wmerij
Lange veld De Rooij.
t,
Nette bewerking.
Billijke prijzen.
Parkstraat No. 294. Burg op Texel.
ia „HET WAPKH VAN AMSTERDAM," op
1
oos— W. KOPPEN.
oor de lange
iffl.
GESCHIKT als St. NICOLAASCADEAU.
BEKROOND
met ie HOOGSTE MEDAILLE voor Tlee,
BOLSWARD bij BöLGER&ZOON.
STAATSLOTERIJ.
Eerste trettini 21 November a.s.
Feuilleton.
Burg-Texel. W. Q, REU.
moet meê 8
Bij voortduring bevelen wij ons beleefdelijk aan tot de levering van verschillende
drukwerken voor Gemeente- en Polderadministratiën, alsmede tot het vervaardigen van
Trouwbrieven, Visitekaarten, Adreskaarten, Rouwbrieven, Nota's, (juitantiën, Etiquctteu,
Facturen, Prijscouranten, Gelegenheids- en Rruiloftsliederen, Circulaires, Aanplakbiljetten,
Strooibiljetten, Adressen, Reglementen, Diploma's, Convocation, Programma's, Briefhoofden, enz.
VERKRIJGBAAR
GRAVENSTRAAT.
om PRIJS en PREMIE in CONTANTEN.
INLEGGELD f - .50.
HST Aanvangende des avonds 7 uur Pkecies-
VOORHANDEN, vele soorten
Pandoer- en Whistkaarten, vanaf
8 ct., Dominospelen vanaf' 9 ct.,
voorts: Dam-, Trik-trak-, Be
legering-, Lotto-, Loterij-, Klok en
hamer-, Boerenschroom-, Ganzen- en meer
andere vermakelijke Gezelschapspelen, tevens
uitmuntend
aanbevelend,
op de TENTOONSTELLING voor VOEDINGS
MIDDELEN te Amsterdam 1887,
en is daarbij zeer WATERHOUDEND.
Ze wordt in pakjes afgewogen onder ver
rekenpakket per post verzonden.
Verkoopers, welke prijs stellen op een
STEEDS TOENEMEND DEBIETgelieven
zich te adresseeren te
Ondergeteekende bericht aan zijn ge
achte begunstigers dat vanaf heden de
briefjes voor den 326"te loterij bij hem
te bekomen zijn.
Hoogachtend,
UEd. dw. dr.,
IV.
Vervolg en Slot.)
Er bleef dien middag, toen de luchtballon zou
opgaan, geen oud wijf bij haar koffiepot. En 't liep
ook alles mee. 't Weer was zoo prachtig als je 't
bij mogelijkheid maar kon wenschen. De vulling
van den ballon geschiedde zoo geregeld als 't maar
kon. Op het terrein zag men niets dan vroolyke
gezichten. Elk bewonderde den moedigen schutter-
officier, die, uitgedoscht in volle uniform, bij het
tafeltje had plaats genomen, waar het stedelijk
bestuur, de feestcommissie, de directeur der Gasfa
briek, en de kommandant der dienstdoende schutterij
nog een enkel glas zaten te drinken op den goeden
afloop van de reis.
Josépha en hare familie hadden een tafeltje in de
onmiddelijke nabijheid van het evengenoemde be
stuurstafel tje.
Nu de zaak er toch eenmaal toe lag, had Papa
Kuilhout gemeend, er bij te moeten zijn, en liefst
zoo dicht mogelijk.
„Pa, waarom lacht u, Pa?" zoo hooren wij Josépha
vragen.
Laat me lachen, kind! De kosten zijn nu toch
eenmaal gemaakt
Ja, maar, Pa, 't is een plechtig oogenblik
Dat plechtige kan ik niet inzien, kindlief!
Wat ga je nu doen, op je stoel staan?
Ze doen 't allemaal, Pa! Eduard is al in de
mand geklommen, o, Pa, kijk toch eens!
Eduard mag zich wel goed vasthouden
„Stilte!" zoo wordt er van alle kanten geroepen.
Josépha, wat gebeurt er nu? vraagt Pa Kuil
hout, die als verzonken is tusschen die menschen
om hem heen, die, nu het groote oogenblik nadert,
meest allen op stoelen en tafels zijn geklommen.
Ssst! de burgemeester neemt het woord!
„In dit plechtige oogenblik," aldus vangt het
Edelachtbare hoofd der Gemeente aan, maar van
wat de man verder zegt bereiken slechts enkele
klanken de ooren der toeschouwers.
Alles wat Papa Kuilhout vermag optevangen is
onzen onversaagden medeburger" Stad
onzer inwoning"„ook aan de heeren der
feestcommissie" de rest wordt overschreeuwd
door een troep straatjongens, die iets zingen van
„met de luchtbal, door de wolken, naar Schiedam"
Een oorverdoovend „hoera!" duidt aan dat 's Bur
gemeesters toespraak is geëindigd.
