ijzeren handen
SS - Kriegsberichter
Dr. Tabbenbeck
DE LUCHTROOVERS VAN H01TIKA
11
Amov
De man met de
Arrestaties
Breukelen
in
Het vergiftigingsdrama
te Veendam
Radioprogramma
in het kippenhok
Een gebit als van een leeuw
63 JAAR, MAAR NOG STEEDS
BREEKT HIJ HOEFIJZERS.
Zoo heel toevallig ontmoetten wij
in de vriendelijke forensengemeente
Laren, zittend in de schaduw van
zijn tusschen groen verstopt buiten
huis den heer Scharp, alias „de
man met de ijzeren handen", al
dus vangt het Vad. een interes
sant artikel over een groot ama-
teur-athleet aan Wanneer men hem
van den weg af met een krant en
een kopje thee in een tuinstoel
.temidden der bloemen ziet, in zijn
licht zomercostuum echt behaaglijk
genietend van het zonnetje, gelooft
men niets van de verhalen, die
men zoo in Laren heeft hooren
fluisteren over hoefijzers, die met
de hand gebroken worden om
over smeèdiizeren kettingen nog
niet eens te spreken. En zou het
ook waar zijn. dat deze man met
de bloote vuist ecm draadnagel met
een enkelen slag aoor een dikke
plank kan slaan?
„Wij hebben reeds een en ander van u
gehoord, maar dat zal toch wel overdreven
zijn?" leiden wij het gesprek in. doch de
heer Scharp wijst terzijde. „Kijkt u maar
eens in het tuinhuisje.'" In het kleine
bouwseltje van boomstammetjes hangen
verschillende .stille getuigen": hoefijzers,
gebogen ijzeren staven.
Onze gastheer heeft reeds een hoefijzer
In de handen genomen, dat onder zijn
machtigen greep buigt. Nu vouwt hij het
metaal op als een stukje karton nog even
wringen en het hoefijzer is in twee stukken.
„Ik kan ook een spel kaarten met één
greep doormidden scheuren. Als het moet
ook twee spel op elkaar," verhaalt de
heer Scharp en wij beklagen in gedachten
den man. die zich ooit tot een handtaste
lijk meeiyngsverschjl met dezen Hercules
zou laten verleiden. Maar He man met de
ijzeren handen heeft slechts één keer in zijn
leven gevochten, n.1. als jongen. Dadelijk
na de eerste klap dacht hij echter: „Dat
cnoet ie nooit meer in je leven doen, want
ja maakt andere ongelukken."
Scarpia.
De dagen zijn reeds lang voorhij. dat de
naam van den athleet „Scarpid" als „het
nummer" op verschillende programma's,
prijkte: hij heeft voor tal van volle zalen
groote successen geoogst én prestaties ge
geven. die maar door bitter weinig anderen
tot nog toe ,ook maar eenigszins geëvenaard
werden. Het merkwaardige is echter, dat de
heer Scharp ook-nog op dezen leeftijd
hii heeft, toch immers den drempel over
schreden. die naar de zeventig leidt wel
haast nog geheel over zijn oude kracht
beschikt.
Overigens was dit leven in menig opzicht
bewogen en interessant. Oorspronkelijk lag
het in de bedoeling, dat de jonge Scharp
de - voetstappen van zijn vader, die het tot
generaal-majoor gebracht had, zou volgen
en officier zou word^jp. Maar door verschil
lende omstandigheden ging dat niet door...
wij vinden hem later terug als ambtenaar
op de gemeentesecretarie te Amsterdam
die zich 's avorids ontpopt als athleet. die
in de felle lichtwerpers het honderd veertig
pond zware wiel van een mallejan op zijn
kin balanceert, ijzeren kettingen op zijn bi
ceps eri door middel van zijn borstkas
breekt en zelfs een fietser op zijn kin in
evenwicht houdt!
Ondertussohen was hij zoo verstandig, na
zijn dertigste jaar een streep te zetten
onder deze carrière, omdat' deze kracht
toeren tenslotte ook vah het sterkste li
chaam veeleischen.
