N°. 35. Donderdag 2 Februari. A\ 1888. Nieuws- en Advertentieblad. Dienstregelingen. Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 nur op den dag* der uitgave. Prijs der Advertentiën Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGE VELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel. WAGENDIENS TEN: Van Oosterend naar Oudeschildvia de Waal en Burg. Dagelijks behalve Zondags 's middags 1.15 Terug van Oudeschild naar Oosterend dezelfde dagen, na aankomst der laatste boot. Van den Burg naar Oudeschild. Dageiyks: 'smorg. 3.30, 7 u., 'smidd. 2 uur. Van Oudeschild naar den Burg. Na aankomst van iedere boot. STOOMBOOTDIENST „Ada van Holland." Van Texel 'smorg. 4.30, 8 uur, en 's nam. 3 uur. Helder 6,30, 10 4.30. SPOORWEGDIENST, richting Amsterdam. Van Helder 'smorg. 6, 9.15, nam. 1.12, 4.05, 7,30. Aank. 9.09, 11.52, 3.55, 7.14,11,35. STOOMBOOTDIENST Gebr. Zur Mühlen. Heider-Amsterdam en omgekeerd. Vertrek Helder 's morgens 8 uur. Aankomst Helder middags ruim 4 uur. Het POST- en TELEGRAAFKANTOOR aan den Burg is geopend: Op werkdagen van 8 12, 1—3 en van 5.30—7.30. Op Zon- en feestdagen van 8 9 en 1—3. Voor postwissels en kwitantiën alleen op werk dagen van 9 tot 12 en van 1 tot 3 uur. Buslichtingen. Voor Eierland, de Cocksdorp, Vlieland en Ter schelling 's morgens 7.45. Voor Oudeschild, den HoornHelder en verder ge legen plaatsen nam. 2 uur en 's avonds 11 uur. Voor de Waal 's morgens 7.45 en namidd. 5.30. Voor Oosterend namidd. 5.30 en 's avonds 11 uurt Geopend de Kantoren: van den Gemeente-Ontvanger MaandagDinsdag Woensdag en Donderdag van 9 tot 2 uur. van den Rijks-Ontvanger Maandag, Dinsdag, Woens dag en Donderdag van 9 tot 2 uur. Gesloten de eerste en laatste van iedere maand. BESCHERMENDE GRAANRECHTEN. Mr. J. D. Veegens gaat in het Sociaal Week bladals vervolg op zijne vroegere beschou wingen omtrent dit onderwerp, na, welke de gevolgen zouden zijn van de heffing van een Nederlandsch invoerrecht op tarwe van b.v. f2.40 per HL., en op de overige graansoorten naar evenredigheid. Als op zich zelfstaande maatregel zou een dergelijke heffing stellig sommige takken van nijverheid op den rand van den ondergang brengen, of ten minste hun bloei voor lange jaren fnuiken. Brande rijen, gist- en spiritusfabrieken, bierbrouwerijen, azijnmakerijen, stijfselfabrieken, die granen als grondstof |bezigen, zouden een kunstmatige verhooging der prijzen van dit artikel met pl. m. een derde der waarde bezwaarlijk kunnen dragen. De noodzakelijke kosten van haar fabrikaat zouden daardoor zoozeer stijgen, dat zij vermoedelijk niet langer tegen buitenland- sche mededinging zouden zijn opgewassen. Ook bij die ondernemingen van nijverheid, waar granen niet als grondstof dienen, zal de invloed van beschermende graanrechten zich niet lang doen wachten. De loonen plegen toch niet zóó hoog te zijn, dat een arbeiders gezin van vier personen jaarlijks f 24, dat is pl. m. 5 pet. van het inkomen, zou kunnen missen. Zij zullen moeten worden verhoogd naar verhouding van de vermeerdering van uitgaven, die de verhoogde broodprijs den werk man oplegt. Maar voor den industrieel staat stijging van het bedrag, dat hij aan zijne arbeiders heeft uit te keeren, in zekeren zin met verhooging van de prijzen zijner grond stoffen gelijk. Beschermende graanrechten zullen derhalve tot onmiddellijk gevolg hebben, dat de geheele bevolking, voor zoover zij zich niet met den landbouw bezig houdt, duurder brood zal eten en voor de voortbrengselen der nijverheid meer zal moeten betalen. Wat de vraag betreft, wie belang zal hebben bij beschermende graanrechten, betoogt de schr., dat voor die landbouwers, die hun be drijf op gehuurden grond uitoefenen, graan rechten geen noemenswaardige baat kunnen opleverenbij de eerstvolgende vernieuwing hunner pacht zullen de landheoren de pacht sommen terugbrengen op het hooger bedrag van een tiental jaren geleden. En ook de toestand van de ruim 93,000 personen, die hun eigen grond bebouwen, zal niet door deze hef fing verbetering ondergaan. Er zullen wel grondeigenaars zijn, die door graanrechten winnen, doch de meesten zullen er door ver