DE LUCHTROOVERS VAN HOlTIKi
Amor
„EECEN"
Alle zorg aao
wei- en bouwland
Lusteloos
AKKERTJE
Radioprogramma
in het kippenhok
honderd vijf en twintig jaar
NOORDHOLLANDSCHE BRAM).
WAARBORGMAATSCHAPPIJ
JUBILEERT. J -
't Heeft altijd nogal willen branden in
Noordiholland en 't werd waarlijk tijd, dat
ia den ifire achttienhonderd zestien in ons
Noorderkwartier „reetschapen menschen-
vrienden opstonden om voor den ongelukki-
fifë den eenieen wee te openen om zijn gele
den, verliezen te herstellep. daar anders een
geheele ruïne zijn lot creweest zou zijn."
Cornelis Eecen van Oudkarspel, Cornelis
dekker te Winkel, Jan Groenewoud te Koe
dijk en Teunis Zijhecarspel te Oost-erblok-
Mr. C. P. EECEN.
d« tegenwoordige directeur.
(Foto Pax).
ker waren de eerste vier der reetschapen
menschenvrienden, die op 5 October van
deze maand, dan honderd vijf en twintig
jaar lang de wonden, veroorzaakt door de
pikken en krabbels van den rooden haan
met zHveren balsem zullen heb'ben geku-
reerd. Of het pestuur van de Noord h/olland-
ache Brandwaarborgmaatschappij, haar 12
inspecteurs en vijftienhonderd agenten zich
«venals de voorvaderen aankondigden, nog
alléén als reetschapen menschvricnden door
Polisland bewegen, of dit ook een ietsje
DE NOODZAKELIJKE ZELFVOORZIENING
EISCHT DIT.
Vanaf deze plaats aldus schrijft ons Ir.
Lienegch, rijkslandbouwcon sulent voor
Noordholland,.meen ik nog enkele zaken on
der de aandacht van onze hoeren te moeten
brengen.
Meer dan ooit is het landbouwbedrijf aan
gewezen öp zelfvoorziening en .willen we de
productie-capaciteit zoo goed mogelijk' in
.stand houden, dan dielien we toch alle zox'g
te gevèn aan de plaats waar onze cültuur-
gewassen staan, dus aan grds- en bouwland.
Beperkingen in kunstmestgebruik en aan
wending van trekkracht zijn eigenlijk eert
goede aanleiding de aandacht op enkele an
dere belangrijke onderdelen van het land
gebruik te vestigen.
Allereerst komt aan de orde de kwestie
van de ontwatering
In herfst, win® en vroeg voorjaar stel
len zoowel gras- als bouwland dezelfde ei-
schen aan de grondwaterstand en wel een
zoo laag mogelijke stand van sloot- en grond
water. Om dit te .bereiken dient het water
•nel uit de greppels in de slooten te kunnen
komen. Het belang van vroeg en goed grep-
pelen is zonder meer duidelijk!
Maar al zijn er greppels dan moet 't over
tollige bodemwater ook snel daarin kunnen
toevloeien.
Dit laat wel eens te wenschen over. Al
leen begreppeleft is niet afdoend indien de
grond zelf slecht doorlatend is.
Laat iedere grondgebruiker zich nu eens
op de hoogte stellen met de hoedanigheid
van onder zijn beheer berustende perccelen-
Op grasland is een „plaat" in de onder
grond, 'n heel kwaad ding. Doet men er niets
tegen dan verdwijnt zooiets zeker niet!
Om er wat tegen te kunnen doen moet men
wat meer weten. Het begin van deze zaak
doen ter versteviging van de eigen existen
tie. wij weten het niet. Maar wel is het een
feit. dat de jubilaresse al dien tijd een
groote maatschappelijke en sociale functie
heeft vervuld, en zich zoodanig het vertrou
wen, ^heeft verworven, dat zij van een kleine
provinciale „inrigting" is gegroeid tot een
maatschappij, die over het geheele land
werkzaam is en zich niet meer alleen bij
brandverzekering bepaalt.
Aan de maatschappij is de naam Eecen
onverbrekelijk verbondén. de tegenwoordige
directeur, de heer mr. C. P. Eecen, is de
vijfde uit het geslacht, die de leiding van
de Noordhollandsche heeft.