Daar klinkt het: „alle touwen los!" uit den mond
des heeren Dendomme, gevolgd door een daverend
„hoera!" uit meer dan duizend kelen. De muziek
heft, het volkslied aan. Van alle kanten wordt
gewuifd met hoeden en petten en zakdoeken,
en langzaam, statig gaat het luchtgevaarte met zijn
kostbaren last omhoog.
Papa Kuilhout is nu toch ook op een stoel geklom
men.
Josépha, kindlief, ik zie Eduard niet! Hij is er
immers wel in?
Ja zeker, Pa! Eduard is er in!
Ik zie hem niet, kindlief Zou hij op z'n ach
terste in den mand zitten?
Och, Pa, u kunt zoo plagen! Kijk, daar
is hij
„Ik wil er uit! Ik wil er uit!" zoo hoort men
schreeuwen. Ja, dat is wel de stem van Eduard!
Op 't zelfde oogenblik komt er iets zwaars naar
omlaag vallen, juist op het tafeltje van de feestcom
missie. 't Blijkt een zak met zand te zijn, door de
luchtreizigers uitgeworpen, om den ballon te ont
lasten.
Men ziet het gevaarte pijlsnel hemelwaarts stijgen.
De toeschouwers, misschien niet gesteld op meer
verrassingen in den vorm van zakken met zand,
zoeken hun heil in een overhaaste vlucht.
Kom, Josépha, kind! roept de heer Kuilhout,
blijde, op die manier den aftocht te kunnen blazen,
want de man schaamt en ergert zich over dien
noodkreet van „onzen onversaagden stadgenoot."
Thuis gekomen, kan Pa Kuilhout zich niet meer
inhouden.
„Dat hebben we nu van die malligheid!" zegt hij.
„Hoe bedoelt u, Pa?" vraagt Josépha.
„Kind, kind, denk je dan nu dat die noodkreet
ik wil er uit! door anderen niet even goed is
gehoord als door onsKom, kom, ik zeg u dat
Eduard zich bespottelijk heeft gemaakt, en dat heel
de stad er over praten zal. En wat moet je ten
antwoord geven, als de een of ander er over begint?
„Maar, Pa-lief, ze waren toch met hun tweeën in
't schuitje!"
„Wis en zeker; en wat zou dat?"
„Kan die andere meneer 't niet gedaan hebben,
evengoed als Eduard?"
„Wie, de luchtreiziger zelf?
„Ja, Pa!-'
„Kom kind, vertel zulke onnoozelheden nu niet
verder. De menschen zouden u eenvoudig uitlachen.
De zaak is zoo klaar als een klontje. Eduard kreeg
't benauwd, en daarom schreeuwde hij ik wil er
uit! -
,,'t Is mogelyk, Pa, dat 't Eduard is geweest, die
't riep, maar dan is 't om een andere reden geweest,
Pa, dan uit bangigheid"
„Nu kindlief, wij zullen er niet meer over spreken,
en maar hopen dat de zaak goed mag afloopen."
Josépha sliep dien nacht weinig, en dan nog zeer
onrustig.
Den volgenden ochtend aan 't ontbyt kwam er
een telegram uit IJmuiden:
Het luidde aldus: „Heden nacht bij IJmuiden
neergekomen. Door vletterlieden opgevischt. Uni
form in zee geworpen. Twee uur lang tot aan den
middel door 't water geslierd. Overigens prachtige
reis. Pianino Koster. Hartelyke groeten. Uw Eduard.
't Is fraai! zuchtte Papa Kuilhout. En de
jongen misschien nog krankzinnig geworden op den
koop toe!
„Hoe bedoelt u, Pa?
Wat ik bedoel? Lees dan maar! Wat betee-
kent dat: „Pianino Koster"? Weet je wat i k denk,
kindlief? Ik denk dat jou Eduard daarginds met
ylende koortsen te bed ligt.
Josépha haalde de schouders op en wachtte ge
duldig tot de krant kwam. De krant vertelde wat
zij reeds wisten: alleen omtrent de Pianino gaf ze
geene opheldering.
Ten laatste arriveerde Eduard in eigen persoon.
Hy was' uitgedoscht in een soort van visscherspak;
zijn hoofd was vol builen, en zyn gelaat en handen
vol bloedige schrammen.
Wat wou je eigenlyk zeggen met dat „Pianino
Koster" in je telegram? vroeg Papa "Kuilhout!
„Dat is een welkomthuis voor JosépVlia'" zei Eduard.
,.U hebt toch wel hooren schreeuwen, dat ik er uit
wou? welnu, ik had een blaadje by me van Koster's
Premiën - Scheurkalender. Daar ;stond een mooie
spreuk op, die me veel moed g.M- Ik herlas dat
nog eens, toen we omhoog gingen.» Toevallig keerde
ik het blaadje om, en wat stond ef - °P de keerzijde?
„Goed voor een Pianino." v-
Zoo is er nog een geluk by eenongeluk
zei' Pa Kuilhout.
Snelpersdruk - LANGEVELD DE ROOIJ - TezeL
Bölger2 Thee
imt uit tor Genr en siaai