ir
H. FLENS,
77it de hand te hoop.
Een HUIS, waarin vergunning,
Uit de liand te koop
TE KOOP
CANAPÉ, bekleed met leerdoek,
en een KINDERSTOEL.
WEGENS VERTREK
J. J. Trap poelier te Gosterenfl, vraatt te loop
OUDE KIPPEN
JONGE KIPPEN.
STAATSLOTERIJ.
•Eerste Mom 21 November a.s.
Feuilleton.
VERHURING
55 S'
S. Viessin,
Hij moet meêS
CD
BIJ INSCHRIJVING DER HOFSTEDE
ROTTERDAM in bovengenoemde polder.
Gegadigden voor het HUREN van de hof
stede ROTTERDAM met 4 ARBEIDERSWO
NINGEN en 87.70.80 Hectaren vruchtbaar
WEI- en BOUWLAND, staande en gelegen
in den polder Eijerland op Texel, worden ver
zocht hunne inschrijvingsbilletten, in gesloten
couvert, vóór DINGSDAG 22 NOVEMBER
1887, in te zenden bij den rentmeester
II. FLEAS te BURG op TEXEL.
De Conditiën liggen vanaf heden bij den on-
dergeteekende ter lezing, terwijl hij bereid is
d a g e 1 ij k s alle noodige inlichtingen in
LOCO te geven.
Burg Texel, 11 Nov. 1887.
rentmeester.
met Stalling voor Paarden en TUIN, in de
Molenstraat aid. BURG OP TEXEL.
Te bevragen ten kantore van J. H. MOOJEN,
Makelaar.
Wegens vertrek naar elders
een HUIS en ERF, bewoond door D. de Porto
aan Den Hoorn op Texel.
Te Bevragen bij JOH. VAN GROUW.
wegens plaatsgebrek een goed onderhouden
Adres onder letter L.aan 't Bureau v. d. blad.
S 5
a o
g
SS
1 3
td
B
2
T
2
2 es-
2 2
s
2 ft
g.
ft
E
S ft jEf
2: ct ss
t ft a
£1
V
tft=^
XI
cc
X
5
ft
ft
B 2
H
5 ft
ft <1
2 B
zal op Dinsdag 15 en Woensdag 10 Nov. a.s.
telkens 's morgens om 11 ure, in „Het wapen
van Texel" te OOSTEREND en op Donderdag
17 Nov. a.s. in „De zeven Provinciën" te OUDE-
SCHILD, ten overstaan van den Deurwaarder
P. C. Koning, PUBLIEK VERKOOPEN
GLAS, PORCELEIN, AARDEWERK, LAM
PEN en verdere HUISHOUDELIJKE ARTI
KELEN.
Voorts
GEMAAKTE KLEEDINGSTUKKEN enWIN-
TERGOEDEREN.
Opgeld 10%. Betaling 24 JUNI 1888 mits
solide borgstelling.
naar Amerika biedt de ondergeteekende UIT
DE HAND TE KOOP aan:
Een VET VARKEN, KIPPEN; pm. 10 MUD
PUIKE AARDAPPELEN en verder HUIS
RAAD en INBOEDEL.
KOOG,-TEXEL, C. KUIPER.
EN EEN KOPPEL
Ondergeteekende bericht aan zijn ge
achte begunstigers dat vanaf heden de
briefjes voor den 3263te loterij bij hem
te bekomen zijn.
Hoogachtend,
UEd. dw. dr.,
III.
,,'t Is een bijzonder milden avond, vindt u niet,
overste?" zei' een van de oudere dames, zich meer
bijzonder tot het geachte hoofd der dienstdoende
schutterij richtende.
De kommandant werd door een hoestbui verhinderd
hierop te antwoorden.
„Heeft meneer daar meer last van vroeg de
oude juffrouw Snibbeljé. M'n man kon ook van die
buien hebben, ziet uwe."
„Meneer moest een slokje water met suiker nemen
zei' een andere oude juffrouw.
„Klopt uwe meneer eens op z'n rug meende
een ander.
„Wie is 't eigenlijk?" vroeg juffrouw Smalgroen
„ik kan warempeltjes niets onderscheiden: de heeren
rooken zoo
De kommandant koos intusschen de w Ijs te partij,
door eventjes in den gang flink te gaan uithoesten.
„Weet u, wat ik denk, Moe?" bracht Jetje, de
jongste dochter van den kommandant in 't midden.
„Misschien heeft Pa een vliegje in z'n keel gekre
gen Moe! Straks vloog hier gedurig een vliegje,
en nu zie ik 't niet meer, Moe!"
Jetje had er spijt van, dat zij 't gezegd had, want
de heeren zaten zóó naar haar te kijken, en zy
voelde zóó, dat ze een vreeselijke kleur kreeg!
Josépha gaf behendig een andere wending aan 't
gesprek, door in 't algemeen te vragen, of de dames
en heeren van een glas bessenwijn hielden.
„'t Is m'n liefste drank", zei' meneer Teutelboom,
die loodgieter en auditeur-militair by de schutterij is.
Juffrouw Zwaantje Kwakwinkel was 't volkomen
eens met den heer Teutelboom,
„Ik zeg altijd", zei' ze, als je je oogen dicht doet
dan is 't net of je goeden rooden wijn drinkt van
dertien stuivers de flesch. en wat je er van hebt,
't scheelt je énorm in de kosten, vooral als je nog
al eens aanloop hebt,"
Op dit oogenblik verscheen de held van den dag,
die door allerlei bezigheden was opgehouden gewor
den, ten tooneele, en namen de onderhoudende
gesprekken onmiddellijk eene andere wending.