Zoo is deze man dan 63 geworden en
buigt nog e#n ijzeren staaf van 22 c.M.
lengte en één c.M. doorsnede, die eerst bij
een gewicht van... duidend 'Kg. gaat-bui'
gen, geheel krom. Men moet'zich dat niet
voorstellen in den stijl van „eengreep
een druk afgeloopen". want zoo is het
niet. Deze toer kost enorm veel krachts
inspanning. waarbij de uiteinden van de
staaf omwikkeld worden met lappen en
waarbij de-knieën ook, te hulp geroepen
worden. Het is bijna een worsteling, maai
de hoofdzaak is. dat het lukt.
Aan het Oekraïnsche front
vertelt van zijn
bevindingen'
De S.S.-Kriegsberichter dr. D. Tappenbeck
geeft in het volgende eehige van zijn in
drukken die hij tijdens den veldtocht in het
Oosten heeft opgedaan.
Na te hebben opgemerkt, dat de bewoners
van de Oekraïne hun sympathie voor de
Duitsche troepen niet onder stoelen of ban
ken staken, wijst hij op de merkwaardig
heid hoe de rust snel weerkeerde op de
plaatsen, waar de Duitschers hun intocht
hadden gehouden.
Reeds op den eersten dag' na aankomst
van den Duitschcn soldaat werd het werk
hervat op het land. dat jaren geleden .den
boeren toebehoorde, maar dat zij na de
onteigening door deSovjets, als landarbei
der' tegen een hongerloon moesten bewer
ken. Stalin. had bevolen, het koren in brand
te steken, maar de oogst wer.d overal bin
nengehaald. Op onze vraag,.aldus dr. Tap
penbeck. of de boeren dan niet bang waren,
dat de bolsjewisten weer zouden terugko
men, kregen wij een antwoord, dat aan
duidelijkheid niets te wenschen overliet:
„Hoe kan dat nu? Jullie zijn er immers.
Voor ons is de oorlog afgeloopen". Zoo
gaat het ook met de tallooze gevangenen
die in onafgebroken rijen langs de \vegen
trekken. Alle Oekrainers onder hen worden
op staanden voet in .vrijheid gesteld en zoo
kan men 9oms op slechts enkele kilometers
achter het front Sovjetsoldaten zien rona-
loopen. die Oekrainers blijken te zijn. Vaak
geven zij zich in hun dorpen op voor orde
diensten en dan waken zij tegen eventu-
eele sabotagè van bolsjewistische of Jood-
sche ziide.
Een volk van ruim dertig millioen men-
schen. dat in .alles van de Russen verschilt,
krijgt weer hoop op de toekomst. Een land,
waarvan de Ontwikkeling tot nu toe stel
selmatig door zijn overheerschers werd ge
remd, en waar hongersnood en bittere ar
moede heerschten, is door zijn natuurlijke
vruchtbaarheid als het ware voorbestemd
om in de nieuwe orde weer de korenschuur
van Europa te worden.
„Een stap in de cfbede richting".
Onder de schaarsche berichten, welke ons
hier aan het front uit het vaderland be
reiken, zoo vervolgt dr. Tappenbeck zijn
relaas, was ook het verheugende nieuws,
dat ook in ons land een vrijwilligerscorps
voor den strijd tegen het bolsjewisme is op
gericht, e^p dat een deel van dat corps zich
reeds op weg naar het Oostelijk front be
vindt. Wij achten het een goed teeken. dat
nu ook in breedere kringen van ons volk
hun negatieve, „afwachtende" houding ten
opzichte van de groote worsteling opgeven..
Wij roepen allen, die onze gelederen in den
strijd tegen onzep doodsvijand, het bblsje-
wisme. komen versterken, een hartelijk
welkom toe. Zij zullen hier met onze natio
naal socialistische -volksgemeenschap ken
nis maken en zij zullen die hardheid op
doen, die in den strijd om het bestaan nu
eenmaal noodzakelijk is.