Het is niet te verwonderen, dat „men"
dan ook verzekerd is „bij Eecen". zooals
men melk heeft van ..Lutjewinkel" en de
krant leest „van Trapman"? Wel is er veel
veranderd in die honderd en vijf twintig
jaar.
Het zial nu niet meer noodig zijn. dat de
directeur, de commissarissen en de boek
houder hun dierbaar leven wagen in een
roeibootje, varende van Oosthuizen naar
Warder, om te zien of de penningen der
uitkeeringen aan een herbouwd perceel
naar genoegen zijn besteed. Twee en twin
tig man op het' kantoor, twaalf inspecteurs
eh vijftienhonderd agenten, helpen de di
rectie uitkijken en opletten. Het waren en
zijn immers niet allen braven, die hun huis
en have verzekeren... Stak in 1838 een juf
frouw op de Hexü te Alkmaar om honderd
en vier en dertij^ulden en drie en dertig
genten haar huisje niet in brand en werd
zij daarom niet gewiiïgd op het schavot?
En zoo is er wel meer het een en ander
gebeurd, waarbij directeur en inspecteur de
dete^tivepet moesten opzetten. Doch dat
is gelukkig niet hun dageliiksch werk. veel
meer was hun taak en nu komt toch de
regtschapenheid weer om den hoek kijken
de belangen van de verzekerden te dienen,
door naar recht en redelijkheid de assuran
tiepenningen uit te keeren.
„Ik had er natuurlijk een reuzefeest van
willen maken", vertelde Mr. Eecen ons. op
het D.T.S.-terrein voor het heele dorp, maar
dan Iaat hij er spijtig de beruchte tij<3treur
zang op volgen. Niet om het geld, want dat
is en, wel. en de grafieken en statistieken
maken de^ laatste jaren onafgebroken pret
tige sprongetjes naar boven, maar 't voegt
niet, zooveel vreugd bij zooveel wereldleed.
Het personeel is verblijd met een maand
salaris extra en voor het overige wordt het
honderd dertigjarig bestaan afgewacht
„Eecen" honderd vijf en twintig jaar. Het
'zooveelste bewijs, dat ons platteland voor
initiatief en durf de stad niet van noode
heeft, dat het' zijn eigen boontjes kan dop
pen en goed ook!
ligt in het laten onderzoeken van een grond
monster. Alleen dan krijgt men aanwijzingen
of een bekalking voor- of nadeel zal brengen,
of^een extra .gift stalmest op z'n plaats zal
zijn, of diepere ontwatering op zich zelf een
goede hulp tegen het kwaad kan zijn, enz.
Wie oordeelkundig een grondmonster wil
laten nemen, wende zich tot de assistenten
van de landbouwvoorlichtingsdienst, hij kan
dan de noodige voorlichting zonder meer
krijgen.
Nu een ander punt.
Op verscheidene bedrijven is men van plan
een stukje grasland laat te maaien om-het
gras dan op stal- te vervoedëren. Wie dit
straks gaat doen handelt in eigen belang
indien hij op dit laat gemaaid land nog een
stalmcstgift brengt, desnoods met versche
stalmest. Laat men dit na dan is het risico
op uitwin teren van onze goede grassen groot
en de schade welke hierdoor ontstaat be
merkt men pas goéd in het volgende weide-
seizoen.
Waar "het gaat over land-verzorging, mag
ook i$ts gezegd worden.van het bouwland.
Het is al tijd om stalmest op dit land
uit te rijden. Wil men. van deze mest straks
profijt hebben dan is het van groote betee-
kenis de -stalmest niet te diep weg te plde-
gen. De rotting van de mest vraagt voldoen
de toetreding van lucht en hoe dieper men in
de bo.uwvoor komt, des te ongunstiger wordt
de luchttoetreding.
Op licht land, dus op de zandgronden, is
het zaak voldoende aandacht te schenken
aan de diepte van zaaien der wintergranen.
