PUBLIEKE VERHURIUC.
Heeren Repten v/h. Als. Weeshuis te Texel
mf
Een Boet iet 10 H. 14 A. 40 C. Wei-
and en 18 H. 91A. 70 C. Hooi- en Riet
and piep in liet Zuidveld.
te Huur
Te huur tegen 1 Mei 1888.
Te Koop:
2 beste 1% jarip
KOESCHETTEN
eene NETTE DIENSTBODE.
J. J. Kiiiier -
t.
i
Notaris HORDIJK, te Helder,
WEI- en BOUWLAND,
voor den tijd van 6 jaren.
Directe Wekelijksche
S
Feuilleton.
DE BANNELINGEN.
lj. 2
zal, op WOENSDAG 35 JANUARI 1888, 's avonds
7Va ure, in het Logement „De Zwaan"
aan den Burg op Texel, in het
openbaar verkoopen:
De Hofstedegenaamd
„ZEELAND", bestaande in
HUISMANSWONING,
met SCHUREN, ARBEIDERSWONINGEN,
ERF, TUIN en diverse pereeelen
in den polder Eierland op TEXEL, kad. Sectie
A, Nos. 198, 199, 200, 205, 206, 1015, 1016,
1437, 1438, 1439, 1440 en 1441, te zamen
groot 59 hectaren, 71 aren, 70 centiaren.
Inlichtingen worden verstrekt ten kantoren
van den Heer LI. Flens te Texel en van
genoemden Notaris.
presenteeren op Vrijdag; 30 Januari 1888,
's avonds 7 uur, in het Café „PARKZICHT"
aan den Burg, ten overstaan van den Notaris
CONINCK WESTENBERG
PUBLIEK TE VE RH UREN
Een SCHAPENBOET, met DRIE PERCEE-
LEN WEILAND genaamd de Weezenboet
staande en gelegen aan den grindweg,
even bezuiden den Burg, te zamen groot
4 Hectaren 67 Aren 90 Centiaren.
ZEGT HET VOORT.
Te bevragen bij S. DIJKSEY, „Buitenlust,"
te TEXEL.
Een net WOONHUIS met 4 kamers, keuken,
kelder, regen- en welput en verders alle
gemakken.
Dagelijks te bezichtigen in de Weverstraat
aan den Burg.
adres P. RAB.
Aan den Burg op Texel in de Weverstraat
een huis, bevattende een ruime voorkamer,
achterkamer, beide voorzien van alle gemak
ken, meidenkamertje, keuken, kelder, plaats
en tuin met vruchtboomen.
Te bevragen bij d n eig -naar K. PONGER.
waarvan één Gelde en één moetende Kalven.
Te bevragen Bureau Texel scha Courant.
Brieven önder letter M.
in het Logement „BELLEVUE" op Dinsdag'
17 Januari 1888 om p r ij s en p r e m i e in
CONTANTEN. Inleggelii 50 cent.
Aanvangende 's avonds 7 uur precies.
Waal, op Texel. W. DUINKER.
MEVROUW SAUËR aan den Burg, vraagt
Adres in persoon.
Broodmessen
Zakmessen
Dessertmessen
Tatelmessen
Slagersmessen
Beschuitmessen
Snoeimessen
Scheermessen
Eetlepels
Soeplepels
Inmaaklepels
Paplepels
Sauslepels
Scharen
Ivurketrekkers
Portemonnaies
Sigarenkokers, Brilledoozen, Tandschuiers,
Vorken, Tabak- en Sigarenpijpen.
Eau de Cologne per flacon en maat.
Naaimachine-olie en naalden.
r?
o sr
cr
- c
-2!
si H'
a w
08
SL S"
voor Passagiers Ie He en HIe Klasse
met de prachtige Stoomschepen der
Hoofdkantoor te Rotterdam: Koor-
dereiland. Passagekantoor te Am
sterdam: 44 Prins Hendrikkade
over h. nieuwe Centr. station.
Vlugste en goedkoopste aansluiting'
met Curaciiu.
Agenten Koning Co. Texel.
I. E. KroesDistricts Inspecteur Gro
ningen; E. Bolsius, Distr.
Insp. Oosterwijk.
- Z
z S
door E. S.
VIII.
Hoe, welke iourte? vroeg de oude man.
De mijnen, vader Godureau.
Wat, gy zoudt willen
Ik zal u met Vulkaan in de kost nemen om
te weten of mijne keuken u beter past dan die der
kooplieden.
Godureau wilde sproken; maar hij kon niet, twee
groote tranen rolden langs zijn wangen Hy nam
levendig en vol van dankbaarheid de hand van den
jongen man en bracht die aan zijn lippen. Rosow
trok zijn hand blozende terug.
Foei! vader Godureau, riep hy uit, houdt gij
mij voor een vorst, gewoon aan de handkus? Het
geen ik u voorstel is eenvoudig weg een vennoot
schap. En toen hy zag, dat de grijsaard wilde
antwoorden, ging hy vlug voort: Gij neemt het dus
aan, dat is afgesproken, hebt gy nog iets in Beresow
te doen?
Niets antwoordde Godureau.
Kom dan! op weg!
De iourte van Rosow was groot genoeg om zon
der groote moeite een nieuwe gast te ontvangen.
De jonge man wees bij den haard een plaatsje
aan voor Vulkaan en gaf den ouden schrijfmeester
het gemakkelijkste plaatsje en dwong hem rust te
nemen. Maar Godureau verklaarde ook aan het al
gemeen werk te willen deelnemen, en hij belastte
zich geheel met het inwendige van den hut, terwijl
Nicolaas voortging zich met de jacht en visscherij
bezig te houden.