Wij S.S.-mannen. hebben, deels op eigen
initiatief en deels naar aanleiding van den
oproep van den leider der N.S.B., de uni
form der Waffen S.S. aangetrokken, om met
den Führer van alle Germanen te strijden
voor de overwinning van onze wereldbe
schouwing. tegen welken tegenstander 'dan
ook.
Tenslotte vertelt dT. Tappenbeck nog van
een motorrijder, afkomstig uit Weenen. die
een paar hooge onderscheid ingsteekens
droeg, ferkregep in den veldtocht tegen het
communisme, terwijl hij vroeger overtuigd'
aanhanger was geweest van de communis
tische leer.
De vuist als hamer.
Het blijkt inderdaad ook geen .gerucht"
geweest te zijn. dat hij met één slag met de
hand. een spijker door hout van enkele
centimeters dikte heen kan slaan.
„Als schooljongen trok ik reeds spijkers
zondertang maar met mijn vingers uit
kisten en met het slaan van spijk ere op
deze manier had ik bij mijn kameraden
altijd veel succes. Ik heb dat later geper
fectioneerd en tot een soort sport ge
maakt..."
De heer Scharp omwikkelt den hop van
den draadnagel met een lap de plank
ligt tusschen twee stevige tafeltjes gereed.
Nu haalt hij ver uit en duikt heelemaal in
elkaar... in een Vijde boog flitst he)
dunne metalen voorwerp op het hout neer
en zie het wonder is gebeurd: de punt
steekt er aan den ahderen kant door. Zal
er een 63-iarige elders gevonden worden,
die hem dat nadoet?
De man met het „leeuwengebit".
Laten we ook niet verzuimen, te vertellen,
dat de tandartsen den-., heer S'charp den
man 'met het „leeuwen gebit", noemenhij-
heeft al zijn- tanden en kiezen nog.
Overigens-heeft hij met zijn tanden vroe
ger heel wat gewichten opgebeurd en tot
voor enkele 'jaren, waagde hij het zelfs
nog met zijn' gebit een volwassen persoon
van den grond te heffen.
Het soort „ijzeren mannen-' als de heer
Scharp. is slechts heel dun gezaaid en
wanneer men hem óp een oude vergeelde
foto op de planken in actie ziet een
breede gestalte met imponeerende spier
bundels en op-een vraag moet hooren,
dat „dit ook amper veranderd is", dan be
grijpt men -nog heter, dat deze man tot de
topklasse der Nederlandsche athleten be
hoord heeft.
Klaarheid gebracht in een reeks
diefstallen..
Na een intensief onderzoek is het den ge
meenteveldwachter yan Breukelen, in sa
menwerking met den gemeenteveldwachter
van \er Aa gelukt klaarheid te brengen in
een reeks diefstallen. Zes personen werden
reeds gearresteerd en zoo goed als zeker
zullen de komende dagen nog meer arres
taties vplgen. Reeds is aan het licht geko
men, dat de thans gearresteerden zich schul
dig hebben gemaakt aan een dertigtal, dief
stallen en wel voornamelijk van boter, kaas,
chocolade, rijwielen, giléttemesjes, scheerap-
paraten en wat dies meer zij. Bij tal van
winkeliers hebben zij hun slag weten te
slaan, terwijl 'eveneens tal van veehouders
'de dupe zijn geworden,van de practijken van
de bende. 'De zes aangehoudenen Zijn aan
vankelijk overgebracht naar Utrecht, daar
voorgeleid voor den officier van .justitie en
ingesloten in het huis van .bewaring aldaar.
Hij had even kaas gehaald
De man, 'die terugkwam...
maar nu met volle koffers.
Uit de autobus van de Gooische Tramweg
Maatschappij stapte te Loenen a.d. Vecht
een onbekende man, die in iedere hand een
koffer droeg. Te oordeelen naar de gemak
kelijke houding moesten de koffers zeer
weinig bevatten.
