TE HUUR.
OP li UI MING
W. C. REIJ.
WEGENS LIKMTIE
MEUBELEN:
EeJerijtelaier JU"
Na afloop Bal.
F euilleton.
M?§ït®itiia
Parkstraat B, N°. 294, Ben Bnri op Texel.
I - Igaxe TexeMe Courant.
Parkstraat No. 294. Burg op Texel.
de gewone lage prijzen.
NOG VOORHANDEN:
kasten» tafets» spiegels» enz,
A. BARNEVELD.
aan den Burg.
Tooneelvoorst ell i 11 g'
De S;tud eet Thuis,
Dieverwenscbte Eerepostjes.
DE BANNELINGEN.
Lange veld De Rooij.
Nette bewerking. Billijke prijsen.
Drie perceelen WEILAND, gelegen in On-
geren, genaamd Lage en middelste schapen
land en Boschte zamen groot 3 H.A. 4 A.
60 c.A. adres W. Wz. ROEPER,
Spang Texel.
'tegen veel verminderde prijzen
van behangselpapier en randen en tevens eenige
karpetten.
PARKSTRAAT. Jb. HAKKER.
VOORHANDEN ruime keuze britanniaver
nikkelde KOFFIEKAMER en THEEPOTIER,
niettegenstaande algemeene prijsverhooging,
van dit artikel zoolang de voorraad strekt,
Puik beste Aardappelen vanaf f 2.25 totf'3,-
voorts: alle soorten Groenten, Vruchten en
Fruiten Zuurkool, Snijboonen, gezouten Schel-
visch, Stokvisch, eerste soort Haring enz.
Voorts zijn bij ondergeteekende verkrijgbaar
Prijscouranten van Landbouw- Tuin- en Bloem
zaden, Tuin- en Kamerplanten.
Aanbevelend,
OOSTEREND. J J Trap.
FIRALE UITVERKOOP van alle voorhanden
WEVERSTRAAT. BURG op TEXEL.
Zondag Februari 1888, 's avonds half acht,
in het lokaal „De Vergulde Kikkert."
OP TE VOEREN STUKKEN
GEVOLGD DOOR
ERTRÉE 40 cents dc persoon.
Personen beneden den leeftijd van
16 jaren worden niet toegelaten.
Plaatsen zijn te bespreken op den dag der
voorstelling van 's middags 2 tot 3 uur aan
genoemd lokaal d 10 cents extra.
door E. S.
XV.
(Slot.)
Reeds drie maanden vervulde Godureau nu bij den
goeverneur van Beresow de betrekking van secre
taris en Lerfosbourg had hem de geheele zorg voor
zijne correspondentie overgelaten. Hij was het die
de orders verzond, de berichten opende en er op
antwoordde.
De gouverneur behoefde slechts de stukken, die
iederen morgen inkwamen te teekenen, zonder zelfs
somtijds die stukken in te zien. Aldus .verheugde
de Duitsche gierigaard er zich in een schrijver ge
vonden te hebben voor al zijn werk en die hem
daarenboven niets kostte.
De koude was verdwenen; Siberië, ontslagen van
zijn sneeuwkleed tooide zich in al de schoonheid
van zijne vlugge zomer.
De gerst en de rogge golfde reeds op de hooger
gelegen steppen, terwijl lager de weilanden de twee
oevers van de Obi omzoomden als een breed met
bloemen bestrooid lint. De Ostiaken doorliepen al
zingende de velden gekleed in neteldoek of in een
kleed van vischvliezen en de wegen waren bedekt
met kooplieden, die zich naar de meest verwijderde
woningen begaven.
De huizen zelve, onlangs zoo dicht gesloteu, sche
nen den invloed van de schoone dagen gevoeld te
hebben. De dicht gebreeuwde vensters waren geo
pend de drempels waren weder bevolkt en men
hoorde overal het geluid van vreugde en leven.
De terugkomst van het schoone jaargetijde had
de woning van den goeverneur, evenals alle andere
geopend.
Op het oogenblik, waarop wjj ons verhaal weder
opvatten, had het meerendeel van de officieren der
kroon zich met hem in de receptiezaal vereenigd,
waar Lerfosburg ze had laten komen, om hun mede-
deeling te doen van verschillende berichten, die den
vorigen dag gekomen waren.
Godureau, die ze hen voor moest lezen, zat voor
een klein met papieren beladen tafeltje. De^jewoon-
lijk zoo kalme gelaatstrekken van den ouden schrijf
meester schenen dien dag geheel veranderd. Men
las er, ik weet niet welke uitdrukking in van vreugde
vermengd met ongerustheid.
Godureau kon niet stil blijven zitten. Hij ging
van zijn tafel naar het venster, terwijl hij tusschen
zijne tanden onverstaanbare woorden monpelde, een
klok in een der hoeken van de zaal geplaatst raad
plegende en teekenen van ongeduld, alsof hij iemand
wachtte, niet kunnende weerhouden.
Eindelijk waarschuwde de goeverneur hem, dat
al de geroepen beambten present waren en beval
hem de lezing der berichten te beginnen. Godureau
liet zich dit twee maal herhalen, keek op nieuw
naar de klok en maakte een gebaar van wanhoop.
