Buitenland. treinen is steeds aan de orde van den dag, ook het beschieten van de verschillende posten op ongelegen uren zoowel bij dag als bij nacht. Van af Landjamoe tot aan Kata Pohama wordt men steeds beschoten. Ook de blokhuizen Kota Paganie en Sabang, nabij Oleh-leli, krijgen steeds een schietbeurt Een andere plaag dan de berri-berri hebben wij thans te bestrijden en wel de pokken. Deze ziekte brak uit 111 de benting Roempit, van waar reeds vier lijders naar het hospitaal zijn getransporteerd. Tot heden heeft die ziekte zich slechts tot die enkele versterking bepaald, terwijl bij den vijand buiten onze linie velen aan die ziekten overleden zijn. Van de overzeesche posten Analaboe en Edi valt er weinig te schrijven alleen dat zij thans een ongekende rust genieten. Segli daarentegen schijnt na eenige dagen rust te hebben gehad, wederom het brandpunt te zijn van 's vijands vuur. Dagelijks wordt die post beschoten door den vijand uit Kota Breh, Kota Mebedil en van het zeestrand beoosten de kogel vangers, met geweren en donderbussen, terwijl op den 12n Oct. jl. uit Pakan Soth een kanonschot viel, welks projectiel gelukkig in de lagune ter linkerzijde van de versterking viel. De oostboot, de stoomer Japara, die gisteren avond op de ree van Oleh-leh kwam, bracht ons een inspecteur van de cavalarie mede, luit.-kol. Martens, en de luit.-adj. Van Jeveren, zoo ook pl. m. 150 onderofficieren en soldaten, om morgen vroeg weder een aantal berri-berri lijders naar Batavia over te voeren. Het hoofdbestuur der Maatschappij van ge neeskunde heeft zich tot de regeering gewend met twee verzoekschriften 1° verzoekende maat regelen te nemen, opdat niet langer in kleine ge meenten de geneeskundigen, belast met de armen praktijk, op grond daarvan uitgesloten worden van het lidmaatschap der gemeenteraden2° wijzende op de leemte in de wet, dat personen aan wie zelfs de meest elementaire kennis ont breekt, tot het theorethisch tandmeester-examen worden toegelaten. Door de Holl. IJzeren Spoorweg-maatschappij wordt, in navolging van de Maatschappij tot Ex ploitatie van Staatsspoorwegen, eene proef geno men met planten van vruchtboomen langs de bermen der wegen. Yoorloopig zullen op het gedeelte der lijn tusschen Amsterdam en Sloter- dijk een vijf honderdtal pyramide-pere- en appel- boomen worden gezet. Het werk is opgedragen aan den boomkweeker Jac. P. R. Galesloot, op wiens advies uitsluitend pyramiden worden genomen, daar hoog- en half- stamboomen in ons vlakke land te veel wind vangen. Er kunnen er daarenboven meer van dien vorm op dezelfde uitgestrektheid gronds ge plant wordenterwijl de fijnere vruchten ook grootere handelswaarde vertegenwoordigen. Zij dragen reeds een jaar na de planting, en de vruch ten nemen telken jare toe in gewicht. De vruchten van hoog- en halfstammen nemen wel toe i n g e t a 1, doch worden daarentegen kleine r. Wel eischen de pyramiden bij voortduring oor deelkundige behandeling, doch de opbrengst be looft ook des te meer, vooral daar zoowel in ons land als in Engeland en Amerika altijd veel vraag is naar goede tafelsoorten. Yan de bekende automatische toestellen, waaruit het inwerpen van een dubbeltje een pakje chocolade te voorschijn doet komen, heeft een ingezetene van Winterswijk de donkere schaduw zijde ontdekt. Daardoor wordt de snoeplust der kinderen bevorderd dit maakt hen ook tot dieven, soms tot valsche munterszij slaan een hal ven cent plat om dien als dubbeltje voor het doel te doen dienen. Voorts wordt er geen patent voor dezen handel geëischt en worden de belangen der buffethouders in de stations benadeeld. De buffethouders nu betalen hooge pacht en de Re- geermg tracht op allerlei wijzen de kinderen tegen overmatigen arbeid en dronkenschap te bescher men. Het is dus inconsequent deze toestellen te veroorloven, welke de schrijver tevens strijdig acht met de waardigheid der spoorwegmaatschap pijen. Wij hebben er nooit over gedacht, dat er ook zoovele ongerechtigheden verscholen waren in deze toch al geheimzinnige toestellen. Men moet, zou men bijna zeggen, stations-buffethouder zijn 0111 er alles in te zien, wat deze inzender in De Post er in ontdekt heeft, zegt de Arnh. Ct. Vrijdagmiddag was te Hijker-Smilde alles in rep en roer. De heer H. Fledderus had in het bosch vlak achter zijn huis twee zeer groote wilde varkens ontdektdadelijk werd hieraan ruchtbaarheid gegeven, waarna een klopjacht word georganiseerd, om