Buitenland.
aan den staart had, in vliegende vaart voorbij
snellen. Het paard schrikte, sprong op zijde en
kwam met het rijtuig in eene sloot terecht. De
heer R. en zijne drie medereizigers zijn er niet
zonder kwetsuren afgekomen, en de wagen was
letterlijk verbrijzeld. De onbezonnen dierenplager
die hier de hand in 't spel heeft, zal voorzeker
niet gedacht hebben dat zijne grap zulke ernstige
gevolgen na zich zou sleepen.
In een winkel te 's-Hage trad Maandag ie
mand binnen en vroeg den patroon te spreken.
Deze was echter niet thuis. Op de vraag der
huisvrouw, wat hij verlangde, gaf hij haar te
kennen, van eene andere plaats naar Den Haag
te zijn gekomen om werk te zoeken en nu nog
slechts 18 centen op zak te hebben niet eens
toereikend om één nacht onder dak te komen.
Ofschoon zij dergelijke praatjes kende ging de
vrouw er toch toe over het ontbrekende bij te
passen, zeggende dat het haar om 't even was,
of zij voor dat bagatel bedrogen werd of niet.
Eergisterenavond verscheen de man weer in
den winkel enbracht het geld terug.
Hij had werk gevonden, zeide hij. Het bedrag
werd hem nu van ganscher harte geschonken—
en 't was de vrouw nu toch niet om 't even, dat
ze een eerlijk man had geholpen. (H. C.)
In eene buitengewone zitting van de arron-
dissements-reclitb. te Heerenveen, stond Woens
dag terecht Trijntje de Jong van Ureterp, de
zoogenaamde tweede millioenenjuffrouw verdacht
zich aan oplichterij te hebben schuldig gemaakt.
Zij bevindt zich reeds eenigen tijd in voorloopige
hechtenis. Deftig met handschoenen aan en in
een zwart costuum gekleed, verscheen zij ter
terechtzitting. Kalm nam zij plaats op de bank
der beschuldigden, kalm bleef zij gedurende de
geheele zitting, die van 9 tot ruim 3 uur duurde.
Daar de getuigen allen uit Duitschland waren
(de oplichterij zou te Keulen gepleegd zijn), trad
de heer J. N. Valkhoff, schoolopziener in 't dis
trict Heerenveen als translateur op.
Na het getuigenverhoor nam liet O. M., mr.
Reitsma, officier van justitie, requisitoir, noemde
haar een gevaarlijke oplichtster, die in '86 't net
spande, om daarvan in 1887 te profiteeren. Hij
requireerde tegen haar de zwaarste straf, 3 jaren
gevangenisstraf en de kosten.
Te Asperen doet zich het geval voor, dat
een vader met zeven inwonende zoons allen kie
zers zijn. Tot toelichting dient, dat de zoons
uit het erfdeel hunner moeder ieder meer dan f 10
grondbelasting betalen.
De heer Van Marken is na een verblijf van
acht dagen teruggekeerd uit Almeloo waar hij te
vergeefs getracht heeft eene verzoening tusschen
de firma's Scholten en de werkstakers tot stand
te brengen. In eene vergadering bijgewoond door
250 volwassen werklieden, bijna allen hoofden
van gezinnen, werd door den heer v. M. mede-
deeling gedaan van de ui terste tegemoetko
ming, die hij van de patroons had afgeperst.
Na eenige beraadslaging werd de vraag:
Wenscht gij na de gehoorde mededeelingen, dat
de werkzaamheden weder zullen worden hervat
bij stemming met gesloten briefjes door alle
250 aanwezigen met neen beantwoord. Tegen
over deze onverzettelijkheid van beide partijen
bleef den heer Yan Marken niets meer over dan
te vertrekken, zonder zijn doel te hebben bereikt.
Hij stelt zich voor zijne ervaringen te Almeloo,
zoo spoedig als zijne overdrukke bezigheden het
toelaten in eene brochure openbaar te maken.