Vreemd deed'het dan ook aan, dat
de man na 'n half uurtje weer door
het dorp liep, maar nu blijkbaar een
zware last torsende. De man stapte
in de autobus en wilde zich' naar
Amsterdam begeven, doch een twee
tal marechaussees verzocht hem een
oogenblik uit te stappen. Natuurlijk
moest de man aan dit verzoek vol
doen. De kofffers werden geopend en
hierin bleek een partij gestempelde
en ongestempelde kaas te zitten.
Gebleken is, dat deze kaas afkomstig was
van een winkelier te Loenen. De aangehou
dene werd;enkele uren later op vrije voeten
gesteld. De kaas blijft echter op het politie
bureau. Het onderzoek in deze zaak is nog
gaande en onderzocht zal worden, waar de
kaas is gefabriceerd en vermoedelijk zullen,
behalve de kooper en de verkooper, nog wel
meer personen met den económischcn rech
ter kennis maken.
9. Het zeil was veel te
stevig vastgemaakt
veel te sterk voor
krachten. Wat erger
was. de >bbotschoot
nog steeds met een
flinke vaart door het
water. Waar werd hij
naar toe gebracht*
Wacht eens, hij had
mes in zijn zak. Hij
haalde het te voorschijn
en probeerde een snede
in het zeil te maken
de touwen door te snij
den. Plotseling...
hand, een greep en...
Piet was zijn
kwijt.
10. Hij werd nu razend
van angst. De Boot
gleed maar verder en
verder. Hoe ver zou hij
nu wel van ^ijn gelief
koosd speelplekje af
zijn? Hij kroop als een
worm onder een bloem
pot onder het zeil rond.
Plotseling hoorde hij
die motor stoppen, de
boot botste ergens te
gen aan... een minuut
lang bleef het stil...-
JO.ÖO
Verdachte pleegt zelfmoord
De 45-jarige baker Me>. A.T)., uit Veendam,
die ervan verdacht werd haar echtgenoot en
mevrouw Molema-Engelkens door middel
van arsenicum vanhet leven te hebben be
roofd, heeft gisternacht in haar cel in het
huis van bewaring te Groningendoor zelf-
moord een einde aan haar leven gemaakt.
Dan
'ElacVuen-
fflfial daag5 ee;1
ZATERDAG 6 SEPTEMBER 1941.
Hilversum I. 415,5 m.
6.45 Gramofoonmuziek.
6.50 Ochtendgymnastiek. -
7.00 Gramofoonmuziek.
7.45 Ochtendgymnastiek'.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.'
8.'15 Gramofoonmuziek.
9.15 Voor de huisvrouw. -»
9.25 Gramofoonmuziek.
QlO.OO Ernstige muzlk (e.o.).
12.00 Omroeporkest (e.o.).
12.40 Almanak.
12.45 Nieuws- en economische berichten.
12.45 BNO: Nieuws- en economische bericht.
1.00 Omroeporkest en solist.
1.45 Orgelconcert.
2.00 Voor het gezin.
2.20 Gramofoonmuziek.
2.40 Eerste Nederlandsche Radio-Muziekfeest
voor Harmonie- en Fanfare orkësten. (In
de pauzes: Voordracht en gramofoonmuz.).
4.00 Bijbellezing (Voorbereid door de Chris
telijke Radio Stichting).
4.20 Gramofoonmuziek.
4.35 Voordracht.
4.50 Vervolg muziekfeest.
5.15 BNO: Nieuws-, economische en beurs
berichten.
5.40 Vervolg muziekfeest.
6.05 Gramofoonmuziek.
6.15 Voor de binnenschippers.
6.30 Ramblers.
7.00 Actueel halfuurtje.
7.30 Gevarieerd Zaterdagavond programma.
8.45 Voor den boer.
9.00 Bandi' Balbgh.
9.30 Causerie: „De invloed van de Nederland
sche bouwkunst in Duitschland".
10.0010.15 BNÖ: Engelsche uitzending:
Duch news reel.
Hilversum n. 801,5 m.
