrainers blijken te zijn. Vaak geven zij zich in hun dorpen op voor orde diensten en dan waken zij tegen eventu- eele sabotagè van bolsjewistische of Jood- sche ziide. Een volk van ruim dertig millioen men- schen. dat in .alles van de Russen verschilt, krijgt weer hoop op de toekomst. Een land, waarvan de Ontwikkeling tot nu toe stel selmatig door zijn overheerschers werd ge remd, en waar hongersnood en bittere ar moede heerschten, is door zijn natuurlijke vruchtbaarheid als het ware voorbestemd om in de nieuwe orde weer de korenschuur van Europa te worden. „Een stap in de cfbede richting". Onder de schaarsche berichten, welke ons hier aan het front uit het vaderland be reiken, zoo vervolgt dr. Tappenbeck zijn relaas, was ook het verheugende nieuws, dat ook in ons land een vrijwilligerscorps voor den strijd tegen het bolsjewisme is op gericht, e^p dat een deel van dat corps zich reeds op weg naar het Oostelijk front be vindt. Wij achten het een goed teeken. dat nu ook in breedere kringen van ons volk hun negatieve, „afwachtende" houding ten opzichte van de groote worsteling opgeven.. Wij roepen allen, die onze gelederen in den strijd tegen onzep doodsvijand, het bblsje- wisme. komen versterken, een hartelijk welkom toe. Zij zullen hier met onze natio naal socialistische -volksgemeenschap ken nis maken en zij zullen die hardheid op doen, die in den strijd om het bestaan nu eenmaal noodzakelijk is. Wij S.S.-mannen. hebben, deels op eigen initiatief en deels naar aanleiding van den oproep van den leider der N.S.B., de uni form der Waffen S.S. aangetrokken, om met den Führer van alle Germanen te strijden voor de overwinning van onze wereldbe schouwing. tegen welken tegenstander 'dan ook. Tenslotte vertelt dT. Tappenbeck nog van een motorrijder, afkomstig uit Weenen. die een paar hooge onderscheid ingsteekens droeg, ferkregep in den veldtocht tegen het communisme, terwijl hij vroeger overtuigd' aanhanger was geweest van de communis tische leer. De vuist als hamer. Het blijkt inderdaad ook geen .gerucht" geweest te zijn. dat hij met één slag met de hand. een spijker door hout van enkele centimeters dikte heen kan slaan. „Als schooljongen trok ik reeds spijkers zondertang maar met mijn vingers uit kisten en met het slaan van spijk ere op deze manier had ik bij mijn kameraden altijd veel succes. Ik heb dat later geper fectioneerd en tot een soort sport ge maakt..." De heer Scharp omwikkelt den hop van den draadnagel met een lap de plank ligt tusschen twee stevige tafeltjes gereed. Nu haalt hij ver uit en duikt heelemaal in elkaar... in een Vijde boog flitst he) dunne metalen voorwerp op het hout neer en zie het wonder is gebeurd: de punt steekt er aan den ahderen kant door. Zal er een 63-iarige elders gevonden worden, die hem dat nadoet? De man met het „leeuwengebit". Laten we ook niet verzuimen, te vertellen, dat de tandartsen den-., heer S'charp den man 'met het „leeuwen gebit", noemenhij- heeft al zijn- tanden en kiezen nog. Overigens-heeft hij met zijn tanden vroe ger heel wat gewichten opgebeurd en tot voor enkele 'jaren, waagde hij het zelfs nog met zijn' gebit een volwassen persoon van den grond te heffen. Het soort „ijzeren mannen-' als de heer Scharp. is slechts heel dun gezaaid en wanneer men hem óp een oude vergeelde foto op de planken in actie ziet een breede gestalte met imponeerende spier bundels en op-een vraag moet