DE LUCHTROOVERS VAN HOlTIKi Amor „EECEN" Alle zorg aao wei- en bouwland Lusteloos AKKERTJE Radioprogramma in het kippenhok honderd vijf en twintig jaar NOORDHOLLANDSCHE BRAM). WAARBORGMAATSCHAPPIJ JUBILEERT. J - 't Heeft altijd nogal willen branden in Noordiholland en 't werd waarlijk tijd, dat ia den ifire achttienhonderd zestien in ons Noorderkwartier „reetschapen menschen- vrienden opstonden om voor den ongelukki- fifë den eenieen wee te openen om zijn gele den, verliezen te herstellep. daar anders een geheele ruïne zijn lot creweest zou zijn." Cornelis Eecen van Oudkarspel, Cornelis dekker te Winkel, Jan Groenewoud te Koe dijk en Teunis Zijhecarspel te Oost-erblok- Mr. C. P. EECEN. d« tegenwoordige directeur. (Foto Pax). ker waren de eerste vier der reetschapen menschenvrienden, die op 5 October van deze maand, dan honderd vijf en twintig jaar lang de wonden, veroorzaakt door de pikken en krabbels van den rooden haan met zHveren balsem zullen heb'ben geku- reerd. Of het pestuur van de Noord h/olland- ache Brandwaarborgmaatschappij, haar 12 inspecteurs en vijftienhonderd agenten zich «venals de voorvaderen aankondigden, nog alléén als reetschapen menschvricnden door Polisland bewegen, of dit ook een ietsje DE NOODZAKELIJKE ZELFVOORZIENING EISCHT DIT. Vanaf deze plaats aldus schrijft ons Ir. Lienegch, rijkslandbouwcon sulent voor Noordholland,.meen ik nog enkele zaken on der de aandacht van onze hoeren te moeten brengen. Meer dan ooit is het landbouwbedrijf aan gewezen öp zelfvoorziening en .willen we de productie-capaciteit zoo goed mogelijk' in .stand houden, dan dielien we toch alle zox'g te gevèn aan de plaats waar onze cültuur- gewassen staan, dus aan grds- en bouwland. Beperkingen in kunstmestgebruik en aan wending van trekkracht zijn eigenlijk eert goede aanleiding de aandacht op enkele an dere belangrijke onderdelen van het land gebruik te vestigen. Allereerst komt aan de orde de kwestie van de ontwatering In herfst, win® en vroeg voorjaar stel len zoowel gras- als bouwland dezelfde ei- schen aan de grondwaterstand en wel een zoo laag mogelijke stand van sloot- en grond water. Om dit te .bereiken dient het water •nel uit de greppels in de slooten te kunnen komen. Het belang van vroeg en goed grep- pelen is zonder meer duidelijk! Maar al zijn er greppels dan moet 't over tollige bodemwater ook snel daarin kunnen toevloeien. Dit laat wel eens te wenschen over. Al leen begreppeleft is niet afdoend indien de grond zelf slecht doorlatend is. Laat iedere grondgebruiker zich nu eens op de hoogte stellen met de hoedanigheid van onder zijn beheer berustende perccelen- Op grasland is een „plaat" in de onder grond, 'n heel kwaad ding. Doet men er niets tegen dan verdwijnt zooiets zeker niet! Om er wat tegen te kunnen doen moet men wat meer weten. Het begin van deze zaak doen ter versteviging van de eigen existen tie. wij weten het niet. Maar wel is het een feit. dat de jubilaresse al dien tijd een groote maatschappelijke en sociale functie heeft vervuld, en zich zoodanig het vertrou wen, ^heeft verworven, dat zij van een kleine provinciale „inrigting" is gegroeid tot een maatschappij, die over het geheele land werkzaam is en zich niet meer alleen bij brandverzekering bepaalt. Aan de maatschappij is de naam Eecen onverbrekelijk verbondén. de tegenwoordige directeur, de heer mr. C. P. Eecen, is de