Buitenland.
De meening, dat zij, die aan grondbelasting,
voor hoofdsom en rijksopcenten, zijn aangeslagen,
dit bedrag 30 November moesten betaald hebben,
om van het kiesrecht verzekerd te zijn, is volgens
het N. v. d. D. niet geheel juist. De betaling
van den aanslag kan ook nog na dien tijd ge
schieden. In eene circulaire van het Ministerie,
tot de betrokken autoriteiten gericht, waarvan
het N. v. d. D. inzage ontving, staat namelijk
„Zoo spoedig mogelijk na vermelde plechtige
afkondiging, en uiterlijk den 20sten dag daarna,
behoort de lijst door de ontvangers aan den bur
gemeester gezonden te worden, na voorafgaande
bijwerkingten aanzien van aanslagen, die
zijn aangezuiverd sedert de lijst is opgemaakt,
Te Haarlem heeft men reeds geheele stra
ten, te zamen twee-honderd-en-tachtig huizen
tellende, die binnen een twintigtal jaren het eigen
dom zullen zijn van de werklieden, die er thans
in wonen.
Gebouwd door drie coöperatieve vereenigingen,
worden ze aan de leden verhuurd tegen een prijs,
welke afwisselt tusschen f 2 en 2.40. Daarvoor
hebben zij een keurig huisje, dat twee kamers
met alkoven bevat en voorts een keuken, kelder
en zolder, goed drinkwater en een aardig tuintje.
Betalen ze trouw hunne huur, dan zijn zij in vijf
en twintig jaren eigenaar van het lapje grond
en de woning.
De Nederlandsch-Amerikaansche Stoomvaart
maatschappij werd Zaterdag eigenares van het
Engelsche stoomschip British-Crown, gebouwd bij
de welbekende firma Har land Wolff te Belfast,
groot 3563 ton register en tot op heden in de
vaart tusschen Engeland en Noord-Amerika.
Het stoomschip is lang 410 voet, breed 39 voet
en 28 voet 9 duim hol.
Het zal den naam dragen van Amsterdam.
Men schrijft uit oostelijk Drente aan de N.
Rott. Crt
Dat op deze hooge en droge esschen, waar des
zomers zoo dikwijls de aardappelen en de boekweit
verdrogen, de gewassen ook aan te veel vochtig
heid van den grond kunnen lijden, word dikwijls
betwist. De ervaring der beide laatste jaren heeft
echter dit vermoeden tot zekerheid gebracht. Door
eene sterke droogte in Augustus en September
1886 werd toen de eschgrond zóó „gezond" als
hij in jaren niet geweest was, waarvan een zeer
ruime roggeoogst het gevolg was. Door eene
aanhoudend natte weersgesteldheid in dezelfde
maanden van 1887 werd het land „ongezond" en
de rogge is thans zeer arm aan blad, op sommige
akkers zelfs een weinig ziekelijk. Vermenging
van droog geel zand met de teelaarde schijnt een
goed voorbehoedmiddel te zijn tegen overdadig
regenwater in den grond. Reeds vroeger werden
nooit ziekten vernomen in de lichtgele teelaarde
op de eschakkers, en werd geel stuifzand als mid
del tegen de ziekte aangewend. Bij het diep los-
graven der eschakkers, dat vroeger te Gasselte
en thans te Borger en te Buinen zeer veel werd
gedaan, werkt men dan ook een gedeelte van den
benedengrond, die uit gele aarde bestaat, door de
bovenste laag teelaarde. De grond wordt daardoor
wel een weinig lichter, doch ook droger en ge
zonder.
De Zio. Ct. bericht, dat de proef om door
het uitzenden van werfofficieren op het platteland
soldaten aan te werven voor het Indische leger,
als geheel mislukt is te beschouwen. Tot nu
toe zijn er niet meer dan een dertiental liefheb
bers door de bemoeiing van die officieren op het
koloniaal werfdepot te Harderwijk gedirigeerd ge
worden, waarvan er slechts drie konden worden
aangenomen.
Van de voorvallen op het platteland tijdens de
pogingen tot aanwerving verhaalt men curieuse
stukjes.
Een oud boertje komt zich aanmelden. Wel
vraagt de burgemeester. „Heeren, 'k wou greeg
dreehonderd gulden voor den Noos." Gelach.
„Kom Teunis, je bent immers veel te oud. Hoe
oud ben je al „Noe bargemeister, dot zal mit
Karssemis vuuf-en-zestig zain." „Nou man, dan
ben je'r zoo wat vijf-en-dertig te oudDaar
steek jij maar een sigaar op en breng ons wat
jongere kerels
„Meneer de ofïïecier zal ze hier neet veule jon
ger kriegen. Dank je bargemeisterMergen
heeren."
Op eene andere plaats wandelt de burgemees
ter tegen twaalf uur van het gemeentehuis naar
zijne woning. Herhaaldelijk staat hij stil en kijkt
met bevreemding rechts en links over de lande
rijen èn voor èn achter zich de Dorpstraat af.