6.458.00 Zie Hilversum I.
8.00 BNO: Nieuwsberichten.
8.15 Gramofoonmuziek.
10.00 Morgenwijding.
10.20 Omroeporkest en solist (e.o.).
11.20 Gramofoonmuziek.
11.35 Klaas van Beeck en zijn orkest.
12.00 Boyd Bachman en zijn orkest.
12.45 BNO: Njeuws-, en economische bericht
1.00 Zang möt pianobegeleiding en gramo
foonmuziek.
1.40 Voor de rijpere Jeugd.'
2.00 Utrechtseh Stedelijk Orkest en solist#,
2.45 Stad en Land.
3.00 Utrechtseh Stedelijk Orkeét.
4.00 Omroeporkest en soliste (e.o.).
5.00 Bijbellezing.
5.15 BNO Nieuws-, economische en .beural»
richten.-'
5.30 Gramofoonmuziek.
6.00 Cyclus: „In een nieuw licht bezien'
(Voorbereid door de N.S.B.).
6.15 Zutphens Vrouwenkoor. 1
-7.00 Actueel halfuurtje.
7.30 Orgelconcert.
7.45 Reportage.
8.00 Concertgebouworkest en solist.
9.00 Gramofoonmuziek.
9.45 BNO: Nieuwsberichten.
10.00 Dagsluiting (Voorbereid door de Chris
telijke Radio Stichting)..
10.0510.20 Brandende kwesties, causerie,
(e.o.).
Interessante grepen
Ernstige muziek:
De pianiste Miek Engelenburg" voert met
het U.S.O. van 14.00—14,45 en van 15.00-
16.00 uur over den zender Hilversum n
o.l.v. Willem van Otterloo de fantasie voor
piano en orkest van Claude Debussy uit
Van 18.1518.45 Hilvèrsum II zingt het
Zutphens Vrouwenkoor onder leiding van
Adrian C. Schuurman de Meese trois voix
van André Caplet.
Voor de jeugd:
Van 13.4014.00 uur Hilversum n behan
delt Ds. J. C. van Wjjk in zijn bespreking
„Wat wil je later worden?" de opleiding
tot onderwijzeres en de opleiding, op de
huishoudschool.
Reportages:
Paul dé Waard geeft van 19.45—20.00 uur
Hilversum II een beeld hoe de.arbeiders in
de werkverruiming gehuisvest zijn. De re
portage is getiteld: „Arbeiders Tn de werk
verruiming".
Feuilleton
door P. G. Wodehouse
12.
Ze was heel aardig tegen me, werkelijk
heel aardig. De ster zei niets.
Maar aan den anderen kant moet ik aan
nemen, dat ze, als wei-opgevoed meisje, even
beleefd zou zijn geweest tegen iederen anderen
man, dien ze in haar vaders huis ontmoette.
En ik ben heelemaal niet gerust op dien ma
rine-vent. Ik vrees het ergste.
De ster knipoogde.
Hij noemt haar Phyllis, zei ik.
Tok, tok, gichelde tante Elizabeth in
haar mand op die beestachtige cynische, iro
nische manier, die haar zoo gehaat maakt bij
alle weldenkende menschen.
HOOFDSTUK VUL
Een dineetje btf Ukridge.
Edwin komt vandaag, zei mevrouw
Ukridge.
En de Derricks, zei Ukridge, op zijn
energieke manier in het brood zagend.
Vergeet de Derricks niet, Millie.
Neen, liefste. Juffrouw Beale zal voor een
heel lekker dineetje zorgen. We hebben giste
ren alles afgesproken.
Wie is Edwin? vroeg ik.
We zaten te ontbijten, den tweeden morgen
na mijn bezoek aan de Derricks. Ik had mijn
avonturen aan den staf van het hoenderpark
meegedeeld, en had den nadruk gelegd op de
verdiensten van onze buren en hun belang
stelling in ons doen en laten, en. de Huurling
was den volgenden morgen met een briefje
van mevrouw Ukridge naar hen toe gegaan,
dat eeri uitnoodiging bevatte om den farm
eens te komen bekijken en te blijven dineeren.