liezen. In vele streken van Nederland gaan toch nu reeds graanbouw en veeteelt hand aan hand. Kleine stukken grond worden bijv. deels voor rogge- en aardappelteelt, deels voor voeder bouw en veefokkerij bestemd. Voor de overgroote meerderheid van deze kleine eige naars nu, die het gewonnen graan zelf ver bruiken, maar te weinig $rond bezitten om al het benoodigde veevoeder zelf te telen, zouden graanrechten nadeelig zijn, omdat daardoor, behalve loonen en prijzen in het algemeen, bepaaldelijk ook de prijzen van het veevoeder in de hoogte zouden worden ge dreven. Het gezegde verklaart voldoende, waarom de wensch naar beschermende graanrechten, behalve in enkele bij uitstek graanbouwende streken, bij de landbouwers zoo weinig bijval vindt. Overal, waar graanbouw en veeteelt plegen gepaard te gaan, gevoelen de meeste landbouwers zeer wel, dat zij van invoer rechten op granen niets goeds te wachten hebben en keeren zij, ten spijt van alle fraaie beloften, aan het protectionisme den rug toe. Door een dergelijke heffing zouden dan ook op den duur alleen de belangen der groote grondeigenaars gediend worden. Mr. Veegens kenschetst ten slotte de be wering, dat verhoogde welvaart der landbou wende klasse de overige bevolking zou schade loos stellen voor den cijns, haar door middel van beschermende rechten op te leggen als een zeepbel, die bij de eerste aanraking uit eenspat. Het is en blijft een schromelijke onbillijkheid, armen en rijken zonder onder scheid met een verhoogingj van noodzakelijke uitgaven te willen bezwaren, opdat de gestadige vermeerdering der inkomsten van groote grondeigenaars, die dertig jaren lang zelfs buiten hun toedoen viel waar te nemen, on afgebroken zou kunnen voortgaan. Ongetwijfeld verkeert de landbouw in een moeielijken toestand van overgang. Terwijl het grondbezit als zoodanig niet langer dezelfde rente kan afwerpen, moet de landbouwer sommige begrippen laten varen, die gedurende meer dan één geslacht als hoogste wijsheid golden, en kunnen hervormingen in het land bouwbedrijf, waarmede men elders is vóór- gegaan, ook hier niet langer uitblijven. Daarbij behoort van hoogerhand de noodige leiding te worden gegeven, zoo door het verbreiden van practische kennis als door het weren van bestaande misbruiken. Reeds is men in deze op den goeden weg. "VVordt daarop voortge gaan en tevens de hand geslagen aan een billijker verdeeling van den druk der belastin gen, zoo zullen de gunstige gevolgen van een en ander zich spoedig genoeg doen gevoelen. Maar de landbouw kan niet worden geholpen door een stelsel van bescherming, dat, niet ongelijk aan sommige geneesmiddelen van slecht allooi, een kortstondige opwekking met een blijvende verergering der bestaande kwa len zou doen boeten." TEXEL, 1 Februari 1888. Bij de stemming van een Hoofd-Ingeland voor het Waterschap „de 30 Gemeenschappe lijke polders," Maandag jl. alhier gehouden, werden uitgebracht op de heeren: Pieter KL Bremer 98 stemmen. Klaas Tijszoon Bakker 88 Klaas Jbz. Roeper 18 Jan Wz. Bakker 4 Te den Hoorn moet het voornemen be staan om op den 19 Februari a. s. ('s Konings verjaardag) eene volkslezing te houden, waar ieder, boven de 15 jaar, vrijen toegang zal hebben. Aan belangstellendèn en konings- gezinden, zal het zeker dien avond niet ont breken. Bij de heden gehouden aanbesteding van 't maken van tusschenschotten in de scholen te den Hoorn en Midden-Eijerland waren ingeko men 10 biljetten. Hoogste inschrijver Jb. Hz. Geus voor f526, laagste A. Hz. Geus voor f 395. Oudeschild, 31 Jan. Met het garnalenvis- schen wordt nog geregeld door velen een week geld verdiend. In de vorige week namen ongeveer 100 schuiten aan de vissclierij deel. Gisteren was binnengaats bijna niets te vangen en moesten de schuiten buitengaats hun geluk beproeven. Gedurende de maand Januari werden voor de 4 kokerijen ruim 3000 man den garnalen aangebracht. Helder, 30 Jan, Gisteren vertrok van hier de eerste haring vlet naar de Texelsche hors om eens te onderzoeken of er reeds haring binnengaats was» Het resultaat van dat onderzoek was niet TEXELSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 1