hooren, dat „dit ook amper veranderd is", dan be grijpt men -nog heter, dat deze man tot de topklasse der Nederlandsche athleten be hoord heeft. Klaarheid gebracht in een reeks diefstallen.. Na een intensief onderzoek is het den ge meenteveldwachter yan Breukelen, in sa menwerking met den gemeenteveldwachter van \er Aa gelukt klaarheid te brengen in een reeks diefstallen. Zes personen werden reeds gearresteerd en zoo goed als zeker zullen de komende dagen nog meer arres taties vplgen. Reeds is aan het licht geko men, dat de thans gearresteerden zich schul dig hebben gemaakt aan een dertigtal, dief stallen en wel voornamelijk van boter, kaas, chocolade, rijwielen, giléttemesjes, scheerap- paraten en wat dies meer zij. Bij tal van winkeliers hebben zij hun slag weten te slaan, terwijl 'eveneens tal van veehouders 'de dupe zijn geworden,van de practijken van de bende. 'De zes aangehoudenen Zijn aan vankelijk overgebracht naar Utrecht, daar voorgeleid voor den officier van .justitie en ingesloten in het huis van .bewaring aldaar. Hij had even kaas gehaald De man, 'die terugkwam... maar nu met volle koffers. Uit de autobus van de Gooische Tramweg Maatschappij stapte te Loenen a.d. Vecht een onbekende man, die in iedere hand een koffer droeg. Te oordeelen naar de gemak kelijke houding moesten de koffers zeer weinig bevatten. Vreemd deed'het dan ook aan, dat de man na 'n half uurtje weer door het dorp liep, maar nu blijkbaar een zware last torsende. De man stapte in de autobus en wilde zich' naar Amsterdam begeven, doch een twee tal marechaussees verzocht hem een oogenblik uit te stappen. Natuurlijk moest de man aan dit verzoek vol doen. De kofffers werden geopend en hierin bleek een partij gestempelde en ongestempelde kaas te zitten. Gebleken is, dat deze kaas afkomstig was van een winkelier te Loenen. De aangehou dene werd;enkele uren later op vrije voeten gesteld. De kaas blijft echter op het politie bureau. Het onderzoek in deze zaak is nog gaande en onderzocht zal worden, waar de kaas is gefabriceerd en vermoedelijk zullen, behalve de kooper en de verkooper, nog wel meer personen met den económischcn rech ter kennis maken. 9. Het zeil was veel te stevig vastgemaakt veel te sterk voor krachten. Wat erger was. de >bbotschoot nog steeds met een flinke vaart door het water. Waar werd hij naar toe gebracht* Wacht eens, hij had mes in zijn zak. Hij haalde het te voorschijn en probeerde een snede in het zeil te maken de touwen door te snij den. Plotseling... hand, een greep en... Piet was zijn kwijt. 10. Hij werd nu razend van angst. De Boot gleed maar verder en verder. Hoe ver zou hij nu wel van ^ijn gelief koosd speelplekje af zijn? Hij kroop als een worm onder een bloem pot onder het zeil rond. Plotseling hoorde hij die motor stoppen, de boot botste ergens te gen aan... een minuut lang bleef het stil...- JO.ÖO Verdachte pleegt zelfmoord De 45-jarige baker Me>. A.T)., uit Veendam, die ervan verdacht werd haar echtgenoot en mevrouw Molema-Engelkens door middel van arsenicum vanhet leven te hebben be roofd, heeft gisternacht in haar cel in het huis van bewaring te Groningendoor zelf- moord een einde aan haar leven gemaakt. Dan 'ElacVuen- fflfial daag5 ee;1 ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1941. Hilversum I. 415,5 m. 6.45 Gramofoonmuziek. 6.50 Ochtendgymnastiek. - 7.00 Gramofoonmuziek. 7.45 Ochtendgymnastiek'. 