Hij zal den brief niet ontvangen hebben, mon-
BUREAU tot plaatsing van
in alle COURANTEN, zonder prijsverhooging
Bij voortduring bevelen wij ons beleefdelijk aan tot de levering van verschillende
drukwerken voor Gemeente- en Polderadministratiën, alsmede tot het vervaardigen van
Trouwbrieven, Visitekaarten, Adreskaarten, Rouwbrieven, Rota's, Quitantiën, Etiquetten,
Facturen, Prijscouranten, Gelegenheids- en Bruiloftsliederen, Circulaires, Aanplakbiljetten,
Strooibiljetten, Adressen, Reglementen, Diploma's, Convocation, Programma's, Briefhoofden, enz.
pelde hij, en God weet, wanneer zich weer zulk een
goede gelegenheid zal voordoen.
Eindelijk nam hij, na eene nieuwe waarschuwing
van den gouverneur, een dépêche en begon langzaam
te lezen. Het behelsde nieuwe bepalingen van de
keizerin betreffende den handel in brandewijn onder
de Ostiaken.
Godureau, die, om zco te zeggen, de lezing ver
volgde, zonder er eenige aandacht aan te schenken,
eindigde plotseling en luisterde aandachtig.
Welnu? vroeg de goeverneur.
Het is liet blaffen van Vulkaan, riep de goede
man uit.
Wat zou dat? vroeg de goeverneur weer.
Zou hij hem herkend hebben, riep Godureau,
bevende uit onzekerheid.
Herkend, wien? vroeg Lerfosburg.
Maar Godureau was gaan staan, de oogen op de
deur gericht; eensklaps ging deze open en Nicolaas
Rosow verscheen.
De oude professor uitte een kreet van vreugde.
Wat wil die schelm hier? riep de goeverneur
uit, wie heeft hem hier geroepen?
Ik, mijnheer! sprak Godureau.
En met welk recht?
Op bevel der keizerin!
Alle officieren stonden op.
Ja riep de grijsaard met triomfeerende geest
drift uit, luistert allen:
„Ik Catharina II, keizerin aller Russen, op het
verzoekschrift, aan mij gericht door Frans Pieter
Godureau, in naam van N/colaas Rosow"
Wat! riep de goeverneur uit, gij hebt 't gewaagd!
Onder uw zegel, mijnheer, hernam de grijsaard
op een spottende toon; maar wilt tot het einde toe
hooren. En hij hernam:
„In naam van Nicolaas Rosow, door schuldige
handelingen van den graaf Passig naar Siberië ge
zonden.
Te meer vernomen hebbende, dat genoemde Frans
Pieter Godureau en Nicolaas Rosow, hoewel politieke
bannelingen, naar de steppen gezonden zijn, als ge
wone gevangenen en beroofd van de hulp, die ik
hun toesta, beveel:
Dat beiden hunne rechten als vrije mannen zullen
herkrijgen en dat de hierbij gaande brief aan voor
noemde Nicolaas Rosow, zal worden ter hand gesteld
om door hem in tegenwoordigheid van alle officieren
en ambtenaren van Beresow geopend te worden.
En gij hebt dit bevel voor mij verborgen gehou
den, ellendige! riep de goeverneur, bleek van schrik
en toorn uit.
Ik vreesde dat mijnheer zou vergeten er gevolg
aan te geven, zeide de professor in de schrijfkunst.
Wat de vermelde dépêche aangaat,, hier is ze.
Hij stelde een verzegeld pakket aan Rosow ter
hand, dat dadelijk door deze geopend werd.
Alle officieren omringden hem en bleven stom en
onbewegelijk staan.
Toen hij met lezen gedaan had, naderde hij den
goeverneur en zeide: „Wij hebben van rol verwisseld
mijnheer; de keizerin staat aan den vroegeren banne
ling, Nicolaas Rosow het goevernement van Beresow
toe.
God! en ik?
Gij zult mij in mijne iourte als banneling ver
vangen. Hier is het bevel.
Dit zeggende, stelde hij hem de dépêche ter hand.
Lerfosburg wilde spreken; maar zijn tong scheen
als 't ware aan zijn gehemelte vastgekleefd, hij wan
kelde op zijne beenen en was genoodzaakt te gaan
zitten.
Eenige officieren naderden hem en trachtten hem
te troosten, terwijl het meerendeel Rosow omringde
om hem geluk te wensclien; maar deze stootte ze
plotseling van zich af en naar den schrijfmeester,
die by de tafel was gebleven en de glazen van zijn
bril die geheel nat waren van vreugdetranen afveegde,
toeloopende, wierp hij zich in zijne armen.
Zoo! zijt gij tevreden, vroeg de goede man na
eene lange omhelzing.
O! hoe zal ik u ooit kunnen vergelden, wat gij
voor mij gedaan hebt, riep de jonge man verteederd
Gij kunt het, gij kunt het, sprak de grijsaard.'
Ja, zeide Rosow, door u vrij en rijk naar uw
land terug te zenden.
Neen, zeide Godureau, dat is nu te laat, ik ben
zeven en vijftig jaar. Ik zou onder weg kunnen
sterven. Ik ben daarenboven aan Siberië en aan u
gewoon.
Maar, wat zal ik dan voor u kunnen doen?
Mij als uw schrijver aannemen.
Snelpersdruk -- LANGEVELD DE ROOIJ - Texel