Gewoonlijk zaait men veel te diep. Zoowel
tarwe als i'ogge ontwikkelen veel 'beter in
dien ze niet meer dan 2 cm. diep zijn ge
zaaid. Meestal loopen de wielen van de zaai-
machine te diep in de bouwvoor op zand
grond en daardoor zakken de zaaipijpen
weer te diep.
Wie op dit euvel is attent gemaakt kan er
Neem "a
*n
DE MAANDAGSCHE VEEMARKT.
De aanvoer blijft op hetzelfde peil. Giste
ren waren er niet minder dan 173 koeien,
waarvan er 159 door de Veehouderij-Centrale
werden overgenomen, zoodat de consumptie
verzekerd blijft.
We raken daarvan langzamerhand ge
wend en vergeleken bij de abnormale om
standigheden, die we in den aanvang beleef
den, mag de gang van zaken niet anders dan
zeer bevredigend worden genoemd. Buiten
dien waren er 17 nuchtere kalveren.
Volgens de verwachting zal de volgende
week een begin worden gemaakt met de aan-
levering van schapen. Zekerheid scheen ech
ter daaromtrent nog niet te bestaan.
ZIJPE
LAFFE AANVAL.
Gistermiddag j.1. begaf Mej. P. E. Schil
der Lz. te 't Zand zich per rijwiel naar Scha-
gerbrug. Toen zij op den Keinsmerweg bui
ten het dorp reed, passeerde zij twee man
nen, die ook per fiets reden. Plotseling kwam
Mej. S. tot de ontdekking, dat één der man
nen vlak naast haar was komen rijden cn
tegelijkertijd een enveloppe, uit haar man
telzak trok. Mej. Schilder trachtte nog de
enveloppe uit de handen van haar aanval
ler te rukken, doch tevergeefs. De onbekende
man haalde de papieren uit de enveloppe en
verscheurde de distributiestamkaart en een
paar foto's onder het maken van-de opmer
king: wij geen eten, jullie ook geen eten."
Mej. Schilder heeft vanzelfsprekend van
dit minder prettige voorval aangifte gedaan
bij de politie, waarna onmiddellijk een on
derzoek werd ingesteld.
HARhNKARSPEL
DIRKSHORN.
EEN BOOZE „SUNTEREIPER".
Dacht voor den heelen winter
„beerkoek" te hebben.
Zaterdag bracht de heer C. Francis te
Woudmeer met zijn arbeiders de pas ge-
dorschte tarwe per paard en wagen naar
de opslagplaats van Kuiper en Kistemaker
te Dirkshorn. Aan den Oosterdijk gleed
één der zakken van- den wagen. Om zoo'n
zwarpn zak weer boven op' den wagen te
krijgen, moet men over een kracht beschik
ken gelijk een Simson. De zak werd toen
aan den kant van den weg gelegd ora hem
straks weer op te halen.
Inmiddels kwam een paard, bespannen
voor een plat wagentje,uit de richting
Dirkshorn aansjokken. De voerman zag
den zak liggen. Een gedienstige voorbij
ganger hielp hem de zware zak in zijn
wagentje laden, wat los gras er over en
met de gedachte „ik heb van dev winter
een extra beerkoek" ging de voerman ver
der. De heer F. was inmiddels met zijn
leegen wagen teruggekomen om het ver
lorene opnieuw op te laden, maar vond
niets. Onmiddellijk naar de politie en onze
ijverige veldwachter Kempers ging diirect
met den heer F. op onderzoek uit. Het
bleek a.1 spoedig, dat de gelukkige vinder
in de richting Langedijk was vertrokken.
In Oudkarspel wist Kempers 'verbinding
met de politie te Broek op Langendijk te
krijgen en het duurde man ook niet heel
lang meer of opperwachtmeestee Leegwater
smaakte het genoegen de wagen met de
kostbare lading aan te houden.
Natuurlijk kwam er toen een praatje
bij en 't gevolg is, dat de zak tarwe toch
in de opslagplaats te Dirkshom zal be
landen om geschoond te worden, terwijl
de gelukïkge vinder, v. d.. W. te St. Pan-
cras. straks een „prentje" thuis krijgt,
waarvan hij nog wel meer zal hooren.