vijfde uit het geslacht, die de leiding van de Noordhollandsche heeft. Het is niet te verwonderen, dat „men" dan ook verzekerd is „bij Eecen". zooals men melk heeft van ..Lutjewinkel" en de krant leest „van Trapman"? Wel is er veel veranderd in die honderd en vijf twintig jaar. Het zial nu niet meer noodig zijn. dat de directeur, de commissarissen en de boek houder hun dierbaar leven wagen in een roeibootje, varende van Oosthuizen naar Warder, om te zien of de penningen der uitkeeringen aan een herbouwd perceel naar genoegen zijn besteed. Twee en twin tig man op het' kantoor, twaalf inspecteurs eh vijftienhonderd agenten, helpen de di rectie uitkijken en opletten. Het waren en zijn immers niet allen braven, die hun huis en have verzekeren... Stak in 1838 een juf frouw op de Hexü te Alkmaar om honderd en vier en dertij^ulden en drie en dertig genten haar huisje niet in brand en werd zij daarom niet gewiiïgd op het schavot? En zoo is er wel meer het een en ander gebeurd, waarbij directeur en inspecteur de dete^tivepet moesten opzetten. Doch dat is gelukkig niet hun dageliiksch werk. veel meer was hun taak en nu komt toch de regtschapenheid weer om den hoek kijken de belangen van de verzekerden te dienen, door naar recht en redelijkheid de assuran tiepenningen uit te keeren. „Ik had er natuurlijk een reuzefeest van willen maken", vertelde Mr. Eecen ons. op het D.T.S.-terrein voor het heele dorp, maar dan Iaat hij er spijtig de beruchte tij<3treur zang op volgen. Niet om het geld, want dat is en, wel. en de grafieken en statistieken maken de^ laatste jaren onafgebroken pret tige sprongetjes naar boven, maar 't voegt niet, zooveel vreugd bij zooveel wereldleed. Het personeel is verblijd met een maand salaris extra en voor het overige wordt het honderd dertigjarig bestaan afgewacht „Eecen" honderd vijf en twintig jaar. Het 'zooveelste bewijs, dat ons platteland voor initiatief en durf de stad niet van noode heeft, dat het' zijn eigen boontjes kan dop pen en goed ook! ligt in het laten onderzoeken van een grond monster. Alleen dan krijgt men aanwijzingen of een bekalking voor- of nadeel zal brengen, of^een extra .gift stalmest op z'n plaats zal zijn, of diepere ontwatering op zich zelf een goede hulp tegen het kwaad kan zijn, enz. Wie oordeelkundig een grondmonster wil laten nemen, wende zich tot de assistenten van de landbouwvoorlichtingsdienst, hij kan dan de noodige voorlichting zonder meer krijgen. Nu een ander punt. Op verscheidene bedrijven is men van plan een stukje grasland laat te maaien om-het gras dan op stal- te vervoedëren. Wie dit straks gaat doen handelt in eigen belang indien hij op dit laat gemaaid land nog een stalmcstgift brengt, desnoods met versche stalmest. Laat men dit na dan is het risico op uitwin teren van onze goede grassen groot en de schade welke hierdoor ontstaat be merkt men pas goéd in het volgende weide- seizoen. Waar "het gaat over land-verzorging, mag ook i$ts gezegd worden.van het bouwland. Het is al tijd om stalmest op dit land uit te rijden. Wil men. van deze mest straks profijt hebben dan is het van groote betee- kenis de -stalmest niet te diep weg te plde- gen. De rotting van de mest vraagt voldoen de toetreding van lucht en hoe dieper men in de bo.uwvoor komt, des te ongunstiger wordt de luchttoetreding. Op licht land, dus op de zandgronden, is het zaak voldoende