Inmiddels heet hij in de voornaamste dagbladen
de volgende advertentie geplaatst:
Werkstaking Almelo. Na onderzoek
diep doordrongen van het goed recht der werk
stakers tegenover de halstarrigheid van onver
zettelijke patroons, van welke meening gedeeld
door de overgroote meerderheid van Almeloo's
ingezetenen ik nader rekenschap zal geven, doe
ik een beroep op de beurs van allen wien het
lot der arbeiders ter harte gaat. Men vreeze niet
het verzet door luiheid aan te kweeken. De gel
delijke ondersteuningen aan de gezinnen zijn en
zullen blijven geregeld zoodanig dat slechts de
uiterste ellende wordt voorkomen terwijl pogin
gen zullen worden aangewend om aan de werke-
loozen elders arbeid te verschaffen.
Men zende zijne bijdrage klein of groot aan
J. C. Van Marken Jr, te Delft.
In het gezin van Aalderink te Otterloo (gem.
Ede) zijn een tweetal meisjes, van 4 en 6 jaar
oud, overleden ten gevolge van trichinenvergif-
tiging, door het eten van Amerikaansch spek.
De vrouw en de andere kinderen zijn nog onge.
steld.
De burgemeester van Ede heeft naar aanleiding
hiervan de ingezetenen gewaarschuwd tegen het
gebruik van varkens vleesch en spek hetwelk niet
vooraf goed gekookt en gebraden is.
Van bevoegde zijde wordt aan de Arnh. Ct.
medegedeeld, dat het bericht omtrent den dood
van een tweetal kinderen, die volgens gerucht
zouden gestorven zijn aan de gevolgen van het
gebruik van trichineus varkens vleesch, onjuist is.
Zoodra toch, toen dit bericht ook ter ooren was
gekomen van den geneeskundigen adjunct-inspec
teur, is door hem onmiddelijk in de afgeloopen
week een persoonlijk onderzoek te Otterloo inge
steld, en is het dien ambtenaar gebleken, dat de
leden van dit armoedige, op de heide wonende
gezin aan dysenterie leden. Deze ziekte komt
meermalen in Gelderland voor en ook thans, be
halve te Otterloo, zijn er een drietal personen in
de buurtschap Rekken (gem. Eibergen) aan lijden
de. In hoeverre het gebruik van slechte, doorge
schoten aardappelen, die, gekookt zijnde, blauw
gekleurd op schotel verschijnen, als oorzaak dézer
ziekte is te beschouwen, zal hier niet nader worden
besproken. Genoeg, dat de verschijnselen bij be-
doolde lijders niet die van trichinose waren en
dat in het aanwezige in beslag genomen Ameri
kaansch spek (hier te Arnhem gekocht), door den
geneeskundigen adjunct-inspecteur microscopisch
onderzocht, geen enkele trichine is gevonden.
Inmiddels zijn de behoeftige menschen rijkelijk
van betere voedingsmiddelen, brandstoffen en
dekens voorzien dank zij de hulpvaardigheid
van enkele braven en nemen thans de nog
zieke personen (er waren 9 lijders) allen in beter
schap toe.
Te Dinteloord ontving dezer dagen een niet
onbemiddeld burgerman tot zijne verbazing een
brief uit Valencia, geschreven in de Fransche taal.
's Mans verbazing nam nog toe, toen hij door één
zijner kennissen op de hoogte gesteld werd van
wat de brief behelsde.
In dat schrijven meldde hem zekere T. B. Rios
een belangrijk geheim. Immers, mijnheer Rios
deelde er in mede, dat hij voor ongeveer een jaar
door de revolutionaire partij van het eiland Cuba,
die zich ten taak had gesteld zich vrij te maken
van de Spaansche heerschappij, afgevaardigd was
naar Europa, om daar wapens aan te schaffen.