43. Daar zag hij tw
mannen achter de stu
inrichting zitten. V)
een knoppen, stang(
draden en instrumè
ten. Hij keek zijn oog
uit
44. Toen hij al dat moois
op zijn gemak had be
keken, waagde hij zich
een paar stappen dich
terbij en kwam vlak
achter de mannen te
staan.
Italiaansch
Weermachtbericht
dus zooveel mogelijk rekening mee houden.
Tenslotte nog iets over de bewaring van de
mest!
Niet genoeg kan er op worden .gewezen dat
't van zeer groot belang is de gierkelder in
orde te hebben.
Waar ammoniak direct kan vervluchtigen,
verliest men gedurende de winter meer dan
men bewaart. Waar nog niet aanwezig
dient bij de gierkelder een goede stankput te
worden gebouwd. Pompgat en mangaten
sluite men hermetisch af met behulp van
klei of mest op de randen van de deksels,
gaten voOr het lekwater uit de mest kan
men sluiten mei een stop, welk^ ftien opent
irtdien het noodig is.
De vaste mest moet men goed stapelen,
zoo hoog als maar mogelijk is.
Slechts goed gestapelde mest houdt' een
hooge bemestingswaarde.
Rome, 29 September (Stefahi). In zijn
weerniachtbex'icht no. 483 maakt het Ita-
liaansche opperbevel het volgende bekend:
Nooi'd-Afrika: activiteit van de artillerie
aan de fronten van Tobroek en Sollqem.
Tijdens een luchtaanval op Bardia werden
twee vijandelijke vliegtuigen door den af
weer op den grond en twee door Duitsche
jagers neergeschoten.
Oorst-Afrika: vijandelijke eenheden pro
beerden een aanval te ondernemen op dri-
ze vooruitgeschoven posten in den sector
van Gondar. Zij werden door onze artil
lerie en door den afweer van onze af dee
lingen op de vlucht gedreven.
Engelsche vliegtuigen hebben de stad
Rhodos aangevallen. Er werden eenige
woonhuizen en het ziekenhuis getroffen,
waar twaalf personen gedood werdenr
In het cenitrale bekken van de Mkklel-
landscho Zee hebben onze jachtvliegtuigen
twee Blenheims brandend omlaag gehaald.
De vijandelijke luchtmacht viel Trapani,
Marsala en Castel Vetrano aan, waar
brandbommen geworpen werden: Boven
dien werd Palermo aangevallen, waar ne
gen dooden en 26 gewonden te betreuren
zijn, alsmede Turijn, waar een vliegtuig
door den afweer op den grond werd neer
geschoten en bii het plaatsje Candio'o
terechtkwam. De vijf leden' der beman
ning kwamen om het leven. Vijandelijke
vliegtuigen vlogen hoven de stad Milaan,
waar echter eeen bommen werden uitgewor
pen. Zes personen werden gewond als ge
volg van scherven1 van het luchtdoelge
schut en drie anderen door ongevallen op
straat. De woonwijken van Savonna Ma
rino 'werden gebombardeerd. Fr ontstond
schade aan 'de woonhuizen. Behalve bri
santbommen en lichtfakkels werden brand
bommen en pamfletten uitgeworpen.
Ook werd een luchtaanval ondernomen
op Genua, waar eenige huizen instortten.
Eenisfe op het platteland öqtstane branden
konden eebluscht worden. Onder de bur
gerbevolking vallen een doode en drie ge-
wondon te betreuren. Een brandweerman
werd rioorlelijk getroffen. Vier brandweer
lieden werden door scherven van luchtdoel
geschut, gekwetst, van wie twee ernstig.
Een andere aanval werd ondernomen op
Spezia. waar kleine en groote brand, en
brisantbommen werden uitgeworpen. De
branden werden gebluscht. Door scherven
van luchtdoelgeschut werden vier pèrsonen
gewond.
In den nacht van 28 op 29 Septem
bombardeerden onze luchtformaties
anker liggende schepen op Malta.
WOENSDAG 1 OCTOBER 1941.
Hilversum I. 415.5 m.
mofoonmuziek, 9.15 Voor de huisvrouw. 9.25 Gramof
muziek, 11.00 Voor de kleuters. 11.20 Sylvestre-trio.