Daar komt de veldwachter aan„Stok
„Burgemeester?" Wat weerlicht waar zitten
de boeren toch Ik zie er geen een en anders
op dit uur„O! burgemeester, d'r is een
kosternaatje op 't dorp, dat 't meer dan arg is
„Costernatie hoe? wat?"... „Je kunnen't de
boeren maar niet uit derlui kop praten dat er
strakjes een offecier komt om al de boerenjongens
van twintig, dartig jaor mée naor de Oost te ne
men. De deerns zitten te sn en de jongens
zijn naar stad geloopen of verstoppen zich in de
huizen 't is me een gedoei van nog zoo
De burgemeester gaat schuddend van 't lachen
verder.
De heer v(an) G(orkom) vestigt in deind.
Mercuur andermaal de aandacht op de wensche-
lijkheid om Indische vruchten, versch, gedroogd
of geconserveerd, in den handel te brengen. Hij
schrijft o. a.:
„Voor onze Oost- en West-Indische gewesten
is deze aangelegenheid van een groot belang.
Sommige vruchten kunnen versch, andere ge
droogd of geconserveerd worden aangeboden, en
men heeft zich niet te bepalen tot boomvruchten,
aangezien er nog zoovele koloniale producten zijn,
die, behoorlijk bereid en verpakt, in Europa en
Amerika een goed onthaal zullen vinden. Her
inneren wij hier andermaal aan arrowroot, cas-
save-meel, welriekende oliën, harsen, vetten,
kleurstoffen, enz. Nu de afstanden aanmerkelijk
zijn verkort door eene geregelde stoomvaart, die
door de groote mededinging hare vrachten aan
zienlijk reduceerde, kunnen artikelen en producten
in aanmerking komen, welke vroeger slechts
plaatselijk waarde hadden. En, nu de groote
ondernemingen, de oude stapelproducten, al minder
en minder beloven, de tijden ook voorbij zijn dat
men alleen oog behoefde te hebben voor groote
zaken, nu is het waarschijnlijk en schier zeker,
dat in vele streken, door ijverige en volhardende,
practische mannen, die de handen uit de mouw
willen steken, nog vele kleine bronnen geopend
kunnen worden, die hun een ruim bestaan en van
lieverlede ook eene ruime winst verzekeren."
Voor de vierde maal zijn de Zigeuners, die
door de Nederlandsclie maréchausées over de Bel
gische grenzen werden gebracht, teruggekeerd,
daar de Belgische maréchaussees hen niet op Bel
gisch grondgebied gedoogen.
Dit wederzijdsch verdrijven van de zwervelin
gen is ontegenzeggelijk aan hen zei ven te wijten,
zegt de Arnli. Ct.: „que diable allaient ils faire
dans cette galère", maar is het toch niet beneden
de waardigheid van twee „bevriende" naburen,
om op die wijze hunne beambten te misbruiken
Dat een paar vrouwen uit de achterbuurt het
zelfde voorwerp, dat geen van beiden willen heb
ben, bij herhaling bij elkaar in huis werpen, tot
ze eindelijk elkander bij de muts grijpen dat
komt meer voormaar een paar geordende Staten
moesten dit voorbeeld niet volgen en liever geza
menlijk maatregelen beramen, om zich van de
ongenoode bezoekers te ontdoen, zonder hen eerst
een paar weken of langer naar elkander toe te
drijven.
De tournure is en blijft voor velen een aian-
stootelijk ding. Zelfs een ambtenaar bij de belas
tingen heeft op een schaduwzijde van dit mode
artikel te wijzen, zooals blijkt uit het volgende
ingezonden stuk, dat voorkomt in een der laatste
nummers van de Wiener Jagdzeitung:
„Reeds lang" schrijft onze tollenaar „zag
ik met een zeker wantrouwen de dames aan, die
naar de mode dezer dagen van achteren onder het
middel een aanmerkelijken omvang vertoonen. En
hoezeer dit wantrouwen gerechtvaardigd was, heb
ik tot mijn leedwezen herhaaldelijk moeten onder
vinden, Zoo nog jongstleden Zondag.
„Het was een regenachtige dag. Een zeer
bevallige nog jonge en rijk gekleede dame, die ik
reeds meermalen, om haren buitengewonen om
vang op genoemde plaats, met zekere achterdocht
had aangezien, gaat voorbij mijn huisje terwijl zij
uit vrees met modder te worden bespat, haar
kleed van achteren een weinig optilt. Bij deze
gelegenheid ontdekte ik aan zekeren plooien in
het kleed, dat de tournure bergplaats was voor
een of ander zwaar voorwerp. Ik trad op de dame
toe en vroeg haar beleefd, wat zij in haar tour
nure verborgen had. De dame wilde mij niet
met een antwoord verwaardigen: toen tot het
uiterste gedwongen, deed ik een greep naar de
tournure en voelde den snavel en den kop van
een vogel. Nu hielp geen tegenstreven, de dame
moest mede naar de inspectie-kamer. Daar kwa
men drie koppel patrijzen voor den dag, die de
dame had willen binnensmokkelen. Sedert zijn
48 dames aangehouden, die op dezelfde wijze de
belastingwet trachtten te ontduiken. Daar ik
min of meer week van natuur ben, heb ik ge
solliciteerd naar eene andere plaats voor zoolang
deze verwenschte mode, die de dames tot smok
kelen verleidt, nog heerschende is.'
