N°. 22.
Zondag 18 December.
A\ 1887.
Nieuws- en
Advertentieblad.
B IJ E N.
Binnenland.
Dit blail verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentiën
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
Zij, die zicii vanaf heden op
ons blad wenschen te abonneeren
ontvangen de nog in deze maand verschij
nende nummers gratis.
Een der nummers van het thans gestaakte
weekblad de Plattelander bevatte onder boven
staand opschrift, het navolgende artikel, dat
zeker met genoegen zal worden gelezen
„I-Iet honiggewin kan voor dit jaar weder
als geëindigd beschouwd worden, en de oogst
kan het middelmatige nog niet halen. Deze
mededeeling is geenszins bemoedigend, en toch
wagen wij het een en ander over de bijenteelt
ten beste te geven. In de meeste streken
van ons vaderland wordt deze teelt niet voor
eene gewichtige zaak aangezien en daarom
niet gedreven. Ook zijn er personen, die zich
er wel iets aan laten gelegen liggen, maar
lang niet voldoende in vergelijking met de
werkzaamheden en de zorgen, die zij voor
andere takken van bestaan, voor andere bron
nen van inkomsten verrichten.
Onder onze geachte lezers bevinden er zich
ongetwijfeld, die nooit op het denkbeeld zijn
gekomen ij inker te worden, wijl hun vader
geen bijenkoninkrijkjes nagelaten heeft.
In den tegenwoordigen tijd van malaise,
waarbij de landbouwproducten granen, boter,
melk en vee, voor zeer lage prijzen overvloedig
worden aangeboden, dienen de bakens verzet
en naar andere winstgevende gelegenheden
rondgezien te worden. Vooral voor de wijfelaars
die gaarne nog iets anders willen, die hun
werkkring een weinig willen uitbreiden, geven
we het onderstaande ter lezing.
Er zijn mensclien, die bepaald meenen, dat
het houden van bijen een liefhebberij is voor
heeren, die niet behoeven te werken, 't Is
waar, er zijn boeren, die het buiten hun bijen
stal wel zouden kunnen stellen, doch wij weten
wel beter en het zou ons geene moeite kosten,
een groot getal bijkers op te noemen, die zich
het werk getroosten, om het daaruitvloeiende
voordeel, te meer daar het loon zoo zoet is.
Maar de bijenteelt is zoo ontzettend moeie-
lijk aan te leeren, zeggen anderen
Wie zeggen zulke onwaarheden? Ten eersten
zij, die de concurrentie vreezen, en ten tweeden
zij, die in alles wat nieuw is, eene buitenge
wone geleerdheid zien of geen moed hebben
zich van het oude los te rukken en een poosje
rond te dobberen op de levenszee om nader
hand gelukkig te landen. Wanneer men slechts
ziet, welke zeer eenvoudige menschen zich met
het houden van bijen bemoeien en, als men
ziet dat menschen, die ternauwernood eene
goede school doorloopen hebben, menschen die
braaf, edel, deugdzaam, eerlijk en oprecht, maar
niet geleerd zijn, van de bijtjes voordeel trek
ken, dan kan het niemand als hekserij of on
geloof voorkomen, wanneer wij ronduit zeggen,
dat de bijenteelt niets moeielijker is, dan welk
deel ook van den landbouw, en door ieder be
oefend kan worden, te meer daar men er
minder gevaar voor schade bij heeft dan bij
rogge-, aardappel-, boekweitverbouw enz. En
of de weinige moeite, welke men zich met de
verzorging getroosten moet, ruimschoots be
loond wordt?
'tGaat hiermede als met alles in het boeren
bedrijf: afwisselend rijke, middelmatige en
schrale opbrengsten. Indien iemand er een 10-
of 12-tal korven op nahoudt, die wanneer men
slechts met één goede korf aanvangt, in 3 of 4
jaren worden verkregen, dan leveren de bijtjes
p.jaar een winst op van ruim 50 soms 60 gulden.
„Alle beetjes helpen" is de eerste stelregel
van het boerenbedrijf, waarvan men vooral op
de kleintjes behoort te passen, en dit sommetje
is niet te versmaden, als men rekent, dat er
bijna geene uitgaven meer gedaan behoeven
te worden dan de onvermijdelijke eerste korven.
Er zijn evenwel ook ijmkers, die een groot
aantal korven bezitten, vooral in Duitschland
en die gemakkelijk per jaar van t 1000 tot
f 1500 verdienen.
Te Karlsmarkt in Silezië woonde een priester,
Dzierzon geheeten (ik weet niet of de man
overleden is), die als een uitstekende bijker
bekend stond. In één jaar genoot hij van zijne
bijen een zuiver inkomen van f 1600. Wel is
waar behoeft men alles niet op zoo groote
schaal aan te leggen en kan men met de helft
of een vierde er van ook te vreden zijn, doch
het bewijs is er, wat er van kan worden, als
men het kleine niet versmaadt. S.
TEXEL, 18 December 1887.