Gramofoonmuziek. 12.25 Voor den boer. 12.40 Alma
12.45 BNO: Nieuws- en economisohe berichten. 1.00 PI
voordracht. 1.30 Gramofoonmuziek. 2.15 De Melodl
en solist. 3.00 Voor de vrouw. 3.20 Zang met planob
leiding en gramofoonmuziek. 4.00 Bijbellezing (Voorb(
door de Christelijke Radio Stichting). 4,20 Voor de je
5.00 Gramofoonmuziek. 5.15 BNO: Nieuws-, economi
en beursberichten. 5.30 Voor de jeugd. 5.45 Viool
Êlano. 6.15 Causerie „Volksgezondheid". 6.30 Klaas
eeck en zijn orkest. 7.00 Actueel halfuurtje. 7.30 Vc
zangkoor met pianobegeleiding. 8.00 Het kwartier
den arbeid. 8.15 Cabaretprogramma. 9.15 Ensemble
di Bal'ógh. 9.45 BNO: Nieuwsberichten. 10.00—10.15 B
Engelsche uitzending: The Dutch Achlevements
Netherlands Indies".
Hilversum II. 301.5 m.
6.458.00 Zie Hilversum I. 8.00 BNO: Nieuwsberlcb
.8.15 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15
mofoonmuziek. 10.40 Voordraoht. 11.00 Zang met pil
begeleiding én gramofoonmuziek, 11.30 Gramofoonmus
12.00 De Romancers. 12.45 BNO: Nieuws- en economlj
berichten. 1.00 Omroeporkest en soliste. 1.30 Gramofi
muziek. 1.45 Omroeporkest. 2.15 Voordracht. 2.30 Gra
foonmuziek. 4.00 Cello en plano. 4.40 Gramofoonmus
5.00 Voor de Jeugd. 5.15 BNO: Nieuws-, economische
beursberichten. 5.30 Zang en plano. 6.00 Wijdingswo
6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Amusementsorkest en so
7.00 Actueel halfuurtje. '7,30 Krontjongorkest Indii
Club te Amsterdam (gr.pl.). 7.45 „In en om de N
(Voorbereid door de NSB). 8.00 Groninger Orkestverei
ging en solist. 8.45 Causerie „Geneeskundige praktij
ln vroeger eeuwen in Nederland". 9.00 Groninger Ork
INTERESSANTE GREPEN:
Ernstige muziek: In zijn vioolvoordracht om 17.45
Hilv. I brengt Willem Noske o.a. een eerste uitvoer
ten gehoore van een compositie van den Roemeense
componist Searlatescu.
Het programma van Leo J. C. Dèe, cello en
Llgtelijn piano, vermeldt werken van twee Pransche c(
ponisten, die hier te lande betrekkelijk zelden wor
uitgevoerd, J. Guy, Rupartz'en Florent Schmitt, te 1
uur Hilv. II.
Lichte Muze: Van 10.1521.15 uur Hilv. I wordt
programma uitgezonden dat ons terug voert naar
jaar 1916. De samensteller Alex de Haas, die dit
gramma noemde: „Er was eens", heeft verschllle
liedjes van Pisuisse, Hullebroec en Cllnge Doorenboa,
vroeger gaarne gehoord werden, daarin aangebracht.'
Velen zullen met "genoegen de kennismaking hienn
hernieuwen.
Reportages: Van 19.4520.00 Hilv. II wordt de ultl
ding „In en om de NSB" voortgezet met een reporti
dei de activiteit van de Natlonaal-Socialistische Be weg
weergeeft.
Voor de Jeugd: Laszlo Arpad vertelt verder over
land onder het motto: „Waar de Donau stroomt en
puszta droomt". Van 17.0017.15 uux Hilv. H.
Voor de Vrouw: Mevr. Ellen Russe spreekt van 15
15.20 uur Hilv. I in haar serie-causerie „Echtge"
en moeders van groote mannen" over „Marle van
gersbergh de vrouw van Hugo de Groot". S
Deze vrouw wordt wel eens d» meest karakter!
figuur in verband met den aard van het volk gen
Zij is een treffend voorbeeld van wat een echtge"
voor haar man vermag te doen.
Feuilleton
door P. G. Wodehouse I
33.