8.00 BNO: Nieuwsberichten.' 8.'15 Gramofoonmuziek. 9.15 Voor de huisvrouw. -» 9.25 Gramofoonmuziek. QlO.OO Ernstige muzlk (e.o.). 12.00 Omroeporkest (e.o.). 12.40 Almanak. 12.45 Nieuws- en economische berichten. 12.45 BNO: Nieuws- en economische bericht. 1.00 Omroeporkest en solist. 1.45 Orgelconcert. 2.00 Voor het gezin. 2.20 Gramofoonmuziek. 2.40 Eerste Nederlandsche Radio-Muziekfeest voor Harmonie- en Fanfare orkësten. (In de pauzes: Voordracht en gramofoonmuz.). 4.00 Bijbellezing (Voorbereid door de Chris telijke Radio Stichting). 4.20 Gramofoonmuziek. 4.35 Voordracht. 4.50 Vervolg muziekfeest. 5.15 BNO: Nieuws-, economische en beurs berichten. 5.40 Vervolg muziekfeest. 6.05 Gramofoonmuziek. 6.15 Voor de binnenschippers. 6.30 Ramblers. 7.00 Actueel halfuurtje. 7.30 Gevarieerd Zaterdagavond programma. 8.45 Voor den boer. 9.00 Bandi' Balbgh. 9.30 Causerie: „De invloed van de Nederland sche bouwkunst in Duitschland". 10.0010.15 BNÖ: Engelsche uitzending: Duch news reel. Hilversum n. 801,5 m. 6.458.00 Zie Hilversum I. 8.00 BNO: Nieuwsberichten. 8.15 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Omroeporkest en solist (e.o.). 11.20 Gramofoonmuziek. 11.35 Klaas van Beeck en zijn orkest. 12.00 Boyd Bachman en zijn orkest. 12.45 BNO: Njeuws-, en economische bericht 1.00 Zang möt pianobegeleiding en gramo foonmuziek. 1.40 Voor de rijpere Jeugd.' 2.00 Utrechtseh Stedelijk Orkest en solist#, 2.45 Stad en Land. 3.00 Utrechtseh Stedelijk Orkeét. 4.00 Omroeporkest en soliste (e.o.). 5.00 Bijbellezing. 5.15 BNO Nieuws-, economische en .beural» richten.-' 5.30 Gramofoonmuziek. 6.00 Cyclus: „In een nieuw licht bezien' (Voorbereid door de N.S.B.). 6.15 Zutphens Vrouwenkoor. 1 -7.00 Actueel halfuurtje. 7.30 Orgelconcert. 7.45 Reportage. 8.00 Concertgebouworkest en solist. 9.00 Gramofoonmuziek. 9.45 BNO: Nieuwsberichten. 10.00 Dagsluiting (Voorbereid door de Chris telijke Radio Stichting).. 10.0510.20 Brandende kwesties, causerie, (e.o.). Interessante grepen Ernstige muziek: De pianiste Miek Engelenburg" voert met het U.S.O. van 14.00—14,45 en van 15.00- 16.00 uur over den zender Hilversum n o.l.v. Willem van Otterloo de fantasie voor piano en orkest van Claude Debussy uit Van 18.1518.45 Hilvèrsum II zingt het Zutphens Vrouwenkoor onder leiding van Adrian C. Schuurman de Meese trois voix van André Caplet. Voor de jeugd: Van 13.4014.00 uur Hilversum n behan delt Ds. J. C. van Wjjk in zijn bespreking „Wat wil je later worden?" de opleiding tot onderwijzeres en de opleiding, op de huishoudschool. Reportages: Paul dé Waard geeft van 19.45—20.00 uur Hilversum II een beeld hoe de.arbeiders in de werkverruiming gehuisvest zijn. De re portage is getiteld: „Arbeiders Tn de werk verruiming". Feuilleton door P. G. Wodehouse 12. Ze was heel aardig tegen me, werkelijk heel aardig. De ster zei niets. Maar aan den anderen kant moet ik aan nemen, dat ze, als wei-opgevoed meisje, even beleefd zou zijn geweest tegen iederen anderen man, dien ze in haar vaders huis ontmoette. En ik ben heelemaal niet gerust op dien ma rine-vent. Ik vrees het ergste. De ster knipoogde. Hij noemt haar Phyllis, zei ik. Tok, tok, gichelde tante Elizabeth in haar mand op die beestachtige cynische, iro nische manier, die haar zoo gehaat maakt bij alle weldenkende menschen. HOOFDSTUK VUL Een dineetje btf Ukridge. Edwin komt vandaag, zei mevrouw Ukridge. En de Derricks, zei Ukridge, op