Een onfeilbaar middel. Tooneel: Eene
stampvolle spoorwegcoupé bij eene hitte van tach
tig graden in de schaduw. In een hoek zit een
passagier, die nu en dan een onderdrukten kreet
slaakt, als leed hij hevige pijnen. De mederei
zigers vragen deelnemend wat hem scheelt en
met eene benauwde stem geeft hij ten antwoord:
„Ik ben eergisteren door een dollen hond gebe
ten mijne eenige hoop is nog Pasteur!"
De trein is het naaste station voorbij, de pijnen
van den reiziger hebben opgehouden hij zit
alleen in de coupé.
Aan de Neue Freie Presse wordt uit Brus
sel geseind, dat de Berlijnsche Regeering te Brus
sel en Den Haag stappen doet om België en
Nederland te bewegen eene militaire overeenkomst
te sluiten, die aan beide landen zou veroorlooven
in geval van oorlog zich bij de triple alliantie te
voegen. Met het oog op de neutraliteit van Bel
gië zou eene zoodanige overeenkomst geheim
moeten blijven.
De Londensche ochtendbladen behelzen
belangrijke tijdingen nopens Stanley's expeditie
tot het ontzetten van Emin Bey, waardoor de
heerschende ongerustheid getemperd wordt. Stan
ley verliet den 20en Juni het versterkte kamp
bij de Aroewliiz-watervallen, alwaar majoor Bar-
thelot met 246 gewapende volgelingen achterbleef,
om hem in den rug te dekken en ook om de
verwachte stoomboot met provisie af te wachten.
Blijkens Barthelot's brieven is die verwachte
stoomer aangekomen, terwijl Barthelot inmiddels
alles deed om zijne stelling te versterken en de
communicaties open te houden. Van Stanley
ontving hij goede tijding, achttien dagen nadat
hij vertrokken was. Hij verwachtte nu eerstdaags
te hooren, dat Stanley met zijne manschappen
bij Emin Bey aangekomen is, waarna Barthelot
zal oprukken om zich bij hen te voegen,
Reeds eenige malen is gewag gemaakt van
een zeer groot bedrag, dat baron M. de Hirsch
voor instellingen, vooral ten behoeve zijner geloofs-
genooten, zou bestemmen.
Men kan thans als een feit mededeelen, dat de
heer de H. de goedkeuring van den Czaar heeft
verworven op de statuten eener stichting, waar
voor hij een kapitaal van vijftig millioen frank
heeft beschikbaar gesteld, en die o. a. ten doel
heeft in Rusland en Polen 500 of meer scholen
voor Israëlitische kinderen te stichten en te onder
houden en die kinderen tot goede Joden en goede
Russische onderdanen op te leiden.
Het beschermheerschap is aan den grootvorst
troonopvolger opgedragen en de leiding gesteld
in handen van een bestuur, uit de voornaamste
mannen in Rusland bestaande. De stichter heeft
tevens een millioen frank ten behoeve van de
scholen voor Christenen in Rusland ter beschikking
van den Czaar gesteld.
Het kapitaal wordt in de Bank van Engeland
gestort en beheerd door lord de Rotschild en ba
ron Henri de Worms.
In een Russisch dorp van het gouvernement
Mohilew is dezer dagen brand ontstaan in het
schoolgebouw. Het geschiedde des nachts en in
het gebouw sliepen een aantal kinderen uit om
liggende dorpen, omdat de afstand van hun wo
ning te groot was om dagelijks heen en weer te
gaan. In de benedenverdieping sliepen jongens,
in de bovenkamers 40 meisjes. De brand ontstond
bij de trap, en toen de meisjes gewekt werden,
was die uitweg afgesneden. Hare onderwijzeres
behield hare tegenwoordigheid van geest, stiet
een venster open en moedigde de kinderen aan,
uit het niet hooge venster te springen. De mees
te deden dat en kwamen allen behouden op den
grond16 meisjes echter, van 8 tot 11 jaren,
durfden den sprong niet wagen, kropen weg
achter bedden en kasten en zijn allen om liet
leven gekomen.
Uit het Russische stadje Chorkow wordt
bericht dat daar dezer dagen drie reusachtige
olifanten, die ontvlucht waren, terwijl men ze
van een beestenspel naar den trein bracht, niet
weinig onrust teweeggebracht hebben.
Het logge driemanschap toog op een sukkel
drafje op weg in de richting van de gevangenis
van Charkow, ondanks de pogingen der kornak
ken, om de beesten naar het station terug te
drijven.
Een schildwacht voor de hoofdpoort der gevan
genis werd doodelijk verschrikt, toen hij op eens
uit het nachtelijk duister de drie hooge donkere
gedaanten op zich zag afkomen. Hij gaf in zijn
angst vuur, waarop de dieren als razend werden
en de ijzeren deuren der poort verbrijzelden.