aandacht te schenken aan de diepte van zaaien der wintergranen. Gewoonlijk zaait men veel te diep. Zoowel tarwe als i'ogge ontwikkelen veel 'beter in dien ze niet meer dan 2 cm. diep zijn ge zaaid. Meestal loopen de wielen van de zaai- machine te diep in de bouwvoor op zand grond en daardoor zakken de zaaipijpen weer te diep. Wie op dit euvel is attent gemaakt kan er Neem "a *n DE MAANDAGSCHE VEEMARKT. De aanvoer blijft op hetzelfde peil. Giste ren waren er niet minder dan 173 koeien, waarvan er 159 door de Veehouderij-Centrale werden overgenomen, zoodat de consumptie verzekerd blijft. We raken daarvan langzamerhand ge wend en vergeleken bij de abnormale om standigheden, die we in den aanvang beleef den, mag de gang van zaken niet anders dan zeer bevredigend worden genoemd. Buiten dien waren er 17 nuchtere kalveren. Volgens de verwachting zal de volgende week een begin worden gemaakt met de aan- levering van schapen. Zekerheid scheen ech ter daaromtrent nog niet te bestaan. ZIJPE LAFFE AANVAL. Gistermiddag j.1. begaf Mej. P. E. Schil der Lz. te 't Zand zich per rijwiel naar Scha- gerbrug. Toen zij op den Keinsmerweg bui ten het dorp reed, passeerde zij twee man nen, die ook per fiets reden. Plotseling kwam Mej. S. tot de ontdekking, dat één der man nen vlak naast haar was komen rijden cn tegelijkertijd een enveloppe, uit haar man telzak trok. Mej. Schilder trachtte nog de enveloppe uit de handen van haar aanval ler te rukken, doch tevergeefs. De onbekende man haalde de papieren uit de enveloppe en verscheurde de distributiestamkaart en een paar foto's onder het maken van-de opmer king: wij geen eten, jullie ook geen eten." Mej. Schilder heeft vanzelfsprekend van dit minder prettige voorval aangifte gedaan bij de politie, waarna onmiddellijk een on derzoek werd ingesteld. HARhNKARSPEL DIRKSHORN. EEN BOOZE „SUNTEREIPER". Dacht voor den heelen winter „beerkoek" te hebben. Zaterdag bracht de heer C. Francis te Woudmeer met zijn arbeiders de pas ge- dorschte tarwe per paard en wagen naar de opslagplaats van Kuiper en Kistemaker te Dirkshorn. Aan den Oosterdijk gleed één der zakken van- den wagen. Om zoo'n zwarpn zak weer boven op' den wagen te krijgen, moet men over een kracht beschik ken gelijk een Simson. De zak werd toen aan den kant van den weg gelegd ora hem straks weer op te halen. Inmiddels kwam een paard, bespannen voor een plat wagentje,uit de richting Dirkshorn aansjokken. De voerman zag den zak liggen. Een gedienstige voorbij ganger hielp hem de zware zak in zijn wagentje laden, wat los gras er over en met de gedachte „ik heb van dev winter een extra beerkoek" ging de voerman ver der. De heer F. was inmiddels met zijn leegen wagen teruggekomen om het ver lorene opnieuw op te laden, maar vond niets. Onmiddellijk naar de politie en onze ijverige veldwachter Kempers ging diirect met den heer F. op onderzoek uit. Het bleek a.1 spoedig, dat de gelukkige vinder in de richting Langedijk was vertrokken. In Oudkarspel wist Kempers 'verbinding met de politie te Broek op Langendijk te krijgen en het duurde man ook niet heel lang meer of opperwachtmeestee Leegwater smaakte het genoegen de wagen met de kostbare lading aan te houden. Natuurlijk kwam er toen een praatje bij en 't gevolg is, dat de zak tarwe toch in de opslagplaats te Dirkshom zal be landen om geschoond te worden, terwijl de gelukïkge vinder, v. d.. W. te St. Pan- cras. straks een „prentje" thuis krijgt, waarvan hij nog wel meer zal hooren. 