zijn energieke manier in het brood zagend. Vergeet de Derricks niet, Millie. Neen, liefste. Juffrouw Beale zal voor een heel lekker dineetje zorgen. We hebben giste ren alles afgesproken. Wie is Edwin? vroeg ik. We zaten te ontbijten, den tweeden morgen na mijn bezoek aan de Derricks. Ik had mijn avonturen aan den staf van het hoenderpark meegedeeld, en had den nadruk gelegd op de verdiensten van onze buren en hun belang stelling in ons doen en laten, en. de Huurling was den volgenden morgen met een briefje van mevrouw Ukridge naar hen toe gegaan, dat eeri uitnoodiging bevatte om den farm eens te komen bekijken en te blijven dineeren. Edwin? zei Ukridge. O, die verd... kat. O Stanley, zei mevrouw Ukridge kla gend. Dat is hij niet. Hij is zoo'n schat, mr. Garnet. Een mooie, volbloed Perzische kat. Hij- heeft prijzen behaald. Hij haalt altijd Iets. Daarom is hg niet met ons mee gekomen. -Een groote -afschuwelijke hond heeft hem gebeten, mr. Garnet, pievrouvv Ukridge's oogen werden rond en vochtig. En de arme Edwin moest naar het kattenhospitaal. En' ik hoop, zei Ukridge, dat die er varing hem goed heeft gedaan. Hij gapte het eten van een hond onder zijn neus vandaan, Garnet, verbeeld ie. Natuurlijk protesteerde die hond. Ik ben zoo bang, dat hij angstig zal zijn voor Bob. Hij zal zoo schuw zijn en Bob is zoo druk. Vindt u ook niet, Mr. Garnet? Dat komt best terecht. Bob zal hem niets doen, als hij zijn eten maar niet steelt. In dat geval zullen we een haardkleedje van Edwin laten maken. Stanley houdt niet van Edwin, zei me vrouw Ukridge bedroefd. Edwin kwam dien morgen aan en werd in de keuken opgesloten. Ik vond hem een mooie kat, maar nerveus. De Derricks volgden twee uur later. Mr. Chase was niet van de partij. Tom moest naar Londen, vertelde de professor anders zou hij dolgraag mee zijn gekomen. Het was een heele teleurstelling voor den jongen, want hij verlangde zoo om den farm te zien. Danmoet hij maar eens een anderen keer komen, zei Ukridge. We hebben graag bezoekers. Zeg, viel hij zichzelf in de rede we waren nu dicht- bij de kippenren en me vrouw Ukridge liep vooruit met Phyllis Der- rick, is u wel eens in Boston geweest? Nooit mijnheer, zei de professor. Omdat ik daar net zoo'n kleinen, dikken vent gekend heb, een paar jaar geledén. Lol lige ouwe baas. Hij... Dit is de kippenren, professor, viel ik in met éen vochtig, tintelend gevoel in mijn voor hoofd en langs mijn ruggegraat. Ik zap, dat de professor zich stijf oprichtte onder het loo- pen en dat zijn gezicht» meer kleur kreeg. Ukridge's luchtige nS^mier van zich uit te drukken heeft nogal1 een electriseerende uit werking op een vreemdeling. U moet eens zien hoe handig dat netwerk is aangebracht ha! ha!ging ik koorts achtig voort. Dat heeft tijd gekost. Waar achtig! Het was een warm werkje! Aardig- troepj'e kippen, hè Een nogal gemengd ge zelschap. Ha! Ha! Maar dat is"~ de fout van den handelaar. We krijgen nu een massa eieren. Ze wilden eerst niet leggen. We konden ze er maar niet toe krijgen. Ik, ratelde maar door, tot ik uit mijn oog hoek zag, dat de kleur uit het gezicht van den professor weer wegebde en zijn rug geleidelijk de pookachtige stijfheid verloor. De situatie was voor het oogenblik gered, maar je kon pooit weten, wat Ukridge verder zou uit halen. Ik slaagde er in, hem wat ter zijde te trekken, toen we de ren doorliepen en waar schuwde hem. Wees in's