Edwin? zei Ukridge. O, die verd...
kat.
O Stanley, zei mevrouw Ukridge kla
gend. Dat is hij niet. Hij is zoo'n schat,
mr. Garnet. Een mooie, volbloed Perzische kat.
Hij- heeft prijzen behaald. Hij haalt altijd
Iets. Daarom is hg niet met ons mee gekomen.
-Een groote -afschuwelijke hond heeft
hem gebeten, mr. Garnet, pievrouvv Ukridge's
oogen werden rond en vochtig. En de arme
Edwin moest naar het kattenhospitaal.
En' ik hoop, zei Ukridge, dat die er
varing hem goed heeft gedaan. Hij gapte het
eten van een hond onder zijn neus vandaan,
Garnet, verbeeld ie. Natuurlijk protesteerde
die hond.
Ik ben zoo bang, dat hij angstig zal zijn
voor Bob. Hij zal zoo schuw zijn en Bob is zoo
druk. Vindt u ook niet, Mr. Garnet?
Dat komt best terecht. Bob zal hem niets
doen, als hij zijn eten maar niet steelt. In dat
geval zullen we een haardkleedje van Edwin
laten maken.
Stanley houdt niet van Edwin, zei me
vrouw Ukridge bedroefd. Edwin kwam dien
morgen aan en werd in de keuken opgesloten.
Ik vond hem een mooie kat, maar nerveus.
De Derricks volgden twee uur later. Mr.
Chase was niet van de partij.
Tom moest naar Londen, vertelde de
professor anders zou hij dolgraag mee zijn
gekomen. Het was een heele teleurstelling voor
den jongen, want hij verlangde zoo om den
farm te zien.
Danmoet hij maar eens een anderen
keer komen, zei Ukridge. We hebben graag
bezoekers. Zeg, viel hij zichzelf in de rede
we waren nu dicht- bij de kippenren en me
vrouw Ukridge liep vooruit met Phyllis Der-
rick, is u wel eens in Boston geweest?
Nooit mijnheer, zei de professor.
Omdat ik daar net zoo'n kleinen, dikken
vent gekend heb, een paar jaar geledén. Lol
lige ouwe baas. Hij...
Dit is de kippenren, professor, viel ik in
met éen vochtig, tintelend gevoel in mijn voor
hoofd en langs mijn ruggegraat. Ik zap, dat
de professor zich stijf oprichtte onder het loo-
pen en dat zijn gezicht» meer kleur kreeg.
Ukridge's luchtige nS^mier van zich uit te
drukken heeft nogal1 een electriseerende uit
werking op een vreemdeling.
U moet eens zien hoe handig dat netwerk
is aangebracht ha! ha!ging ik koorts
achtig voort. Dat heeft tijd gekost. Waar
achtig! Het was een warm werkje! Aardig-
troepj'e kippen, hè Een nogal gemengd ge
zelschap. Ha! Ha! Maar dat is"~ de fout van
den handelaar. We krijgen nu een massa eieren.
Ze wilden eerst niet leggen. We konden ze er
maar niet toe krijgen.
Ik, ratelde maar door, tot ik uit mijn oog
hoek zag, dat de kleur uit het gezicht van den
professor weer wegebde en zijn rug geleidelijk
de pookachtige stijfheid verloor. De situatie
was voor het oogenblik gered, maar je kon
pooit weten, wat Ukridge verder zou uit
halen. Ik slaagde er in, hem wat ter zijde te
trekken, toen we de ren doorliepen en waar
schuwde hem.
Wees in's hemelsnaam voorzichtig, fluis
terde ik. Je hebt geen idee hoe prikkelbaar
hij is. r
Maar ik heb niets gezegd, antwoordde
hij verbaasd.
Verduiveld, je weet toch wel dat niemand
het prettig vindt om in zijn gezicht een klei
nen dikken vent genoemd te worden.