43. Daar zag hij tw mannen achter de stu inrichting zitten. V) een knoppen, stang( draden en instrumè ten. Hij keek zijn oog uit 44. Toen hij al dat moois op zijn gemak had be keken, waagde hij zich een paar stappen dich terbij en kwam vlak achter de mannen te staan. Italiaansch Weermachtbericht dus zooveel mogelijk rekening mee houden. Tenslotte nog iets over de bewaring van de mest! Niet genoeg kan er op worden .gewezen dat 't van zeer groot belang is de gierkelder in orde te hebben. Waar ammoniak direct kan vervluchtigen, verliest men gedurende de winter meer dan men bewaart. Waar nog niet aanwezig dient bij de gierkelder een goede stankput te worden gebouwd. Pompgat en mangaten sluite men hermetisch af met behulp van klei of mest op de randen van de deksels, gaten voOr het lekwater uit de mest kan men sluiten mei een stop, welk^ ftien opent irtdien het noodig is. De vaste mest moet men goed stapelen, zoo hoog als maar mogelijk is. Slechts goed gestapelde mest houdt' een hooge bemestingswaarde. Rome, 29 September (Stefahi). In zijn weerniachtbex'icht no. 483 maakt het Ita- liaansche opperbevel het volgende bekend: Nooi'd-Afrika: activiteit van de artillerie aan de fronten van Tobroek en Sollqem. Tijdens een luchtaanval op Bardia werden twee vijandelijke vliegtuigen door den af weer op den grond en twee door Duitsche jagers neergeschoten. Oorst-Afrika: vijandelijke eenheden pro beerden een aanval te ondernemen op dri- ze vooruitgeschoven posten in den sector van Gondar. Zij werden door onze artil lerie en door den afweer van onze af dee lingen op de vlucht gedreven. Engelsche vliegtuigen hebben de stad Rhodos aangevallen. Er werden eenige woonhuizen en het ziekenhuis getroffen, waar twaalf personen gedood werdenr In het cenitrale bekken van de Mkklel- landscho Zee hebben onze jachtvliegtuigen twee Blenheims brandend omlaag gehaald. De vijandelijke luchtmacht viel Trapani, Marsala en Castel Vetrano aan, waar brandbommen geworpen werden: Boven dien werd Palermo aangevallen, waar ne gen dooden en 26 gewonden te betreuren zijn, alsmede Turijn, waar een vliegtuig door den afweer op den grond werd neer geschoten en bii het plaatsje Candio'o terechtkwam. De vijf leden' der beman ning kwamen om het leven. Vijandelijke vliegtuigen vlogen hoven de stad Milaan, waar echter eeen bommen werden uitgewor pen. Zes personen werden gewond als ge volg van scherven1 van het luchtdoelge schut en drie anderen door ongevallen op straat. De woonwijken van Savonna Ma rino 'werden gebombardeerd. Fr ontstond schade aan 'de woonhuizen. Behalve bri santbommen en lichtfakkels werden brand bommen en pamfletten uitgeworpen. Ook werd een luchtaanval ondernomen op Genua, waar eenige huizen instortten. Eenisfe op het platteland öqtstane branden konden eebluscht worden. Onder de bur gerbevolking vallen een doode en drie ge- wondon te betreuren. Een brandweerman werd rioorlelijk getroffen. Vier brandweer lieden werden door scherven van luchtdoel geschut, gekwetst, van wie twee ernstig. Een andere aanval werd ondernomen op Spezia. waar kleine en groote brand, en brisantbommen werden uitgeworpen. De branden werden gebluscht. Door scherven van luchtdoelgeschut werden vier pèrsonen gewond. In den nacht van 28 op 29 Septem bombardeerden onze luchtformaties anker liggende schepen op Malta. WOENSDAG 1 OCTOBER 1941. Hilversum I. 415.5 m. mofoonmuziek, 9.15 Voor de huisvrouw. 