hemelsnaam voorzichtig, fluis terde ik. Je hebt geen idee hoe prikkelbaar hij is. r Maar ik heb niets gezegd, antwoordde hij verbaasd. Verduiveld, je weet toch wel dat niemand het prettig vindt om in zijn gezicht een klei nen dikken vent genoemd te worden. Maar beste ouwe jongen, daar' vindt toch niemand iets in, zoo'n kleinigheid. We kunnen niet stijf en vormelijk zijn. Het is veel vriendschappelijker om wat los en joviaal te zgn. We voegden ons weer bij de anderen en ik had een loodzwaar voorgevoel van "gruwelijke dingen, die nog in petto waren. Ik wist wat soort van man Ukridge was als hij los en „joviaal" werd. Jarenlange vrienschappen hadden die proef niet overleefd. Voorloopig ging alles echter goed. In zijn rol van conferencier beleedigde hij niemand en Phyllis en haar vader hielden zich bewonde renswaardig. Ze hoorden zijn gekste theorieën aan, zonder een spier te vertrekken. Werkelijk, is het toch waar? zei de pro fessor nu en darit Hoe interessant. Eén keer slechts toen Ukridge een meer dan origineel plan ontvouwde' tot het bevorderen der belangen van zijn kippen, vertrok een kleine lachaanval Phyllis' aandachtig luiste rend gezichtje. En heeft' u werkelijk nooit eerder een hoenderpark gehouden? vroeg ze. Nooit, zei Ukridge, stralend door zijn bril- leglazen. Geen sprake van. Maar ik kan alles wat ik aanpak, ziet u. De dingen schij nen- me gewoon aan te waaien. O ja, juist, zei Phyllis.' Terwijl de zaken zoo gladjes verliepen zag ik de vierkante gedaante van den Huurling naderen. Ik kan niet zeggen waardoor, maar ik kreeg een voorgevoel dat hij kwaad-nieuws bracht. Misschien was het zijn air van rustige voldaanheid, dat me zoo onheilspellend voor kwam. Neem me niet kwalijk, mijnheer. Ukridge was in het midden van een wel sprekende uitweiding over het voederen van kuikens, een onderwerp waarover hg opvat tingen koesterde dié even vindingrijk a(s nieuw waren. Het hinderde hem, dat hij onderbroken werd. Wat is er, Beale? vroeg hij. Het is die kat, mijnheer, die vandaag ge komen is. O Beale, riep mevrouw Ukridge, ws Is er gebeurd? Ik heb iets te zeggen tegen mevrouw., Wat is er gebeurd? O Beale, zeg niet ■dat Edwin gewond is? Waar is hij, die arm» Edwin. Ik heb iets te zeggen tegen mevrouw. Als Bob hem gebeten, heeft, hoop ik, dat hij zijn neus erg gekrabd heeft, zei mevrouw Ukridge wraakzuchtig. Ik heb iets te zeggen tegen mevrouw, herhaalde de Huurling onverstoorbaar. Ik ging tien minuten geleden naar de keuken en toen zat de kat op de mat. Beale's verhaaltrant leek veel op dien van een zeker boek, dat ik in mijn jeugd gelezen heb. Ik wou dat ik me den titel kon herinne ren. Het was een goed geschreven boek. Ja, Beale, ja, en toen, drong mevrouW Ukridge. Ga als je blieft verder. Hallo poes, zeg ik tegen hem, hoe maak je het mijnheer? Pas op zegt mjjn vrouw, hg is zoo schuw, je gelooft het niet half, zegt ze. Hij is nu pas op zijn gemak gaan zitten, zegt ze, Maak je niet dik, zeg ik tegen haar, hij en ik begrijpen elkaar. Hij en ik zijn ouwe vrienden, zeg ik. Hij is mijn kameraad, korporaal Banks. Ze grinnikte toen ik dat zei, mevrouw, ,want korporaal Banks ia een man waar we vroeger jaren dikwijls om gelachen hebben. Hij was om het zoo maar eens uit te drukken een vaste mop bij ons. (Wordt vervolgd..). Vc yern wag het wag libei ituig D< waf gesi stel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1941 | | pagina 6