N°. 12. Zondag 13 November. A". 1887. Nieuws- en Advertentieblad. De schatten in de Lutine. Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. - Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 uur op den dag' der uitgave. Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGE VELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel. Door de commissarissen van de Lutine-on- derneming zoo lezen wij in eenige bladen is besloten de werkzaamheden, voor dit jaar te staken. Men heeft slechts 30 dagen op de Lutinebank kunnen werken met de zuigma- chines, en 13 malen ging men te vergeefs derwaarts. Gedurende dit jaar werden opge haald: 35 diverse gouden muntstukken, 595 zilveren Spaansche matten, 23 diverse kleine zilveren muntstukken en 18 koperen, bene vens andere zaken van geringe waarde. Door een vriendelijke hand daartoe in staat gesteld, deelen wij mede, hetgeen in een tijd schrift van 1858, omtrent de Lutine werd opgenomen en dat zeker niet van algemeene bekendheid is „Voortdurend deelen de dagbladen opgaven mede omtrent het goud en zilver, dat uit het wrak van de Lutine wordt opgehaald. Wij achten het daarom niet ondienstig het vol gende historisch overzigt te geven van het voornaamste dat betrekking heeft op de Lutine ontleend aan een der laatste nummers van de „Stoompost." „Het Britsche fregat Lutine van 32 stukken, onder bevel van kapitein Shynnon, werd ge laden met goud en zilver in baren en gemunt geld, volgens de waarschijnlijk eenigszins over dreven opgave van dien tijd ter waarde van 20 millioen Nederlandsch, doch volgens Engel- sche opgaven ter waarde van slechts 3 milli oen Nederlandsch. Het schip zeilde den6den October 1799 van Plymuth, bestemd naar Hamburg, maar geraakte door slecht weder van den koers en strandde in den nacht van den 7den October op de buitengronden van het Vlie, ongeveer 10000 el van Terschelling en 6000 el van het vuur van Vlieland. De bemanning kwam om, met uitzondering van één matroos die zich op, Vlieland redde. Van Juni 1800 tot November 1805 is men er in geslaagd de volgende waarden op te visschen 58 baren goud, te zamen weg. 646 pond 23 lood. 35 zilver, „1751 8 41697 zilver Spaansche matten. 212 dito halve. 179 gouden Spaansche matten. 20 dito halve. 24 dito kwart. 18 dito achtste. 28 dito zestiende. 81 dubbele louisen. 138 enkele dito. 4 guinjes. 2 dito halve. Nadat de bergloonen, ten bedrage van V» dei- waarde, daarvan betaald waren, is het overige naar 'sGravenhage vervoerd en aan de munt te Dordrecht verwerkt. De geheele opbrengst beliep in Nederlandsche munt 669,240 gulden, welke ten bate van 's lands kas kwamen. Den 14den October 1814 werd door den heer Eschauzier, opperstrand- vonder van Terschelling, uit de Lutine gehaald 1 gouden Spaansche mat, 8 louis d'or en 8 zilveren Spaansche matten. Aan den heer Eschauzier werd in 1821 door Z. M. den Koning de vergunning verleend om uitsluitend naar het wrak te mogen visschen, tegen genot van de halve waarde van het te bergen goed, waarvan de wederhelft ten bate van 's rijks schatkist zou komen. Genoemde heer Eschau zier rigtte eene maatschappij op, kocht een duikerklok en begon den 21 sten Julij 1822 op het wrak te duiken. Deze maatschappij heeft in 1821 en 1822 te zamén uitgegeven 55,500 gulden, zonder er in te slagen den verzonken schat op te halen. De aandacht van de Britsche Lloyd werd op deze zaak gevestigd; deze had de schade, door de schipbreuk geleden, vergoed en ver zocht, gesteund door het Engelsche gouver nement, om de te redden goederen. De Ne derlandsche regering erkende dit regt niet en betoogde, dat de lading van het in tijd van oorlog op de vijandelijke kust gestrande schip goede prijs was en