9.25 Gramof muziek, 11.00 Voor de kleuters. 11.20 Sylvestre-trio. Gramofoonmuziek. 12.25 Voor den boer. 12.40 Alma 12.45 BNO: Nieuws- en economisohe berichten. 1.00 PI voordracht. 1.30 Gramofoonmuziek. 2.15 De Melodl en solist. 3.00 Voor de vrouw. 3.20 Zang met planob leiding en gramofoonmuziek. 4.00 Bijbellezing (Voorb( door de Christelijke Radio Stichting). 4,20 Voor de je 5.00 Gramofoonmuziek. 5.15 BNO: Nieuws-, economi en beursberichten. 5.30 Voor de jeugd. 5.45 Viool Êlano. 6.15 Causerie „Volksgezondheid". 6.30 Klaas eeck en zijn orkest. 7.00 Actueel halfuurtje. 7.30 Vc zangkoor met pianobegeleiding. 8.00 Het kwartier den arbeid. 8.15 Cabaretprogramma. 9.15 Ensemble di Bal'ógh. 9.45 BNO: Nieuwsberichten. 10.00—10.15 B Engelsche uitzending: The Dutch Achlevements Netherlands Indies". Hilversum II. 301.5 m. 6.458.00 Zie Hilversum I. 8.00 BNO: Nieuwsberlcb .8.15 Gramofoonmuziek. 10.00 Morgenwijding. 10.15 mofoonmuziek. 10.40 Voordraoht. 11.00 Zang met pil begeleiding én gramofoonmuziek, 11.30 Gramofoonmus 12.00 De Romancers. 12.45 BNO: Nieuws- en economlj berichten. 1.00 Omroeporkest en soliste. 1.30 Gramofi muziek. 1.45 Omroeporkest. 2.15 Voordracht. 2.30 Gra foonmuziek. 4.00 Cello en plano. 4.40 Gramofoonmus 5.00 Voor de Jeugd. 5.15 BNO: Nieuws-, economische beursberichten. 5.30 Zang en plano. 6.00 Wijdingswo 6.15 Gramofoonmuziek. 6.20 Amusementsorkest en so 7.00 Actueel halfuurtje. '7,30 Krontjongorkest Indii Club te Amsterdam (gr.pl.). 7.45 „In en om de N (Voorbereid door de NSB). 8.00 Groninger Orkestverei ging en solist. 8.45 Causerie „Geneeskundige praktij ln vroeger eeuwen in Nederland". 9.00 Groninger Ork INTERESSANTE GREPEN: Ernstige muziek: In zijn vioolvoordracht om 17.45 Hilv. I brengt Willem Noske o.a. een eerste uitvoer ten gehoore van een compositie van den Roemeense componist Searlatescu. Het programma van Leo J. C. Dèe, cello en Llgtelijn piano, vermeldt werken van twee Pransche c( ponisten, die hier te lande betrekkelijk zelden wor uitgevoerd, J. Guy, Rupartz'en Florent Schmitt, te 1 uur Hilv. II. Lichte Muze: Van 10.1521.15 uur Hilv. I wordt programma uitgezonden dat ons terug voert naar jaar 1916. De samensteller Alex de Haas, die dit gramma noemde: „Er was eens", heeft verschllle liedjes van Pisuisse, Hullebroec en Cllnge Doorenboa, vroeger gaarne gehoord werden, daarin aangebracht.' Velen zullen met "genoegen de kennismaking hienn hernieuwen. Reportages: Van 19.4520.00 Hilv. II wordt de ultl ding „In en om de NSB" voortgezet met een reporti dei de activiteit van de Natlonaal-Socialistische Be weg weergeeft. Voor de Jeugd: Laszlo Arpad vertelt verder over land onder het motto: „Waar de Donau stroomt en puszta droomt". Van 17.0017.15 uux Hilv. H. Voor de Vrouw: Mevr. Ellen Russe spreekt van 15 15.20 uur Hilv. I in haar serie-causerie „Echtge" en moeders van groote mannen" over „Marle van gersbergh de vrouw van Hugo de Groot". S Deze vrouw wordt wel eens d» meest karakter! figuur in verband met den aard van het volk gen Zij is een treffend voorbeeld van wat een echtge" voor haar man vermag te doen. Feuilleton door P. G. Wodehouse I 33. Zijn opmerkingen, die ik hier op het papier heb gezet alsof ze achter elkaar en ononder broken