Zijn opmerkingen, die ik hier op het papier
heb gezet alsof ze achter elkaar en ononder
broken kwamen, waren afgebroken door een
1 serie van hggen en proesten afs hij de op
volgers van de golf. die hij in het begin van
ons gesprek had verzwolgen, opving en uit
spoog. Het is niet iederen zwemmer gegeven
om in het water te converseereh. Dit scheen
hij in te zien, want, alsof hij een eind wilde
maken aan het onderhoud begon hij zoo snel
hij kon naar land te zwemmen. Helaas deed
zijn eerste slag hem midden in Ukridge be
landen, die deze s«nvaring niet had voorzien,
woest naar hem greep en hem mee onder
water trok. Ze kVamen een oogenblik later
boven, in de slechtste verstandhouding.
Probeert u me te verdrinken, mijnheep?
blafte de professor.
Best oud paard, zei Ukridge klagend,
dat is nu toch een beetje hard. U kon eerst
wel eens kijken waar je heenging.
U greep me vast.
Je nam me bij verrassing, jochie. Je
moet je niet verbeelden dat je waterpolo aan
het spelen bent,
Maar professor, zei ik, me bij den groep
voegend en aldoor water trappend, een
oogenblikje.
Ik begon het land aan den vent te
krijgen. Ik had zin om hem onder te houden,
maar zag in, dat mijn kansen om zijn toe
stemming voor een engagement te krijgen
daardoor niet erg gediend zouden zijn.
Maar professor, zei ik, een oogen
blikje.
Ga weg, mijnheer. Ik heb u niets te
zeggen.
Maar hg heeft een massa tegen u te zeg
gen, zei Ukridge. Nou is het de tijd, oud
paard, voegde hij er bemoedigend tegen mij
aan toe. Vooruit met je nieuwtje.
Zonder aanloopje kwam ik ineens met mijn
toespraak voor den dag.
Ik houd van uw dochter Phyllis, Mr.
Derrick. Zij houdt ook van mij. We zijn ge-
engageerd.
Dat heb je verduiveld goed gezegd,
jochie, zei Ukridge goedkeurend.
De professor ging onder alsof hij kranjp
had gekregen. Het is een beetje lastig om te
redeneeren met een man, van wien je nooit
vooruit met zekerheid kunt zeggen of hij niet
op eèn gegeven moment weer onder water zal
verdwijnen. Het vermindert den invloed van
je welsprekendheid zoo. De beste argumenten
zijn waardeloos als je toehoorder plotseling
midden in verdwijnt.
Volhouden, oud paard, zei Ukridge. Ik
geloof, dat je het hem lapt
Ik hield vol.
Mr. Derrick, zei ik, toen zijn hoofd weer
boven kwam, u is natuurlijk erg ver-
Ja, dat spreekt van. zelf, zei Ukridge.
Dat nemen we u niets' kwalijk, voegde hij
er vriendelijk bg'.
JU jij jfi - Inplaats van hem af
te, koélen schenen groote hoeveelheden water
den professor hoe langer hoe warmer te
maken. Jou brutale vlegel.
Mijn antwoord was waardiger, beleefder,
stond heelemaal op een hooger plan.
Ik zei innemend: Kunnen we het ver
leden niet laten rusten?
Uit zijn opmerkingen maakte ik op, dat_
we dat niet konden. Ik ging voort. Ik was"
helaas genoodzaakt mgn toespraak te bekor
ten. Ik kon mezelf niet laten gaan zooals ik
gewild had, want de tg'd moest in aanmerking
genomen worden. Als de professor op dezen
voet water bleef verzwelgen, zou het niet lang
meer duren, of hij moest onvermijdelijk vol-
loopen en zinken.
Ik heb uw dochter lief gehad, zei ik snel.
van den eersten keer af dat ik haar gezien
heb...
En hij is een bovenste beste kerel, viel
Ukridge me in de rede. Een van de beste
die ik ken. Ken hem al jaren. U zult vast
van^hem houden.
-T- Gisteren avond hoorde ik, dat zij ook
van mij houdt. Maar ze wil niet met me trou
wen zonder uw toestemming. Strek uw
armen recht uit en vul uw longen goed met
lucht, dan zult u niet zinken. Daarom ben
ik vanmorgen hier gekomen om uw toestem
ming te vragen.