Tot dat doel was hem de som van 1,000,000 fr.
in Engelsche en Fransche papieren toevertrouwd.
Doordat hij gevaar liep wegens aansporing tot
muiterij gevat te worden, had hij zich genood
zaakt gezien in deze streken zijne cassette met
papieren te verbergen. Werkelijk was hij gevan
gen geraakt en ziet hij zich genoodzaakt om te
gen zijn wil nog eenigen tijd in Spanje te vertoeven.
Hij verzoekt nu den ontvanger van zijn schrij
ven hem te helpen zijne cassette terug te krijgen,
waarvoor hij dezen het vierde van het daarin
zijnde bedrag wil afstaan. Ingeval dit aanbod
aangenomen wordt, zal de heer Rios inlichtingen
geven aangaande de te nemen maatregelen om
de cassette weerom te krijgen en aanwijzingen
doen omtrent de plaats, waar zij te vinden is.
De brieven aan Rios behoeven slechts ondertee-
te worden met het teeken I.
Onze buitenman zal echter zoo wijs zijn met
den heer Rios niet in onderhandeling te treden,
ten einde te voorkomen, dat hij „er in loopt."
Dat hier aan minder eerlijke bedoelingen moet
gedacht worden, was hem duidelijk.
UITSLAG DER VERKIEZING
van een Lid
VOOR DEN GEMEENTERAAD.
gehouden Dinsdag den 6 Maart 1888.
Ingekomen 524 briefjes.
Hiervan waren 3 in blanco.
Uitgebrachte geldige stemmen dus 521.
Volstrekte meerderheid alzoo 261 stemmen.
Uitgebracht waren op de Heeren:
W. Mets Tz. 118 stemmen
C. Wz. Bakker Jr. 105
S. A. Lap 98
J. A. Dijksen 85
P. Coenr. Bakker 46
H. Bruin 20
S. P. Koning 12
C. Wz. Bakker 9 stemmen, W. Brans 5 stem
men, C. Al'oz. Keijser 4 stemmen, G. Geus Hz.
en S. Lap ieder 3 stemmen, G. J. O. D. Dikkers
2 stemmen.
D. J. van Oyen, S. Alb. de Wijn, J. Slijboom,
M. C. Ylas. S. Hin Pz., C. W. Bakker Sr., S. Jz.
Keijser, C. Az. Lap, S. C. Lap, P. C. Bakker en
H. K. Bruin ieder één stem.
Herstemming zal dus moeten plaats hebben
tusschen de hh. W. Mets Tz. en C. Wz. Bakker Jr.
(Opgave van het stembureau.)
In de vorige week is te Londen een maat
schappij gevormd met het doel om een vel schrijf
papier en een enveloppe met een stuivers-post
zegel er op verkrijgbaar te stellen voor een hal
ven stuiver. Op het eerste bericht klinkt dit
vieemd en zou men zeggen, dat de maatschappij
slechts een kort bestaan kon hebben doch de
directie wil haar onderneming winstgevend ma
ken door op een gedeelte van het schrijfpapier
en van de enveloppe plaatsen voor advertenties
te verhuren.
Door dit beginsel zal de maatschappij niet al
leen den halven stuiver op eiken postzegel kun
nen verliezen maar nog aan de aandeelhouders
een dividend van ongeoeer 20 pet. kunnen uitbe
talen, Er is geen twijfel aan of er zal een groot
gebruik worden gemaakt van deze goedkoope
correspondentie-gelegenheid en het zal een aan
zienlijk voordeel opleveren voor de werkende
klasse. Wellicht zal er nu ook een standbeeld
verrijzen van den uitvinder van dit nieuwe systeem
evenals men reeds een bezit van Rowland Hill,
den man die de stuiverspost heeft ingevoerd.