Maar beste ouwe jongen, daar' vindt
toch niemand iets in, zoo'n kleinigheid. We
kunnen niet stijf en vormelijk zijn. Het is veel
vriendschappelijker om wat los en joviaal te
zgn.
We voegden ons weer bij de anderen en ik
had een loodzwaar voorgevoel van "gruwelijke
dingen, die nog in petto waren. Ik wist wat
soort van man Ukridge was als hij los en
„joviaal" werd. Jarenlange vrienschappen
hadden die proef niet overleefd.
Voorloopig ging alles echter goed. In zijn
rol van conferencier beleedigde hij niemand en
Phyllis en haar vader hielden zich bewonde
renswaardig. Ze hoorden zijn gekste theorieën
aan, zonder een spier te vertrekken.
Werkelijk, is het toch waar? zei de pro
fessor nu en darit Hoe interessant.
Eén keer slechts toen Ukridge een meer dan
origineel plan ontvouwde' tot het bevorderen
der belangen van zijn kippen, vertrok een
kleine lachaanval Phyllis' aandachtig luiste
rend gezichtje.
En heeft' u werkelijk nooit eerder een
hoenderpark gehouden? vroeg ze.
Nooit, zei Ukridge, stralend door zijn bril-
leglazen. Geen sprake van. Maar ik kan
alles wat ik aanpak, ziet u. De dingen schij
nen- me gewoon aan te waaien.
O ja, juist, zei Phyllis.'
Terwijl de zaken zoo gladjes verliepen zag
ik de vierkante gedaante van den Huurling
naderen. Ik kan niet zeggen waardoor, maar
ik kreeg een voorgevoel dat hij kwaad-nieuws
bracht. Misschien was het zijn air van rustige
voldaanheid, dat me zoo onheilspellend voor
kwam.
Neem me niet kwalijk, mijnheer.
Ukridge was in het midden van een wel
sprekende uitweiding over het voederen van
kuikens, een onderwerp waarover hg opvat
tingen koesterde dié even vindingrijk a(s nieuw
waren. Het hinderde hem, dat hij onderbroken
werd.
Wat is er, Beale? vroeg hij.
Het is die kat, mijnheer, die vandaag ge
komen is.
O Beale, riep mevrouw Ukridge, ws
Is er gebeurd?
Ik heb iets te zeggen tegen mevrouw.,
Wat is er gebeurd? O Beale, zeg niet
■dat Edwin gewond is? Waar is hij, die arm»
Edwin.
Ik heb iets te zeggen tegen mevrouw.
Als Bob hem gebeten, heeft, hoop ik,
dat hij zijn neus erg gekrabd heeft, zei
mevrouw Ukridge wraakzuchtig.
Ik heb iets te zeggen tegen mevrouw,
herhaalde de Huurling onverstoorbaar. Ik
ging tien minuten geleden naar de keuken en
toen zat de kat op de mat.
Beale's verhaaltrant leek veel op dien van
een zeker boek, dat ik in mijn jeugd gelezen
heb. Ik wou dat ik me den titel kon herinne
ren. Het was een goed geschreven boek.
Ja, Beale, ja, en toen, drong mevrouW
Ukridge. Ga als je blieft verder.
Hallo poes, zeg ik tegen hem, hoe
maak je het mijnheer? Pas op zegt mjjn
vrouw, hg is zoo schuw, je gelooft het niet
half, zegt ze. Hij is nu pas op zijn gemak
gaan zitten, zegt ze, Maak je niet dik, zeg
ik tegen haar, hij en ik begrijpen elkaar. Hij
en ik zijn ouwe vrienden, zeg ik. Hij is mijn
kameraad, korporaal Banks. Ze grinnikte toen
ik dat zei, mevrouw, ,want korporaal Banks ia
een man waar we vroeger jaren dikwijls om
gelachen hebben. Hij was om het zoo maar
eens uit te drukken een vaste mop bij ons.
(Wordt vervolgd..).
Vc
yern
wag
het
wag
libei
ituig
D<
waf
gesi
stel