kwamen, waren afgebroken door een 1 serie van hggen en proesten afs hij de op volgers van de golf. die hij in het begin van ons gesprek had verzwolgen, opving en uit spoog. Het is niet iederen zwemmer gegeven om in het water te converseereh. Dit scheen hij in te zien, want, alsof hij een eind wilde maken aan het onderhoud begon hij zoo snel hij kon naar land te zwemmen. Helaas deed zijn eerste slag hem midden in Ukridge be landen, die deze s«nvaring niet had voorzien, woest naar hem greep en hem mee onder water trok. Ze kVamen een oogenblik later boven, in de slechtste verstandhouding. Probeert u me te verdrinken, mijnheep? blafte de professor. Best oud paard, zei Ukridge klagend, dat is nu toch een beetje hard. U kon eerst wel eens kijken waar je heenging. U greep me vast. Je nam me bij verrassing, jochie. Je moet je niet verbeelden dat je waterpolo aan het spelen bent, Maar professor, zei ik, me bij den groep voegend en aldoor water trappend, een oogenblikje. Ik begon het land aan den vent te krijgen. Ik had zin om hem onder te houden, maar zag in, dat mijn kansen om zijn toe stemming voor een engagement te krijgen daardoor niet erg gediend zouden zijn. Maar professor, zei ik, een oogen blikje. Ga weg, mijnheer. Ik heb u niets te zeggen. Maar hg heeft een massa tegen u te zeg gen, zei Ukridge. Nou is het de tijd, oud paard, voegde hij er bemoedigend tegen mij aan toe. Vooruit met je nieuwtje. Zonder aanloopje kwam ik ineens met mijn toespraak voor den dag. Ik houd van uw dochter Phyllis, Mr. Derrick. Zij houdt ook van mij. We zijn ge- engageerd. Dat heb je verduiveld goed gezegd, jochie, zei Ukridge goedkeurend. De professor ging onder alsof hij kranjp had gekregen. Het is een beetje lastig om te redeneeren met een man, van wien je nooit vooruit met zekerheid kunt zeggen of hij niet op eèn gegeven moment weer onder water zal verdwijnen. Het vermindert den invloed van je welsprekendheid zoo. De beste argumenten zijn waardeloos als je toehoorder plotseling midden in verdwijnt. Volhouden, oud paard, zei Ukridge. Ik geloof, dat je het hem lapt Ik hield vol. Mr. Derrick, zei ik, toen zijn hoofd weer boven kwam, u is natuurlijk erg ver- Ja, dat spreekt van. zelf, zei Ukridge. Dat nemen we u niets' kwalijk, voegde hij er vriendelijk bg'. JU jij jfi - Inplaats van hem af te, koélen schenen groote hoeveelheden water den professor hoe langer hoe warmer te maken. Jou brutale vlegel. Mijn antwoord was waardiger, beleefder, stond heelemaal op een hooger plan. Ik zei innemend: Kunnen we het ver leden niet laten rusten? Uit zijn opmerkingen maakte ik op, dat_ we dat niet konden. Ik ging voort. Ik was" helaas genoodzaakt mgn toespraak te bekor ten. Ik kon mezelf niet laten gaan zooals ik gewild had, want de tg'd moest in aanmerking genomen worden. Als de professor op dezen voet water bleef verzwelgen, zou het niet lang meer duren, of hij moest onvermijdelijk vol- loopen en zinken. Ik heb uw dochter lief gehad, zei ik snel. van den eersten keer af dat ik haar gezien heb... En hij is een bovenste beste kerel, viel Ukridge me in de rede. Een van de beste die ik ken. Ken hem al jaren. U zult vast van^hem houden. -T- Gisteren avond hoorde ik, dat zij ook van mij houdt. Maar ze wil niet met me trou wen zonder uw toestemming. Strek uw armen recht uit en vul uw longen goed met lucht, dan zult u niet zinken. Daarom ben ik