Dezer dagen ging een deurwaarder met een
beambte en een veldwachter eene inbeslagneming
uitvoeren bij een molenaar te Rimbeaucourt, in
het Fransche Noorderdepartement. Zij werden
er ontvangen door drie met sabels gewapende
vrouwen, de echtgenoote van den molenaar en
hare twee dochters, die hen met den dood dreig
den als zij aan iets durfden raken. De heeren
dropen onverrichterzake af.
Te Kortrijk onderzoekt het gerecht eene
reeks van graandiefstallen, sedert jaren daar ge
pleegd. Reeds zijn 19 personen deswege onder
vraagd. In een enkel huis zijn meer dan 1000
kilogram bloem in beslag genomen. Twee per
sonen, behoorende tot geachte familiën, zijn in
hechtenis genomen.
In China zijn „handelaars", die den zeelieden
een voorraad wind voor de reis verkoopen. Ge
woonlijk zitten zij aan het strand der zee en bieden
den schepelingen hunne diensten aan. Bijna altijd
zijn zij met hun beiden. De een zit met een boek
in de hand, waaruit hij af en toe eenige woorden
voor zich uit prevelthij heeft een platte muts
op 't hoofd en draagt een gewaad met tallooze
plooien. De ander zit tusschen twee vischkorven
en heeft ook een platte muts op 't hoofdzijn
bovenlijf is meestal onbedekt. Hij heeft een
groote lederen zak in de hand, die met lucht ge
vuld is. Uit dezen zak laat hij, in verhouding tot
het geld dat men hem geeft, meer of minder lucht
stroomen, waarbij hij herhaaldelijk met een groote
hamer op den grond slaat, om den geest der
winden naar de aarde te doen afdalen.
Omtrent de mijngasontploffing in hetSaar-
brücker kolendistrict worden de volgende bijzon
derheden medegedeeld
De mijn ligt nauwelijks 2 kilometers verwijderd
van de groeve Kamphausen, die drie jaren geleden
door een verschrikkelijk ongeluk bekend is gewor
den, en is thans 550 tot 600 meters diep. Deze
buitengewone diepte laat het verzamelen van ge
vaarlijke gassen gemakkelijk verklaren. Er waren
70—80 mijnwerkers naar beneden afgedaald. Zij
hadden hun dagtaak bijna volbiacht, toen plotse
ling het gas ontplofte en het kolenstof, waarmede
de lucht in de gangen altijd bezwangerd is, in
brand geraakte. Voor zoover men tot nog toe
kan nagaan, zijn 41 mijnwerkers gedood en eenige
zwaar gewond. Slechts zeer weinigen, die op de
meest verwijderde plaatsen aan het werk waren,
konden met inspanning van alle krachten de mijn
schacht nog bereiken en zoo hun leven redden.
Anderen daarentegen moeten, kort voordat het
ongeluk plaats had, de mijn verlaten hebben en
daardoor aan een wissen dood zijn ontsnapt. De
kracht van de ontploffing was zoo hevig, dat niet
alleen de gangen gedeeltelijk instortten, maar ook
de kolenwagens, die van eikenhout met stevige
ijzeren banden zijn gemaakt, voor het meerendeel
verbrijzeld werden. IJzeren sporen en assen van
wagens waren als stroo geknakt. De lijken van
de betreuienswaardige slachtoffers verkeeren in
een verschrikkelijken toestand. Koolzwart, gedeel
telijk tot op het gebeente verkoold, liggen zij in
eene kamer naast elkaar. Enkele waren zoo ver
minkt, dat ze door hunne bloedverwanten niet
meer herkend werden. De ramp is voor de na
bestaanden zooveel te grooter, daar de verongeluk
ten, met slechts weinig uitzonderingen, huisvaders
zijn van talrijke gezinnen. Van een gezin zijn er
drie broeders onder de werklieden, wier lijken ge
vonden werden.
In de Vereenigde Staten is weder eene be
langrijke werkstaking ontstaan; 1600 machinisten