blijven moest, maar uit aanmerking der billijkheid werd het voor 's rijks schatkist bestemde aandeel in de te redden lading aan Engeland afgestaan, die het op de Lloyd overdroeg. Na dien tijd zijn verschillende aanvragen bij de regering ingekomen, om onder zekere voor waarden te mogen visschen op het wrak. Te gelijk deed de commissie van aandeelhouders weder pogingen, om de lading magtig te wor den, waartoe zij zich met de heeren van Geuns en comp. te Haarlem vereenigde. Hierdoor ontstond eene beraadslaging tusschen de de partementen van Marine, Justitie, Binnenland- sche Zaken en den Gouverneur van Noord- Holland, waardoor men tot het besluit is gekomen, dat het wrak der Lutine moet geacht worden op de buitengronden te liggen, zoodat artikel 550 van het in 1838 ingevoerde wet boek van koophandel hier van toepassing is, en alzoo een ieder bevoegd naar het wrak te visschen, mits hij het geredde bij den bevoeg den ambtenaar overbrenge, tegen genot van het bergloon. De uitsluitende concessie tot visschen, in der tijd aan den heer Eschauzier verleend, en door dezen aan de maatschappij overgedragen, is alzoo vervallen. Om moeije- lijkheden te voorkomen, werd besloten, dat de helft van hetgeen gevonden mogt worden, aan Lloyds zal worden afgestaan. In 1857 werd het wrak door bijzondere omstandigheden van het zand grootendeels bevrijd, waaronder het bedolven was geweest, en de kans gunstig om te visschen. Er ver scheen eene oproeping om de oude aandeel houders der maatschappij bijeen te doen ko men, en men besloot nogmaals het visschen te beproeven. Men was gelukkiger dan de vorige maalen door middel van duikers slaagde men er in om in den zomer van 1857 het 'volgende uit het w.iak te 'redden 8482 zilveren Spaansche matten. 46 dito halve, 78 dito kwart. 10 dito achtsten. 4 dito zestiende. 10 gouden doubloenen. 7 dito kwart. 2 dito achtsten. 2 dubbele louis d'or. 37 enkele dito. 1 guinje. 2 zilveren Fransche kroonen. In den loop van den zomer van 1858 is men wederom met visschen begonnen en is er tot primo Juli uitgehaald 31 gouden staven, weg. 171.88 Ned. pond. 62 zilveren 1551 866 zilveren Spaansche matten. 5 dito halve. 12 dito kwart. 5 gouden doubloenen. 3 dito kwart. 1 dubbele louis d'or. 1 enkele dito. 1 guinje." TEXEL, 12 November 1887. Donderdagmiddag ontstond er brand in de hofstede Ceres, bewoond door F. Duinker, in den Prins-Hendrik-polder alhier. Woning en inboedel werden door het vuur vernield, doch het vee werd gered. Naar wij vernemen was het verbrande wel verzekerd, doch zeer laag. De brand schijnt te zijn ontstaan doordien bij het bereiden van het middagmaal, de vlam in een pan met vet of olie sloeg. De brandspuit van het dorp Oudeschild ver leende de noodige hulp tot beteugeling van den brand. Oudeschild, 11 Nov. De hier bestaande afd. van Volksonderwijs, hield gisterenavond in de „Zeven Provinciën" eene vergadering, ook toegankelijk voor niet leden. De heer de Jong van Eierland trad als spre ker op en handhaafde zijn ouden roem. Op alleszins boeiende wijze gaf hij een stuk van A. J. de Buil, en twee bijdragen van Ds. Lau- rillard ten beste. Een niet groot, doch belangstellend en dank baar publiek, was opgekomen. Helder, 10 Nov. Voor eenige dagen bracht een visscher hier twee vaten pekelharing aan, die hij in zijn net van den bodem der Noord zee had opgehaald. Ofschoon de haring verre van frisch meer was, vond de vinder er toch nog een kooper voor. Lazen we onlangs in couranten van den lOOsten verjaardag van Daatje Pruimers in het weeshuis te Amsterdam, ook te Makkum in Friesland zal eerstdaags iemand dat voor TEXELSCHE COURANT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1887 | | pagina 1