„Gevoel je je toch niet zoo'n beetje, bang zal 'k
juist niet zeggen, maar toch een heel klein beetje
zenuwachtig, nu 't er toe komen moet?" vroeg me
vrouw Ziepzeeder
Maar, mevrouw!!! zei' Josépha; het woord voor
haar galant opnemende. ,,„'k Verzeker u, Eduard is
nies, niemendal bang, integendeel
Verbeeldt-je, Eduard! Mevrouw denkt, datje bang
zou wezén om mee te gaan!
- Mevrouwtje, mevrouwtje! - zegt Eduard, me
vrouw Ziepzeeder met den opgeheven vinger dreigend.
Met dat al vinden de meesten der aanwezige dames
dat Eduard erg bleek ziet.
De avond gaat terwijl onder scherts en ernst voorby-
„Eduard, beste vent", zegt Josépha bij 't afscheid,
dat, met het oog op de gebeurlijkheden vanmorgen,
ditmaal bijzonder teeder is „ik ben trotsch op je!„
De slaap ontwijkt dien nacht hun beider leger
stede, doch hun beider overpeinzingen zyn niet van
denzelfden aard. De angst, dat er iets tusschenbei-
den zou kunnen komen om Eduards heldenplan in
duigen te gooien, doet Josépha geen oog luiken.
Ook Eduard ligt te woelen en te peinzen over
alles wat nog een spaak in 't wiel zou kunnen ko
men steken. Met hoeveel vreugde zou hij zulk een
spaak aan zijn hart drukken! Ach, Josépha is een
goed en een lief en een mooi meisje, maar die
dondersche romans, waaruit zij al die overdreven
dingen haalt! Is er dan geen enkel middel om zich
van die lamme luchtballongeschiedenis met goed
fatsoen aftemaken!
Zou de directeur van de Gasfabriek niet zijn om.
tekoopen?Wacht eens, daar valt hem in,
dat te Amsterdam by de opstijging van zoo'n lucht
ballon een officier, die de reis wou meemaken, is
afgewezen, omdat hijja, waarom ook weer?
Donders, dat hem dat niet wil invallen!
Komaan, hij kan toch niet slapen, en 't is zoo
helder Maanlicht,waarom zou hij niet eens
even naar de Secretarie loopen! Hij heeft toevallig
gisteravond den sleutel bij zich gehouden, en de
krant waarin over dien officier staat, moet nog op
zijn lessenaar liggen
Zoo gedacht, zóo gedaan. De Peperstraat is de
kortste weg, doch Eduard gaat door de Hoogstraat.
Zoo'n huis, waar je geliefde woont, heeft toch altyd
een zekere aantrekkingskracht.
Kijk, als je 't niet beter wist, zou je zwerenf
dat er uit een van de ramen der bovenkamer iemand
ligt te kyken!
Is dat het witte schijnsel van de Maan of is 't
een nachtjapon?
„Eduard!" hoort hij zachtkens roepen.
„Lieve hemel, Josépha, kind, ben jy 't?"
„Ssst!" klinkt het weer van boven, „spreek zoo
luid niet, beste vent! Pa zou wakker kunnen wor.
den! Ik kan niet slapen, zoo verlang ik naar
den dag van morgen. Al wel een halfuur lang lig
ik hier naar dien prachtigen Maneschijn te kyken.
Zie eens, beste vent, die wolkjes daar langzaam,
langzaam langs die zilveren Maan drijvende,
maar jongenlief hoe kom je eigenlijk hier?
„Je begrypt, lieve Josépha, ik kon ook niet slapen.'1
„Dat kan ik me voorstellen, beste vent! Het denk
beeld, is 't niet? dat er nog 't een of ander in den
weg zou kunnen komen, om alles, alles te verijdelen-
„Juist, lieve! hm, herinner jy je nog wat dat ei
genlijk was met dien officier te Amsterdam?"
„Och, beste vent, wat maak je je noodeloos onge
rust! Nu ja, die officier werd afgewezen, omdat hy
te zwaar was, maar daar heb jij geen gevaar vam
beste vent! Je bent zoo licht als een veertje!
Och arme, Josépha daar omhoog in haar nachtjapon,
zy vermoedt niet dat zy voor haar Eduard met die
woorden de laatste hoop op redding vernietigt!
„Nu, beste vent, 't wordt mij wel een beetje frisch!
Vooral nog een beetje gaan rusten, hoor, beste vent!
O, vent, als je wist, hoe ik u benijd!"
,t Is goed, dat de Maan juist schuil gaat achter
een dikke wolk. Anders zou Josépha haar beste
vent op dat oogenblik een erg leelyk gezicht hebben
zien trekken.
(Wordt vervolgd.)
Snelpersdruk LANGEVELD DE ROOIJ Texel.
ce ©5 H
w l-ï "-i
JM
GO
SU
-
js, i—
B
a
ti
E
«B:
Ls» v
!T
Vl
v B
S
E ©-
z
3?
s
ff CD
Vt
B
o
O
<1
O
O
r-P
pi
CI>
2. CD* OQ
a Cie
JS O
<rf-
JT
Z or.
SS
bb" 5S
ft CD
O
E"
SB
r,
O O
p
E O
BOS
V
2 C
§2©
CP
B
p
a
CD
CD
p
p
O
c-t-
B 58
P
y2 v ts
g
2
2 ff
2 ft*
ft
a
in B
o
Cf
B
CfQ
<J
i co
g OQ
E 2.
s B B-
©- CD B
pj