In de vergadering van den Raad der ge
meente Texel gister gehouden, werden herbe
noemd tot Regenten van het Alg. Weeshuis,
de h.h. T. M. Zijm en C. C. Kuijper en tot
Regentes Mej. Roeper-de Boer.
Tot leden van het Armbestuur werden her
benoemd de h.h. J. D. Witte en Aug. Keijser
en tot commissaris over de Bank van Leening
de heer C. Reij. (Zie verder Raadsverslag.)
Meer dan gewoon plechtig was de be
grafenis Donderdagmorgen op het R. Kath.
Kerkhof alhier.
Door de koristen werd het stoffelijk over
schot van den adsp.-korist, W. Dijt, grafwaarts
gebracht.
De dragers, allen koristen, met een een
voudige strik om den arm, hieven op de laatste
rustplaats het plechtige „Paradisium" en later
het „Déprofundis" aan.
Naar aanleiding van het voorstel der Regee
ring, om leden der stembureaux in gemeenten
boven de 40,000 inwoners ook te benoemen uit
kiezers, die geen raadsleden zijn, heeft het ge
meente-bestuur van Eede zich tot de Regeering
gewend met verzoek zulks ook toe te passen op
uitgestrekte plattelands-gemeenten, waar het sa
menstellen van het vereischte getal stembureaux
aan groote bezwaren onderhevig i3 en de kiezers
soms 1 a 2 uur moeten afleggen om het stem
bureau te bereiken. (De gem. Eede, die ruim
12.000 inwoners telt, heeft eene oppervlakto van
30.932 H. A.) Niet ongewenscht zoude het zijn,
indien in onze uitgebreide gemeente zulks ook
mogelijk ware.
De Haagsche correspondent der Zutph. Ct-
weet uit goede bron, dat den heer Heemskerk
een adellijke titel is aangeboden, maar dat hij
daarvoor beleefdelijk bedankt.
Bi) de firma N ij g h van D i t m a r te
Rotterdam is van de pers gekomen eene „Hand
leiding tot het rationeel en voordeelig fokken en
mesten van varkens," geschreven door L. L. O.
In dit boekje tracht de schrijver, zooals hij zelf
zich in zijn voorbericht uitdrukt „zoo populair
mogelijk, de voornaamste zaken, die varkenshou
ders voor hun vak noodzakelijk moeten weten,
duidelijk en bevattelijk te vertellen".
Hij begint zijn werkje met een overzicht te geven
van de meest voorkomende varkenssoorten en
doet vooral omtrent de Engelsche soorten, waar
onder ook het yorkhire-varken, uitvoerige mede-
deelingen. Daarna behandelt hij het eigenlijke
fokken der varkens en geeft daarbij menigen
behartigingswaardigen wenk, welke thans dikwijls
in den wind wordt geslagen.
Aan dit onderwerp sluiten zich als van zelve
aan zijne opmerkingen over de voeding der var
kens, speciaal over het soort van voedsel, dat
de varkens behoort te worden toegediend, eene
zaak van het grootste belang bij de varkensfok
kerij en waarvan het welslagen in hooge mate
afhangt.
Ten laatste wijdt hij uit ovei de ziekten, welke
bij varkens voorkomen, gaat de verschillende ge
neesmethoden na en geeft daarbij eenige midde
len aan de hand, welke tot beterschap kunnen
leiden, om te eindigen met eenige opmerkingen
over de inrichting der varkenshokken, welke vol
strekt geen onverschillige zaak mag worden ge
noemd.
Men ziet, dat in dit boekje veel voorkomt, het
welk de belangstelling moet wekken van hen, die
zich met het fokken van varkens onledig houden.
De heer Brooshooft ontwikkelt in De Loco
motief zijn plan voor eene beweging tot het stre
ven naar financieele en gedeeltelijke staatkundige
zelfstandigheid voor Indië. Hij zal een paar maan
den lang aan het hoofd van zijn blad een open
brief plaatsen aan de heeren Van Dedem, Kielstra,
De Louter, P. N. Muller, Bosscher, Ch. Boissevain
en Van Kesteren, waarbij die heeren worden ver
zocht een comité te vormen, dat het Indisch Co
mité zal heeten en behalve de bovengenoemde
dubbele zelfstandigheid ook andere belangen van
Indië op zijn programma zal hebben. Een sub
comité hier zou zich dan met dat comité in ver
binding stellen. Deze open brief zal buitendien
in alle sociëteiten, hotels enz. ter teekening worden
neergelegd en met de onderteekeningen aan de
zeven mannen worden opgezonden. Zij die den
brief teekenen, verbinden zich daardoor zedelijk
de zaak verder, ook financiëel, te steunende
bedoeling is niet vele handteekeningen te krijgen
voor het genoegen van maar weder eens te ma
nifesteeren, maar een krachtige partij te vormen
tot opheffing van Indië uit zijn vervallen staat.
De Atjeh-correspondent van de Locomotief
schrijft dd. 31 October o. a.:
De vijand toont steeds ons overal te willen alar
meeren en schade berokkenen.
Het schieten op de komende en vertrekkende
TEXELSCHE COURANT.