vanmorgen hier gekomen om uw toestem ming te vragen. Geef 'r, raadde Ükridge. Je kunt-niet beter doen. Een gezonde kerel. Hoopen geld ook al. Die krijgt hij ten minste als hij trouwt. Ik weet, dat we niet op al} te goeden voet zg'n geweest den laatsten tijd. Pro beer, in Godsnaam niet om te praten want dan zinkt u. De schuld lag bij mij, voegde ik er edelmoedig bij. Goed gezegd, zei Ukridge. Maar als u mijn verklaring gehoord zult hebben, weet ik zeker, dat u me zult ver geven. Ziet u nu wel, ik heb het u voor speld. Hij verscheen weer een eindje verder aan den linkerkant. Ik zwom hem na en ging voprt: y— Toen u ons zoo plotseling verliét na ons dineetje Ko#n nog eens aan, zei Ukridge gastvrij. Wanneer u maar langs komt. ...bracht u me in een zeer moeilijke positie. Tk was wanhopig verliefd op uw doch ter en zoolang u in de stemming verkeerde waarin u ons veriatan had, kon ik niet reke nen op een gelegenheid om haar mijn gevoe lens te openbaren. Gevoelens openbaren is goed,- zei Ukridge bewonderend. Keurig! U ziet, wat een lastig geval het voor me was, is het niet Houd uw armen goed Ik dacht er uren en uren over na en pro beerde er iets op te vinden om een verzoe ning tot stand te brengen. U kunt u niet voorstellen hoe hard ik dacht. Werd zoo mager als een kurketrekker, zei Ukridge. Eindelijk, toen ik u op een morgen toen ik op den strandmuur zat, zag visschen, kreeg ik plotseling het idee... U weet hoe zooiets gaat, zei Ukridge. ...plotseling het idee, dat het het beste zou zijn om een klein bootongeluk te organi- seeren. Ik was er zeker van dat ik u zou kunnen redden. Hier hield ik even op en Hij maakte van de gelegenheid gebruik om me te vervloeken kort, met een waakzaam ook op een in komend golfje. Zonder de ondoorgrondelijke inmenging van de Voorzienigheid, die er een handje van heeft om, alles in de war te sturen, zou alles best gegaan zijn. Alles marcheerde prachtig, tot u er achter kwam. Zoo gaat het altijd, zei Ukridge droevig. Altijd. Jou schooier! Hij slaagde er in langs me heen te glir en zwom naar de kust. Bekijk de zaak eens van «en filoso" standpunt, oud paard, drong Ukridge, ach! hem aan ploeterend, aan. Het feit, dat redding vooruit afgesproken was, doet niet toe. Ik bedoel, dat u het toen niet v dus eigenlijk was het niet zoo en u werd gered van een waterig graf en al zulk dingen meer. Ik had Ukridge niet in staat gedacht een dergelijke excursie op het gebied metaphysica. Ik zag de waarheid van argumenten zóó duidelijk in, dat het me mogelijk voorkwam dat iemand er door in war kon raken. Ik had den professor toch het water gehaald en het feit, dat ik er *- eerst in had laten vallen had er niets m te maken. Of een man is een dapper i of hij is het niet. Er is geen middenweg, had zijn leven gered want hg" zou z: verdronken zijn, als ik hem aan zijn lot overgelaten en ik had recht op zgn 4 baarheid. Dat was alles wat er over te gen viel. Déze dingen probeerden Ukridge en ik duidelijk te maken, terwijl we met hem zwommen. Maar hetzg het zoute water hg verzwolgen had de gewone helderheid geest van den professor had versuft, hé dat ons vermogen om het geval te verkh te zwak was, in ieder geval bereikte hij strand als een niet overtuigd man. Mag ik aannemen, dat uw bezwaren weggenomen? vroeg ik. Heb ik uw t stemming (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1941 | | pagina 2