Geef 'r, raadde Ükridge. Je kunt-niet
beter doen. Een gezonde kerel. Hoopen geld
ook al. Die krijgt hij ten minste als hij
trouwt.
Ik weet, dat we niet op al} te goeden
voet zg'n geweest den laatsten tijd. Pro
beer, in Godsnaam niet om te praten want
dan zinkt u. De schuld lag bij mij, voegde
ik er edelmoedig bij.
Goed gezegd, zei Ukridge.
Maar als u mijn verklaring gehoord zult
hebben, weet ik zeker, dat u me zult ver
geven. Ziet u nu wel, ik heb het u voor
speld.
Hij verscheen weer een eindje verder aan
den linkerkant. Ik zwom hem na en ging
voprt:
y— Toen u ons zoo plotseling verliét na ons
dineetje
Ko#n nog eens aan, zei Ukridge gastvrij.
Wanneer u maar langs komt.
...bracht u me in een zeer moeilijke
positie. Tk was wanhopig verliefd op uw doch
ter en zoolang u in de stemming verkeerde
waarin u ons veriatan had, kon ik niet reke
nen op een gelegenheid om haar mijn gevoe
lens te openbaren.
Gevoelens openbaren is goed,- zei
Ukridge bewonderend. Keurig!
U ziet, wat een lastig geval het voor
me was, is het niet Houd uw armen goed
Ik dacht er uren en uren over na en pro
beerde er iets op te vinden om een verzoe
ning tot stand te brengen. U kunt u niet
voorstellen hoe hard ik dacht.
Werd zoo mager als een kurketrekker,
zei Ukridge.
Eindelijk, toen ik u op een morgen toen
ik op den strandmuur zat, zag visschen, kreeg
ik plotseling het idee...
U weet hoe zooiets gaat, zei Ukridge.
...plotseling het idee, dat het het beste
zou zijn om een klein bootongeluk te organi-
seeren. Ik was er zeker van dat ik u zou
kunnen redden.
Hier hield ik even op en Hij maakte van de
gelegenheid gebruik om me te vervloeken
kort, met een waakzaam ook op een in
komend golfje.
Zonder de ondoorgrondelijke inmenging
van de Voorzienigheid, die er een handje van
heeft om, alles in de war te sturen, zou alles
best gegaan zijn. Alles marcheerde prachtig,
tot u er achter kwam.
Zoo gaat het altijd, zei Ukridge droevig.
Altijd.
Jou schooier!
Hij slaagde er in langs me heen te glir
en zwom naar de kust.
Bekijk de zaak eens van «en filoso"
standpunt, oud paard, drong Ukridge, ach!
hem aan ploeterend, aan. Het feit, dat
redding vooruit afgesproken was, doet
niet toe. Ik bedoel, dat u het toen niet v
dus eigenlijk was het niet zoo en u werd
gered van een waterig graf en al zulk
dingen meer.
Ik had Ukridge niet in staat gedacht
een dergelijke excursie op het gebied
metaphysica. Ik zag de waarheid van
argumenten zóó duidelijk in, dat het me
mogelijk voorkwam dat iemand er door in
war kon raken. Ik had den professor toch
het water gehaald en het feit, dat ik er *-
eerst in had laten vallen had er niets m
te maken. Of een man is een dapper i
of hij is het niet. Er is geen middenweg,
had zijn leven gered want hg" zou z:
verdronken zijn, als ik hem aan zijn lot
overgelaten en ik had recht op zgn 4
baarheid. Dat was alles wat er over te
gen viel.
Déze dingen probeerden Ukridge en ik
duidelijk te maken, terwijl we met hem
zwommen. Maar hetzg het zoute water
hg verzwolgen had de gewone helderheid
geest van den professor had versuft, hé
dat ons vermogen om het geval te verkh
te zwak was, in ieder geval bereikte hij
strand als een niet overtuigd man.
Mag ik aannemen, dat uw bezwaren
weggenomen? vroeg ik. Heb ik uw t
stemming
(Wordt vervolgd)