Er ontstond uit deze verdeeling van werkzaam
heden een orde en een gemak, dat Rosow verwon-
dorde en waarvan hij al de eer aan zijn metgezel
toeschreef.
Maar de zorg van Godureau voor het welzyn van
Rcsw was slechts de minste zijner zorgen, hy hoopte
en wenschte dat hij hem een belangrijke proeve
van zijne dankbaarheid zou kunnen toonen.
Getuigen van de stille droefheid, die zich ondanks
zijn moed soms van den jongen man meester maakte
en de onwillekeurige wenschen radende, die hem
soms in zijn vaderland en te midden zijner vrien.
den voerden, dacht hij er zonder ophouden aan, om
de onrechtvaardigheid te zijnen opzichte begaan te
herstellen.
Hoewel men gezegd had, dat het onmogelijk was
en hij het zelf ook by ondervinding had, kon hij
toch niet van het plan afzien een verzoekschrift
naar St-Petersburg te zenden. Zonder dus iets aan
Rosow te zeggen, begon hy te zynen gunste een
in bizonderheden uitgewerkt verzoekschrift op te
maken, twintig maal weder opnieuw beginnende
om het nog duidelijker en onwederstaanbaarder te
maken en zijn talent van schoonschrijver, met het
schrijven uitputtende. Toen hij het eindelyk klaar
had, sloot hij het zorgvuldig in een lederen beurs,
die hij altijd bij zich droeg, afwachtende dat het
toeval hem eene gunstige gelegenheid zou verschaf
fen het de keizerin te doen toekomen.
De winter was gekomen, de sneeuw bedekte de
aarde. Eens kwam Nicolaas, die zich dikwijls naar
de naburige dorpen begaf, met-een bevelschrift, ge
richt aan Godureau, terug, dat hem door een der
kozakken van het gouvernement was ter hand ge
steld. De schrijfmeester werd te Beresow ontboden
om zijn verandering van woonplaats te verklaren,
daar hij verzuimd had daaitoe volmacht te vragen.
Eerst verschrikte hij van deze oproeping maar
Nicolaas verzekerde hem, dat zich alles wel door
middel van eenig bontwerk met den kommandant,
Lerfosburg zou schikken en men kwam overeen,
den volgenden dag samen naar Beresow te vertrekken,
Den volgenden morgen trokken zy beiden hun
winterkleederen aan om zich op weg te begeven.
Zij begonnen met hunne voeten te voorzien van een
paar sneeuwschoenen (deze zijn gevormd van twee
planken van zes voet lang by zes duim breedte,
licht gebogen en aan weerszijden van een punt
voorzien. Zij staken vervolgens een bijl in de gor
del om zich een weg te banen door de bosschon of
het ijs te breken, een (opatkas (soort houten bezem)
om de sneeuw weg te vegen en een. lederen zak,
gevuld met porsa In de zon gedroogde en in meel
gebakken visch) Eindelyk wapenden zij zich met
een met ijzer beslagen stok op zes duim van het
einde voorzien van een houten schijf, die hem moest
verhinderen in de sneeuw weg te zakken.
Aldus toegerust met alles wat ze noodig hadden
vertrokken zij, gevolgd door Vulkaan die zwijgend
en met de kop naar den grond gericht, achter hen
aan liep. Maar nauwelijks waren zij op weg of
de sneeuw begon in groote vlokken te vallen. De
lucht was kalm en koud; de bobacs of marmotten
van Siberië slopen blazende in de spleten der rotsen
en wanneer ze voorbij de woningen der Ostiaken
gingen, hielden de honden zich stil.
Rosow scheen ongerust over die teekens, die ge
woonlijk een storm aankondigen.
Wij hadden beter gedaan de reis uit te stellen
zeide hy, pogende het donkere uitspansel te
peilen; ik vrees voor de pourga (sneeuwstorm).
Misschien kunnen wij nog voor dien tijd Bere
sow bereiken, hernam Godureau,
Ik twijfel er aan, kijk eens naar de horizont.
Laten wij ons in alle gevallen haasten, want zoo
de nacht ons in het veld overvalt, hebben wij zeer
weinig kans ooit weder het daglicht te zien.
Beiden verhaastten hunne schreden, maar ondanks
hunne sneeuwschoenen kwamen zij slechts langzaam
vooruit. Het veld was stil en verlaten. Nauwelijks
verraadden de iourte», gesloten en onder hun win-
terkleed begraven van tijd tot tijd door een weinig
rook hun bestaan. Weldra ontmoetten Godureau
en Nicolaas er niet meer.
De sneeuw, die steeds dichter viel, vormde daar
enboven een wolk, die het daglicht onderschepte.
Twee of drie maal meenden onze reizigers in die
duisternis sleden te bemerken, die voortgetrokken
door praaiden of rendieren, voorbij vlogen; maar het
was iets vlugs en onzekers als een vizioen.
Hun loop werd al langzamer, de dag begon te
verdwijnen en de wind stak meer en meer op. De
sneeuw dwarrelde dik en bevroren neder. Godureau
die tot nu toe gezwegen had, bleef hygende staan
en zeide, terwyl hij beide handen aan zyn half be
vroren gezicht bracht: „Ik kan niet verder."
(Wordt veroolgd.)
Snelpersdruk - LANGEVELD &DE ROOIJ - Texel.
A
ft
1»
S ft
o
C JS
ft
ft
N O
O 2
ft 55
9}
»=t
G)
as