de vreemde indringers te bemachtigen. Jagers, met hun geweren en vele anderen met hooi- en mestvorken of ander moordtuig gewapend, trokken vol moed op de vijanden los, die weldra werden opgejaagd. Eén der drijvers naderde eon varken zoo dicht, dat hij er met zijn vork naar stak, doch hij raakte slechts een boomook een paar schoten misten hun doel. Door wijken en slooten heen ontsnapte het wild het eene varken zette koers naar Hoo- ger-, het andere naar Boven-Smilde. In de Zevenwolden zien vele boeren verlan gend naarsneeuw uit, om aan de talrijke raven en kraaien de gelegenheid te ontnemen hunne magen te vullen met het winterkoren, hetwelk de boer in zijne akkers zaaide. De bru tale dieven hebben dit zaad gevonden, en met allen ijver zetten zij in grooten getale dag aan dag hun onderzoek met den besten uitslag voort. Wel plaatst de boer verschrikkers, maar de zwarte stroopers, zij kijken hoogstens naar de vreemde figuren, van vluchten is geen sprake. Hen te verjagen met kruit en lood zou meer afdoende zijn, maar de jachtwet verbiedt het. De IConinginne-tent van Slikkerveer is te Heerenveen per beurtman aangevoerd, om, bij voldoende ijsdikte, opgericht te worden op de baan voor de internationale hardrijderij op schaatsen. De directie van „Thialf" ontziet moeite noch kosten, om de noodige aanstalten te maken. Het uitgekozen terrein, de watervlakte tusschen het Meer enLuinjeberd, mag prachtig genoemd wor den. (N. R. Ct.) De gevangenis te Maastricht is zóó overbe volkt, dat men verplicht is gevangenen naar el ders over te brengen. In de vorige week werden weder negen veroordeelden naar de gevangenis te Breda overgebracht, en onder dezen een vader met zijne drie kinderen, die ter zake van bedrog- den straf ondergaan. Men schrijft uit Harlingen, d. d. 11 December: De zoon van den srnid v. S. moest bij een koop man in ijzerwaren iets halen en vond daar in het pakhuis een hoopje geweerpatronen, van welke hij een paar schijnt te hebben medegenomen. Te huis gekomen is hij met een dezer projectielen aan den arbeid gegaan, met dit gevolg, dat hem een vinger is afgeschoten en de duim leelijk is bezeerd. Op last der politie zijn de patronen, welke de ijzer kramer voor een ander in depót had, vernietigd geworden. Maandag avond brak te Wieringerwaard een hevige brand uit. De bouwschuurop de plaats van den heer D. R. Kaan stond in- lichtelaaie. De geheele inhoud van die schuur: hooi, drie rij tuigen, bouwgereedschappen, ploegen, met 2 vette varkens, is verbrand; een paard alleen kon nog worden gered. Dank zij den gunstigen wind en de werking der brandspuit, bleef het daarbij. De nabijheid der zaadschuur, timmermanswerf schil derswerkplaats en bakkerij deed een oogenblik het ergste vreezen. Sedert een paar dagen staan de cokes op het terrein der gemeentelijke gastabriek aan den Oostzeedijk te Rotterdam inbrand. Yoort.durend wordt daarop door een paar brandspuiten water gegeven. De oorzaak is onbekend. De voorraad moet, naar men ons verzekeid, geassureerd zijn. (Maasb') In de omnibus. Het rijtuig is geheel bezet. Een dertigjarig heer heeft zijn dochtertje op de knieën genomen. Het rijtuig staat stil om eene jonge, schoone dame op te nemen. Deze ziet dat de omnibus overvol is en wil weer uitstappen als de kleine opeens roept: „Papa, ik zal wel blijven staan; geef mijne plaats maar aan die dame!" De jongste |aardbevingen in Calabrië hebben treurige verwoestingen aangericht. Men spreekt van ongeveer 3000 woningen, die tusschen Rog- giano, Gravina en Bisignano ingestort zouden zijn, en van een groot aantal dooden en gekwet sten. De minister van financiën heeft voorloopig de aldus geteisterde plaatsen vrijgesteld van be lasting; de Koning zond voor de hulpbehoevenden 20,000, het gemeentebestuur van Rome 10,000, en de Paus 3000 lire. In Weenen wordt thans druk gesproken over eene uitvinding, om het tegen elkander stooten enz, van treinen op spoorwegen te voor komen. Plet is een toestel, voor welke de heer Yon Giegl, te Arünn, octrooi heeft bekomen, na dat vóór 2 jaar dr. Lecher, een natuurkundige van de universiteit te Weenen reeds het denk beeld aan de hand had gedaan, maar niet ten uitvoer gebracht had. Op de locomotief wordt eene dynamo-machine geplaatst, van welke de stroom door middel van eene spoorstaaf naar een lowry geleid wordt, die door electrisehe kracht overbrenging gedreven vóór den trein rijdt. Zoo dra de locomotief in beweging komt, gaat de