11 De Notaris CONINGX WESTENBERG it lal te KOOP of te Elft. op Zaterflai 25 f elroari eii Zaterftaa 3 Maart, II Stoomvaart-Maatschappij. Ter gelegenheid van 's Koning* verjaardag. ZONDAG 19 FEBRUARI 1888, Tooneelvoorstelling door do Rederijkers-kamer U. d. I. aan den Burg. Aanvaarding 1 Mei publiek te verburent TE JIUUR DAMWEDSTRIJD Directe Wekelijkscke ié :.NST Feuilleton. Een trans van Alpenlemcn. DE LAATSTE RIT VAN EEN OUD-POSTILJON, DE STUDENT THUIS, Na afloop BAL. Entree 49 Cts. CONINCK WESTENBERG op Vrijdag 24 Februari a. s. om Prijs en Premie. des avonds ten half acht, in de Vergulde Kikkert." OP TE VOEREN STUKKEN Tooneelspel in één bedrijf of drie tafereelen. Blijspel in drie bedrijven. Personen beneden den leeftijd van 16 jaren, worden niet toegelaten. Plaatsen zijn te bespreken op den dag der Voorstelling van 2 3 uur, a 10 Cts. De Notaris presenteert op Donderdag' 23 Februari a.s., 's avonds 7 ure, in het logement „DE ORAN JEBOOM" aan den Burg I» UB LI E K te VERKOOPE N Een HUIS en ERF met STEEG, staande en gelegen in de Weverstraat aan den Burg, gemeente Texel, kadastraal bekend sectie K, Nos. 1344, 1345 en 1406 te zamen groot 2 aren 1 centiare. Eigendom van den Heer In. Dalnieijer Jr. ZEGT HET VOORT. presenteert 'savonds 7 ure, in het logement het Loods- mans Welvaren aan DEN HOORN 1.89.90 WEILAND genaamd „het Rammen- land" gelegen in den Buitendijk. Eigendom van de Diaconie der Herv. Gem. aan den Hoorn. Op een der beste standen aan den Burg op Texel; een goed ingericht, ruim WOON- en WINKELHUIS met VERGUNNING, annex groot nieuw pakhuis en compleeten inventaris, waarin sedert 25 Jaren met veel succes eenen uitgebreiden handel is, en nog wordt uitge oefend, welke zaak een ruim bestaan oplevert. Aan belanghebbende is de keuze, om een afzonderlijk pakhuis voor brandstoffen, zoomede den aanwezigen Winkelvoorraad al of niet overtenemen. Alle verlengde inlichtingen worden verstrekt door J. H. MOOJEN Makelaar te Texel bij wie de zaak te bevragen is. 2 V3 Hectaren WEI- en BOUWLAND, gelegen in den polder E ij e r 1 a n d. Vroeger in gebruik bij A. Tiessen. Te bevragen b/d. administrateur H. FLENS, te Burg op Texel. in „HET WAPEN VAN TEXEL" telkens des avonds ten 7 ure precies, Geen inleggeld. Oosterend op Texel WUlimLJfc -* CS' si F S2 voor Passagiers Ie He en Ille Klasse S met de prachtige Stoomschepen der H sL Hoofdkantoor te Rotterdam: Noor- s 2 dereiland. Passagekantoor te Am- sterdam: 44 Prins Hendrikkade over h. nieuwe Centr. station. Vlugste en goedkoopste aansluiting t: met Curasao. p Distriets-Inspecteurs: I.E. Kroes, Gro- 5! ningenE. Bolsius, Oosterwvjk. Agenten Koning Co. Texel. I. Wij brachten de lente in het Moezeldal door. Op zekeren dag maakten wij kennis met de barones Rebach, eene dame van middelbaren leeftijd, die ons bijzonder aantrok. We deden samen allerlei uitstap jes en Cochem werd ons hoofdkwartier. Eens zaten wij, na eene lange wandeling allerlei photographien te bekijken. Dit is de bakermat onzer familie, zeide barones Rebach, terwijl zij ons de schets liet zien van een klein kasteel, dat te midden van de Beiersche Alpen schilderachtig op een rots is gelegen. Dit verblijf is nu verlaten, niemand woont er meer. U hebt dus broers noch zusters? vroeg ik. Zij schudde het hoofd. „Ik had een zuster, maar sedert zestien jaren is zij dood en ben ik alleen." Dit zeide zij op zulk een treurigen toon, dat wij niet verder durfden vragen. Bij het afscheid nemen viel er een bijouteriekistje bij toeval op den grond en ging open. Toen ik het opraapte en aan de barones teruggaf, zag ik er het portret eener dame in. De barones bloosde even. Het toeval heeft het gewild, ik aarzel dus niet langer. Ik zal u zeggen, wat niemand weetDit is het portret mijner zuster. Het was een fraai meisjeskopje, op ivoor geschil derd het goudblonde haar viel in kleine lokjes op het reine voorhoofdde oogen waren helder blauw, om den mond zweefde een schalksche trek, de wan gen hadden aardige kuiltjeskortom het was een beeld van vrouwelijke schoonheid en bevalligheid. Haar pad had over rozen moeten gaan; welk nood lot had toch dit jeugdig leven verwoest? Onder