lowry vooruit, op eenen door den machinist van den trein te bepalen en te beheersclien afstand. Als nu die „voorrijder" tegen eenig voorwerp stoot, dan breekt een of ander der van voren geplaatste glaasjes deze bevatten een kwikzilver-contract, en door het afbreken van den stroom wordt de vacuum-remtoestel van den achteraankomenden trein automatisch aan het werk gezet. Intussclien schijnt de zaak op groote schaal practisch nog nader onderzocht te moeten worden, wat het denkbeeld alleszins verdient. Omtrent de bejaarde eigenares van de ma- gezijnen „Au bon Marché", wijlen mad. Boucicaut schrijft men nog het volgende. Zullen de armen van Parijs, die tijdens haar leven steeds mild door haar werden bedacht, de weldadige vrouw ook prijzen 11a haren dood, ook haar personeel vergat mad. Boucicaut niet. Ieder, die niet langer dan 3 jaren in haren dienst was, ontving 1000 fran ken, terwijl zij allen, die 5 en 10 jaren dienst hadden, 3000 fr en 5000 fr. toewees. Allen, die meer dan 10 jaren in haren dienst waren, ontvin gen 10,000 fr. Alleen deze laatste uitkeering be droeg 1,000,000 fr., want het personeel, dat meer dan 10 jaren dienst had, was 1100 personen sterk. Het particüler vermogen van mevrouw Bouci caut wordt geschat op 93 milioen, buiten haar kapitaal in den „Bon Marché," dat twintig per cent rente afwerpt. Plassard, de tegenwoordige directeur, zet al de philanthropische instellingen van den „Bon Marché" voort. De beeldhouwer Chapu zal eene marmeren buste van mm. Boudicaut maken, die in den ingang van de „Bon Marché" zal worden geplaatst. Een Loterij-geschiedenis. Niet lang geleden verscheen in een Weener bankiershuis een grijs echtpaar het bood een Windischgratzlot met het nummer 57,351 aan en vroeg of hierop de hoofd prijs van 11. 20,000 was gevallen. Toen zij daarop een bevestigend antwoord ontvingen, verzochten de echtelieden den kassier om uitbetaling, hetgeen echter volgens de bepalingen eerst over zes maan den kon geschieden. Op de opmerking van den kassier, dat het bedrag tegen korting dadelijk zou worden uitbetaald, antwoordde het oude. paar: „Nu nog mooier, dat grapje is ons te duur; we hebben dertig jaar lang op den hoofdprijs gewacht, we kunnen die zes maanden nu ook nog wel wachten," en het echtpaar verwijderde zich, over tuigd, dat het goede zaken gemaakt had. In een brief aan de Anali/jst, een in Amerika verschijnend volksblad, beweert een Amerikaansch geleerde, de heer Mc Coy, bij de muizen een gave ontdekt te hebben, die de beestjes nog tot den rang van nuttige dieren zal verheffen. Zij hebben nl. het vermogen om alleen aan den smaak na tuurboter te onderscheiden. Genoemde heer voert voor deze bewering de volgende bewijzen aan hij had een twaalftal monsters boter ontvangen, die verdacht waren vervalscht te zijn en door hem onderzocht zouden worden. Ilij nam van elk een gedeelte om er de voorloopige onderzoekingen mede te doen, maar door een of andere bijkomende omstandigheid moesten deze monsters een nacht op een tafel in het laboratorium blijven staan. Toen hij den volgenden ochtend het onderzoek wilde hervatten, zag hij tot zijn verbazing dat er tien door de muizen schoon waren opgegeten, terwijl twee nauwelijks waren aangeraaktdeze twee waren, zooals spoedig uit een nieuw onder zoek bleek, vervalscht, terwijl de tien overige zuivere boter waren geweest. De heer Mc Coy meende dat hier aan een bloot toeval moest wor den gedacht, en besloot een dergelijke proef nog eens te nemen. Hij liet gedurenden een nacht twee horlogeglazen, het een met boter, het ander met oleomargarine gevuld, op tafel liggen. Den volgenden ochtend was dat waarin hij de boter had gedaan geheel schoon gelikt, terwijl de oleomargarine nauwelijks was aangeraakt. Hij herhaalde de proef met meer glazen, maar steeds bleef de oleomargarine onaangeroerd, terwijl de boter verdween. De proef moest nu nog genomen worden of de muizen een afkeer hadden van oleomargarine, dan wel of zij alleen de voorkeur gaven aan boter. Op tafel werd 's nachts alleen een glas met oleomargarine gezet en inderdaad aten de muizen daarvan, hoewel slechts weinig. Het bleek dus dat een hongerige muis wel de margarine niet versmaadt, doch alleen dan gebruikt als er geen borer te verkrijgen is. Misschien dat de Vereeniging tot wering van knoeierijen bij den boterhandel met 't bovenstaande nog haar voordeel kan doen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1887 | | pagina 2