het portret stonden deze woorden „De dood hereenigt, wat de dood scheidt!" en daar onder de letters E en L met een koninklijke kroon er boven. Op myn vragenden blik stelde de barones mij een pakje brieven ter hand„Lees dit, en gij zult begrij pen wie Elisabeth en Lodewijk waren. Maar zoolang een der hoofdpersonen van dit treurige drama in leven is, moet dit alles een diep geheim blijven. Later zijt gij volkomen vrij." Twee jaren daarna vernamen wij den dood der barones. Ik geloof dus een krans van alpenbloemen te vlechten voor het graf van koning Lodewijk wan neer ik de volgende bladzijden mededeel. Op een verrukkelijken lentemorgen zit in 't park een meisje van zeventien jaar te schommelen op den ondersten tak van een appelboom, haar goudblonde lokken zwieren haar om het hoofd, een groote hoed vol bloemen ligt op haar schoot. Voor haar staat een jongman, die den blik niet van haar afwendt. Zij kijkt naar de bergen, de bosschen en de rotsen aan den horizon; naar de heldere meren, welke daar onder het groen verscholen liggen, en vooral naar het trotsche kasteel Hohenschwangen. Eindelijk bespeurt zij zijne bewonderende blikken en laat een frisschen, zilveren lach hooren. Waar kijkt gij zoo naar, graaf Dagobert? Tracht gij, evenals tante Aldegonde, er achter te komen, hoe ik mijne japon zoo kreukel Hij schudde glimlachend het hoofd. Ik kijk u eens aan, om mij te overtuigen, dat gij eindelijk terug zijt. Ja, eindelijk ben ik terug, antwoordde Elisabeth zuchtende, na zeven eindelooze jaren, vier in Frank rijk in het klooster, de drie overige bij mijne tante in Zwaben. Nu blijft gij dan toch, niet waar? En waarheen zou ik anders gaan? Gij weet wel dat ik niemand op de wereld bezit, behalve myn zuster, mijne beste Monica En wij dan: uwe oude vrienden zoudt gij dus vergeten? Elisabeth trok even de schouders op. Neen, ik vergeet u niet, gij zyt zoo goed voor my geweest, toen ik mjjne ouders verloor en Monica zoo ziek was. Maar gij woont te Neuremberg en ik in het eenzame Rebach. Zij zuchtte weder graaf Dagobert naderde haar haastig, Waarom zoudt gij alleen blijven? Kom ga met ons mede en blyf altoos bij ons. Elisabeth keek hem verwonderd aan. AltoosHoe komt gy op die gedachte? Waarom wilt gij mij niet begrijpen, Elisabeth; ik bemin u uit den grond van myn hart en ik smeek u mijn levensgezellin te worden. Wat zou uw mama wel zeggen als gij zulk een wildzang huwdet, die op een ouden tak Schil ler's Wilhelm Teil zit te lezen. Reken maar, dat men in de residentie om u zou lachen, als men wist dat gij uw bruidje uit een appelboom had gehaald. Maar ik bemin u, Elisabeth Zij zweeg en haar peinzende blik verloor zich in het blauw des hemels. Beminnen! zeide zjj eindelijk, dat moet een za lig gevoel zijn. De dichters spreken er van als van eene zoete kwelling. Maar hier binnen is alles zoo rustig en ik geniet de heerlijke natuur. Eens heb ik een soort van voorgevoel van liefde en geluk ge had, ik was alleen op mijn kamer, ik speelde en zong, terwyl de maan met haar zilveren licht den toren van Hohenschwangau bescheen. Zij zweeg plotselingeen donkere blos kleurde haar gelaat. Men hoorde den hoefslag van een paard en van uit het bosch kwam een jonge man te voor schijn, die het dier bij den teugel hield; hij liep blootshoofds, een zonnestraal viel op zyn breed voor hoofd, maar hij sloeg de oogen niet neder; de Grie ken hadden zich den zonnegod niet schooner kun nen voorstellen. Elisabeth had zich van den tak laten glijden, haar bloemen lagen verstrooid aan haar voeten. Met wijd geopende oogen keek zy onbewegelijk naar de ver schijning en greep driftig den arm van den graaf. Wie is dat? fluisterde zy ademloos. De jongeling keek haar verwonderd aan. Hij maakte zachtjes haar ijskoude hand los, drukte die en zeide halfluid StilLaat hij ons niet zienHet is koning Lo dewijk, Lodewijk van Beieren. Zij wankelde. De koning! mompelde zy. En zy bedekte haar oogen met de hand, als wilde zy zich in het visioen verdiepen. Wordt vervolgd) Snelpersdruk - LANGEVELD &DE ROOIJ - Texel n c: tj» Ti TZ O - 02 rt ei SI 4^ Z

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1888 | | pagina 4